Nog meer Amerikaanse korvetten uit dienst - is er nog toekomst voor modulaire concepten?
Door: Frederik van Lokeren
Bericht geplaatst: 22-03-2022 | Laatst aangepast: 22-03-2022
Het Littorial Combat Ship (LCS) is een type van marineschepen ter grootte van een korvet dat in dienst is bij de Amerikaanse marine. Deze schepen, ontworpen voor maritieme conflicten van lage intensiteit, waren een goed concept tijdens vredestijd, maar werden overschaduwd door de nood aan fregatten om een antwoord te bieden aan de expansie van de Amerikaanse marine. Revolutionair in hun modulair ontwerp, maar geplaagd door technische gebreken, beslist de Amerikaanse marine nu om de tien schepen van de Freedomklasse uit dienst te nemen. Waren deze schepen een verspilling van tijd en geld of is er nog ruimte voor hun inzet in de hedendaagse wereld?
Freedomklasse-LCS USS Little Rock werd in december 2017 in dienst gesteld, maar gaat volgende week woensdag 31 maart 2022 al uit de vaart. Na indienststelling van de Little Rock kon de Amerikaanse marine er ook niet gelijk van genieten. De schepen worden ver landinwaarts gebouwd en moeten daarna via rivieren en meren naar zee. Dat probeerde de Little Rock wel, maar ruim een maand na indienststelling, zat het schip vast in het ijs in Canada. (Foto: Amerikaanse marine)
Het eerste LCS werd in 2008 in dienst gesteld en al in september 2021 uit de vaart genomen. In totaal zijn nu vier LCS'en uit dienst gesteld en volgens het Amerikaanse blad Politico wil de Amerikaanse marine acht tot tien van de Freedomklasse LCS'en uit dienst stellen. De schepen kostten zo'n 360 miljoen dollar per stuk (de eerste schepen meer), maar zouden ook zo'n 30 jaar in dienst moeten blijven. Sommige LCS'en zijn slechts zeven jaar in dienst geweest. De reden voor versnelde uitdienststelling is de onophoudende technische problemen en bijkomende kosten, maar het concept past de Amerikaanse marine ook al een tijd niet meer.
Ontworpen in de juiste tijdsperiode
Aan het einde van de Koude Oorlog bevond de Amerikaanse marine zich in dezelfde positie als de Britse marine aan het einde van de Napoleontische Oorlogen. De afwezigheid van een direct maritieme tegenstander van hetzelfde kaliber was verdwenen en een directe nieuwe tegenstander was voor de eerstkomende tijdsperiode niet aanwezig. Als gevolg hiervan diende de Amerikaanse marine haar positie en organisatie kritisch te beoordelen, al was het maar haar budgetten te verantwoorden tegenover het Amerikaanse Congres.
De Amerikaanse marine had echter al lang door dat de echte bijdrage van een marine gemeten kon worden aan hoeveel macht het op land kon projecteren, dit door ofwel missielen te lanceren, luchtaanvallen op landdoelen uit te voeren of amfibische troepen te landen op een kustlijn. Het wegvallen van de Sovjetvloot aan het einde van de Koude Oorlog betekende ook dat de Amerikaanse marine geen evenwaardige tegenstander had op volle zee die over dezelfde capaciteiten beschikte, waardoor het nut zich puur op zeeslagen toe te spitsen niet langer werkbaar was.
Er zou echter wel nog altijd nood zijn aan een sterke marine die op volle zee kan opereren, maar de nadruk na de Koude Oorlog lag op regionale en kleine lokale conflicten, niet meer op het uitvechten van een volle oorlog op zee. In het standpunt van de Amerikaanse marine zou de nood aan maritieme inzet na de Koude Oorlog zich verplaatsen van strijd op volle zee naar een strijd in de kustwateren, de litorale zone, die zich bovendien in een lager geweldspectrum zou bevinden en vooral zou bestaan uit beschermen van de scheepvaart.
Tijdens de jaren '90 werd dit concept verder vorm gegeven om rond de eeuwwisseling uit te groeien tot een vatbaar concept. In dezelfde periode werden de fregatten uit de Oliver Hazard Perryklasse uit dienst genomen en werd er gekeken naar een mogelijke opvolger voor deze schepen. Met een visie gericht op een groeiend aantal operaties in de kustwateren, kwam de nadruk dan ook te liggen op het ontwikkelen van een schip dat perfect in deze wateren kon opereren.
Het antwoord was een schip ter grootte van een korvet dat in de kustwateren kan opereren tegen asymmetrische dreigingen. Hierdoor zouden de torpedobootjagers uit de Arleigh Burkeklasse en de kruisers uit de Ticonderogaklasse vrij blijven om zich te specialiseren op oorlogsvoering op zee tegen gelijkwaardige tegenstanders.
Het littoral combat ship (LCS) moest aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moest het schip in staat zijn om twee helikopters mee te dragen, moest het in staat zijn om een beperkte troepenmacht met voertuigen te transporteren en moest het schip specifieke missiemodules mee kunnen nemen. Deze modules omvatten het materiaal dat nodig was om een specifieke taak op zee uit te voeren zoals bijvoorbeeld mijnenbestrijding. Door de modules aan boord om te wisselen kon het schip relatief snel omgevormd worden voor een nieuwe taak indien de situatie dit vereiste.
