Marineschepen.nl
 
   
 

Recht door zee: Nico Buis (1938-2016)



Door: Jaime Karremann
Bericht geplaatst: 28-08-2016 | Laatst aangepast: 28-08-2016


Voormalig Bevelhebber der Zeestrijdkrachten VADM b.d. Nico Buis is overleden. Buis had van 1992 tot en met 1995 de leiding over de Koninklijke Marine. Ondanks directiefuncties bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en Smit International, bleef Buis in de ruim 20 jaar na zijn vertrek bij de marine erg betrokken bij het reilen en zeilen van de zeemacht.

Nico Buis
VADM b.d. N.W.G. Buis. (Foto: Koninklijke Marine/ Alle Hens december 1994)

Toen Nico Buis op 12 juni 1992 het bevel over de Koninklijke Marine aanvaardde, zei hij in zijn toespraak erg gelukkig te zijn. "Toch verstoort natuurlijk een aantal zaken mijn gemoedsrust. De Defensienota van maart 1991 moet nu al bijgesteld worden," voegde hij daar aan toe. Buis was BDZ geworden van een weliswaar op zijn taak berekende marine, maar wel op een moment dat 'zijn' marine onder grote druk van bezuinigingen kwam te staan.



In de jaren die volgden kreeg de marine het zwaar te verduren. De marine werd kleiner en tegelijkertijd steeds vaker ingezet. De zeemacht moest onder andere in actie komen in de Adriatische Zee, Cambodja, Haïti en Zaïre. De Marineluchtvaartdienst en de Onderzeedienst werden met opheffen bedreigd.

Interview met Marineschepen.nl
Vooral het voortbestaan van de Onderzeedienst hing destijds aan een zijden draadje. Dat zei de admiraal buiten dienst afgelopen mei in een uitgebreid interview tegen Jaime Karremann van Marineschepen.nl over zijn tijd bij de Onderzeedienst. Aan de eettafel vertelde Buis, opgenschijnlijk in goede gezondheid, open en heel nuchter over zijn jaren op de GUPPY's, Driecilinders en de Zwaardvisklasse (over een implosie op 215 meter diepte: "Die heeft totaal geen indruk gemaakt."). Dat interview maakt deel uit van een grotere publicatie voor 2017.

Kort, maar gepassioneerd, stond Buis ook stil bij de periode dat hij BDZ was en het voortbestaan van de Onderzeedienst in het geding was: "Het heeft er één keer om gespannen. Toen stond het echt in de papieren, dat was in mijn tijd. Met Relus ter Beek (Minister van Defensie, JK). We hebben dat kunnen afwenden door hem te laten zien hoe de Onderzeedienst in elkaar zat, dat het hartstikke goed was en ook goedkoop."

Onderzeebootman
Het was juist bij die Onderzeedienst waar Nico Buis een belangrijk deel van zijn actieve loopbaan had doorgemaakt. Al was het varen op een onderzeeboot geen jongensdroom van hem. Hij wilde gewoonweg naar zee, net als zijn vader die bij de koopvaardij werkte. Op advies van zijn vader begon Buis bij de marine, daar kreeg je namelijk een goede opleiding. Eventueel kon hij daarna altijd nog naar de koopvaardij.

In 1959 meldde Nico Buis zich op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). Ook toen was de Onderzeedienst nog niet in beeld. Na het KIM voer hij op de onderzeebootjager Hr.Ms. Groningen en op het Van Amstelklasse fregat Hr.Ms. Van Zijll. Een goede vriend van hem, Johan van Ham, vertelde Buis over de Onderzeedienst. "Hij was er helemaal gek van. Dus ik dacht, God ja, laat ik het ook maar doen." Zo begon Nico Buis in 1963 bij de Onderzeedienst.

Die beginperiode, op GUPPY Hr.Ms. Zeeleeuw, viel echter behoorlijk tegen. "De sfeer was zo ongelooflijk slecht, dat ik dacht: 'Ik blijf hier niet. Ik vind het heel vreselijk.'" Maar de oudste officier, Erik van Swaaij, stelde Buis gerust dat die sfeer niet normaal was voor de Onderzeedienst. "Niet zeuren," voegde van Swaaij er aan toe. Buis bleef en doorliep alle officiersfuncties aan boord van onderzeeboten.

De Commanding Officers Qualifying Course (COQC, de opleiding tot onderzeebootcommandant) was voor Buis de zwaarste periode in zijn tijd. "Het was killing. Je moet alles in het Engels op een vreemde onderzeeboot doen. Doe je iets niet goed: rijzen en maken dat je wegkomt met een bootje. Zeer spannend. Van de 12 werden er 7 afgekeurd." Buis slaagde en werd in 1974 commandant van Hr.Ms. Zwaardvis en in 1976 van Hr.Ms. Tijgerhaai.

