Marineschepen.nl
 
   
 

Samenwerken in een gevecht 2.0


Door: Jaime Karremann
Bericht geplaatst: 13-09-2022 | Laatst aangepast: 13-09-2022


De basis in een conflictsituatie is natuurlijk samenwerken, zodat je samen meer kan bereiken dan alle losse onderdelen apart, en zodat je samen je doel kan bereiken. Dankzij nieuwe technologieën zijn er echter veel nieuwe kansen op gebied van samenwerking en onder de noemer 'collaborative combat' denkt Thales na over de nieuwe mogelijkheden.

Thales
Beeld ter illustratie. De Italliaanse Orizzonteklasse-torpedobootjager ITS Caio Duilio, met de Nimitzklasse-carrier USS George H.W. Bush in september 2022 in de Adriatische Zee. (Foto: Amerikaanse marine)

In samenwerking met Thales presenteert Marineschepen.nl een reeks artikelen over een onderwerp dat nu of in de toekomst bij veel marines speelt. Van cyber tot autonome systemen. In deel 6: over de ultieme samenwerking van mensen en systemen. Meer info onder aan deze pagina.

Paul Rouffaer werkte van 1977 tot en met 2015 bij de marine als officier van de Elektrotechnische Dienst (inmiddels opgegaan in de Technische Dienst) en voer op tal van schepen. Rouffaer werkte in de VS aan de integratie van ESSM en APAR, en werd later bij de Directie Materieel van de marine hoofd van de projectteams APAR, Sirius en Theatre Ballistic Missile Defence, en was later verantwoordelijk voor de beproeving van de SMART-L in 2006 bij Hawaii.
Inmiddels werkt Rouffaer alweer enige tijd bij Thales en met hem sprak Marineschepen.nl over collaborative combat. Een concept dat bij Thales de aandacht heeft.



"Zo lang er oorlogsvoering plaats heeft gevonden door de eeuwen heen, zijn we altijd bezig geweest met collaborative combat", zegt Rouffaer. "De technologische ontwikkelingen hebben er nu een andere wending aan gegeven en kan je spreken van een doorbraak."

Wat is het nu precies? "Collaborative combat is een volledig geïntegreerde gevechts-commando architectuur, of netwerk, dat bestaat uit: mensen, dus matrozen aan boord en soldaten en mariniers in het veld, uit platforms, dus schepen, tanks, vliegtuigen, en uit wapens en sensoren. Dit alles werkt real time onderling samen, al deze elementen zijn in volle synergie verbonden. Zowel strategisch, operationeel, tactisch en in alle domeinen, dan heb je het over zee, land, lucht en ruimte. Dit is het ultieme netwerk, waarbij alles wat betrokken is bij oorlogsvoering onderling verbonden is. Dat is het concept."

Een concept, want in de praktijk is dit nog lang niet het geval. Hoewel films en games anders doen vermoeden, moeten in de werkelijkheid nog veel stappen gezet worden voor die ultieme integratie heeft plaatsgevonden. Er zijn nog genoeg marineschepen in de wereld waarbij zelfs de systemen aan boord nog niet onderling samenwerken, laat staan met andere schepen of zelfs met eenheden in de lucht of op land. Dankzij nieuwe technieken zoals betere en beter beveiligde verbindingen, big data en artificial intelligence, breekt volgens Rouffaer een nieuw tijdperk aan op gebied van samenwerking.

Informatie gericht optreden
Zoals in de Defensievisie 2035 staat is informatie cruciaal voor succes in het conflict van de toekomst. Rouffaer: "Informatie-dominantie is van essentieel belang om een conflict niet te laten escaleren en als het escaleert dat je dan de strijd ook wint. Collaborative combat leidt ertoe dat landen en krijgsmachten een volledig en precies beeld hebben van de tactische situatie. Dat beeld dat gedeeld wordt tussen alle relevante actoren in het netwerk. Daardoor krijg je door het delen van informatie, hoogwaardige informatie en kun je ook betere beslissingen nemen, gebaseerd op de juiste informatie. Dat leidt dan weer tot meer effectieve en efficiënte operaties. Je kunt sneller en robuuster acteren. Je hebt meer mogelijkheden en kunt beter reageren wanneer plannen anders lopen dan je voorziet en dat is bijna per definitie het geval."

