Marineschepen.nl
 
   
 

Project patrouilleschepen afgerond: succes en kritiek


Door: Jaime Karremann
Bericht geplaatst: 31-08-2015 | Laatst aangepast: 31-08-2015


Afgelopen donderdag is in Den Helder Zr.Ms. Friesland overgedragen aan de marine en daarmee is het project patrouilleschepen formeel afgesloten. Tijd voor de hoofdrolspelers om terug en vooral vooruit te kijken. Maar ook een gelegenheid om te vragen naar de kritiek op de patrouilleschepen.

overdracht patrouilleschip
Commandant Zeestrijdkrachten luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk (l) en directeur Defensie Materieelsorganisatie vice-admiraal Matthieu Borsboom ondertekenen het proces-verbaal voor de overdracht van het laatste patrouilleschip, Zr.Ms. Friesland. Geheel rechts Rob Zuiddam, projectleider Patrouilleschip. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Met handtekeningen van de Directeur Defensie Materieelsorganisatie (DMO) VADM Borsboom en Commandant Zeestrijdkrachten LGENMARNS Verkerk, werd afgelopen donderdag Zr.Ms. Friesland als laatste patrouilleschip formeel overgedragen aan de marine.



Doordat de oorspronkelijk voor de Friesland bedoelde mast op de Karel Doorman werd geplaatst, was het OPV vorig jaar zomer het laatste schip dat de mast in kon pluggen. Voor de overdracht kwamen vertegenwoordigers van Defensie, de industrie en kennisinstituten samen op het helidek van de Friesland, om terug en vooral vooruit te kijken.

Patrouilleschip
De patrouilleschepen zijn bij uitstek geschikt voor drugs- en piraterijbestrijding. Zij hebben een 76mm kanon (links) en diverse andere kleinere kanons, waaronder de Marlin - WS (het 'blokje' voor de ramen van de brug). Met hun uitstekende sensoren in de mast onder de bol kunnen zij veel zien en de snelle FRISC (rechts) compenseert de lage maximumsnelheid enigszins. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Vuurdoop: reddingsactie Baltic Ace
Het lijkt alsof de vier patrouilleschepen Zr.Ms. Holland, Zeeland, Friesland en Groningen, al vele jaren in dienst zijn bij de marine. Dat komt mede doordat de Hollandklasse al snel na de bouw werd ingezet.

Commandeur Rob Kramer is Commander Netherlands Maritime Force en vertelt over zijn eerste echte kennismaking met de OPV's tijdens hun eerste, compleet onverwachte, opdracht: de reddingsactie na de ramp met de Baltic Ace. Kramer was destijds COMSEATRAIN, de opwerk autoriteit van de marine, en was persoonlijk aan boord.

Op Sinterklaasavond 2012 kwamen de autocarrier Baltic Ace en containerschip Corvus J midden op de Noordzee met elkaar in aanvaring. Het was donker en slecht weer. 11 mensen verdronken, maar er werden mede dankzij de OPV's 13 mensen gered.

"De Groningen en de Friesland waren aan het opwerken. We hadden net de haven van Zeebrugge verlaten voor de eerste boarding met een OPV, toen de noodoproep binnenkwam. Ik was op de brug. We zetten onmiddellijk koers richting de gemelde positie, 30 zeemijl weg. Met een OPV, waarmee je ongeveer 18 knopen in dat weer kan behouden, betekent dat ongeveer 1,5 uur opstomen naar de drenkelingen die in het water liggen. Dat is lang."



De OPV's waren op dat moment in een "pril stadium"; de Zeeland was in augustus 2011 begonnen met de proefvaart en de Groningen een jaar later. Beide schepen hadden nog geen mast en geen helikopter, wel hadden ze een infraroodcamera en FRISC'en plus bemanning.

"De Friesland werd ter plaatse aangewezen als 'On Scene Commander' door het Kustwachtcentrum en nam onmiddellijk de leiding over heel veel schepen en een Belgische helikopter."

"De FRISC werd gelanceerd. Windkracht 7, pikdonker, sneeuw kwam horizontaal voorbij, niet veel ervaring, maar de FRISC ging er gewoon uit en dat ging goed. Zelfs met de golven die dwars op het schip en de FRISC stonden."

