Marineschepen.nl
 
   
 

Slag in de Javazee


Door: Bas Flipse
Laatst aangepast: 25-02-2012


Het verhaal van de Javazee in 1942: Hr. Ms. De Ruyter ging als vlaggenschip ten onder tezamen met schout-bij-nacht Karel Doorman in wat men nu de Slag in de Javazee noemt. Na de strijd lag voor Japan de weg naar Java open en op 1 maart 1942 ging de invasie van dit eiland start. Bas Flipse verdiepte zich voor marineschepen.nl in de Slag en beschreef wat er aan vooraf ging, wat de Japanners wilden bereiken en waarom de geallieerde vloot werd verslagen.

Inleiding
Als gevolg van de Japanse militaire expansiedrift en de Tweede Chinees-Japanse oorlog, besloten de Verenigde Staten en de Britse, de Australische en de Nederlandse regering in september 1940 een embargo in te stellen wat inhield dat er geen olie, ijzererts, staal en andere materialen meer geleverd mochten worden aan Japan. Japan beschikte zelf niet over natuurlijke bronnen en kwam hierdoor in een lastig parket; de Japanse militaire activiteiten werden plotseling een halt toegeroepen. De Japanse regering was destijds zeer nationalistisch ingesteld en zag het embargo als een daad van agressie jegens het Keizerrijk. Omdat de oliereserves al snel op begonnen te raken werd er een begin gemaakt met het plannen van een oorlog en de overname van Thailand, Maleisië, Singapore, de Filippijnen en Nederlands-Indië. Met name Maleisië en Nederlands-Indië (respectievelijk deel van Engels en Nederlands grondgebied) waren rijk aan natuurlijke bronnen en vormden het hoofddoel van de plannen.

Javazee
Globale locaties van de Slag in de Javazee (rode punaise) en de Slag in de Straat Soenda (geel). Het grote eiland in het midden is Borneo, het langwerpige eiland onder de rode punaise is Java. De gele punaise staat tussen de eilanden Bali en Lombok.

De Japanners voorzagen een oorlog tegen Engeland en gingen er vanuit dat bij een aanval op Engels grondgebied de Verenigde Staten een bondgenootschap aan zouden gaan met de Engelsen (en dus ook Nederland). Hoewel we er vandaag de dag helemaal niet zo zeker van zijn of deze aanname juist was -de Verenigde Staten wilden met de Eerste Wereldoorlog nog vers in het geheugen het liefste neutraal blijven- achtten de Japanners het noodzakelijk als eerste de Amerikaanse vloot uit te schakelen.



Om de campagne te doen slagen werden er daarom twee plannen opgesteld; het Oostelijk Plan dat een aanval inhield op Pearl Harbor en daarnaast de inname van de Filippijnen. Het Zuidelijk Plan vormde het hoofddoel en hield inname van Maleisië, Borneo, Java, Sumatra en andere gebieden in.

Hr.Ms. De Ruyter
Hr.Ms. De Ruyter, met haar boordvliegtuig. Dit was het vlaggenschip van Doorman. Het schip was 170,92 meter lang en had 437 bemanningsleden. De Ruyter was een nieuw schip, maar met 7 kanons van 15 cm veel te licht om de Japanse aanval af te slaan.

De oorlogsverklaring
Op zondag 7 december 1941 lag de Amerikaanse vloot rustig voor anker in haar basis Pearl Harbor op Oahu, Hawaii, toen de Japanners toesloegen. In de weken voorafgaand waren de Japanners er in geslaagd de Amerikanen zand in de ogen te strooien. De aanval kwam als volledige verrassing en de Amerikaanse vloot leed zware verliezen: van de negen slagschepen werden er acht vernietigd of voor langere tijd uitgeschakeld. Ook talloze kleinere schepen waren voorlopig niet tot actie in staat. De Japanners hadden hun doel behaald nu ze niet meer de dreiging van de grote Amerikaanse vloot in de Grote Oceaan voelden.
Het leed geen twijfel dat de Amerikanen na de aanval onmiddellijk de oorlog verklaarden. De Japanse intenties waren duidelijk: naast Pearl Harbor werden dezelfde dag ook Hong Kong, de Filippijnen, Thailand, Maleisië, Guam en Wake Island aangevallen. De Nederlandse regering zag geen andere keus dan op 8 december ook de oorlog te verklaren aan Japan.

