Marineschepen.nl
 
   
 

Fairwind 2000: de laatste grote eskaderreis


Laatst aangepast: 17-06-2013

Fairwind 2000 was de laatste grote reis die de krimpende Koninklijke Marine heeft ondernomen. De reis voerde vier Nederlandse schepen en één Belgisch fregat naar verre landen als China, Japan en Indonesië.
Voor het eerst op internet een overzicht van deze bijzondere reis in het kader van 400 jaar handelsbetrekkingen met Japan.


Fairwind 2000
De route die de kern van het eskader tijdens Fairwind 2000 heeft afgelegd. De rode lijn is heen en de blauwe terug. Individueel hebben sommige schepen andere havens aangedaan. Zo is BNS Wandelaar na Singapore niet naar Japan, maar naar China gegaan. (Bron: herinneringsboek "Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000")

Toen een select gezelschap van Hr.Ms. De Ruyter ruim een jaar voor vertrek hoorde dat het GW-fregat "genomineerd" was voor de vijfde Fairwind-reis sinds ‘86, werd alles in het werk gesteld om mee te kunnen. Dat was nogal wat want het schip had een tussentijds onderhoud gepland, een druk vaarprogramma en het inmiddels 24 jaar oude fregat was duur geworden in gebruik. Er was zelfs een lobby nodig, maar uiteindelijk werd het schip aangewezen voor Fairwind 2000. Het zou de laatste verre reis blijken; een dik jaar later werd Hr.Ms. De Ruyter uit dienst gesteld en voor de sloop verkocht.



Begin maart 2000 was de De Ruyter echter “super operationeel” en kon het GW-fregat als vlaggenschip van het Belgisch-Nederlands Taak Groep (BNLTG) de schepen aanvoeren.
Aan boord van het vlaggenschip was de eskaderstaf geïnstalleerd, met aan het hoofd commandeur J.G.A. Brandt, de eskadercommandant.

De voornaamste bestemming van de Fairwind 2000-reis was Japan. De Koninklijke Marine zette met het vlootbezoek luister bij aan de festiviteiten in het kader van 400 jaar betrekkingen tussen Japen en Nederland.
Een speciale rol was weggelegd voor Hr.Ms. Van Nes en Hr.Ms. Amsterdam die als relatief jonge schepen als platform dienden voor de Nederlandse handelsdelegaties. Deze delegaties werden aangevoerd door ZKH Prins Willem-Alexander, met o.a. de toenmalige ministers van Buitenlandse Zaken (Van Aartsen) en Economische Zaken (Jorritsma) in het gevolg.

Ook de herdenking van de Slag in de Javazee was een belangrijk moment van de reis. Een logische belangrijke doelstelling van iedere eskaderreis was natuurlijk het op peil houden van de geoefendheid, maar ook het maken van een interessante reis voor de bemanningen en het demonstreren en testen van het (logistieke) vermogen om langdurig wereldwijd te opereren. 1

Fairwind 2000
Vrouwelijke bemanningsleden van Hr.Ms. De Ruyter. (Foto: Koninklijke Marine)

Het formeren van de “vloot”
Het eskader vertrok niet in één keer vanuit Den Helder. De schepen ontmoetten elkaar op zee.
Het L-fregat Hr.Ms. Witte de With was het eskader al vooruit gesneld en nam sinds 1 maart 2000 deel aan de Multinational Interception Force in de Perzische Golf. Hier voer het schip om het handelsembargo van de Verenigde Naties tegen Irak te handhaven.2

In de tussentijd werden in Den Helder en Zeebrugge voorbereidingen getroffen voor de reis. De schepen werden volgeladen en de bemanning werd geïnformeerd over de leefgewoonten en gebruiken in de diverse te bezoeken landen. 3

Op een ijskoude zondag 5 maart werd Hr.Ms. Amsterdam in de Helderse marinehaven uitgezwaaid en vertrok naar zee. Een dag later was het de beurt aan Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Van Nes. De drie schepen voeren naar het zuiden waar BNS Wandelaar zich bij de groep voegde. Het Belgische fregat van de Wielingenklasse was vanuit Zeebrugge vertrokken.