"Met alle beperkte middelen is het ongelooflijk goed gegaan en hebben we een enorme prestatie verricht. Daarmee hebben de Friesland en Groningen een enorme indruk achtergelaten op al die eenheden meededen aan de reddingsoperatie."

"Ik was verkocht. Ik was van te voren sceptisch over het concept. Vanaf dat moment niet meer."

Kramer
Commandeur Rob Kramer in gesprek met VADM Borsboom. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

740.000 km afgelegd
Sindsdien hebben de patrouilleschepen nog veel meer gedaan. Kramer gaat verder met de cijfers: "Op dit moment hebben de OPV's ongeveer 400.000 nautische mijlen afgelegd. Dat is 740.000 km, 18 keer rond de wereld ter hoogte van de evenaar. Dat is naar de maan, met z'n vieren weliswaar, en bijna weer terug. We hebben veel gevaren."

"Alle OPV's zijn in de West geweest. De Friesland en de Groningen allebei één keer, de Zeeland en Holland twee keer. Er is 6000 kg cocaïne en 8000 kg marihuana van de straat gehaald."

"Ze zijn ook allemaal ingezet voor de Kustwacht op de Noordzee. Tijdens zeven grote Search And Rescue (SAR) acties, na de Baltic Ace, zijn 23 mensen gered."

Ook met het gevoel zit het volgens Kramer goed: "Het OPV wordt gezien als een goed schip. Het leven aan boord wordt als prettig ervaren. De schepen manoeuvreren uitstekend en hebben een prettige zeegang. Dat is belangrijk voor het lanceren van de FRISC'en en de helikopter, middelen die essentieel zijn."

Friesland Caribisch Gebied
Zr.Ms. Friesland voor de kust van Sint Maarten in het Caribisch Gebied. Marineschepen.nl was aan boord van het patrouilleschip tijdens de eerste missie voor deze reportage. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

En verder?
Een nieuwe stap wordt op dit moment gezet door Zr.Ms. Groningen, zo legt Kramer uit. "De eerste keer echt ver van huis. Niet de West, daar heb je ondersteuning. Nee, echt ver: anti-piraterij. Extreme omstandigheden: heel warm en veel mensen aan boord. 55 personen is de bemanning, Groningen is met 98 onderweg (bemanning, plus mariniers, medici en heli). We moeten kijken hoe zich dat ontwikkelt."

Daarna verwacht Kramer dat de OPV's ingezet kunnen worden voor de volgende stap: "Bijvoorbeeld -wel laag in het geweldspectrum, want het zijn geen fregatten- voor blokkade operaties zoals in het verleden Operation Sharp Guard bij Joegoslavië en Unifil, voor de kust van Libanon."

Maar Kramer verwacht meer: "Het is geen fregat en zo zetten we het niet in. Maar we nemen de OPV's wel mee naar oefeningen in hoog geweldspectrum. We gebruiken ze als sensor. Want met al die middelen zoals de mast, FRISC en helikopter, zijn ze uitstekend in te zetten voor verkenningen in kustwateren en geheime operaties. Daar hebben al heel veel goede resultaten in geboekt."

De OPV's zijn bedoeld voor o.a. kustwachttaken en niet voor oorlogssituaties; ze kunnen zich niet verdedigen tegen geavanceerde wapens. "Je moet inschatten of het risico beheersbaar is. Maar je kunt de schepen wel in een vroeg stadium inzetten, als er nog geen conflict is."

Kritiek
Juist omdat de OPV's zich beperkt kunnen verdedigen en dus niet kunnen inspelen op een veranderende situatie is er kritiek op de patrouilleschepen, zowel binnen als buiten de marine.

Kramer: "Die kritiek is niet terecht. De schepen zijn bedoeld voor laag in het geweldspectrum en voor die taak voldoen ze uitstekend. We hebben de keuze gemaakt toen het OPV in de aanbesteding zat. Dat was een heel andere tijd. Ik onderschrijf onmiddellijk dat we meer behoefte hebben aan capaciteit in het hoogste geweldspectrum. De kans op een conflict in het hoogste geweldspectrum was veel minder dan nu. Maar dat kan je niet afschuiven op het OPV."