Slag op slag voor de geallieerden
Reeds op 10 december kregen de geallieerden opnieuw een gevoelige klap te verwerken toen de Britse slagschepen HMS Repulse en HMS Prince of Wales tot zinken werden gebracht door de Japanse luchtmacht. Deze schepen van ‘Force Z’ waren, in opdracht van Winston Churchill zelf, eropuit gestuurd om Singapore te beschermen. De schepen hadden echter geen luchtdekking en moesten het onderspit delven tegen de op dat moment formidabele Japanse luchtmacht. Voor de Japanners was er een groot succes behaald; er waren nu geen kapitale schepen meer om de Nederlandse en Britse koloniën te beschermen.

Op 21 december capituleerde Thailand, op de 25e Hong Kong. Op 11 januari zetten de Japanners voor het eerst voet aan wal op het eiland Celebes en in diezelfde maand werden de belangrijkste kustplaatsen op Borneo bezet, waar naast de belangrijke vliegvelden ook de olievelden waren. Het Koninklijk-Nederlands-Indisch-Leger, kortweg KNIL, kon geen vuist kon tegen de veel beter getrainde en uitgeruste Japanse overmacht.

De rijzende zon van Japan rees hoger en hoger: op 15 februari moest Singapore capituleren en op 18 februari werd Bali bezet (waaruit de slag in de Straat Bandoeng zou volgen, hierover later meer). De 13e hadden de Japanners al Palembang veroverd; de belangrijkste oliehaven op Sumatra. Het zag er voor de geallieerden wanhopig uit. De weinige oorlogsschepen die er nog waren moesten het bijna zonder luchtsteun doen en stonden voor de onmogelijke taak om de Japanse vloot, die numeriek in de meerderheid was, aan te vallen.

Aanloop naar de slag
Op 15 januari 1942 was ABDACOM in het leven geroepen; American-British-Dutch-Australian Command. ABDACOM was bedoeld als een opperbevel over alle strijdkrachten in Zuidoost Azië. De geallieerden hoopten alle krachten te bundelen om zo de Japanse opmars een halt toe te brengen. Al vanaf het begin verkeerde ABDACOM in problemen; elk deelnemend land had zijn eigen prioriteiten en de strijdkrachten waren niet geoefend in het samenwerken met elkaar.

Aanvankelijk had ABDACOM als opdracht Maleisië en bijhorende wateren zo lang mogelijk te verdedigen om zo Sumatra, Java en niet in de laatste plaats Australië veilig te stellen. Met de val van Palembang en Singapore werden nu de belangrijke oliehavens op Sumatra bedreigd.

Slag in de straat Bandoeng
Toen op 18 februari een Japanse invasie van start ging op Bali, sloeg schout-bij-nacht Karel Doorman, leider van een gecombineerd Nederlands, Engels, Australisch en Amerikaans eskader, met de vuist op tafel. Hij gaf al zijn schepen opdracht op te stomen naar de straat Bandoeng om iets te ondernemen tegen de Japanners bij Bali. De invasie van dit eiland vormde een zeer grote bedreiging, omdat door de vliegvelden op dit eiland de Japanse luchtmacht nu de geallieerde marinebasis bij Soerabaja kon bereiken.

Nadat er een luchtaanval en twee onderzeebootaanvallen hadden plaatsgevonden, gaf de Japanse admiraal Kubo opdracht de vloot terug te trekken in noordelijke richting. Omdat de eigen kruisers elders waren, bestond zijn escorte uit slechts een paar torpedobootjagers. Kubo verwachtte meer aanvallen op zijn vrachtschepen en gezien het zwakke escorte wilde hij geen risico nemen.
Deze aanvallen vonden inderdaad plaats in de avond van 19 februari, toen Hr. Ms. de Ruyter en Hr. Ms. Java het escorte van de Japanse transportschepen hadden waargenomen. Hoewel beide partijen aanvankelijk geen treffers wisten te plaatsen, slaagden de Japanners er wel in met een torpedoaanval de Nederlandse torpedobootjager Hr.Ms. Piet Heijn tot zinken te brengen.
Ongeveer drie uur later bereikten ook Hr.Ms. Tromp en vier Amerikaanse torpedobootjagers straat Bandoeng, maar het eskader met Hr. Ms. De Ruyter en Java had zich al teruggetrokken. Opnieuw openden de geallieerden het vuur en wisten een Japanse torpedobootjager uit te schakelen. De Japanners wisten op hun beurt de lichte kruiser Tromp te beschadigen, waardoor deze genoodzaakt was zich voor reparatie terug te trekken naar Australië. Tromp zou geen rol meer spelen in de slag in de Javazee ruim een week later.
De Japanners, die in de minderheid waren, hadden zich zeer bekwaam getoond in het voeren van een nachtelijke zeeslag. De geallieerde vloot trok zich tijdelijk terug tot het op 26 februari opdracht van de Nederlandse vice-admiraal Helfrich kreeg de Japanse invasievloot aan te vallen.



