Marineschepen.nl
 
   
 

Terugblik op Marinekazerne Amsterdam


Bericht geplaatst: 11-04-2014
Laatst aangepast: 11-04-2014

Het Marine Etablissement Amsterdam (MEA) is verkocht. De komende jaren maakt Defensie langzaam plaats voor cafés en restaurants. Marineschepen.nl blikt aan de hand van interviews terug. Niet de geschiedenis van gebouwen, maar de verhalen en herinneringen van mensen aan de Amsterdamse marinekazerne.
In deel 1 voormalig seiner-telexist Peter Paquay, die in 1970 op het Amsterdamse marineterrein zijn opleiding volgde op de Verbindingsschool.


Peter Paquay
Oud-seiner-telexist Peter Paquay kijkt vanuit de Van Goghzaal (in de Voorwerf) uit over het Kattenburgerplein. Het gebouw dat door het raam is te zien, is het vroegere magazijn van de marine, tegenwoordig Scheepvaartmuseum. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Enthousiast
In deel 1 Peter Paquay (60). Peter is geen deskundige van de marinekazerne. Er zijn mensen die vele tientallen jaren op mea hebben gewerkt, die je alles kunnen vertellen over de Buffel, het Paleis, de vette tenten in de stad. Peter was geen icoon op de kazerne, niet een "MEA-man" in hart en nieren.

Maar hij was WEL een van de duizenden Jannen die voor zijn opleiding op mea was. Jazeker, hij is er geplaatst geweest. Van 13 april t/m 30 november 1970. Maar wat hij zich ervan herinnert? Geen boeken vol anekdotes, of avondvullende verhalen.

Waarom dan oud-seiner-telexist Paquay voor dit eerste interview? Na de oproep die Marineschepen.nl plaatste was niemand enthousiaster dan Peter. De man, geboren en getogen in het stijf tegen onze zuidgrens gelegen Eijsden, had vorig jaar al eens geprobeerd om een kijkje te nemen op de marinekazerne. Als iemand uit een plaatsje nog zuidelijker dan Brussel, naar Amsterdam reist om argument na argument uit de hoge hoed te toveren in een poging om de kazerne te bekijken, dan kan het niet anders dan dat dat MEA indruk heeft gemaakt.

Wilt u ook uw verhaal over de marinekazerne vertellen? Neem contact op met Marineschepen.nl.



"Iedereen deed maar wat"
Een jaar eerder bleven ze nog gesloten, maar nu zwaaiden de grote blauwe deuren van de marinekazerne voor Peter open. Dik 43 jaar nadat hij de kazerne had verruild voor Hr.Ms. Van Speijk, was hij weer terug. Al was dit toch de eerste keer, want de kenmerkende blauwe poort van nu was er in de jaren zeventig niet en ook de ingang was ergens anders. Maar belangrijker nog, Peter kwam nooit door de poort het terrein op, hij ging met de sloep van het Centraal Staton naar de kazerne en weer terug. Het Amsterdam van toen was toch een beetje te eng.

De familie Paquay woonde in het Zuid-Limburgse Eijsden, waar vader een bakkerij, een taxibedrijf én een winkel had. Peter had de zee nog nooit gezien, laat staan een marineschip. Zoals de meeste gezinnen in in de jaren '50 en '60, ging men voor een vakantie niet al te ver weg. Hoogtepunten waren Luik, Maastricht of de Eifel in Duitsland.

Peter kon natuurlijk in de bakkerij aan de slag, maar stuurde een bon uit de KRO-gids naar de Landmacht. "Binnen no-time stond er iemand aan de deur van de Landmacht. Ik schrok me rot," herinnert Peter zich nog. Hij was 16 en dat was te jong. Bij de marine was de tiener echter van harte welkom en hij kreeg een treinkaartje om naar de marinekeuring te komen in Hollandsche Rading, nabij Utrecht. Een wereldreis!