Als onderzeebootman tijdens de Koude Oorlog nam Buis meerdere keren deel aan geheime inlichtingenoperaties van Nederlandse onderzeeboten. Tijdens één van die patrouilles ontdekte hij volgens het boek Klaar voor Onderwater een geheim luik onder een Russisch schip, 'het luik van Buis'. Zelf was Buis eerder dit jaar niet zo overtuigd van het bestaan van dat luik.

Ook tijdens oefeningen liet Buis zich gelden. Als commandant van de Zwaardvis wist hij tijdens de oefening Ocean Safari in november 1975 op één dag zowel het Britse vliegkampschip HMS Hermes als het Amerikaanse vliegkampschip USS Independence (Forrestalklasse) 'tot zinken' te brengen.

Terugkijkend vormden voor Buis de kameraadschap en de spannende momenten de mooiste herinneringen aan zijn Onderzeedienstjaren.

Hr.Ms. Overijssel
Spanning was echter niet voorbehouden aan het varen op onderzeeboten. Na zijn commando over Hr.Ms. Tijgerhaai werd Buis eerste officier op onderzeebootjager Hr.Ms. Overijssel. Die jager was, onder leiding van KLTZ P.C. Smit, race guardship tijdens de Fastnet Race in augustus 1979. Op de derde dag van deze Britse zeilrace sloeg plotseling het weer om. Een storm van windkracht elf stuwde golven tot een hoogte van vijftien tot zeventien meter.

"Vanaf de Overijssel zag men dat het Franse jacht Wild Goose het moeilijk had," schreef het Leidsch Dagblad op 17 augustus 1979. "'En dat is het tijdstip,' herinnert zich eerste-officier [N.W.]G. Buis uit Oegstgeest, 'dat de hel pas goed losbrak. In een mum van tijd werden we omringd door stuurloos geworden jachten met radeloze bemanningen waarvan er al de reddingsvlotten overboord hadden gegooid. We hebben als de wiedeweerga groot alarm geslagen. Het was bizar en angstaanjagend, wat zich voor ons afspeelde. De golven reikten zo hoog, dat we boven op de commandopost de hand maar over de reling hoefden te steken om de toppen ervan aan te raken.'"

In een uitstekend interview met De Groene Amsterdammer zei Buis dat sommige zeilschepen niet alleen kapseisden, maar ook in de lengte "twee, drie keer over de kop gingen".

77 zeilschepen sloegen om, waarvan 5 naar de bodem zonken. Van 51 jachten sloegen mensen over boord. Na het alarm dat de Overijssel sloeg werd de grootste reddingsoperatie in vredestijd opgestart. 4.000 mensen waren daarbij betrokken. De Britse marine leidde de actie, waarbij schepen, vliegtuigen en helikopters betrokken waren uit vier verschillende landen.

Maar het was de Overijssel die zich midden in het raceveld bevond, en midden in de storm. De jager maakte soms wel 50 graden slagzij. Erger nog was dat het oude schip begon te scheuren. Zeewater stroomde via het dek in de machinekamer, waardoor op de Overijssel even alles op zwart ging. Toch wist de bemanning de problemen de baas te blijven en eenmaal op noodverlichting, kon de reddingsactie weer doorgaan.

De Overijssel had meerdere drenkelingen uit het water gehaald toen een zeilschip dat andere jachten probeerde te redden, de Trophy, zelf ook in de problemen kwam. Een drama voltrok zich voor de ogen van de Overijssel, nadat het een aantal bemanningsleden van de Trophy had weten te redden. Drie mannen raakten in grote problemen toen hun reddingsvlot scheurde, twee dreven weg. Duikers van de Overijssel gingen te water en probeerden de twee te redden.
Buis zag het allemaal gebeuren, en zei in het Leidsch Dagblad: "Vanaf het schip hebben we de drie drenkelingen toegeschreeuwd. Gebruld dat ze vol moesten houden. Maar je zag het al aan hun ogen. Ze geloofden er zelf niet meer in. Op een bepaald moment dreef er een langs. Samen met nog iemand heb ik hem uit het water proberen te hijsen. Maar hij was te zwaar. Het lukte niet. Ik heb hem moeten laten gaan. Een vreselijke ervaring." De drie redden het niet, één stoffelijk overschot werd aan boord genomen.

De gebeurtenis maakte grote indruk op Buis. Had de Trophy een veilig heenkomen gezocht, dan waren die mannen wellicht nog in leven geweest zei hij. Maar Buis had geen goed woord over voor de zeilboten die de noodsignalen negeerden en alleen maar bezig waren met zo snel mogelijk bij de finish te komen.

De Overijssel redde wat er te redden viel. Het schip wist van alle schepen de meeste mensen te redden. Naar aanleiding daarvan ontving de jager het volgende bericht van Flag Officer Plymouth: "You have been faced with a difficult, demanding and sobering task and have carried it out most professionally and effectively. Congratulations on a job well done, and thank you for excellent cooperation and assistance." Voor het reddingswerk kreeg de Overijssel de Silver Anchor Award uitgereikt.