"Daarmee kan je je processen versnellen en efficiënter en effectiever de tegenstander uitschakelen. Dat gaat ook veel sneller, met eigen middelen. Je vergroot je gevechtscapaciteit, krijgt ook minder misverstanden waarbij eigen eenheden op elkaar schieten bijvoorbeeld. Ook heb je een grotere effectiviteit van je wapens. Omdat je informatie-dominantie hebt, kan je ook proportioneel reageren. Dus dat je niet te licht of te zwaar reageert, waardoor een situatie onnodig uit de hand loopt. Je zorgt voor een beter beheersbaar optreden. Wat ook weer samenhangt met meer efficiënt gebruik van de middelen die je hebt."

Formidable Shield
Het Italiaanse FREMM-fregat ITS Antonio Marceglia, met Zr.Ms. De Zeven Provinciën en USS Roosevelt (Arleigh Burkeklasse) tijdens de oefening Formidable Shield in mei 2021. (Foto: Amerikaanse marine)

Klassiek voorbeeld
Rouffaer haalt de oefening Formidable Shield aan als "een zeer eenvoudig, duidelijk en klassiek voorbeeld" van collaborative combat. Tijdens de meest recente editie van die oefening werd een ballistisch doel vanuit Schotland gelanceerd om via de ruimte richting de Atlantische oceaan naar aarde terug te keren. Het Nederlandse Luchtverdedigings- en Commandofregat Zr.Ms. De Zeven Provinciën moest het doel met de nieuwe SMART-L MM/N van Thales detecteren. "Absoluut een klassiek voorbeeld", gaat Rouffaer verder. "Het LCF detecteerde het doel, het Amerikaanse schip USS Paul Ignatius zag het doel niet, maar lanceert alvast op basis van de informatie van de Zeven Provinciën een raket. Die informatie was al langs allerlei hoofdkwartieren gegaan, voordat die tot de lanceerbeslissing gekomen is. Het is natuurlijk technologisch een hoogstandje geweest, maar dit was nog een betrekkelijk eenvoudig scenario."

Een ander voorbeeld. Rouffaer: "Er wordt binnen Thales ook gesproken over de mogelijkheden om één schip binnen een maritieme taakgroep de aansturing van de radarsystemen van de andere eenheden te kunnen laten overnemen. Dit schip kan dan de detectiecapaciteit van radars van andere schepen concentreren op bepaalde sectoren. Een stap verder is dat ook radars buiten het verband, overgenomen kunnen worden. Binnen een aantal landen wordt daar wel over gedacht."

"De volgende stap is dat één schip in een eskader de radar én de wapens van een ander schip gebruikt. De hele engagementplanning kan je met collaborative combat zo doen dat meerdere schepen niet hetzelfde doel bestrijden, of juist wel, maar dan volgens een plan."

"Dit is niet alleen op zee, het werkt ook op land. Twee mariniers zitten ergens in het veld, met een camera op hun helm. Ze kijken met verschillende posities naar hetzelfde doel. Met een soort kruispeiling heb je meteen een positie en dan kan een tank die weer een eind verderop staat in een keer een granaat op die plek neerleggen, geheel automatisch zonder dat de tank zelf het doel gezien heeft."

"Met de introductie van onbemande autonome systemen, vliegend, varend of onder water, komt er veel meer informatie die gedeeld kan worden met andere eenheden."

Uitdagingen
De voordelen zijn duidelijk en een concept dat gebaseerd is op verbindingen klinkt heel haalbaar in onze huidige maatschappij waarbij we steeds meer gebruik maken van internet. Toch zijn de uitdagingen enorm. Toen het Noorse fregat Helge Ingstad in 2018 door een groot schip werd aangevaren en water naar binnen stroomde, kreeg de bemanning in de Technische Centrale in mum van tijd 564 verschillende alarmmeldingen op hun scherm. Het systeem gaf daarbij geen prioriteit aan. Uiteindelijk werden verkeerde beslissingen genomen en zonk het schip.

"De fysieke wereld en de realiteit zijn altijd weerbarstiger dan het mooiste laboratorium", zegt Rouffaer. "Het verwerken van de enorme hoeveelheid aan data vormt een uitdaging. Als je iedereen alles geeft, raken mensen snel overbelast. Daar komen big data en Artificial Intelligence bij kijken. Je systemen moeten helpen bepalen welke informatie relevant is, moeten filteren om overbelasting te voorkomen. Er zijn ook methoden dat je je kunt abonneren op een soort informatie, in plaats van dat je een ongelimiteerde hoeveelheid krijgt en je het zelf maar moet uitzoeken."

