De Koninklijke Marine was de afgelopen weken met maar liefst zeven schepen aanwezig in de Oostzee om mee te doen aan de grote NAVO-oefening Baltic Operations (Baltops). Samen met negentien NAVO-partners werd er vooral geoefend op het gebied van mijnenbestrijding en amfibische landingen. Marineschepen.nl sprak met Commandeur Arjen Warnaar, COMNLMARFOR, over de oefening.
Zr.Ms. Johan de Witt tijdens een amfibische operatie met CB90 aanvalsboten. (Foto: Defensie)
Warnaar had namens Nederland de leiding over één van de amfibische taakgroepen binnen Baltops, de oefening die op 7 juni van start ging. Baltops is de grootste jaarlijkse oefening van de NAVO en in totaal doen er zo'n 9.000 militairen, 50 marineschepen en 85 vliegende eenheden mee.
Het voornaamste doel was bijdragen aan de maritieme veiligheid en stabiliteit in de regio van de Oostzee. Samen met Arjen Warnaar blikken we terug op Baltops 2024, waarbij de amfibisch transportschip Zr.Ms. Johan de Witt, mijnenjagers Willemstad, Makkum, Zierikzee, torpedowerkschip Holland en test- en ondersteuningsplatform Geosea betrokken waren.
Commandeur Arjen Warnaar eerder dit jaar voor vertrek naar Noord-Noorwegen voor de oefening Steadfast Defender. Op de achtergrond 'zijn' stafschip, Zr.Ms. Johan de Witt. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Wat is uw rol in de oefening?
"Ik heb de leiding over één van de vier amfibische taakgroepen en daar gebruik ik de Johan de Witt voor. Voor deze specifieke oefening is het niet alleen het schip waarvandaan we de amfibische landingen doen, maar het is ook mijn stafschip. Daar is het schip bij uitstek voor uitgerust."
"Mijn taakgroep bestaat uit de Johan de Witt en uit SATG [Surface Assault and Training Group, van het Korps Mariniers red.]. Dat zijn onze landingseenheden, dus de landing craft utility, de LCVP's en de FRISC-boten. De First Marine Combat Group, één van de twee mariniersgroepen die we hebben, en het Duitse Seebataillon zijn betrokken. Die samenwerking verloopt gesmeerd. Wij kennen elkaar al behoorlijk lang, dus dat gaat van een leien dakje."
Met welke landen werd vooral samengewerkt?
"In de verschillende fases van de oefening zijn ook andere eenheden toegevoegd. Dat was voor mij wel bijzonder. Ik heb aan de Zweedse kant van de Oostzee een Zweedse eenheid onder mij mogen hebben. We hebben even een Amerikaanse eenheid onder ons gehad. Ik heb een eenheid van Britse mariniers onder me gehad: 45 Commando. En een eenheid van Poolse parachutisten. Het was dus een heel divers pakket aan eenheden die wij vanaf de Johan de Witt aanstuurden."
In hoeverre lag de focus op mijnenbestrijding de afgelopen weken?
"Dit is de 53ste editie van BALTOPS. Traditioneel zijn onze mijnenjagers daar altijd bij betrokken geweest. Uiteindelijk is het een complete oefening waarbij alle aspecten van de maritieme oorlogsvoering aan de orde komen. De reden dat je ook veel hoort en ziet over de Johan de Witt en de amfibische kant, is omdat wij dit jaar de leiding hebben over één van de amfibische taakgroepen. Maar uiteindelijk zijn er mijnenjagers, supportschepen, een patrouilleschip, de Johan de Witt en marinierseenheden aanwezig."
Nederlandse mariniers tijdens een landing. (Foto: Defensie)
Hoe zag de oefening er uit?
"Achter een oefening zit een scenario. Dat scenario was in dit geval uitdagend, maar ook heel realistisch. Je kunt je wellicht voorstellen dat in de omgeving hier de druk van Rusland gevoeld wordt. Dat kwam in het scenario ook naar voren. We praten daarbij niet over Rusland. Dat zou niet eerlijk zijn. We hebben het over een fictief land, maar wie dat zou kunnen zijn, blijkt tijdens het scenario vanzelf. In dat scenario was sprake van een toenemende druk van een hybride dreiging, waarbij er ineens sprake was van mijnen op zee. In een drukbevaren gebied zoals de Oostzee is dat problematisch."