Nico Buis
VADM Buis geheel links tijdens de indienststelling van de Bruinvis. In het midden LTZ Lenselink en rechts ir. Jan-Jaap van Rijn. (Foto: Koninklijke Marine)

Bevelhebber der Zeestrijdkrachten
Na de Overijssel, werd Buis commandant van S-fregat Hr.Ms. Bloys van Treslong en daarna Chefstaf van het eskader. Buis werd Directeur Personeel en tot slot BDZ.

Van 12 juni 1992 tot 22 september 1995 had admiraal Buis de leiding over de marine. Het was een moeilijke tijd met vele zware bezuinigingen. Terugblikkend zei Buis in de Alle Hens van oktober 1995 dat hij blij was dat de marine intact was gebleven. De admiraliteit had de politiek er van weten te overtuigen dat het beter was om te kiezen voor een weliswaar kleinere, maar wel volledige marine. Toch moet het aan de marineman geknaagd hebben dat er zoveel in zijn marine gesneden werd.

De bevelsperiode van Buis kenmerkte zich niet alleen door de bezuinigingen. Het was ook de periode waarin werd gekozen voor de afschaffing van de opkomstplicht (onterecht ook afschaffing dienstplicht genoemd), wat een professionelere marine opleverde. Verder werd na het stoppen van de Britse opleiding tot onderzeebootcommandant de Nederlandse versie opgericht, die meteen internationaal goed aansloeg.

Buis hechtte bovendien veel waarde aan het verbeteren van de mentaliteit bij de zeemacht. Middels het project Terug naar de Toekomst, dat de admiraal in 1994 introduceerde, wilde Buis de marine een aantal essentiële normen en waarden opnieuw bijbrengen. "Mijns inziens werd op een bepaald moment bij de marine te veel de nadruk gelegd op vakmanschap, de rest deed er niet zo toe," zei Buis in de Alle Hens van oktober 1995. "Dat vond en vind ik onvoldoende. Het militaire aspect van het beroep werd naar de achtergrond gedrukt. Dan heb ik het niet alleen over kleding en haardracht, maar ook over zoiets als eerlijk declareren of groepscohesie; oog hebben voor elkaar. Je mag het van mij ouderwetse normen en waarden vinden, maar ik noem het meer gezonde interesse voor elkaar hebben. (...) Terug naar de toekomst is een echt bewustwordingsproces."



Recht door zee
Na zijn pensioen bij de marine werkte Buis kort als directeur van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (tegenwoordig AIVD). Dat was geen succes, de BVD bleek "te ambtelijk" voor de zeeman zo zei hij tegenover de Telegraaf. Zijn opvolger zei in het NRC Handelsblad dat Buis gewend was "om te commanderen", en dat paste volgens de nieuwe man niet bij de inlichtingendienst.

Buis vertrok naar Smit International, waar hij wel beter op zijn plaats zat. Het NRC roemde vooral zijn optreden tijdens de 'kwestie Iran' in 1997 toen 42 werknemers van Smit werden gegijzeld. Buis loste het probleem geruisloos en voorbeeldig op, scheef de krant. Zelf vond hij dat anderen de credits verdienden.

Nico Buis werd zeker tijdens zijn periode als BDZ gezien als iemand die recht door zee was en onomwonden in soms stevige bewoordingen mensen kon zeggen waar het op staat. Dat werd niet door iedereen als prettig ervaren (zie ook de BVD), maar Buis was net zo eerlijk over zaken die wel goed liepen en mensen die in zijn ogen goed presteerden. Het was ook een man die zorgde voor zijn personeel. De toenmalige chauffeur van Buis vertelde twintig jaar nadat de vice-admiraal afscheid had genomen van de marine nog vol lof over de manier waarop Buis met zijn mensen omging.

Nico Buis
Nico Buis in het Rijksmuseum in 2013. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

"De marine heeft altijd verdomd goed voor me gezorgd"
Buis zei bij zijn afscheid als BDZ in de Alle Hens dat hij de toekomst van de marine op middellange termijn rooskleurig inzag. Dat beeld heeft Buis moeten bijstellen.

Naar eigen zeggen heeft Buis zich na zijn vertrek bij de marine zich niet meer bezig gehouden met de zeemacht. Toch bleek hij even later tijdens het interview met Marineschepen.nl afgelopen mei, nog steeds enorm betrokken. Zo uitte de vice-admiraal b.d. in niet mis te verstane bewoordingen zijn ongenoegen over de omvang van de marine en de 'paarse' structuur binnen Defensie. Ook maakte Buis zich zorgen over de aanbesteding van nieuwe onderzeeboten.

Buis bleef de marine na al die jaren een warm hart toedragen. Misschien ook omdat hij op de spannendste momenten op de organisatie en zijn collega's kon rekenen. "De marine heeft altijd verdomd goed voor me gezorgd."

Nico Buis overleed afgelopen week onverwachts door een ziekte. Met het overlijden van Buis is een pure marineman verloren gegaan.



comments powered by Disqus


Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Privacy
Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nieuwsoverzicht

Gerelateerde artikelen
Zwaardvisklasse
S-fregatten