"De vraag is ook welke informatie ga je uitwisselen, want hoe meer informatie je uitwisselt, hoe groter de bandbreedte die je nodig hebt. Hoe groter de bandbreedte, hoe hoger de frequentie, hoe hoger de frequente, hoe korter het bereik. Dat zijn zaken die spelen. Willen we gebruik maken van satelliet? Ja natuurlijk. Maar als satellieten uit de ruimte worden geschoten, met name communicatiesatellieten, en het is niet onaannemelijk dat dat in een serieuzer conflict gebeurt, dan zul je het op een andere manier moeten doen. Je zult een soort robuustheid en redundantie moeten inbouwen, ook als er satellieten wegvallen."

"De gebruiksvriendelijkheid van de systemen is van belang. Hoe zorg je dat de mens er op een goede manier mee om kan gaan? Dan heb je natuurlijk nog de ethische en juridische aspecten die je moet afwegen. Welke beslissingen leg je bij de mens en welke bij een algoritme? Dat zijn er wel een paar."

En dan zijn er nog meer uitdagingen. "Network latency is ook een hele belangrijke. Je moet informatie tijdig krijgen. Als je informatie van 10 minuten geleden ontvangt kan het te laat zijn. Of zelfs contraproductief; soms kan je beter informatie helemaal niet krijgen dan informatie die te laat is."

Meer verbindingen levert een grotere kwetsbaarheid op. Niet alleen het vlaggenschip wil de radars en wapens van andere schepen aansturen, ook de tegenstander wil dat. "Maar dat is inderdaad het kwetsbare van collaborative combat omdat er talloze verbindingen zijn. Daar zullen we toch met oplossingen voor moeten komen zodat ze niet gehackt kunnen worden. En als er een hackpoging is, dat dat tijdig wordt gezien en alternatieve verbindingen tot stand gebracht kunnen worden."

Bij enkele marines wordt juist minder gewerkt met GPS, maar wordt weer vaker genavigeerd met middelen die niet te hacken zijn. "Er zijn meer voorbeelden", zegt Rouffaer. "Sommige zaken kan je ook oplossen door nieuwe technologieën toe te passen. Maar collaborative combat, daar ontkom je haast niet aan. Het is nu eenmaal een gegeven dat je met een radar met een zekere frequentie maar tot een zekere afstand kan kijken. Maakt niet uit hoeveel vermogen je in een radar stopt, je kunt niet onder de radarhorizon kijken. Dan zal je toch echt, gelet op de dreiging van steeds snellere raketten, daar in een collaborative concept iets tegen doen, waarbij je de informatie van buiten haalt. Andere eenheden die op grote afstand opereren, daar zul je toch mee moeten communiceren. Dat is onvermijdelijk. Dat je zaken als navigatie anders doet, bijvoorbeeld op basis van zeebodemcontouren en het zo lokaal houdt, dat is mooi. Maar als je naar synergie streeft tussen verschillende eenheden, zullen ze wel met elkaar moeten praten en dat gebeurt niet per kabel."

Commandocentrale
Een commandocentrales van een LCF. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Bevelstructuur
Als data op een andere manier gedeeld gaat worden, dan kan dat betekenen dat ook andere eenheden of andere mensen zeggenschap (willen) krijgen over acties of operaties. Wat zijn de veranderingen op het vlak van de bevelstructuur? "Dat is nog een beetje te vroeg", antwoordt Rouffaer. "Het is wel een van die zaken die in de komende tijd bijzonder goed geregeld moet worden. Maar daar gaat Thales niet over natuurlijk. Politici en militairen moeten daarover beslissen."

Toch is Rouffaer bereid om zijn visie te geven: "Je kan zeker beslissingen op een lager niveau neerleggen. De keuze die misschien gemaakt wordt, kan dan afwijken van een centraal genomen beslissing. Vanwege de hoeveelheid van data, zou het juist meer gecentraliseerd kunnen worden. Dat hangt af van de filosofie van de gebruiker, daar kunnen wij als industrie geen antwoord op geven. Nederland kiest over het algemeen meer voor een federale benadering, omdat dat je meer weerbaarheid geeft. Je kan minder gestoord worden en het is robuuster in zekere zin. Als je het centraal regelt en het gaat daar fout, dan gaat alles mis."