"Daar moet de NAVO dan een antwoord op verzinnen. Het antwoord bij uitstek zijn de mijnenbestrijdingsvaartuigen. Vervolgens gaat het aan land niet helemaal lekker. Dan moet een NAVO-partner, zoals Letland, Litouwen of Zweden ondersteund worden. Daar hebben we amfibische eenheden voor en die moeten beschermd worden door fregatten en patrouilleschepen. Zo ontwikkelt een scenario zich langzaam meer zeker."
Waren de oefenmijnen virtueel of zijn er echt oefenmijnen gelegd?
"Bij mijnenbestrijdingsoefeningen worden in bepaalde stukken zee dummy-mijnen geplaatst, die ook te detecteren zijn met de systemen op de mijnenbestrijdingsvaartuigen. Deze worden op bepaalde knooppunten door de oefenleiding gelegd. Dan zullen de mijnenbestrijdingsvaartuigen deze detecteren tijdens het scenario. Dat is de bedoeling. Als ze ze niet detecteren, komen ze in de problemen."
In hoeverre spelen nieuwe technieken hierbij een rol?
"We proberen zo veel mogelijk nieuwe apparatuur mee te nemen en te gebruiken. Maar dat is natuurlijk niet de hoofddoelstelling. Dat is het trainen van het geheel, maar binnen dat trainen proberen we natuurlijk ook nieuwe capaciteiten mee te nemen."
Duitse mariniers landen vanuit CB90's. (Foto: Defensie)
Hoe zagen de amfibische landingen eruit?
"Uiteindelijk is de landing onderdeel van het hele scenario. In de oefenfase hebben we dat aan de Zweedse kant gedaan met oefenlandingen met verschillende mariniers. In de tactische fase hebben we de landingen uitgevoerd aan de kant van Letland, waarbij er ook sprake was van een oefenvijand. Voor ons was dat een Lets bataljon dat de tegenpartij speelde. Gedurende de landing kwamen die beide kanten met elkaar in contact. In totaal hebben we drie compagnieën aan de wal gehad en dat zijn zo'n 350 man."
Wat is het belang van dergelijke oefeningen?
"Oefenen is voor ons altijd van belang. Het is absoluut essentieel dat wij er met zijn allen klaar voor zijn als er echt iets zou gebeuren. Dat het niet rustiger wordt in de wereld zal eenieder inmiddels duidelijk zijn. Het mooie van een oefening als BALTOPS is dat er een heel groot aantal landen aan meedoet. Negentien landen is niet niks. Ja, het zijn allemaal NAVO-partners, dus je zou kunnen zeggen: dan zijn jullie toch aan elkaar gewend. Dat is deels ook zo, maar daar moet je aan blijven werken. Dat hebben we hier gedaan. Het is een hele diverse groep met heel veel verschillende soorten materieel."
Was het een bijzondere editie nu Zweden voor het eerst als NAVO-lid meedeed?
"Ja, absoluut. Dat was een heel bijzonder moment. Zweden heeft vaker meegedaan aan BALTOPS, maar nog nooit als NAVO-partner. Nu kunnen ze vol mee in de beweging. Je merkt dat dit door hen bijzonder gewaardeerd wordt. Ook Zweden voelt die druk hier in de Oostzee. Ze zijn niet voor niets NAVO-partner geworden. Je merkt dat ze bijzonder gemotiveerd zijn om maximaal bij te dragen aan het resultaat in de oefening. Dat lukt ze ook heel goed. Ik ben zeer onder de indruk van de Zweedse mentaliteit en het materiaal."
Demo voor Marineschepen.nl aan boord van de snelle en wendbare CB90 in de Oostzee. Archiefbeeld. (Beeld: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Wat is er bijzonder aan de Zweedse capaciteiten?
"Zij hebben hele specifieke capaciteiten die heel goed afgestemd zijn op dit gebied. Ook zij hebben mariniers, maar hun mariniers hebben een andere taak dan de onze. De Zweedse mariniers hebben jarenlang met name in de verdedigende rol gezeten. Zij hebben het land achter zich en de dreiging voor zich. Onze mariniers hebben veelal het land én de dreiging voor zich. Dat is een ander uitgangspunt. Hun materieel is indrukwekkend. Het CB90 landingsvaartuig is een ander concept dan wij hanteren."
