Damen en de Defensie Materieel Organisatie (DMO) zijn tot een akkoord gekomen voor de bouw van vier fregatten voor België en Nederland. De brief met de informatie over het akkoord, de D-brief, is vandaag verzonden. De schepen worden duurder, zijn groter en weer iets vertraagd.
Bijna tien jaar nadat het eerste model van de vervanger van het M-fregat (min of meer per ongeluk) in het openbaar werd getoond, is er een akkoord voor de bouw van de schepen.
Het akkoord tussen Damen en DMO zat er al een tijdje aan te komen. Vorige week werd nog bekend dat de schepen een stuk duurder zijn geworden dan gepland; ongeveer een miljard euro per stuk. In de Belgische politiek leidde dat tot verontwaardigde reacties, zeker nadat er zonder de gebruikelijke stemming akkoord was gegeven op het Nederlandse plan. Overigens is die stemming slechts een advies.
Belgische media meldden bovendien dat België een economische return in het contract heeft bedongen van 355 miljoen euro. In tien jaar tijd zal Nederland voor dat bedrag Belgische producten of diensten gaan afnemen. In welke vorm dat gaat gebeuren is nog niet bekend. Mogelijk dat België bijdraagt door de diesels voor de fregatten te leveren.
Nederland heeft andersom niet een dergelijke afspraak op het vlak van de mijnenbestrijdingsvaartuigen.
Bouw in Roemenië
Een andere vraag was waar de schepen precies gebouwd zullen worden. Al zo'n twintig jaar worden Nederlandse marineschepen (deels of helemaal) in het buitenland gebouwd. Damen bouwt de schepen voor de marine sinds 2002 op hun locatie in Roemenië (de nieuwe mijnenjagers worden door Naval Group in Frankrijk en in Roemenië gebouwd). Bij de nieuwbouw van de ASW-fregatten voor Nederland en België zou daar mogelijk verandering in komen, want in 2020 schreef staatssecretaris Barbara Visser dat zal worden "bezien of en hoe een zo groot mogelijk deel van de fregatten in Nederland kan worden gebouwd".
Uit de D-brief blijkt dat de casco's van de ASW-fregatten in Roemenië worden gebouwd en de afbouw in Nederland plaatsvindt.
Van 5.500 ton naar 6.400 ton
Het ontwerp dat in juni 2020 werd gepresenteerd is sindsdien ingrijpend veranderd "om te kunnen voldoen aan de eisen voor onder andere onderwatergeluid en schokbestendigheid", zo blijkt uit de D-brief. Het ASWF groeide met maar liefst 900 ton. Daarmee gaat het ASWF voorbij de waterverplaatsing van het LCF dat zo'n 6.044 ton is. Ook het is het uiteindelijke ASWF groter dan de in 2019 nog 'gedroomde' RMF-22D, die in 2020 werd verkleind.
Opvallend is dat de D-brief zwijgt over de lengte van het schip en de snelheid van het ASWF. Ook is het onduidelijk of er in het vergrootte ontwerp ruimte is voor onbemande oppervlaktescheepjes (USV's) van voldoende grootte.
Belgische media melden dat het schip 145 meter lang wordt en meer dan 17 meter breed.
Help je Marineschepen.nl?
Met jouw donatie kan Marineschepen.nl -onafhankelijk- nieuws- en achtergronden blijven publiceren.
Of scan deze QR-code met je telefoon.
Meer info over donaties aan Marineschepen.nl lees je op de donatiepagina.
Vertraagd
De vervangers van de M-fregatten zouden aanvankelijk in 2020 in dienst worden gesteld, maar gaandeweg schoof die datum op. In 2020 werd het 2027, een jaar later werd dat 2028 en nu blijkt dat er weer een jaar vertraging is. Het eerste schip, voor Nederland zal daarom pas in 2029 aan de vloot worden toegevoegd.
Op 19 april wordt de D-brief besproken in het Materieelsdebat in de Tweede Kamer. Richting de zomer wordt het daadwerkelijke contract verwacht.
Auteur: Jaime Karremann Jaime is oprichter van Marineschepen.nl en heeft meer dan 1.500 artikelen geschreven over uiteenlopende marine-onderwerpen. In 2017 gaf hij zijn non-fictieboek In het diepste geheim uit en later onderzeebootthriller Orka. Voor Jaime fulltime met deze site aan de slag ging, werkte hij ruim 12 jaar bij de marine, waarvan het grootste deel in een burgerfunctie. Jaime studeerde Communicatie in Groningen.