De bedoeling was om het LCS in te zetten in de kustwateren van het Midden Oosten en Zuidoost Azië waar men de scheepvaart kon beschermen. Met opdrachten zoals mijnenbestrijding, anti-piraterij, jacht op onderzeeboten en het inserteren en oppikken van kleine groepen amfibische strijdkrachten en special forces. Hun capaciteiten om op vijandelijke oppervlakteschepen te jagen was beperkt. Een LCS is in staat om tot 40 knopen te varen en uitgerust met een snel vurend 57mm kanon. Hierdoor zijn deze schepen ideaal om snelle aanvalsboten en raketboten te onderscheppen en aan te vallen zoals bijvoorbeeld de gewapende speedboten die gebruikt worden door de Iraanse Revolutionaire Garde.
Ingezet in de verkeerde tijdsperiode
Het LCS-concept is een werkbaar concept in vredestijd waarbij de maritieme dreiging beperkt is en de inzetbaarheid van maritieme eenheden beperkt is tot een lage intensiteit in een geweldsspectrum. Hun taken zijn beperkt tot het opereren in de kustwateren, maar de bedoeling is dat grotere eenheden van de Amerikaanse marine zich zo konden toespitsen op operaties op volle zee. Het LCS is veel kleiner dan een torpedobootjager en een kruiser en bevat minder bemanningsleden. Door LCS'en te gebruiken voor operaties in de kustzone in plaats van de grotere schepen kon hiermee de kost voor maritieme operaties beperkt gehouden worden.
De ontwikkeling en bouw van het LCS duurde echter te lang om hiervan een succesverhaal te maken. Tussen het ontwikkelen van de visie, het ontwerpen van de schepen en het effectief neerleggen van deze schepen lag een periode van bijna drie decennia. Het eerste schip, USS Freedom, werd pas in november 2008 in dienst genomen.
Tegen dan was de wereld weer volop aan het veranderen. De Chinese marine was volop gestart met haar eigen expansieprogramma met de bedoeling om tegen 2025 een op evenwaardige rivaal voor de Amerikaanse marine te zijn. Bijgevolg lag de nood nu niet langer meer naar regionale oorlogen of asymmetrische dreigingen maar weer bij oorlogsvoering op volle zee.
Met China als een mogelijke tegenstander in de nabije toekomst werd het concept van een LCS opnieuw beoordeeld en de gevolgen waren duidelijk. Een LCS was te klein voor oorlog op volle zee, kon niet al te lang op zee blijven zonder bevoorrading, was te zwak bewapend en niet in staat om in een hoog geweldsspectrum actief mee te vechten. Verder bleek ook dat een korvet in een oorlog van hoge intensiteit geen tot zeer kleine overlevingskansen had indien het geraakt werd door anti-scheepsraketten.
Van de Independenceklasse is één schip uit dienst gesteld, het tweede volgt volgende week na bijna acht jaar in gebruik te zijn geweest. Onder het helidek en de hangar is de mission bay waar modules in de vorm van zeecontainers geplaatst kunnen worden. Die containers kunnen bijvoorbeeld apparatuur bevatten voor mijnenbestrijdingsoperaties. (Foto: Amerikaanse marine)
Meer en meer problemen
Het modulair ontwerp speelde het schip ook te parten omdat het specifiek op één taak was gefocust en niet in staat was om tegelijkertijd alle taken uit te voeren. De schepen misten multifunctionaliteit omdat de missiemodules slechts één specifieke taak toelaten. Veranderen van taak vereiste de inbouw van een compleet nieuwe module waardoor het schip enkele dagen de haven in moest.
Een bijkomend probleem was dat het LCS bestond uit twee verschillende scheepsklassen, de Freedomklasse ontwikkeld door Lockheed Martin en de Independenceklasse van General Dynamics. Beide klassen worden door verschillende scheepswerven gebouwd en zijn zo verschillend van ontwerp dat het onmogelijk is om de bemanningen tussen beide klassen snel en eenvoudig uit te wisselen.
Het finale probleem bij de LCS'en van de Freedomklasse waren de reductiekasten die de omschakeling tussen de diesels en de gasturbines moest toelaten. De Freedomklasse heeft een ontwerpfout in deze reductiekasten wat al tot meerdere problemen heeft geleid. Er bestaat nu eindelijk een oplossing voor dit ontwerpfout, maar het vereist dat de romp van de schepen wordt opengesneden om de werkzaamheden uit te voeren. Dit is een extra kost die de Amerikaanse marine er niet langer meer wil bijnemen.