"Daar komt bij dat nu de OPV's in de West en ook op de Noordzee worden ingezet, fregatten worden vrijgespeeld. Zij hebben daardoor meer tijd om te trainen en op te werken voor het hoogste geweldspectrum."

Zuiddam
Projectleider Rob Zuiddam. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Gouden driehoek
Natuurlijk draaide het tijdens de overdracht om alle partijen die aan de basis hebben gestaan van de patrouilleschepen. Een project als dit kan immers niet zonder de unieke samenwerking tussen Defensie, kennisinstituten en de industrie, ook wel de Gouden Driehoek genoemd.

Spin in het web van het project was, sinds 2007, projectleider Rob Zuiddam, werkzaam bij DMO. Inmiddels is Zuiddam al met de volgende klus begonnen: de vervangers van de M-fregatten. Al is er nog een klein aantal restpunten die aan boord van patrouilleschepen moet worden opgelost.

Zuiddam kijkt terug op een heel gevarieerd traject met veel samenwerking: "Samenwerking speelt in het hele traject een rol: van technologie ontwikkeling, ontwerpen van het concept, opstellen van de eisen, specificeren van contracten, engineeren, bouwen, beproeven tot het opleveren en de dag van vandaag de overdracht van het laatste schip."

"Andere landen zijn jaloers op de manier waarop wij dit doen."

Goalkeeper?
Het project zelf is soepel verlopen, maar er is wel kritiek op de schepen. Op de bewapening, maar ook op de lage maximumsnelheid van 21 knopen, versus 28 tot 30 voor een fregat.
"Je kan altijd meer willen, maar het moet ook binnen het budget passen. De snelheid ligt in de basis van het concept. Als later blijkt dat je met heel weinig kosten wel die snelheid kunt verhogen, moet je dat doen. Maar dat kon niet, dus dan blijft het de snelheid die in het verleden gekozen is."

Op internet in discussies over de bewapening van de patrouilleschepen wordt vaak de vraag gesteld waarom er geen Goalkeeper op de schepen staat, een minimale verdediging tegen luchtdoelen. "Nee dat paste al meteen niet," antwoord Zuiddam resoluut: "Die moet je van te voren al in het ontwerp passen door het lange opvoersysteem van de munitie die door het dek moet en dat kon niet."

Maar mogelijk dat er in de toekomst wel een zelfverdedigingssysteem komt: "Het zijn allemaal plannen natuurlijk, maar op de vervanger van het M-fregat denken we aan de Thales Pharos op het 76mm kanon. Daarmee kan je luchtdoelen bestrijden. Dus als die ontwikkeling zover is en er is geld voor, dan zou dat ook op het kanon van de patrouilleschepen kunnen."

OPV kustwacht
Damen zet na de patrouilleschepen voor de Nederlandse marine ook in op patrouilleschepen voor buitenlandse kustwachten. Hier een impressie van OPV 2400, in kustwachtkleuren. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Leert US Coast Guard van ontwerp patrouilleschepen?
Aan de industrie en de kennisinstituten was door de organisatie gevraagd om in hun presentaties wat te vertellen over de spin-off van het project: wat heeft de innovatie voor de patrouilleschepen opgeleverd?

Namens Damen Schelde Naval Shipbuilding ging Jeroen Waalewijn kort in op de buitenlandse interesse in het patrouilleschip. Waalewijn verwacht niet dat er een kopie van de patrouilleschepen wordt verkocht, want ieder land heeft z'n eigen wensen. Maar de verwachtingen zijn hoog gespannen als het om varianten gaat: "Een van de belangrijke contacten zit bij de Amerikaanse scheepswerf Bollinger die in de race is voor een belangrijke opdracht van de US Coast Guard. Bollinger zit bij de laatste 3 gegadigden voor die opdracht. Een heel flinke opdracht. Ik heb aantallen gehoord van 30 schepen."

Wie denkt dat in Vlissingen straks mogelijk 30 schepen moeten worden gebouwd, heeft het mis. Volgens de Amerikaanse wet moeten alle schepen in Amerika worden gebouwd en dus doet Damen zaken met de lokale werf Bollinger.

Een ander voorbeeld is de interesse van Oman, zij zijn op zoek naar een hydrografisch opnemingsvaartuig en Damen wil daar de romp van het patrouilleschip als uitgangspunt voor gebruiken.