Slag in de Javazee
De Japanners voeren, na de successen op Borneo en Celebes, door naar Java. Java vormde door de centrale ligging van het eiland één van de hoofddoelen voor Japan en werd vanuit twee richtingen genaderd: vanuit het westen en vanuit het noorden naar de oostkant van het eiland. Het Japanse eskader dat de transportschepen escorteerde bestond uit de zware kruisers Nachi en Haguro, de lichte kruisers Naka en Jintsu en daarnaast veertien torpedobootjagers.

Doorman was op zoek naar de Japanse vloot maar kon deze aanvankelijk, mede door het gebrek aan luchtverkenning, niet vinden. Zijn eskader, de "Combined Striking Force", bestond uit de zware kruisers HMS Exeter en USS Houston, de lichte kruisers Hr.Ms. de Ruyter, Hr.Ms. Java en HMAS Perth en de negen torpedobootjagers HMS Electra, HMS Encounter, HMS Jupiter, Hr.Ms. Kortenaer, Hr.Ms. Witte de With, USS Alden, USS John D. Edwards, USS John D. Ford en USS Paul Jones.

In de namiddag van de 27e vond Doorman eindelijk wat hij zocht. De Japanners gaven bij het waarnemen van de tegenstander de transportschepen opdracht zich terug te trekken voor de naderende oorlogsschepen. Hierdoor behaalde de Combined Striking Force een minuscuul succesje: de invasie werd een dag uitgesteld.

Haguro
De Japanse zware kruiser Haguro bracht Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Kortenaer tot zinken. Het schip was 201 meter lang, had 777 bemanningsleden en had als zwaarste bewapening 10 kanons van 20,3 cm.

Beide eskaders liepen op elkaar toe en de geallieerden kwamen al spoedig onder vuur te liggen door de twee Japanse zware kruisers, die in kaliber de geallieerde kruisers overtroffen. Nadat Doorman de Japanners binnen bereik kreeg openden ook zijn schepen het vuur. Hoewel beide partijen er nauwelijks in slaagden elkaar te raken, werd Hr.Ms. Kortenaer getroffen door een Japanse torpedo en ging verloren.
Ook HMS Exeter werd beschadigd en keerde op bevel van Doorman samen met Hr.Ms. Witte de With terug naar Soerabaja. HMS Electra dekte hun aftocht, maar ontving hierdoor zoveel treffers dat het even later zonk. De vier Amerikaanse torpedobootjagers moesten tevens terug om te tanken en hadden bovendien al hun torpedo’s verschoten. Toen de Engelse torpedobootjager HMS Encounter op last van Doorman het eskader verliet om overlevenden van Hr.Ms. Kortenaer op te pikken en HMS Jupiter op een (vermoedelijk Nederlandse) mijn liep, restten Doorman nog slechts vier kruisers.
Doorman trok zijn eskader tijdelijk terug. Toen de nacht was ingevallen waagde hij een nieuwe poging om onder dekking van het duister het Japanse escorte te omzeilen en direct de transportschepen aan te vallen. Zijn poging faalde en in de nacht trof hij opnieuw het Japanse eskader. Doorman was ondanks het hopeloze van zijn opdracht vastbesloten iets te forceren en probeerde dichterbij te komen totdat als eerst Hr.Ms. Java en daarna zijn eigen schip Hr.Ms. de Ruyter door een torpedo werden getroffen en voorgoed in de golven verdwenen.

Hr.Ms. Java
Hr.Ms. Java was een lichte kruiser van de Java klasse. Het schip was 155,3 meter lang en had tijdens de Slag een bemanning van 512 personen, van wie er 491 omkwamen.