"Het had zo'n impact. Je komt in een totaal andere wereld. Die keuring duurde toen een hele week. Van zondagavond tot donderdagmiddag allerlei onderzoeken en veel tijd in de kantine doorbrengen. Heel veel frikadellen eten. Ik wilde vliegverkeersleider worden, dat leek me spannend. Maar dat kon niet. Waarschijnlijk hadden ze een bak seiner-telexisten nodig, want ik werd daarvoor getest. En aangenomen."

Ook de eerste opleiding had destijds plaats in Hollandsche Rading. Na twee maanden in de veilige Utrechtse bossen, wachtte de vakopleiding op de Verbindingsschool in de grote stad. Peter was nooit eerder in Amsterdam geweest en de hoofdstad maakte een diepe indruk op de 17-jarige Paquay: "Amsterdam was in die tijd een totale wanorde. Iedereen deed maar waar hij zin in had en de stad was een puinzooi. Amsterdam is hartstikke schoon geworden, toen lag overal rotzooi. Er waren ook veel hippies, dat waren mensen die we in Eijsden helemaal nooit tegenkwamen."

verbindingsschool mkad
Klassefoto van klas S176. Links Peter Paquay. (Privécollectie Peter Paquay)

Sloep naar de wal
Gelukkig voor Peter bood de marine een speciale service voor zijn personeel. Zij konden namelijk bij het Centraal Station in een bootje stappen dat hun rechtstreeks naar de kazerne bracht, zodat zij niet om het water van het Oosterdok via de Prins Hendrikkade heen hoefden. Deze dienst is er overigens nog steeds.

Fysiek zou deze wandeling voor Paquay geen probleem moeten zijn, maar toch koos hij steeds voor het bootje bij CS: "Ik was blij als ik op die sloep zat, want destijds was het niet altijd veilig voor militairen en wij moesten altijd in uniform reizen. Eenmaal op de kazerne was ik op veilig terrein."

"Dan zit je de hele week hier. Als je naar buiten zou gaan moest je in uniform gaan. Ook doordeweeks. Je mocht niet in burger. En ik dacht: dat doe ik maar niet. Dus ik heb altijd maar op de kazerne gezeten, ik ben geen enkele keer de stad in geweest. Op vrijdag ging ik weer met de sloep naar het station en met de trein weer naar huis."

Op 25 augustus 1970 werd de Dam schoongeveegd door mariniers en matrozen. Een gebeurtenis die veel aandacht kreeg.

De Dam: 25 augustus 1970
De gebeurtenis op 25 augustus 1970 was voor Peter helemaal een reden om veilig achter de kazernemuur te blijven. In de zomers van 1969 en 1970 sliepen honderden hippies op de Dam. Dit waren jongeren uit Nederland, maar ook uit Amerika, Duitsland en Italië. In eerste instantie werden de Damslapers getolereerd, maar na verloop van tijd groeide de weerstand. De hygiëne nam af en men vermoedde steeds meer crimineel gedrag. Bovendien sliepen de jongeren op en rond het Nationaal Monument op de Dam en veel buitenstaanders zagen dat als ontering.

Burgemeester van Amsterdam Samkalden verbood het slapen op de Dam per 24 augustus 1970. Maar dat leek weinig effect te hebben. Daarop besloten matrozen en mariniers uit Den Helder en Doorn een dag later om naar Amsterdam te reizen om deze "schoon te vegen". Zonder dat de marineleiding hiervan wist, verschenen in tenue 6 met wit hoofddeksel de marinemannen op de Dam en verdreven de hippies binnen vijf minuten van het Amsterdamse plein.

Peter Paquay was er natuurlijk niet bij. Maar de ontruiming was groot nieuws en de berichten over de actie kwamen ook bij de 1500 meter verderop gelegen kazerne terecht.

