Mijnenjagers weer op jacht
Bericht geplaatst: 13-04-2005
Het tragische ongeval met een bom uit de Tweede Wereldoorlog, waarbij op 6 april aan boord van een vissersschip 3 doden vielen, is weer duidelijk hoe belangrijk de taak van de Mijnendienst op de Noordzee is. Sinds dit ongeval zijn van vissers meldingen binnengekomen van explosieven op twaalf locaties en is de aandacht voor explosieven op de bodem van de Noordzee weer toegenomen.
Bommen in het net
Sinds het ongeval waarbij 3 doden vielen, lijkt de aandacht weer even te zijn gevestigd op dit nog altijd grote probleem. Nog altijd liggen er vele duizenden mijnen, bommen en torpedo's op de bodem van de Noordzee. Regelmatig vinden vissers dan ook een explosief in hun net. Hier moet dan melding van gemaakt worden en de vindplek moet gemarkeerd worden. De Kustwacht heeft liever niet dat het explosief over boord gezet wordt, omdat de kans dat het ontploft zodra een andere visser het opvist daardoor groter wordt.
Hr.Ms. Haarlem op zee (7 april 2005, foto: Silvana Amerika).
Als de vissers de munitie inleveren krijgen ze hiervoor een vergoeding, dit vinden zij echter te laag en daarom gooien zij de bommen weer overboord. Vaak is de positie die doorgegeven wordt aan de marine echter niet erg nauwkeurig (waardoor een enorm groot zoekgebied moet worden afgezocht) en ook niet altijd kort na de vondst verzonden. Als de marine niet snel bij het explosief kan zijn, is het explosief vaak alweer verdwenen: onder het zand of weggerold.
Iedere week een explosief
Uit de berichtgeving in de media lijkt dat de Mijnendienst sinds lange tijd weer in actie is. Dat is echter onjuist. Eenheden van de marine zijn wekelijks op pad voor een nieuwe melding van een explosief. De Duik- en Demonteergroep van de Mijnendienst staat dan ook 24 uur per dag gereed om uit te rukken.
Mijn aan dek (foto: CAVDKM).
Sinds 13 augustus 2001