Nasleep
Van het eskader waren nu enkel nog HMAS Perth en USS Houston over, die zich conform Doormans laatste instructies terugtrokken. Reeds de volgende dag werden de beide kruisers bij een poging om via Straat Soenda naar de Indische Oceaan te ontsnappen verrast door de Japanners die zich in een baai hadden verschanst. Na een zware en ongelijke strijd werden beide schepen tot zinken gebracht. HMS Exeter viel op 1 maart hetzelfde lot ten deel en werd onderweg naar Ceylon door de Japanners onderschept en met geschut en vliegtuigen tot zinken gebracht. Voor de Japanners lag de weg nu open en op 12 maart capituleerde het KNIL op Java, waardoor alle grote eilanden nu in Japanse handen waren en de strijd in Nederlands-Indië tot een gedwongen einde kwam.

Tactiek
Opnieuw hadden de Japanners zich oppermachtig getoond in een nachtelijke zeeslag. Dit zou zo blijven tot en met de slag bij Tassafaronga, onderdeel van de slag om Guadalcanal, op 30 november 1942. Na deze slag kwamen er voor de geallieerden twee pijnlijke zaken aan het licht die tevens een belangrijke rol speelden tijdens de slag in de Javazee:

1. De Japanners waren zeer goed getraind in het voeren van een nachtelijke zeeslag.
2. De Japanse torpedoaanvallen waren dodelijk en dienden als zodanig onderkend te worden.

Hr.Ms. Kortenaer
Hr.Ms. Kortenaer, een torpedobootjager van de Admiralenklasse, was 98,1 meter lang. Het schip werd door een torpedo getroffen en zonk razendsnel. Van de 149 bemanningsleden overleefden zo'n 100 man de aanval. Het schip had 4 kanons met een kaliber van 12 cm.

Toen de geallieerden er in 1943 in slaagden een intacte Japanse Type 93 "Long Lance" torpedo te bergen, werd de Japanse tactiek pas echt duidelijk. Het bleek dat de Japanners beschikten over torpedo’s met een maximaal bereik van 40 km; veel verder dan de geallieerde torpedo’s. Ook in de explosieve lading legden de geallieerde torpedo’s het af tegen de Type 93 torpedo.
Daarnaast waren de Japanners veel beter getraind in het voeren van een nachtelijk gevecht. Waar in de Javazee de verschillende nationaliteiten elkaars seinen niet goed begrepen, waren de Japanners in het duister goed in staat de linies vast te houden en gelijktijdig de juiste koers aan te nemen. Aan de hand van het waargenomen mondingsvuur lokaliseerden ze de tegenstander en schakelden deze met torpedoaanvallen op grote afstand, gelanceerd vanaf hun oppervlakteschepen, uit.

Terwijl Karel Doorman trachtte zijn kruisers op een afstand te brengen waar het eigen geschut effectief was, liep hij in feite dus op de problemen af: de Japanners lanceerden hun torpedo’s wanneer de tegenstander ongeveer 20 km van hen verwijderd was. De uitwerking was vernietigend.

Een hopeloze onderneming?
De omstandigheden in acht genomen was de verdediging van Java een onbegonnen zaak. De Japanners hadden meer en zwaardere schepen, een luchtoverwicht, de Japanse eskaders opereerden als eenheid, beschikten over een formidabel torpedowapen, het moreel van de geallieerden was laag en de geallieerde bemanningen waren uitgeput na de zware gevechten.
Het ontbrak de geallieerden na Pearl Harbor en de ondergang van Force Z aan een fundament binnen de vloot; er waren geen slagschepen meer en geen vliegdekschepen. De vloot moest het doen met de kruisers, torpedobootjagers en onderzeeboten. Hierdoor was het onmogelijk een vuist te maken tegen de Japanners, die in combinatie met hun sterke luchtmacht op dat moment simpelweg de betere waren.

Akagi
Met o.a. 10 vliegdekschepen en de 2 superslagschepen van de Yamato klasse had Japan aan het begin van de strijd de grootste en modernste vloot ter wereld. Slechts een fractie van de Japanse vloot werd tijdens de Slag in de Javazee ingezet.