Maar er is meer interesse. Vooral in landen met een kleinere beurs en voor hen wordt gekeken naar een goedkopere of kleinere variant. "Maar het idee van het OPV slaat wel aan," zegt Waalewijn. "Aan een puur oorlogschip is niet bij alle marines behoefte, je wil ook dingen laag in het geweldspectrum kunnen aanpakken." Het patrouilleschip leverde voor Damen ook nieuwe ideeën op. Een deel werd toegepast op de CrossOver, het nieuwe concept marineschip van Damen. Ook op het succesvolle Sigma ontwerp zijn versies ontwikkeld met zeer flexibele multi mission bays in het achterschip, zodat er een snelle boot in en uit kan, maar ook containers voor onderzeebootbestrijding, mijnenbestrijding of voor speciale eenheden.

tent
De Nederlandse industrie en kennisinstituten presenteerden hun ervaringen op het helidek van Zr.Ms. Friesland.) (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Thales ontwikkelde een familie van radarsystemen
Ook Thales ziet een spin-off. Niet direct in precies dezelfde mast, maar wel in de radars en vooral in een kleinere versie.

Kleiner is interessant omdat de huidige geïntegreerde mast volgens Thales lichter en kleiner moet voor exportklanten met een kleiner schip of die hem nog hoger willen plaatsen.

Thales keek daarom naar de grote SMILE radar in de mast en bedacht een sandwichconstructie van de zend en ontvangstelementen, wat nieuwe radarsystemen compacter maakt.

Op deze manier ontwikkelde Thales een hele familie van radarsystemen, met vooral varianten op gebied van de NS100 radar, die in de toekomst ook op Zr.Ms. Rotterdam wordt geplaatst. De NS100 familie kent kleinere varianten, landradars voor op vrachtwagens en hele grote versies.
Tegelijkertijd kunnen de nieuwe radars weer meer dan de SMILE. Ook de SMART-L EWC, de gepimpte radar voor de Luchtverdediging- en Commandofregatten, behoort tot de nieuwe familie.

MARIN
Eén van de testmodellen bij het MARIN. Hier wordt een FRISC in een soort mandje met de vorm van een boot gevaren, aan de zijkant van het schip. Daarna wordt het geheel opgetild en aan boord gehaald. (Foto: MARIN)

MARIN trekt internationaal de aandacht
Het onderzoeksinstituut in Wageningen, MARIN, heeft internationaal de aandacht op zich weten te vestigen dankzij de zogenoemde slipway van de OPV's. Het idee van de slipway werd voor het eerst toegepast op de Kustwachtcutters in het Caribisch gebied, maar door DMO verbeterd en in het patrouilleschip gebracht. Dankzij de slipway kan de FRISC snel, eenvoudig en veilig gelanceerd worden en weer worden opgepikt. MARIN testte de slipway vooraf uitgebreid.

De Amerikaanse kustwacht worstelt al langer met 'launch & recovery' en is als mogelijke klant bij Damen, geïnteresseerd in de Nederlandse oplossing. Met MARIN kijken de Amerikanen naar de slipway. Overigens zijn ook Groot-Brittannië en Australië zeer geïnteresseerd in dergelijke systemen.

Launch en recovery is iets dat volgens Frans Kremer steeds belangrijker wordt: "We krijgen steeds meer verschillende type (on)bemande vaartuigen, die van en aan boord moeten. Ook internationaal. Dus je wil eigenlijk naar een gestandaardiseerd systeem. Een spin-off is geweest dat we een heel nieuw joint industry project zijn opgestart, om te kijken naar allerlei nieuwe systemen voor launch en recovery. Zowel aan de achterzijde als aan de zijkant van een schip."


Beelden van de FRISC in januari 2015 toen Zr.Ms. Holland een Chinese taakgroep in de Noordzee begeleidde richting Rotterdam.

TNO
"Dit soort projecten drijft op de stroom van innovatie die wij in Nederland, binnen het Nederlandse marinebouwcluster in stand houden. Zonder die innovatie, kunnen de producten die we hier hebben niet zo kosteneffectief en kwalitatief hoogstaand worden gerealiseerd. En ik ben er trots op dat TNO daar zo'n rol in heeft gespeeld," zegt Jeroen de Jonge van TNO.