Op de Marinekazerne werden direct maatregelen genomen. "Er werd verordonneerd dat als je de stad in ging, je in groepjes van tenminste vijf man moest gaan. Maar wel in uniform en je moest met z'n vijven bij elkaar blijven, want of het nou mariniers uit Doorn waren of matrozen uit Amsterdam, het was 'de marine' die achter de actie zat en die hippies vonden dat niet zo leuk. Dus iedereen met een marineuniform moest uitkijken."

De angst voor ongeregeldheden was ook op de kazerne zelf groot. "We moesten wachtlopen over het kazerneterrein. In groepjes van twee liepen we met een fluitje en een knuppel. Waar we vooral op moesten letten was of er geen personen over de Dijksgracht al zwemmend de kazerne zou binnendringen. Als dat zou gebeuren, moesten we direct alarm slaan. Iedereen sliep in die tijd in z'n uniform om direct in actie te kunnen komen."

Maar dat gebeurde niet; MEA bleef veilig gebied.

Wel zaten die zomer de gevangenissen van de Amsterdamse politiebureaus volgens Paquay zo vol dat een deel van de gevangenen op de marinekazerne werd ondergebracht. "We sliepen in de buurt van waar toen de gevangenis was. En als je de wacht had moest je elk half uur door de luikjes van de cellen kijken of het wel goed ging met de gevangenen. Dat was natuurlijk erg spannend."


Unieke beelden van de Verbindingsschool op het Marine Etablissement Amsterdam in de jaren '60. (Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie)

Verbindingsschool
Seiner-telexist Paquay was natuurlijk niet op de marinekazerne om wacht te lopen, maar om zijn opleiding te volgen. In de jaren '60 moest een deel van de marinekazerne plaatsmaken voor de IJ-tunnel. Het terrein had nog de vorm van een scheepswerf met veel water in het midden. Om de verloren ruimte terug te winnen, werd het water gedempt. In het midden werd het manschappenverblijf "De Buffel" gebouwd (tegenwoordig het Evenementencentrum Amsterdam), met daarvoor een exercitieterrein en aangrenzend twee lesgebouwen. Hier werd de Verbindingsschool (VBS) in gehuisvest en op 27 november 1964 geopend.



"Ik kan me de lessen nog goed herinneren. We leerden er morse, vlagseinen en natuurlijk communiceren over de verbinding in het Engels. De lessen waren leuk en gingen me goed af." Peter pakt zijn rapport erbij: "Eerste rapport. Ik had voor lichtmorse 100 punten (van de 100) en typen ook 100 punten, 94 voor vlaglezen en radiomorse 78. Dat typen ging geweldig goed. Dat was heerlijk op zo'n telex, die aanslagen gingen heel lichtjes."

Niet iedereen had het naar zijn zin en scoorde hoge cijfers. "Ik zat op een gegeven moment alleen in klas S176. Ik was niet alleen gestart, maar er vielen er steeds meer af. Van elke klas wordt een foto gemaakt en dus ook van S176, maar ik was nog als enige over. Ik kreeg gelukkig niet alleen les, want er waren wel meer klassen die eerder of later werden gestart. En je moest voor de oefeningen natuurlijk samen wat doen."

verbindingsschool mkad
Peter in 2014 bij de seinpost op het gebouw van de voormalige Verbindingsschool in Amsterdam. In 1970 stond hij hier vlaggen te hijsen. Nu worden in het gebouw daaronder dagelijks sollicitanten voor een baan bij Defensie gekeurd. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Buiten
Die oefeningen vonden niet alleen binnen plaats, maar ook buiten. Om bedreven te kunnen raken in het seinen met vlaggen, waren er heuse seinposten gebouwd op de daken van één van de lesgebouwen en op de Buffel. Eén van de seinposten staat er nog, de andere is tijdens verbouwingen in 2004, toen de Buffel werd verbouwd tot het huidige bedrijfsrestaurant in combinatie met evenementencentrum, verwijderd. Tijdens de wandeling over de kazerne krijgt de oud-seiner telexist bij hoge uitzondering toestemming om nog één keer de seinpost te beklimmen.