"Hier speelt natuurlijk ook AI een belangrijke rol en het tempo van de strijd. In hoeverre gaat AI de beslissingen overnemen? Neemt de mens de beslissing met steun van AI? Of gaan we zo ver dat die beslissingen worden overgenomen door AI? Dat is geen makkelijke discussie. Maar het tempo van de strijd gaat omhoog. Op een gegeven moment kun je de vraag stellen, heb je überhaupt wel de tijd om mensen in besluitvormingsprocessen te betrekken?"



Volgende stappen
Wat is er nodig om de volgende stappen te kunnen zetten? "Wat wij nodig hebben, is dat we zo breed mogelijk standaarden ontwikkelen die het gefaseerd invoeren van deze architectuur mogelijk maken. Je kunt het realiseren zonder technische doorbraken. Die technische ontwikkelingen die komen eraan of zijn er al."

"Collaborative combat zal gebruik maken van clouds en die zijn er al. Maar hoe zorg je ervoor dat de informatie in die clouds veilig is. Dat is met name een kwestie van afspraken maken en het gestructureerd opbouwen en voortzetten. En je moet het natuurlijk ook testen. Kleinschalig beginnen, testen, implementeren en uitbreiden. Stapje voor stapje."

Klein beginnen is een belangrijk punt, zegt Rouffaer. "Met het toenemen van het aantal actoren in een netwerk explodeert het aantal combinaties. Het kan al heel snel in korte tijd ongelofelijk complex worden. Vermoedelijk kan je die complexiteit niet in één keer aan, en kan je dus niet in één keer een systeem neerzetten. Wat daarom van belang is, is dat er vooraf goede interfacedefinities afgesproken worden, en we naar een open architectuur gaan, zodat je op kleinere schaal kunt starten en steeds verder uitbreiden."

Dit proces is al in gang gezet, zegt Rouffaer. "Maar het is wel iets waar meer voorrang en meer urgentie aan gegeven mag worden om al die standaarden te definiëren."

NAVO
Veel verschillende bedrijven, organisaties en overheden zullen bij dit concept worden betrokken. Een belangrijke rol is volgens Rouffaer weggelegd voor de NAVO. "De NAVO is in ieder geval de grote aanjager en zich heel erg bewust van de enorme versnelling die zowel Rusland als China op militair gebied maken. Wij zullen een doorbraak moeten forceren in onze capaciteiten, om die dreiging het hoofd te bieden. De NAVO bestaat uit landen en koopt of ontwikkelt over het algemeen zelf geen systemen."

"Wat de NAVO wel kan doen is het definiëren van standaarden. Dat is een heel belangrijke rol. Er is binnen de NAVO zelfs een speciale afdeling voor standaardisatie. Die beheert het, maar die standaardisatie moet wel vanuit de operationele hoek gedreven worden. De NAVO maakt er ook werk van en probeert landen en industrieën te bewegen om standaarden tot stand te brengen. Het gebied dat vooroploopt zijn de onderwatersystemen. Daar wordt nu heel hard gewerkt aan communicatiestandaarden om onderwater toch te communiceren om zo te kunnen tasken, opdrachten meegeven en te besturen. De NAVO zit daar best achteraan."

Noodzaak
Ondanks alle uitdagingen en hindernissen die overwonnen moeten worden, ziet Rouffaer geen andere weg vooruit. Vanzelfsprekend wordt ook in minder bevriende landen gewerkt aan dit concept. Rouffaer: "De laatste tijd is wel heel duidelijk gebleken dat de noodzaak om sneller en intelligenter te reageren dan de potentiële tegenstanders, er is. We zullen echt met zijn allen in het Westen naar een collaborative combat-achtige architectuur moeten. Je kunt het collaborative combat noemen, of zoals in VS advanced battle management system. Het maakt niet uit hoe je het noemt, maar het idee is hetzelfde. En Thales kan hier natuurlijk aan bijdragen."

Dit is een gesponsord artikel. Bij een gesponsord artikel kiest een opdrachtgever het onderwerp van het artikel. Thales heeft Marineschepen.nl betaald om dit artikel te schrijven over dit onderwerp, maar Thales had geen invloed op de journalistieke inhoud.



comments powered by Disqus




Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Dossiers

Gerelateerde artikelen
Cyber op zee