Volgens Minister Hennis wordt de krijgsmacht verder versterkt, maar de zorgen voor de marine zijn niet voorbij. Alle nieuwbouwprojecten voor de marine zijn uitgesteld. Tegelijkertijd verwacht de marine veel inzet in 2016. Defensie in het algemeen krijgt meer te besteden, maar de bezuinigingen en de achterstanden worden er niet mee weggewerkt.
Alle uitgaven van het Rijk uitgesplitst. Defensie staat net als voorgaande jaren op de 9e plaats.
Defensie krijgt er in 2016 geld bij: 220 miljoen euro. Dat loopt op tot 345 miljoen in 2020. Daarmee komt het Defensiebudget in 2016 uit op 8,23 miljard euro, dat is 4,5% van de totale Rijksbegroting.
De lichte stijging van de Defensiebegroting was al eerder aangekondigd. Ook was al bekend dat de 220 miljoen euro extra niet voldoende zijn om de lopende bezuinigingen ongedaan te maken en de huidige problemen van Defensie op te lossen. In mei werd bekend dat de Nederlandse vloot in zorgelijke staat verkeert. Desondanks opent de Alle Hens van dinsdag met: "De magere jaren voor Defensie lijken voorbij."
Alle nieuwbouwprojecten marine verder uitgesteld
Voor de marine zijn de magere jaren zeker niet voorbij. In de Memorie van Toelichting die vandaag verscheen staat -vanaf pagina 102- dat het één en ander gewijzigd is op gebied van investeringsprojecten. Daaruit blijkt dat de vervanging van de M-fregatten, de landing platform docks, de onderzeeboten én de mijnenbestrijdingsvaartuigen "met één of meerdere jaren" vertraagd zijn.
Op de vraag van Marineschepen.nl aan het Ministerie van Defensie over wat de verwachte vertraging per vervangingstraject is, is nog geen antwoord gekomen.
Positief is dat niet drie maar vier trajecten worden genoemd; de vervanging van het LPD is nieuw. (De MvT spreekt overigens van LPD's, en dat is opvallend, want alleen vervanging van de Rotterdam lijkt aan de orde, de Johan de Witt hoeft pas in de jaren ´30 vervangen te worden.)
Computeranimatie van de vervanger van het M-fregat. Oorspronkelijk was een schip als dit gepland voor 2020, in 2013 schoof Hennis het project met 3 jaar op en nu wordt de vervanging weer uitgesteld. (Bron: Defensie Materieel Organisatie)
Het verdere uitstel van de vervanging is slecht nieuws. De trajecten voor nieuwe fregatten, onderzeeboten en mijnenjagers kennen al een stroperige start, terwijl het al een heel karwei is om de huidige schepen binnen 8 tot 10 jaar te vervangen. Bovendien moeten de oudere platformen langer in de vaart gehouden worden, met technische problemen en extra kosten als gevolg. Daarnaast moeten ook daarna weer andere schepen worden vervangen. Het vervangingsprobleem wordt daardoor opgeschoven, waardoor, zoals eerder al vermeld was door Marineschepen.nl, een boeggolf aan vervangingen ontstaat.
Weinig geruststellend is ook dat de F-35 voor de luchtmacht mogelijk 550 miljoen euro duurder uitvalt. Eerder was al bekend uit een rapport van de Algemene Rekenkamer dat het JSF-project drukt op andere investeringsprojecten.
Ook de instandhouding van de LCF'en is uitgesteld, zij het met 1 jaar. Het aanvullen van de voorraad SM-2 raketten voor de LCF'en en torpedo's voor de onderzeeboten, is juist naar voren gehaald.
Een belangrijke investering in 2016 is de modernisering van de SMART-L radars aan boord van de LC-fregatten voor de detectie van ballistische raketten.
De totale uitgaven van het Rijk en van Defensie volgens de Miljoenennota's sinds 1971. Blauw is het Rijk en rood Defensie.
Alle Defensiebegrotingen sinds 1971 op een rij. Na de enorme val van de begroting na 2010, is een voorzichtige lijn naar boven te zien.
Wel inzet
Het Commando Zeestrijdkrachten zal, net als de andere "Operationele Commando's", minder te besteden hebben in 2016 voor het uitvoeren van de taken. De marine zal komend jaar over 689 miljoen euro kunnen beschikken, dit jaar was dat nog 696 en in 2013 was dat 714 miljoen. De landmacht krijgt ook dit jaar weer bijna het dubbele van lucht- en zeemacht: 1,1 miljard euro.
Minder geld betekent niet dat 2016 een rustig jaar wordt op gebied van inzet, zo blijkt uit de Memorie van Toelichting. In 2016 zal Nederland namelijk een bijdrage leveren aan de vernieuwde NATO Response Force (NRF). In 2016 levert Nederland een amfibische taakgroep voor de maritieme component van de Initial Follow-on Forces Group (IFFG). Deze taakgroep bestaat uit een maritieme staf, een Marine Combat Group (van het Korps Mariniers) met (gevechts)ondersteuning, drie helikopters, twee landing platform docks, twee fregatten, twee mijnenjagers en een hydrografisch opnemingsvaartuig. Een deel van de schepen vaart in 2016 enkele periodes mee in de permanente NAVO-vlootverbanden. Tot slot levert Nederland in 2016 samen met België een Special Operations Maritime Task Group aan het Special Operations Component Command van de NAVO.
Ook van Zr.Ms. Karel Doorman wordt wat extra's verwacht. Het JSS is vanaf medio 2016 volledig inzetbaar voor bevoorrading op zee. De andere twee taken van de Doorman worden niet uitgevoerd, vanwege eerdere bezuinigingen. Eind 2015 zal Hennis de Tweede Kamer informeren over hoe het JSS in de toekomst door internationaal samen te werken toch strategisch zeetransport en seabasing kan uitvoeren.
De verdeling van het Defensiebudget in 2016. Minder dan 10% van het Defensiebudget gaat naar de zeestrijdkrachten.
Extra schip
Vanaf 2016 krijgt de marine er weer een schip bij, op de begroting althans. Vanaf 2016 komt 95.000 euro aan exploitatie- en onderhoudskosten voor het privéjacht van prinses Beatrix op rekening van het Commando Zeestrijdkrachten. Het onderhoud van de Groene Draeck, bij het Marinebedrijf, werd tot zeker 2010 volledig door de marine betaald (destijds 400.000 euro), maar de laatste jaren kwamen de kosten voor rekening van het koninklijk huis. Nu is dat teruggedraaid, omdat het jacht een geschenk van het volk aan prinses Beatrix was en dus niet in bezit is van de koning.
Overigens gaan de inkomens van koning Willem-Alexander, koningin Maxima en prinses Beatrix wel omhoog. Willem-Alexander krijgt volgend jaar 43.000 euro meer.