Een container met Sea Sparrow missiles wordt aan boord van een Deens Flyvefiskenklasse patrouilleschip gezet. Deze klasse, uit de jaren '80, kent een modulair concept, STANFLEX. Dat is later op meerdere schepen toegepast. (Foto: Deense marine)
Einde LCS
Al deze vermelden problemen heeft de Amerikaanse marine doen inzien dat het LCS niet langer meer kunnen gebruiken en dat er nood is aan een multifunctioneel oorlogsschip dat inzetbaar is tegen de Chinese marine. Dit oorlogsschip zijn de fregatten uit de Constellationklasse die de LCS'en op termijn moeten vervangen.
De Amerikaanse marine is nu begonnen met het LCS-programma in versneld tempo stop te zetten. Eerder liet het al weten dat het geen nieuwe LCS'en ging accepteren in de vloot maar nu is de beslissing gevallen om ook de tien schepen uit de Freedomklasse niet meer te bemannen en in een reservestatus te plaatsen. De schepen van de Independenceklasse worden nog gespaard. Mogelijk omdat deze schepen iets beter ontwikkeld zijn en onlangs bewapend werden met kleine anti-scheepsraketten op de boeg, hoewel deze capaciteit nog altijd te klein is om mee te draaien in een conflict van hoge intensiteit.
Revolutionair modulair design
Centraal binnen het ontwerp van het LCS was het modulair design waarbij het schip werd uitgerust met missie specifieke modules. Deze modules, ontworpen op de grootte van een standaardcontainer, lieten het schip toe om een gespecialiseerde functie uit te oefenen. Een module met onderwaterdrones en duikuitrusting moest het toelaten om mijnenjacht uit te oefenen, een andere module was ontworpen voor anti-onderzeebootbestrijding en andere modules bevatten RHIB's om aan anti-piraterij opdrachten te kunnen doen.
De bedoeling was om elk LCS van een standaardbemanning te voorzien die het schip bestuurde en onderhield terwijl de missie-specifieke module en de gespecialiseerde bemanning daarvoor telkens in een haven omgewisseld konden worden. Ondanks dat de Deense marine met hun STANFLEX-concept al jaren eerder met hun modulaire schepen begon, was deze benadering was indertijd nieuw. Met dit concept konden scheepsbemanningen verkleind worden, weliswaar door multifunctionaliteit op te offeren. De ongebruikte missiemodules kon men vervolgens gebruiken om gespecialiseerde bemanningsleden mee op te leiden zonder dat de operationele tijd van een schip in het gedrang te brengen.
Het modulaire ontwerp had echter ook zijn tegenstanders, door de multifunctionaliteit op te offeren kon een LCS niet direct reageren op dreigingen waarvoor het niet de juiste module voor aan boord had. Het overbrengen van de modules naar een vreemde haven en het uitwisselen brachten eveneens een extra kost met zich mee waardoor men aan de rendabiliteit van het systeem terecht opmerkingen kon plaatsen.
Zolang het schip echter in een scenario laag in het geweldspectrum zou blijven, waren de tekortkomingen van het modulair ontwerp nog te overzien. Opdrachten zoals mijnenbestrijding in vredestijd en anti-drugs en anti-piraterijpatrouilles vergen geen multifunctioneel oorlogsschip. Tegelijk kwam de grootste dreiging van snelle aanvalsboten waarvoor de hoge snelheid van het LCS en het snel vurend 57mm kanon voldoende voor moet zijn.
Illustratie van de nieuwe Amerikaanse fregatten van de Constellationklasse, gebaseerd op de Italiaanse FREMM. (Beeld: Fincantieri marine)
Toekomstperspectieven
De tekortkomingen van het LCS vallen vooral in de operationele inzet en de nieuwe dreiging waarmee de Amerikaanse marine mee geconfronteerd wordt. De opkomst van de Chinese marine dwingt de Amerikanen om zich weer te richten op maritieme conflicten van hoge intensiteit waarvoor er geen plaats is voor LCS'en. Tegelijk blijken structurele gebreken met de aandrijving van de schepen extra kosten met zich mee te brengen die de Amerikanen niet langer meer wensen te accepteren nu de aandacht ligt op het bouwen van grotere schepen.
Met het uit dienst nemen van de LCS'en sneuvelt ook naar alle waarschijnlijkheid het concept van modulair ontwerp en de inzet van specifieke-missie modules in de Amerikaanse marine. De nood voor multifunctionaliteit neemt daarentegen sterk toe, deels ten gevolge van de snel veranderde wereld en de vergrote kans voor maritieme conflicten in de nabije toekomst.
De vraag of het multimissie-schepen, in de toekomst nog een rol zullen spelen zal sterk afhangen van de maritieme noden van kleinere marines die zich enkel focussen op regionale dreigingen. Het concept van deze schepen kan nog altijd een rol spelen in de nabije toekomst in bepaalde regio's zoals de Perzische Golf voor een tegengewicht te bieden aan de Iraanse marine of de counterdrugs-operaties in de Caraïben waar kleine snelle schepen uitgerust met RHIB's en helikopters een goedkoop alternatief zijn voor fregatten. Deze logica kan ook worden verder getrokken naar marines die zich inzetten op anti-piraterij missies rond Afrika zoals in de Golf van Guinea en de Golf van Aden. Mits deze schepen betaalbaar zijn en naar behoren functioneren.