Reeds op 16 februari had generaal Wavell, de hoogste leidinggever van ABDACOM, Churchill en Roosevelt geadviseerd Java op te geven. Hij zei: “Birma en Australië moeten we houden, het verlies van Java zou, hoewel een zware klap, niet fataal zijn”. Na een lange vergadering werd het advies – buiten de Nederlandse regering om – opgevolgd. Dit hield in dat de Amerikaanse luchtmacht zich van Java terugtrok en dat twee goed getrainde Australische divisies met gevechtservaring in Noord-Afrika, niet zouden landen op Java om een goede aanvulling te doen op de troepen daar, maar behouden werden voor de latere strijd.
Elf dagen later, op het moment dat de slag in de Javazee plaatsvond, kruiste er ten zuiden van Java een voor de geallieerden onbekend Japans eskader met vliegdekschepen. Zelfs wanneer Doorman erin zou zijn geslaagd het Japanse eskader dat de transportschepen beschermde te vernietigen, is het zeer waarschijnlijk dat hij uiteindelijk alsnog het onderspit had moeten delven tegen de overmacht aan schepen in dat gebied. De invasie van Java had dan, zij het wellicht fors vertraagd, alsnog van start kunnen gaan.

De overlevering van de slag in de Javazee
De Slag in de Javazee markeerde niet alleen het einde van de slag om Nederlands-Indië, maar wanneer we het in een groter licht bezien ook het einde van het Nederlandse koloniale tijdperk. Direct na de Japanse capitulatie, ruim 3,5 jaar later, verklaarde Indonesië zich onafhankelijk van Nederland. Natuurlijk duurde het een tijd voordat Nederland de onafhankelijkheid zou erkennen en waren sommige kolonies nog langer in Nederlands bezit. Toch betekende het verlies van de Javazee, met als gevolg het verlies van Nederlands Indië, dat de rol van Nederland als koloniale macht ten einde zou komen.

Wanneer we in Nederland iets over de Tweede Wereldoorlog lezen of zien, gaat dit bijna altijd – zeer terecht – over de Jodenvervolging en het verzet. Toch is het schrijnend te zien hoe weinig aandacht er is voor diegenen die ook vochten voor de Nederlandse zaak. De Grebbelinie, de slag om Den Haag, de rol van de Koopvaardijvloot en niet in de laatste plaats de slag om Nederlands-Indië zijn voorbeelden van gebeurtenissen waarin er Nederlanders, weliswaar buiten de grenzen, sneuvelden en soms een hel doorgingen.
Nederland kreeg tijdens de oorlog door de Duitsers en de Japanners slag op slag te verwerken. Hoe dit in zijn werk ging, of welke successen er dan wél werden behaald komen zelden in de media. Door het tekort aan aandacht voor deze zaken is er in Nederland een houding merkbaar dat de Nederlandse krijgsmacht in de oorlog niets voorstelde. Of dit nu waar is of niet, we mogen niet vergeten hoe hard er gevochten is. Het is tekenend hoe weinig informatie er in de recente literatuur te vinden is over de slag om Nederlands-Indië, laat staan dat er iets over in de media verschijnt.

Op 27 februari is het 70 jaar geleden dat de Slag in de Javazee plaatsvond. Bij deze slag alleen al sneuvelden er in totaal ongeveer 900 Nederlanders, en in totaal 2300 man aan geallieerde zijde. Op de 4 mei toespraak van 2011 werd er op de herdenking op de Dam in Amsterdam in een toespraak terloops aan deze slag gerefereerd. Hoewel het tijdenlang als de bekendste Nederlandse zeeslag gold, begint de slag in vergetelheid te raken. Ondanks het 70-jarig bestaan en de herdenking ervan komende maandag, komt hierover bijna niets in de media. Het is te hopen dat er in de toekomst weer meer aandacht zal komen voor deze slag.



Bronnen
Ph. M. Bosscher "De Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog"
K.W.L. Bezemer "Zij vochten op de Zeven Zeeën"
Lester Abbey “New Orleans Class Cruisers”
Henk van Willigenburg “Nederlandse oorlogsschepen 1940-1945”
wikipedia.org
members.casema.nl/roelse
visser-maritiem.nl
japantimes.co.jp
dutcheastindies.webs.com
netherlandsnavy.nl





Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
De zee en haar betekenis
Taken van de marine
Geschiedenis van de marine
Korps Mariniers
Mijnendienst
Onderzeedienst
Dienst der Hydrografie

Marine uniformen
Rangen en standen

Gerelateerde artikelen
Hr.Ms. De Ruyter

De Slag niet vergeten
Boek: Keizerlijke marine
De Slag in een game