Valour klasse: moderne schepen voor Zuid-Afrika
Bericht geplaatst: 24-09-2003
Het nieuwste schip van de Zuid-Afrikaanse marine, de SAS Amatola, wordt op 25 september overgedragen na de laatste proefvaart voor de werf. Het schip dat in Duitsland is gemaakt volgens het MEKO principe, is zeer modern en geeft de Zuid-Afrikaanse marine een heel ander aanzien.
SAS Amatola tijdens de eerste proefvaart eind 2002
De tijd dat de in Israel gebouwde patrouilleboten van de Reshev klasse (voorheen Minister klasse of Warrior klasse) uit 1978 de trots van de Zuid-Afrikaanse marine waren is voorbij. De marine kijkt reikhalzend uit naar het moment dat de splinternieuwe SAS Amatola, de eerste van de Valour klasse, ook echt van de marine zal zijn.
Het begon allemaal in mei 2000, toen het contract werd getekend voor de bouw van 4 nieuwe stealth korvetten voor Zuid-Afrika, nadat de regering een enorm bedrag had vrij gemaakt voor haar marine. Het contract werd getekend met een internationaal consortium: European South African Corvette Consortium (ESACC). Dit consortium is onderdeel van Blohm + Voss, Howaldtswerke-Deutsche Werft AG and Thyssen Rheinstahl Technik.
Met de bouw kon worden begonnen en iets meer dan 2 jaar later werd het eerste schip gedoopt. Oorspronkelijk had de SAS Amatola in december 2002 overgedragen moeten worden, maar door fouten in de bekabeling aan boord, moest het worden uitgesteld. De gehele bekabeling werd voor de zekerheid vervangen. De overdracht moest verder worden uitgesteld doordat een motor beschadigd raakte nadat er water in was gekomen en dus deze hele motor vervangen moest worden.
Uiteindelijk kon op 18 augustus het eerste schip van de klasse vertrekken vanuit Hamburg voor een nieuwe proefvaart voor kompas calibraties. Daarna is het doorgevaren naar Cuxhaven en vervolgens richting Denemarken voor platformtesten en verdere tests op navigatie gebied. SAS Amatola keerde op 24 augustus terug in de haven Hamburg bij de werf van Blohm + Voss.
SAS Amatola tijdens de bouw.
Na de laatste controles zal het schip op 25 september worden overgedragen, waarna het naar de marine basis in Simon's Town (bij Cape Town) zal varen. Daar zullen de sensoren en wapensystemen worden geïnstalleerd, waarna nieuwe proefvaarten beginnen om deze systemen te testen. In 2005 moet het schip operationeel zijn.
De wapensystemen en sensoren zijn van Europese en Zuid-Afrikaanse makelij. De Exocet MM40 van MBDA en 76mm Oto Melara kanon zijn bekend. Maar de Zuid-Afrikaanse marine heeft gekozen voor verticaal gelanceerde raketten tegen luchtdoelen en radarsystemen van eigen bodem. Zo zullen Umkhonto raketten, die vanuit 16 verticaal opgestelde cellen gelanceerd worden, het schip moeten verdedigen tegen vliegtuigen en andere raketten. Het maximum bereik is beperkt: zo'n 12 km. De missiles maken gebruik infrarood om het doel te volgen.
Een ander systeem dat ook in dat land is ontwikkeld en gemaakt is de RTS 6400, het optronische en radar volg systeem van Reutech Radar Systems. Het zal doelen die een dreiging kunnen vormen voor het schip continu volgen en geeft informatie over afstand, koers, elevatie en snelheid door aan de commandocentrale. Zodat daar beslissingen genomen kunnen worden om het doel aan te vallen.
SAS Amatola vertrekt vanuit Hamburg.
De schepen worden aangemerkt als korvetten, maar zijn slechts 1 meter korter dan de Nederlandse M-fregatten: 121 meter lang. Ook de waterverplaatsing is er één van een fregat: 3500 ton. Het zijn dan ook de grootste marineschepen die door een waterjet kunnen worden voortgestuwd (door de gasturbine, er zijn schroeven voor de dieselmotoren). De korvetten hebben ruimte voor 120 personen en 1 AgustaWestland SuperLynx helikopter.
De verwachting is dat in maart 2004 het tweede schip de SAS Isandlwana (F146) zal worden overgedragen, gevolgd door de SAS Spionkop (F147) en de SAS Mendi (F148). De schepen kunnen 40 jaar mee.
Foto's
SAS Amatola nog zonder wapensystemen en sensoren.
Artist impression waar de wapensystemen wel te zien zijn.
Hier is de waterjet te zien en daaronder een deel van een schroef.
Sinds 13 augustus 2001
