Marineschepen.nl
 
   
 

Toekomstvisie: nieuwe onderzeeboten in 2025


Door: Jaime Karremann
Bericht geplaatst: 11-06-2015 | Laatst aangepast: 11-06-2015


Vandaag heeft minister van Defensie Jeanine Hennis de Toekomstvisie Onderzeedienst verzonden naar de Tweede Kamer. In de toekomstvisie schrijft Hennis dat het van groot belang is dat de huidige onderzeeboten, in 2025, vervangen worden.

Dynamic Monarch
Zr.Ms. Bruinvis in de Golf van Gdansk in 2014. (Foto: NAVO)

De huidige vier Walrusklasse onderzeeboten werden tussen 1989 en 1994 in dienst gesteld. De boten worden op dit moment gemoderniseerd zodat ze tot 2025 meekunnen. Dan moeten de boten volgens Hennis vervangen worden. In de Toekomstvisie schrijft zij dat onderzeeboten voor Nederland van belang zijn vanwege "de grote [Nederlandse] zeehavens en maritieme belangen in Europa, het Caribisch gebied en andere delen van de wereld." De onderzeeboten zijn volgens Hennis een relevante nichecapaciteit voor de Navo en de EU. Nederland is namelijk het enige NAVO-land in Europa dat ver van huis, dicht bij een 'vijandelijke' kust kan opereren.

De Toekomstvisie van 12 pagina´s is eigenlijk een verdieping van de nota "In het belang van Nederland", die in september 2014 verscheen. In de Toekomstvisie licht zij het belang van de onderzeebootcapaciteit verder toe en benoemt een aantal highlights van de nieuwe onderzeeboten.



Belang van onderzeeboten in een veranderende wereld
Hennis wijst verder op de toegevoegde waarde van onderzeeboten: ze kunnen als enige lang onopgemerkt blijven in wateren met grote dreiging, zijn geschikt om scheepvaart en handelsroutes te beschermen, kunnen militaire operaties ondersteunen, vijandelijke eenheden hun bewegingsvrijheid ontnemen. Daarnaast schrijft Hennis dat de huidige onderzeeboten een belangrijke rol spelen op gebied van (behoud van kennis van) onderzeebootbestrijding, het verzamelen van inlichtingen, inzet van special forces.

Ook is de minister van Defensie overtuigd van het toenemend belang van de zee: "Naar verwachting zal er, in de komende decennia, bij veel bedreigingen, spanningen en conflicten sprake zijn van een maritieme dimensie. De Nederlandse maritieme strategie 2015-2025 (Kamerstuk 31 409, nr. 70 van 16 januari 2015), de maritieme strategie van de Navo en de maritieme veiligheidsstrategie van de EU geven hiervan blijk." Concreet doelt Hennis dan op de kwetsbaarheid van belangrijke zeegebieden voor kwaadwillende of ruziënde landen en niet-statelijke actoren als terroristen en piraten.

Daarnaast signaleert Hennis een toename van het aantal onderzeeboten in Rusland, Azië en Latijns-Amerika. Gelet op mogelijke dreigingen en conflicten wordt het verzamelen van inlichtingen steeds belangrijker. Volgens de Toekomstvisie kan die informatie van belang voor toekomstige missies, maar ook moet de NAVO in staat zijn om wereldwijd haar belangen fysiek kunnen verdedigen. Dieselelektrische onderzeeboten spelen daarin een belangrijke rol.





Nieuwe onderzeeboten
De minister van Defensie noemt in haar Toekomstvisie geen aantallen onderzeeboten of bedragen. Wel zegt zij dat het uitgangspunt moet zijn dat steeds één onderzeeboot beschikbaar moet zijn voor langdurige inzet of twee voor een kortere periode. Dat lukt de marine nu met vier onderzeeboten, maar volgens de NOS wil de marine terug naar zes boten.

Uit eerdere documenten bleek dat de komende jaren in ieder geval 2,5 miljard opzij wordt gezet voor de subs.



Eisen
Ook noemt Hennis geen eisen, die worden verwacht in een volgende fase later dit jaar. Toch haalt zij een aantal punten aan van de toekomstige onderzeeboten. Zo moet rekening worden gehouden dat de onderzeeboten kunnen worden ingezet in nieuwe maritieme aandachtsgebieden. Dat is ambitieus omdat de bestaande maritieme aandachtsgebieden al vrij groot zijn (grofweg van de Noord-Atlantische Oceaan t/m de Caribische Zee en East of Suez). Welke nieuwe gebieden dat zijn schrijft zij niet, maar mogelijk doelt zij op de Arctische regio of misschien juist verder richting de Oost.

De onderzeeboten moeten daarnaast beschikken over groeipotentieel omdat ze lang mee moeten gaan. Dit kan volgens Hennis onder meer worden bereikt "door reserves en flexibiliteit in te bouwen met het oog op modificaties, modulaire aanpassing van bemensing en functionaliteit, instandhoudingsprogramma's en de toekomstige toevoeging van externe sensoren zoals Unmanned Underwater Vehicles (UUV's)." Ook is de verwachting dat er door nieuwe technologie een kleinere bemanning benodigd is op de nieuwe onderzeeboten.

