Bezuinigingen treffen marine hard
Bericht geplaatst: 08-04-2011
Amerikaanse denkers zeggen het al jaren, zelfs Chinese strategen (een uitgesproken landmacht-bolwerk) zijn ervan overtuigd: de 21e eeuw wordt de maritieme eeuw. Ondanks dat Europa voor zijn levensbehoefte afhankelijk is van transport over zee, trekt het zich terug. Slecht nieuws voor iedere Nederlander: je nieuwe telefoon, auto, laptop, kleding of olie komt immers niet per vrachtwagen vanuit het Oosten, maar gaat per schip langs instabiele regio's. Toch doet ook Nederland mee en levert vandaag zeven marineschepen in.
Twee patrouilleschepen zijn nog niet afgebouwd, maar nu is al besloten ze te verkopen.
Platformen
Veel vakbonden huilen in de media dikke tranen om de duizenden ontslagen, maar vergeten te vaak dat een marine met alleen personeel geen functie heeft. Dat personeel is doorgaans goed opgeleid en gewild op de arbeidsmarkt; zij komen wel weer ergens aan de slag. Maar marineschepen zijn het bestaansrecht van een marine en hebben een belangrijke functie voor ons land.
Nederland levert nu sinds de jaren '60 vrijwel voortdurend platformen (zoals dat in marinekringen heet) in. Ondanks dat de schepen gemiddeld groter zijn geworden, zoals we dat in ieder land zien, betekent de afname van ieder platform dat de KM op steeds weer één plaats minder tegelijk kan zijn.
2011 had voor de marine een bijzonder jaar moeten zijn. In 1993 (jaja dat is 18 jaar geleden!) heeft de Koninklijke Marine voor het laatst meer schepen op de lijst gehad dan het jaar daarvoor. Dit jaar had met de komst van de Hollandklasse ook de balans positief moeten zijn. De andere jaren eindigde de KM het jaar met hetzelfde of weer minder schepen dan waar het in januari mee begonnen was.
Het aantal marineschepen dat Nederland door de jaren heen heeft gehad. Zie hier het hele artikel.
Sinds 1968 zien we in de grafieken vrijwel voortdurend een dalende lijn. Toen had de marine 112 platformen. Heel de jaren '70 heeft de marine schepen ingeleverd (behalve in 1975-1976 bleef dat aantal gelijk). In de jaren '80 waren er minder, maar betere schepen en kreeg het regelmatig nieuwe platformen toegevoegd (voornamelijk S-fregatten).
1968: van 111 naar 112 platformen
1980: 81-82
1983: 78-81
1986: 60-64
1990: 57-59
1993: 58-61
In 2011 had het aantal van (slechts) 29 moeten toenemen naar 31, maar dat gaat niet door. De dalende lijn op zich is nog niet het probleem geweest, maar de bodem is de afgelopen 10 jaar wel bereikt. De marine kan nauwelijks aan zijn verplichtingen voldoen, omdat er niet genoeg schepen zijn. Met als gevolg: een mijnenjager die naar Libië wordt gestuurd.
Shoppen in de Kalverstraat
De vraag is natuurlijk hoe de marine -en belangrijker- hoe Nederland de 21e eeuw doorkomt. Lukt het ons om voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten? Wat zullen de gevolgen zijn voor Europa als we onze levensaders onbeschermd laten, terwijl we zonder olie stilstaan en sterk stijgende prijzen van elektronica, grondstoffen en kleding straks niet meer kunnen betalen? Zal het de Nederlander duidelijk worden dat de Nederlandse grenzen en onze gezamenlijke Nederlandse belangen niet op de Noordzee of bij de Belgische grens liggen, maar ver weg in de Indische Oceaan, de Middellandse Zee, het Caribisch gebied? Dat de marine daar niet alleen is om anderen te helpen, maar om bijvoorbeeld je middag shoppen in de Kalverstraat mogelijk te maken. Pas als dat duidelijk wordt, kan Nederland doen wat het zou moeten doen: investeren in onze zeemacht.
Sinds 13 augustus 2001