Belgische inbreng
De Belgisch-Nederlandse samenwerking op marinevlak stamt al uit 1948. Dat de Wandelaar en een Alouette helikopter deel uitmaakten van het eskader was een logische stap. Sinds 1996 hebben de Belgische en Nederlandse marine een geïntegreerd operationeel commando (ABNL genaamd) en in 1999 werd een Belgische Alouette helikopter voor het eerst meegenomen als boordhelikopter aan boord van een Nederlands marineschip. 4

Flottielje-admiraal Rosiers legde aan VOX, het maandblad van de Belgische Defensie uit: “Zo’n lange tijd zo ver van huis was een buitenkans om onze operationele capaciteit te testen. Oefeningen vonden niet enkel plaats in de schoot van het eskader, maar ook in samenwerking met buitenlandse marines. Wat België aangaat was de campagne ook een antwoord op een uitnodiging van de Chinese zeemacht, als gevolg van wederzijdse bezoeken van militaire delegaties van hoog niveau in China en in België.

Nederland van zijn kant wou zijn 400 jaar handelsrelaties met Japan vieren. Bovendien wilden we beiden aanwezig zijn in Korea om de 50ste verjaardag van de Korea-oorlog te herdenken. Daar is dan nog een steunopdracht t.v.v. het Ministerie van Economische Zaken bovenop gekomen.”

Fairwind 2000
Het Belgische fregat BNS Wandelaar en Hr.Ms. De Ruyter tijdens Fairwind 2000. (Foto: Marc Hermsen)

Nieuw
Onderweg naar de Middellandse Zee maakten Hr.Ms. De Ruyter, Hr.Ms. Van Nes, Hr.Ms. Amsterdam en BNS Wandelaar contact met de Franse schepen FS De Grasse en FS Primauget. 5 De meeste aandacht ging echter uit naar FS La Fayette, het nieuwe fregat van de gelijknamige klasse waarbij voor het eerst “stealth” ver was doorgevoerd. Tot 25 maart zou dit fregat meevaren om gezamenlijk te kunnen opwerken. Er werd geoefend in luchtverdediging, onderzeebootbestrijding, oppervlakteoorlogvoering, brand- en averijbestrijding.

Gedurende deze tijd maakten de Nederlandse opvarenden gretig gebruik van twee nieuwigheden: live Nederlandse televisie dankzij satellietontvangst op zee en e-mail. Volgens het MarineNieuws van april 2000 werden maar liefst 150 mails per dag verzonden. Overigens was niet alles elektronisch aan die mails, want in deze begintijd van e-mail aan boord moest de bemanning mailtjes op een computer typen, opslaan op een (vierkante) diskette en afgeven bij de verbindingsdienst. Binnenkomende mail werd door de verbindelaars uitgeprint en aan de geadresseerde overhandigd.

Boldergate in Egypte
Op 16 maart liep het eskader de Egyptische havenplaats Alexandrië binnen. Bij het afmeren trok Hr.Ms. De Ruyter echter een bolder van de kade los. Het GW-fregat leek er mee weg te komen en de bemanning stortte zich na de afmeerborrel in een weekend vol pyramides, souvenirs, musea, kamelentochten en Arabische diners inclusief buikdanseressen.
Net als in iedere buitenlandse haven was er echter voor een deel van de bemanning genoeg werk te doen en vooral de Logistieke Dienst had de handen vol aan het laden van goederen voor de komende 17 dagen op zee. Ook kwamen instructeurs van de NBCD-school vanuit Nederland aan boord die de komende tijd de bemanning zouden gaan testen op brand- en averijoefeningen.

Toen de schepen op 19 maart afgeladen met ervaringen, souvenirs en foto’s, wilden vertrekken naar zee, bleek het “bolder-verhaal” volgens de Egyptische autoriteiten niet naar wens te zijn afgerond. Voor de bolder die, volgens het MarineNieuws, los op de kade had gestaan moest nog afgerekend worden. De commandant van Hr.Ms. De Ruyter KTZ Leon Bruin wilde zich niet tegen laten houden, maar na enig overleg werd toch de “boldergate harmonieus afgesloten” en konden de schepen koers zetten naar het Suez-kanaal.

