De Canadese marine is officieel begonnen met de aanbesteding voor twaalf nieuwe onderzeeboten. Na een globaal marktonderzoek hebben scheepsbouwers tot 18 november de tijd gekregen om met een voorstel te komen. De twaalf nieuwe onderzeeboten moeten halverwege de jaren '30 de Victoriaklasse onderzeeboten vervangen.
HMCS Chicoutimi van de Victoriaklasse in 2016. (Foto: Canadese Defensie)
Canada is op zoek naar twaalf conventionele onderzeeboten die ook in staat zijn om onder ijs te varen. Ook onderzeeboten die al in dienst zijn of op dit moment worden gebouwd, worden door Canada in overweging genomen. Ter voorbereiding op de aankoop is het Canadian Patrol Submarine Project (CPSP) in het leven geroepen.
De Canadese minister van Defensie Bill Blair bracht vorige week een statement naar buiten waarin hij aangaf dat nieuwe onderzeeboten cruciaal zijn voor het behouden van de soevereiniteit van het land. Blair schreef dat Canada te maken heeft met de Arctische, Atlantische en Pacifische oceanen en bovendien de langste kustlijn van de wereld heeft.
Vervanging Victoriaklasse
De twaalf onderzeeboten moeten de vier onderzeeboten van de Victoriaklasse gaan vervangen. Deze vier onderzeeboten stonden eerst bekend onder de naam Upholderklasse van de Britse Royal Navy.
In Canada kregen de schepen nieuwe namen: HMCS Victoria, HMCS Windsor, HMCS Corner Brook en HMCS Chicoutimi.
Canada nam de schepen begin deze eeuw over van de Britten. Drie van de vier Upholderklasse onderzeeboten werden snel in dienst gesteld, maar de Chicoutimi liet op zich wachten vanwege een brand aan boord tijdens de transfer naar Canada. Hierbij kwam zelfs een bemanningslid om het leven.
Op dit moment vindt er onderhoud plaats aan de vier onderzeeboten en worden er updates uitgevoerd. Dit alles om de Victoriaklasse in dienst te kunnen houden tot halverwege de jaren '30 als de nieuwe onderzeeboten het over moeten nemen.
Minister Blair hoopt in 2028 een contract te kunnen sluiten met een leverancier waarna uiterlijk in 2035 de eerste onderzeeboten geleverd moet worden. Blair wil voorkomen dat er een gat ontstaat in de capaciteit van de Canadese marine.
Vergeleken met andere onderzeebootprojecten is een tijd van zeven jaar tussen contractondertekening tot oplevering krap.
Illustratie van de C-718 van Saab. (Beeld: Saab)
Internationale kandidaten
Wie deze twaalf onderzeeboten gaat bouwen of leveren is nog niet besloten. Canada bouwt zelf geen onderzeeboten en dus is het al vooraf een zekerheid dat het over de grens moet kijken.
Wat wel duidelijk is, is dat er vanuit het CPSP contact is geweest met overheden, bedrijven en marines uit Duitsland, Zweden, Zuid-Korea, Japan, Noorwegen, Frankrijk en Spanje.
Dit zijn, op Noorwegen na, uiteraard landen die onderzeeboten bouwen. Het Duitse tkMS had (met Noorwegen) al interesse getoond in de Canadese aanbesteding en wil de Type 212CD aanbieden. Saab (Zweden) en Damen maakten begin maart bekend de C-718, een variant op het ontwerp voor Nederland, te laten mengen in de strijd. Ook Navantia (Spanje) heeft interesse en het Franse Naval Group kan een variant van de voor Nederland te bouwen Blacksword Barracuda aanbieden, omdat Canada en Nederland op vergelijkbare manier met hun onderzeeboten opereren.
De Zuid-Koreaanse onderzeebootbouwer ondertekende in juni 2023 een samenwerkingsovereenkomst met Babcock Canada. Japan heeft als enige land geen onderzeeboot aan het buitenland verkocht, het is niet zeker of Mitshubishi of Kawasaki mee zullen doen.
Deze bedrijven hebben nog een kleine twee maanden om de Canadese request for information (RFI) te beantwoorden.
Illustratie van de Blacksword Barracuda, de onderzeeboot die Naval Group voor Nederland gaat bouwen. (Beeld: Naval Group)
Eisen van Canada
Overheden willen het liefst zo min mogelijk informatie kwijt over de eisen voor hun onderzeeboten om het potentiële tegenstanders niet makkelijker te maken. Eisen die wel bekend zijn gemaakt, zijn meer algemene van aard.
De onderzeeboten moeten bijvoorbeeld in staat zijn om precisieaanvallen uit te voeren en zullen uitgerust worden met torpedo's, antischeepsraketten en raketten met een groot bereik voor doelen op het land.
Over de kosten die met het project gemoeid gaan, zijn nog geen officiële uitspraken gedaan. Wel wordt er door bronnen binnen de Canadese overheid gesteld dat het project een grote bijdrage zou kunnen leveren aan het halen van de 2 procent NAVO-norm door Canada. De afgelopen jaren is er veel druk gezet op het land door bondgenoten vanwege gebrekkige investeringen in Defensie.
Het Canadese medium The Ottawa Citizen zegt echter wel veel informatie te hebben gekregen van overheidspersonen over het project. In de verkregen documenten staan meer eisen van de Canadese marine opgesomd.
De nieuwe onderzeeboten zouden in staat zijn om onderwaterdrones te lanceren en terug te laten keren naar het moederschip.
Een ander eis zou zijn dat de onderzeeboten 7.000 nautische mijl onopgemerkt moeten kunnen varen en zeker 21 dagen onderwater kunnen blijven. Daarnaast moeten de schepen minimaal 60 dagen lang in staat zijn om volledig onafhankelijk van andere eenheden te opereren. De systemen aan boord moeten ook aansluiten op de systemen van de Verenigde Staten.
Een opvallende eis, die al eerder werd genoemd, is dat de onderzeeboten een beperkte tijd onder ijs moeten kunnen opereren. Tot op heden is dat voorbehouden aan nucleaire onderzeeboten. Conventionele onderzeeboten blijven weliswaar onder water, maar moeten regelmatig de snuivermast opsteken om met de diesels de batterijen op te laden. Luchtonafhankelijke voortstuwing (AIP) en nieuwe batterijen zoals lithium-ion maken een veel grotere onderwatertijd mogelijk en dus operaties onder ijs. Daarmee is dus niet gezegd dat de toekomstige Canadese onderzeeboten ook met hun toren door ijs heen moeten kunnen breken zoals Amerikaanse en Britse nucleaire onderzeeboten doen, dat zou bovendien een behoorlijke aanpassing in het ontwerp kunnen betekenen.
Auteur: Tobias Kappelle Tobias werkt sinds augustus 2020 als freelance journalist voor Marineschepen.nl. Daarnaast is hij vooral actief in de sportjournalistiek bij onder andere AD Sportwereld, Eurosport en Hockey.nl. Tobias studeerde Geschiedenis en Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht en deed een master Media & Journalistiek aan de Erasmus University Rotterdam.