In een doodnormale gang waar nu sollicitanten hun tests afleggen, bevindt zich een afwijkende afgesloten deur. Via een steile stalen trap bereiken we het dak en de seinpost, die er leeg en verlaten bijligt. Al 34 jaar is de seinpost niet meer in gebruik, sinds de verhuizing van de VBS naar Den Helder in 1980. De ramen zitten er echter nog in en het uitzicht over de stad en kazerne is nog altijd ongekend. Ook staat de metershoge stalen vlaggenmast nog overeind. Peter: "De trap zit er ook nog aan, zie ik. Daar moest je in klimmen als een vlag om bijvoorbeeld de mast gedraaid was." Geen pretje op die hoogte.

Een andere belangrijke activiteit buiten was het dagelijkse potje voetbal. Waar nu een helikopterlandingsplaats is, lag in 1970 een gravelveldje. Hier waren de leerlingen vele avonden te vinden. "Eén man op de foto heet Leo Naaktgeboren, hij was een heel goede honkballer die in Haarlem speelde. Ik heb hem later nog eens opgezocht via internet en de foto gestuurd, maar nooit contact kunnen leggen."

verbindingsschool mkad
Binnen de kazernemuren werd veel gesport. Met regelmaat werd er 's avonds gevoetbald. Staand rechts Peter Paquay. Het gebouw rechts op de foto is de oude Vijf Beuken. (Privécollectie Peter Paquay)

Goede herinneringen
Met zulke rapportcijfers lag een schitterende verbindelaarscarriere in het verschiet. Toch viel dat tegen. Paquay werd geplaatst aan boord van Hr.Ms. Van Speijk (fregat van de gelijknamige klasse), waarmee hij in 1971 onder andere naar Dublin, Plymouth en Brest voer. Al snel bleek de Limburger een echte landrot: hij was voortdurend zeeziek. "Het was te gek om op zo'n boot te varen met golven zo hoog als huizen. Ik stond op de brug en had ook nog goed uitzicht als seiner-telexist. Alleen aan mij hadden ze niet veel, want ik stond er bij als een zielig jongetje en was om de haverklap op de brugvleugel om over te geven."

Toch maakte zijn eerste buitenlandse havens Dublin en Plymouth, zo'n grote indruk dat hij later tientallen keren is teruggegaan naar Ierland en Groot-Brittannië. Hetzelfde geldt voor Schotland: "Ik heb met de Van Speijk in Loch Eriboll gelegen. Dat was prachtig! De vissen waren daar aan het vechten om aan de haak te komen, zoveel vis was er."

Na het korte avontuur aan boord van de Van Speijk werd Paquay de gelegenheid geboden om alsnog vliegverkeersleider te worden, waarna hij jarenlang in de verkeerstorens van Marinevliegkamp Valkenburg en De Kooy werkte.

Ondanks de wat moeilijke start bij de marine, houdt hij een bijzonder gevoel over aan die tijd. Waarom? "Ik heb na de 8 jaar bij de marine bij veel organisaties gewerkt. Onder andere de Raad van State en de provincie Zuid-Holland. Maar waar ik het meeste mee heb, is de marine. Dat blijft altijd trekken. Ik ging toen ik 17 jaar was in dienst tot mijn 24e. Een heel belangrijke periode in je leven. En een behoorlijke omslag: van een dorp naar een stad en naar een grote organisatie en met discipline en aparte regels."

Opnamen van Peter Paquay, o.a. tijdens zijn eerste buitenlandse haven Dublin.

Wilt u ook uw verhaal over de marinekazerne vertellen? Neem contact op met Marineschepen.nl.

comments powered by Disqus


Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Dossiers

Gerelateerde artikelen
Kazerne wordt park
Nieuwe bestemming MEA
MEA dicht in 2018
Wat doet A'dam?
Luchtfoto kazerne
De kazerne in 1952