"Wat je wel gaat zien is dat in ons nieuwe force design, de doorontwikkeling van het Korps Mariniers, we aan het kijken zijn naar een vergelijkbare capaciteit. Die hebben we hier werkend gezien en dat was zeer indrukwekkend."
Wat zijn de grootste risico's van zo'n omvangrijke oefening?
"Er zijn altijd risico's verbonden aan een oefening. Dit is een klein stuk water waar ook Rusland zeer regelmatig intensief patrouilleert. Dan zou je elkaar in het vaarwater kunnen gaan zitten en dan zou je in een situatie kunnen komen waar je elkaar verkeerd begrijpt. Dat kan vervelende gevolgen hebben. Dit is niet de enige plek waar we Rusland tegenkomen. We komen ze ook tegen in de Noordzee bij ons voor de deur. We hebben daar goede afspraken over. Wij gedragen we professioneel en dat verwachten we van hen ook."
In hoeverre speelt Rusland een rol tijdens Baltops?
"Wat we hier voelen in de Oostzee is dat onze NAVO-partners zich ernstig zorgen maken. Letland, Estland en Litouwen zitten tegen Rusland en Wit-Rusland aan. Zweden en Finland zitten erg dicht tegen Rusland aan. Zij hebben er niet voor niets voor gekozen om na heel veel jaren neutraliteit toch toe te treden tot het NAVO-bondgenootschap. Dat is een signaal en dat doen ze niet voor niets. Die druk voelen we hier. Je merkt aan alles dat mensen zich hier zorgen maken en gegeven de ontwikkelingen in Oekraïne is dat natuurlijk niet vreemd."
Wat is de rol van de temperatuurverschillen in dit gebied ten opzichte van de winter?
"BALTOPS is één van de vele oefeningen die wij doen. Begin dit jaar zat ik met meer eenheden dan in deze taakgroep in Noord-Noorwegen. Als je daar in januari zit, dan kun je je voorstellen hoe de omstandigheden zijn. Het is daar regelmatig -25. Wij zorgen ervoor dat we zeer regelmatig dat soort omstandigheden ook ondervinden. Dat is ook iets waar ons Korps Mariniers zich goed voor leent. Zij zijn van de extreme omstandigheden. Dus niet alleen het hele koude in Noorwegen in januari, maar ook het hele warme van een jungle. Wat we hier oefenen, doen zij bijvoorbeeld ook in Belize of Suriname. Dat is toch het thema van ons Korps Mariniers. Qua Patet Orbis, oftewel zo wijd de wereld strekt. Dat betekent dat we rekening houden met alle extreme omstandigheden die er op deze wereld aanwezig zijn."
Wat staat er nog op de planning?
"De oefening is voor onze amfibische taakgroep voorbij. Wij staan op het punt om binnen te lopen in Kiel waar een post exercise debrief zal plaatsvinden. Daar komen we bij elkaar en kunnen we aangeven wat de geleerde lessen zijn. Wat ging er goed en waar kunnen we de volgende keer nog aandacht aan besteden? Je kan het samenvatten als de afwas. We moeten zorgen dat alle kopjes en schoteltjes weer netjes in de kast komen zodat we volgend jaar met alle geleerde lessen weer door kunnen pakken."
Kunnen de bemanningsleden na deze twee weken nu ontspannen?
"Het schip moet in bedrijf blijven en bewaakt worden, maar er is voor een groot deel van de bemanning gelegenheid om even aan de wal te kijken. Voetbal speelt daarin wel een beetje mee. We kunnen dat ook zien op het schip en daar wordt ook rekening mee gehouden natuurlijk."
Auteur: Tobias Kappelle Tobias werkt sinds augustus 2020 als freelance journalist voor Marineschepen.nl. Daarnaast is hij vooral actief in de sportjournalistiek bij onder andere AD Sportwereld, Eurosport en Hockey.nl. Tobias studeerde Geschiedenis en Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht en deed een master Media & Journalistiek aan de Erasmus University Rotterdam.