De passage door het Suez-kanaal was voor velen een hele belevenis, al had een deel van de passage ‘s nachts plaats. Het Europese blauw werd ingeruild voor het bij de marine geliefde khaki uniform en het kleurenschema kreeg dagelijks de aandacht.

Het eskader voer met FS La Fayette de Rode Zee in en hier kregen de bemanning van Hr.Ms. De Ruyter de kans om een kijkje te nemen aan boord van het super moderne Franse fregat. Het was dringen, want er was veel interesse. 6
Tegelijkertijd werd in de Rode Zee door de fregatten weer druk geoefend op allerlei oorlogsscenario’s.

Kamervragen
Geen echte reis zonder Kamervragen. Op 22 maart 2000 stelde Tweede Kamerlid Harry van Bommel (SP) een reeks vragen aan de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken over de Fairwind-reis. Van Bommel vroeg zich af of Nederland met de reis niet een bijdrage leverde aan de “wapenwedloop” tussen Noord en Zuid-Korea en de militaire opbouw van China.

Van Bommel werd geantwoord dat Nederland een zeer restrictief wapenexportbeleid heeft, in China alleen de (destijds vrije) havenstad Hong Kong aan werd gedaan en de uitvoer van militaire goederen naar Zuid-Korea zou worden getoetst aan de criteria van het wapenexportbeleid en de bepalingen van de EU-Gedragscode.
Ook werden de deelnemende bedrijven opgesomd: acbLips, Ballast Nedam International, HITT, Hollandse Signaalapparaten, Imtech Marine & Industry, RDM Submarines, Koninklijke Schelde Groep, Van Halteren Metaal, Wärtsilä NSD Nederland, Eurometaal en de Koninklijke Schelde Groep.7

Fairwind 2000
Het eskader is compleet. Van links naar rechts: M-fregat Hr.Ms. Van Nes, BNS Wielingen, bevoorrader Hr.Ms. Amsterdam, GW-fregat Hr.Ms. De Ruyter en L-fregat Hr.Ms. Witte de With. (Foto: Koninklijke Marine)

Compleet door de Indische Oceaan
Het weekend van 25 maart bracht het eskader door op zee. Om toch een weekendgevoel te hebben werd voor de liefhebbers provisorische zwembaden op de helidekken gebouwd. Vooral voor de wassers, die even wilden ontsnappen uit de bloedhete wasserij, moet het een verademing zijn geweest.

De schepen voeren door en er werden regelmatig bevoorradingen op zee uitgevoerd met Hr.Ms. Amsterdam. Na het vertrek van FS La Fayette, kwamen twee andere schepen even het eskader gezelschap houden. Ditmaal waren het USS Samuel B. Roberts (OH Perry klasse fregat) en USS Laboon (Arleigh Burke klasse torpedobootjager). Ook nu mochten liefhebbers een kijkje nemen en werden zij op zee overgezet naar het andere schip. 8

Op 30 maart verscheen Hr.Ms. Witte de With aan de horizon en voegde zich bij het eskader. Eindelijk was de TaakGroep compleet, en ook belangrijk: het L-fregat bracht veel post mee dat met open armen werd ontvangen. 9

Op 2 april kreeg het eskader land in zicht. In de vroege uren kwamen de Nicobaren eilandengroep en de noordkust van Sumatra in beeld. Het vlootverband had na het vertrek van 19 maart uit Alexandrië in ruim twee weken o.a. de Arabische Zee en de Indische Oceaan overgestoken.

Hr.Ms. Witte de With nam voor even weer afscheid van het eskader en zette koers naar de hoofdstad van Maleisië, Kuala Lumpur. De andere schepen meerden op 5 april af in Singapore waar direct diverse gasten als de Staatssecretaris van Defensie aan boord kwamen en een drakendansgroep op de kade een heus optreden verzorgde. Na een kranslegging, een voetbalwedstrijd, diverse toeristische attracties en lange nachten in het Singaporese uitgaansleven, vertrokken de schepen zondagochtend vroeg. Bestemming: Nagasaki.10


Bekende beelden van Hr.Ms. Van Nes nabij Japan. Toenmalig Hoofd Logistieke Dienst Van Huizen in een reactie op Youtube: "Het lijkt een zeer ruwe zee maar het effect werd vooral veroorzaakt door tegen de golven in te varen. Binnen in het schip was het nog redelijk rustig. De enige schade die tijdens deze sessie werd opgelopen is een paaltje van het hekwerk op de boeg (is na de laatste klap te zien -- het staat schuin door de klap met het water)."