TNO heeft veel onderzoeken gedaan voor de patrouilleschepen, waaronder naar ballistische bescherming, blast [explosie, JK] en brand. De resultaten van onderzoeken op dat vlak zijn ook buiten de Nederlandse marine tastbaar. Zo zijn de blastwerende deuren van de nieuwe Britse Type 45 destroyers bedacht door TNO en gemaakt door Van Dam Deuren.

Hoe trots De Jonge ook is op het project, in de toekomst moeten andere keuzes worden gemaakt volgens hem: "De dreiging wordt groter. De komende generatie marineschepen moeten weer oorlogsschepen worden."

MARIN
Zr.Ms. Friesland werd niet alleen overgedragen, maar verzorgde ook het ceremonieel. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Complimenten en zorgen
Voordat de Friesland als laatste schip naar de marine overging, nam Directeur DMO, VADM Borsboom het woord.

Volgens Borsboom was de uitdaging groot: "vier patrouilleschepen ontwerpen en bouwen in een zeer korte tijd en binnen strak omlijnde budgettaire kaders. Wat mij betreft is de missie volbracht. Vier schepen operationeel en binnen de randvoorwaarden. Als het niet lukt krijg je de kous op je kop, als het gelukt is, is het normaal. Maar dit is wél bijzonder."

Met het ontwerpen en bouwen van de schepen waren de uitdagingen niet voorbij. "Toen de schepen voltooid werden, was er al grote behoefte bij de KM voor inzet. Dit schip, de Friesland ging al 4 jaar geleden zonder mast naar de West. Een fantastisch voorbeeld van samenwerking. Dwars door het project heen werd gekozen om de schepen al in te zetten. Zo zijn we al op die 400.000 mijl gekomen. We hebben het met elkaar opgelost en complimenten voor alle betrokkenen: industrie, kennisinstituut, defensie, etc. Hier past een kreet: Bravo Zulu!"

Innoveren was niet meer zo eenvoudig. Land- en luchtmacht zijn veel meer gewend om kant-en-klare producten te kopen, terwijl de marine met de industrie producten zelf, in Nederland, wil ontwikkelen. En met succes.

Borsboom: "We gingen tegen het staande beleid in en innoveerden, in plaats dat we van de plank kochten. We begrepen, de Gouden Driehoek, dat die technische ontwikkeling nodig was. Daar hebben we wel de strategische samenwerking voor nodig. We moeten blijven durven gaan voor ontwerpen die een ander niet heeft. We moeten steeds blijven kijken naar kostenreductie. En zorgen dat we leveren waar de wereld nu om vraagt."

"Dat is relevant omdat we nu staan voor drie grote projecten: vervangers M-fregatten, onderzeeboten en mijnenbestrijding. Die bevinden zich nog in de fase van de behoeftestelling. Daar wordt druk aan gewerkt door de Defensiestaf. Maar afwachten is geen optie. Voor er überhaupt een behoeftestelling was voor de OPV's waren er al innovatietrajecten om alvast in de toekomst te kijken. Ook nu. Maar dat moet geïntensiveerd worden. We moeten niet afwachten tot die formele stukken zijn getekend, maar volle kracht vooruit om ons volledig te concentreren op die projecten."

Met de ondertekening van het proces-verbaal van overdracht, kwam de Friesland in handen van de marine.

Als Commandant Zeestrijdkrachten was LGENMARNS Verkerk blij met de overdracht, maar wees wel op het feit dat voor de OPV's de marine fregatten heeft moeten inleveren. En daardoor heeft CZSK ingeboet op flexibiliteit, want de OPV's zijn alleen laag in het geweldspectrum inzetbaar.

Ook uitte Verkerk zijn zorgen over de huidige drie vervangingsprojecten. Volgens de generaal der mariniers zijn de nieuwbouwprojecten sinds de patrouilleschepen er niet makkelijker op geworden.



comments powered by Disqus


Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Privacy
Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nieuwsoverzicht

Gerelateerde artikelen
Hollandklasse OPV's

Groningen anti-piraterij
Bewaking Nucleaire Top
1e patrouilleschip in de West
OPV's en Baltic Ace