Onderzeeboottorpedo's zijn de zwaarste wapens van de Nederlandse Defensie. De huidige Nederlandse onderzeeboten hebben dus een enorme slagkracht maar hebben, behalve klein kaliber wapens op de brug ook niets anders. In de toekomst gaat dat wat Hennis betreft anders. De nieuwe subs moeten de beschikking krijgen over een grotere variatie aan wapens, schrijft zij. Waarschijnlijk doelt Hennis onder andere op raketten tegen helikopters en wapens tegen kleine oppervlatedoelen, en zij doelt zeker op wapens die schepen onklaar kunnen maken in plaats van te vernietigen. Ook moeten volgens haar voorzieningen worden getroffen om missiles af te kunnen vuren. Of de missiles ook daadwerkelijk worden aangeschaft kan later worden bezien.

A26
Een illustratie van de A26 die Saab heeft ontworpen, partner van het Nederlandse Damen. (Bron: Saab Kockums)

Internationale samenwerking
Vanzelfsprekend staat in de Toekomstvisie niets over waar de onderzeeboten worden gebouwd. Bij oppervlakteschepen is dat de afgelopen decennia bijna altijd Damen Schelde Naval Shipbuilding in Vlissingen geweest, maar na het sluiten van de RDM is er geen Nederlands bedrijf meer dat onderzeeboten kan bouwen.

Internationale samenwerking is daarom voor de bouw noodzakelijk, al is het alleen al voor een deel van het ontwerp en om de romp te laten bouwen. Voor zover bekend bij Marineschepen.nl is het in de afgelopen 100 jaar niet voorgekomen dat nieuwbouw van Nederlandse onderzeeboten door buitenlandse bedrijven heeft plaatsgevonden.

Uit een exclusieve reportage van Marineschepen.nl die gisteren gepubliceerd werd, bleek dat niet alleen Damen en Saab geïnteresseerd zijn, maar dat ook het Franse DCNS en het Duitse TKMS zich voorbereiden.

Hennis tekent in haar Toekomstvisie op dat niet alleen internationaal moet worden samengewerkt met andere landen op gebied van nieuwbouw, maar ook op gebied van instandhouding, opleiding, training en inzet. Het delen van onderzeeboten met andere landen is volgens haar geen optie. "De reden hiervoor is dat de meeste landen hun onderzeeboten op grond van nationale veiligheidsoverwegingen zelfstandig willen kunnen inzetten," aldus de minister.

Wel is er volgens de minister veel mogelijk op gebied van samenwerking, volgens haar moet zelfs de inzet van bemanningen uit verschillende landen bij oefeningen en operaties worden overwogen.

Nederland werkt al met heel veel landen intensief samen. Zo leidt de marine onderzeebootcommandanten op uit een groot aantal verschillende landen, heeft de KM zitting in vele fora en oefenen Nederlandse onderzeeboten zelden met een volledig Nederlandse bemanning. De Toekomstvisie gaat dieper in op met welke landen Nederland de meeste aanknopingspunten heeft: Australië, Canada, Duitsland, Noorwegen en Zweden.

Geen enkele onderzeedienst sluit echter volledig aan op de Nederlandse. De landen met vergelijkbare boten en operatieconcepten liggen of ver weg (Canada en Australië) of willen nog geen nieuwe subs (Canada). Dichterbij huis hebben landen veel kleinere onderzeeboten en hebben zij een heel andere manier van opereren (Duitsland en Zweden).

Volgens Hennis is harmonisatie en standaardisatie belangrijk, maar moet internationale samenwerking een "expeditionair inzetbare onderzeeboot" niet in de weg staan. De samenwerking wordt dus beperkt als blijkt dat die alleen leidt tot een boot die alleen in de nabije kustwateren is in te zetten, de toekomstige onderzeeboten moeten immers zelfstandig ver van huis kunnen blijven opereren.



Samenwerking met de industrie
Behalve internationale samenwerking, wordt volgens de Toekomstvisie ook samengewerkt met de (Nederlandse) industrie met specifieke maritieme en onderzeebootkennis. Zij hebben zich verenigd in het Dutch Underwater Knowledge Center (DUKC), een samenwerkingsplatform onder de NIDV. "Het DUKC heeft de ambitie om deel te nemen aan de totstandkoming en exploitatie van de nieuwe capaciteit."

Voor dat zover is zal Defensie volgens Hennis de voorstellen van de industrie betrekken bij de voorbereiding van de besluitvorming en de voor- en nadelen van de samenwerking in kaart brengen.

2018
Met de Toekomstvisie Onderzeedienst is de Koninklijke Marine er nog niet. Het is een eerste stap in een lange reeks. Later dit jaar stuurt Hennis het zogenaamde DMP-A document. Hier staat in vermeld welke behoefte de onderzeeboten exact moeten vervullen. Het uiteindelijke besluit over de vervanging wordt verwacht in 2018.



comments powered by Disqus


Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Privacy
Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nieuwsoverzicht

Gerelateerde artikelen
Nieuwe onderzeeboten
Walrusklasse onderzeeboten
Dld en Fr ook geïnteresseerd
Samenwerking Saab en Damen