Holland-Week in Japan
De periode 9 t/m 17 april had in het teken gestaan van oefenen voor de vele ceremonies die gepland stonden en het oppoetsen van schepen en helikopters. Niet voor niets, want het eskader werd met veel ceremonie welkom geheten midden in de Japanse havenstad. Er waren toespraken, cadeaus, er was muziek en veel pers. En dat was nog slechts het begin van de “Holland-week”.

Op de helidekken van Hr.Ms. Van Nes en Hr.Ms. Amsterdam waren stands van de aanwezige Nederlandse bedrijven neergezet. De Economische VoorlichtingsDienst en de Dutch Japanese Trade Organisation hadden ook op de wal tentoonstellingen laten inrichten waar Japanse gasten konden kennismaken met Nederlandse bedrijven. De officiële gasten werden ontvangen op het helikopterdek van het vlaggenschip Hr.Ms. De Ruyter. Zo werd de BV Nederland op de Fairwind 2000 beurs fraai gepresenteerd.
Natuurlijk was er ook tijd voor ontspanning en de Japanse marine organiseerde een geslaagde all-ranks party aan boord van de destroyer JS Sawagiri (Asagiriklasse).



De 400 jaar handelsbetrekkingen tussen Nederland en Japan, begonnen op 19 april 1600 toen een Nederlands schip met een meer dood dan levende bemanning strandde op een Japans eiland. Heel anders, maar wel exact 400 jaar later landde op exact dezelfde locatie een Nederlandse sloep met aan boord ZKH Prins Willem-Alexander en Bevelhebber der Zeestrijdkrachten vice-admiraal Cees van Duyvendijk. Zij waren die ochtend aan boord van Hr.Ms. Witte de With gestapt en samen met de Japanse torpedobootjager JS Setoyuki (Hatsuyukiklasse) naar het eiland Kuroshima gevaren voor de bijzondere herdenkingsceremonie 11

Vanuit Nagasaki voer het eskader diezelfde dag door naar Osaka, waar het op Goede Vrijdag in alle vroegte afmeerde naast het WTC. De enkeling die vrij had weten te krijgen, bezocht Osaka Castle en de prachtige Japanse tuin. Uiteraard werd ook in Osaka de Fairwind 2000-beurs opgetuigd en werden de Nederlandse bedrijven gepresenteerd.
‘s Avonds vond een groots opgezet feest plaats aan boord van de schepen. De ministers Van Aartsen en Jorritsma waren aanwezig, evenals de kroonprins, Japanse hoogwaardigheidsbekleders en natuurlijk veel mensen uit het Nederlandse en Japanse bedrijfsleven. De Japanse gasten kwamen van heinde en verre om bij dit bijzondere feest te zijn.

Op diverse locaties en bij verschillende gelegenheden werd de 400-jarige handelsbetrekkingen gevierd. Een belangrijke rol speelde de Marinierskapel, die een wervelende show weggaf in, het themapark "Huis ten Bosch" te Nagasaki met op de achtergrond een VOC-schip. Een ander historische gebeurtenis was de muzikale mars door de Marinierskapel over Ginza, de hoofdstraat van Tokyo. Ook ging vice-admiraal Duyvendijk op bezoek bij de Japanse admiraliteitsraad. 12

Tokyo vormde de verste haven van de reis. Hier lag het eskader drie dagen. In de Japanse hoofdstad vond de sluitingsceremonie van de "Holland-Week" plaats. Het herinneringsboek van Hr.Ms. De Ruyter: "Op maandagavond was er een zeer geslaagde sluitingsceremonie van de Holland-Week in het Imperial Hotel waarbij vele gasten, waaronder ministers, allerlei zakenmensen en ZKH Prins Willem Alexander aanwezig waren. Deputaties van de diverse eskaderschepen waren hiervoor uitgenodigd. Het was een hele gezellige avond met weinig strikt protocollaire aangelegenheden, hoewel de wens van enige dames om met de kroonprins te dansen of op de foto te gaan niet doorging. Minister Jorritsma liet zich van haar beste kant zien en klom op het podium om gezellig een paar nummers met de Marinierskapel mee te zingen. Dit geslaagde slotfestijn bood hiermee een waardige en stijlvolle afsluiting van ons bezoek aan Japan."13

Koninginnedag in Zuid-Korea
De vijf Nederlandse schepen verlieten Tokyo op 26 april samen met Japanse marineschepen. Diverse zeemanschappelijke oefeningen werden uitgevoerd, maar de verschillen in werkwijzen bleken groot.14 De verschillen waren een aantal dagen later een stuk kleiner toen een grote oefening op het programma stond met twee Canadese marineschepen: HMCS Algonquin (Iroquoisklasse) en HMCS Winnipeg (Halifaxklasse).15

Terwijl het eskader opstoomde richting Pusan (Zuid-Korea), werd op 30 april Koninginnedag gevierd aan boord met een Grote Parade, receptie en een whalegang-diner op het vlaggenschip. Op 2 mei arriveerden de schepen in Zuid-Korea, waar niet alleen de toeristische hoogtepunten werden bezocht, maar ook op 4 mei een indrukwekkende dodenherdenking plaatsvond bij de begraafplaats waar o.a. 123 Nederlandse gesneuvelde militairen uit de Korea-oorlog lagen.

Fairwind 2000
Hr.Ms. Van Nes in de Oost-Chinese Zee, tussen Zuid-Korea en Hong Kong. (Foto: Koninklijke Marine)

Via Hong Kong naar Indonesië
De reis werd vervolgd richting Hong Kong, terwijl verschillende oefeningen werden gehouden met de Zuid-Koreaanse marine. Eenmaal afgemeerd in het centrum van de stad, werd aan boord van Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Van Nes een receptie gehouden en kon het Nederlandse bedrijfsleven zich presenteren. Dankzij de scheepsband van de Van Nes werd het helidek naar verloop van tijd omgetoverd tot dansvloer.

Hong Kong was ook de locatie waar de Belgische vliegploeg werd afgelost door een verse crew uit België. 1MC (in Nederland vergelijkbaar met sergeant) Nicky Willaert maakte deel uit van de nieuwe vliegploeg en Marineschepen.nl sprak hem 13 jaar later aan boord van Hr.Ms. Friesland in het Caribisch gebied, waar hij nog altijd met de Alouette werkte.

Fairwind 2000
Nicky Willaert naast de Alouette III helikopter op het helidek van Hr.Ms. De Ruyter in Hong Kong. (Foto: Nicky Willaert)

Na Hong Kong, stoomden de schepen op naar Manilla (Filippijnen) en vervolgens richting Indonesië. De vijf schepen voeren om de Oost door de Zuid-Chinese zee naar het zuiden. Tijdens deze transit passeerde men ook de Evenaar en dus vond het traditionele Neptunusfeest plaats. De jongste officier en de jongste matroos schilderden de neus van het schip rood, waarna het ritueel begon om de vele honderden bemanningsleden die nooit eerder de evenaar waren gepasseerd te dopen door het insmeren met doopsmurrie en het drinken van een zilte borrel. De dag werd afgesloten met een barbecue op zee.

In de ochtend van 25 mei meerden de schepen af in Soerabaja en zij kwamen direct "oude bekenden" tegen. Want even verderop lagen twee voormalige fregatten van de Van Speijkklasse, die in de jaren '80 waren verkocht aan Indonesië. Omdat de volgende havenplaats Jakarta was, kreeg een aantal bemanningsleden de gelegenheid om vrij te nemen en (eventueel met familie) de 800 km naar Jakarta over land af te leggen en zo wat van het eiland te zien.

Ook Nicky Willaert greep die unieke kans. De groep, bestaande uit 23 personen, reisde per trein over Sumatra. Willaert kan zich nog een grappig voorval herinneren: "Het was een beetje een avontuur met die trein. Plots licht uit, geen airco. Dus wij deden kaarsen aan en de deuren open. We stopten in een stationnetje in het donker, niemand wist waarom. Er werd nog wat omgeroepen, maar wij verstonden dat niet. We begrepen wel dat we de trein uit moesten. Toen we buiten stonden vertrok die trein ineens. Je had ons achter de trein aan moeten zien rennen! Later bleek dat de trein een andere locomotief moest aankoppelen. Die Indonesiërs moesten hard lachen."

Op 28 mei vertrokken de schepen weer naar zee, op weg naar Jakarta, maar niet zonder een belangrijke kranslegging. Want het eskader voer door het zeegebied waar 58 jaar eerder de Slag in de Javazee plaatshad. "De schepen voeren daarvoor in een U-vormige formatie voorgegaan door Hr.Ms. De Ruyter. De bemanningen van alle schepen stonden op paradeerrol en op ons helikopterdek werd de Grote Parade gehouden. De weersomstandigheden waren zodanig dat de wegtrekkende onweersbuien en donderslagen tegen de achtergrond van donkergrijze regenwolken een bijzonder karakter gaven aan deze plechtigheid"16.

In Jakarta had de defensieattaché zijn huis ter beschikking gesteld voor een all-ranks party voor afgevaardigden van de eskaderschepen. "Met twee bussen vol vertrokken we naar de stad. Vanwege het drukke verkeer en de nauwe kronkelige straatjes kon de bus op een gegeven moment niet verder en bleken we het laatste eind noodgedwongen te moeten lopen. Een complete woonwijk keek verbaasd naar de enorme colonne in badman (tropenwit red.) die zich een weg zochten naar het opgegeven adres."17

Fairwind 2000
In de tropen. (Foto: Nicky Willaerts)

Mysterie
Na een geslaagd havenbezoek in Jakarta, werd het tijd om echt de thuisreis te aanvaarden en de bemanningen bereidden zich voor op een lange reis van twee en een halve week. Want eerder was besloten de haven in Sri Lanka over te slaan en rechtstreeks door te varen naar het Griekse eiland Kreta, een afstand van zo'n 11.000 km. Wel werd eerst op zee opnieuw een grote herdenking gehouden, ditmaal om de 5620 slachtoffers te herdenken van het tot zinken brengen van het Japans krijgsgevangenen troepentransportschip Junyo Maru, waarbij 1500 Nederlanders omkwamen.

Na alle havenbezoeken en officiële gebeurtenissen, stond op 6 juni een uitgebreide schietoefening op het programma waarbij de Nederlandse wapens en sensoren zouden worden getest door een heuse Exocet die op de Nederlandse fregatten zou worden geschoten. Het uiterst dodelijke Exocet kruisvluchtwapen zou worden afgevuurd door het Belgische fregat de Wandelaar op de Nederlanders die zelf buiten bereik van het wapen voeren, maar wel dichtbij genoeg om de Exocet met hun eigen raketten te kunnen neerhalen.

Terwijl de schepen op maandagavond 5 juni 2330 uur lokale tijd naar de afgesproken locatie voeren, voelde men plots een lichte trilling. Marc Hermsen was in Jakarta met een aantal collega-adelborsten opgestapt om als student van het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) de terugreis mee te maken: "Het voelde alsof het schip plots last had van cavitatie, dat heb je weleens als het schip heel hard vaart." Hoe dan ook hield het de gemoederen aan boord van Hr.Ms. Van Nes bezig: "Er waren aan boord verschillende theorieën over. Zo dachten sommigen dat we over een container waren gevaren en anderen dachten dat er echt sprake was van cavitatie ondanks de vrij lage vaart." Ook aan boord van Hr.Ms. De Ruyter was de trilling gevoeld. Daar won de theorie van trossen in de schroeven zoveel terrein, dat duikers te water gingen om de schroeven te bekijken en eventueel van het touw te bevrijden. Niets werd gevonden en het mysterie werd niet opgelost.

De volgende dag was alles gericht op de oefening met de Exocet. Terwijl de Nederlandse schepen de Belgische aanval uit de lucht trachtten te schieten, kwamen berichten door over een zware aardbeving in zuidwest Sumatra. Direct werd duidelijk dat de mysterieuze trilling die nacht de aardbeving moest zijn geweest.

Hulpactie
Het epicentrum van de beving lag 50 zeemijlen uit de kust van de grote stad Bengkulu en men had reeds 260 naschokken geteld. In Bengkulu zelf waren talrijke gebouwen ingestort en men sprak van meer dan 100 doden. Indonesië vroeg de internationale gemeenschap om hulp en, na overleg met Nederland, ging het eskader op tegenkoers richting Bengkulu. Hr.Ms. Van Nes kreeg de Alouette helikopter van Hr.Ms. De Ruyter aan boord en voer direct richting het naast het epicentrum gelegen eiland Enggano, dat volledig van de buitenwereld was afgesloten.

"Die avond werd snel een plan gemaakt en geïnventariseerd wat er aan goederen kon worden afgestaan. Naast voedsel en water, waren ook medicijnen beschikbaar en natuurlijk technische expertise en materiaal om schade te herstellen," meldde het MarineNieuws. 18
Het herinneringsboek van Hr.Ms. De Ruyter: "Het eskader ging voor anker en de eerste verkenningen werden uitgevoerd met de beschikbare helikopters. Het is een gebied met malariarisico waardoor het zaak was alleen mensen die daadwerkelijk benodigd waren aan land te gaan."19
Op land werd een klein hoofdkwartier ingericht van waaruit de stafarts en technische deskundigen de situatie in kaart brachten. Veel gebouwen waren ingestort, maar het aantal slachtoffers bleek mee te vallen. Van een acute noodsituatie was geen sprake meer en steeds meer hulporganisaties arriveerden. Daarop werd besloten om naar het eiland Enggano door te reizen.

Fairwind 2000
De Alouette III van de Belgische marine en de Nederlandse Lynx vlogen af en aan. Hier de Belgische heli. (Foto: Koninklijke Marine)

Toenmalig korporaal adelborst Marc Hermsen keek vanaf Hr.Ms. Van Nes toe: "Op Enggano stonden redelijk eenvoudige hutjes. Die waren door de aardbeving in elkaar geklapt en bij heel veel van die hutjes was het dus een kwestie van die daken weer omhoog brengen, palen eronder zetten en dan stond het weer."
"We oefenen het geven van hulp in dit soort situaties onder andere tijdens de NOST in Engeland, dus de bemanningen waren er op voorbereid."

"Ondanks dat we daar waren om hulp te bieden, lag het allemaal wel gevoelig," herinnert Hermsen zich. "Het duurde ook even voordat er officieel toestemming was voor we aan land mochten. Toen teams van ons aan land gingen, waren er lokalen -ik denk militairen- die met hun wapens in de aanslag niet wisten wat die Nederlanders kwamen doen. Zij hadden geen enkel bericht gekregen over onze komst."

Tijdens de hulpactie lag de prioiteit bij het herstellen van het kleine ziekenhuis dat gedeeltelijk was ingestort en bij het herstel van de watervoorziening. Ook de helikopters leverden een belangrijke bijdrage. De kleine Lynx en Alouette heli's vlogen af en aan om 5.000 kg rijst, meel, water en producten in blik aan land te brengen.

Fairwind 2000
Het ziekenhuis op Enggano wordt weer opgebouwd. (Foto: Koninklijke Marine)

Toen het ziekenhuis weer kon functioneren en de drinkwatervoorziening was hersteld werd besloten dat het eskader de ankers op zou halen en huiswaarts zou gaan. Op verzoek van de VN-missie UNDAC bleef Hr.Ms. Van Nes wat langer om met de helikopter verkenningen uit te voeren over moeilijk toegankelijke gebieden. Een aantal dagen later vertrok de Van Nes alsnog en sloot vervolgens bij de rest van het eskader aan.

Twee dagen Kreta
De reis van Indonesië naar Griekenland stond bol van oefeningen. Behalve de gebruikelijke brand- en machinekameroefeningen werd opnieuw met Exocets geschoten op de Nederlanders door het Belgische fregat. Eén Exocet had een storing en viel voortijdig in zee, de ander werd uit de lucht geschoten door Hr.Ms. De Ruyter. Natuurlijk was er tijd voor ontspanning zoals filmvoorstellingen op het helidek en naarmate de schepen dichterbij Europa kwamen kon ook het EK2000 in Nederland en België op de voet worden gevolgd via de satelliet.

Fairwind 2000
Het eskader. (Foto: Koninklijke Marine)

Laatste deel laatste grote reis
Door de hulpactie na de aardbeving was het bezoek aan Iraklion teruggebracht tot 2 dagen. Al vroeg in de ochtend van vertrek stonden er wederom oefeningen op het programma. Eerst werd een "killer tomato" dat als doel fungeerde aan stukken geschoten door de kanons van de schepen en even later die dag werd gejaagd op een Franse nucleaire onderzeeboot FS Saphir. Ook schoten de schepen met succes op gesleepte doelen, waarmee de laatste oefening van de reis een feit was.
Na afscheid van het Belgische fregat, koersten de vier Nederlandse marineschepen naar Den Helder, waar ze op 7 juli werden onthaald door familie, vrienden en collega's.

In een laatste bericht blikte Commandeur Brandt terug op de reis. Hij concludeerde dat de reis bijzonder en uniek was, en dat de belangrijkste doelstellingen gerealiseerd waren. Maar ook het vlagvertoon verliep naar wens: "De gastvrijheid bij recepties en rondleidingen, de herdenkingen , de ondersteuning van het bedrijfslevern, alles werd op voortreffelijke wijze uitgevoerd en heeft uitsluitend positieve reacties opgeleverd." De oefenmogelijkheden waren minder dan op andere reizen, maar het programma had volgens de commandeur wel voldoende uitdaging geboden dankzij de oefeningen met Exocets en eenheden uit diverse landen. Ook de hulp na de aardbeving werd aangehaald: "Dat we na drie maanden van huis geweest te zijn zonder verdere aanvullingen direct voor hulpverlening bij de aardbeving nabij Sumatra konden worden ingezet bevestigd dan ook dat de Koninklijke Marine en de Belgische Marine waar ook ter wereld inzetbaar zijn."



Deelnemende schepen
Hr.Ms. De Ruyter (GW-fregat Trompklasse)
Hr.Ms. Van Nes (M-fregat Karel Doormanklasse)
Hr.Ms. Amsterdam (bevoorrader Amsterdamklasse)
Hr.Ms. Witte de With (vanaf 30 maart, na passage Suezkanaal) (L-fregat Jacob van Heemskerckklasse)
BNS Wandelaar (Wielingenklasse)

Totaal aantal bemanningsleden en opstappers: 1.000 personen.

Noten
1.Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000
2.Multinational Interception Force, Vredesmissies.nl, geraadpleegd op 29 mei 2013
3.Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000
4.Oefening Fairwind 2000; Alle hens in Azië, Vox, editie 8 van 14 augustus 2000, geraadpleegd op 29 mei 2013 via mil.be
5.Reisverslag van het Belgisch-Nederlands eskader; MarineNieuws, april 2000, nr. 464, pp 10-11
6.Reisverslag van het Belgisch-Nederlands eskader; MarineNieuws, april 2000, nr. 464, pp 10-11
7.Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken over de samenwerking tussen Economische Zaken en de Koninklijke Marine.Aanhangsel van de Handelingen, 1247, ingezonden 22 maart 2000
8.Reisverslag van het Belgisch-Nederlands eskader; MarineNieuws, april 2000, nr. 464, pp 10-11
9.Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000
10.Reisverslag van het Belgisch-Nederlands eskader; MarineNieuws, april 2000, nr. 464, pp 10-11
11.In het land van de rijzende zon; MarineNieuws, mei 2000, nummer 465, pp 5-7
12.In het land van de rijzende zon; MarineNieuws, mei 2000, nummer 465, pp 5-7
13.Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000
14.Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000
15.Fairwind vaart verder; MarineNieuws, juni 2000, nummer 466, pp 8-9
16.Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000
17.Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000
18.De laatste etappe; MarineNieuws, augustus 2000, nummer 468, pp 10
19.Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000
20.Fairwind 2000, Een reisverslag van Hr.Ms. De Ruyter 6 maart - 7 juli 2000

comments powered by Disqus



Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Dossiers

Gerelateerde artikelen
Reünie marine
Overzicht Fairwind-reizen
GW-fregatten
L-fregatten
M-fregatten
Amsterdam bevoorrader
Willem-Alexander en de marine
Collega over de koning
Rangen en standen