De verkiezingsuitslag is nog niet definitief, laat staan dat er een nieuwe regering is geformeerd, toch alvast een voorzichtige vooruitblik: wat betekenen de verkiezingen voor Defensie en de Koninklijke Marine in het bijzonder?
Beeld vanaf Zr.Ms. De Zeven Provinciën, in de verte Zr.Ms. Van Amstel. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Afgelopen woensdag publiceerde Marineschepen.nl een analyse van de inzet van politieke partijen op gebied van Defensie tijdens de kabinetsperiode 2017-2021. Op basis van die cijfers kan nu voorzichtig vooruit worden gekeken. Natuurlijk is de formatie en de afspraken die daar worden gemaakt het belangrijkst, we hebben vaak gezien dat na intensief overleg door de formerende partijen plots enorme bezuinigingen op Defensie werden uitgestort of (recenter) ineens werd geïnvesteerd in Defensie. Toch is het ook interessant om verder te kijken dan de formatie.
Marineschepen.nl verwacht op basis van de voorlopige verkiezingsuitslag geen grote verschuivingen op Defensiegebied. Kleinere verschuivingen en onzekerheden zijn er wel. Kort gezegd hebben de actieve en passieve anti-Defensiepartijen in de verkiezingen verloren, hebben de partijen die willen investeren gewonnen, maar hebben ook partijen die meer Europa willen zetels gewonnen, en is het aantal partijen dat zich afzijdig heeft gehouden toegenomen.
Wat uit de analyse van woensdag bleek, is dat een aantal partijen in woord en daad een duidelijk standpunt hebben ingenomen ten opzichte van Defensie. Partijen zoals SGP, PvdA, GroenLinks, SP, D66, CDA en VVD hebben laten zien hun taak in de Vaste Kamercommissie van Defensie serieus te nemen. De VVD was er als enige partij alle keren, SGP was er (met slechts 3 zetels) 21 keer. Partij voor de Dieren, PVV, DENK en Forum voor Democratie waren niet of nauwelijks bereid om zich bij de Defensievergaderingen te melden.
Uit de daadwerkelijke inbreng viel op te maken dat vooral VVD, CDA, SGP en ChristenUnie zich sterk maakten voor Defensie en de defensie-industrie. SP, GroenLinks, Partij voor de Dieren en DENK maakten zich juist (actief of passief) sterk voor minder Defensie.
Meer investeringen(?)
Partijen die voorstander zeggen te zijn van meer investeringen in Defensie hebben gewonnen, met uitzondering van het CDA (verlies van 4 zetels). Ook D66 zegt te willen investeren, zij het met slechts 100 miljoen euro, Forum voor Democratie, Volt en JA21 zeggen naar de 2% te willen maar hebben niet uitgelegd waar dat geld vandaan moet komen.
Kijken we naar de veranderingen in zetels van de partijen die de afgelopen vier jaar duidelijk pro-Defensie waren (VVD, CDA, SGP en ChristenUnie) dan zien we dat zij er per saldo echter met 1 zetel op achteruit gaan. De op Defensiegebied 'middenpartijen' D66 en PvdA zijn er dankzij de winst van D66 4 zetels op vooruit gegaan.
De tegen-club bestaande uit SP, GroenLinks, PvdD en DENK leed grote verliezen: 9 zetels er af. De groep PVV, Forum voor Democratie en 50PLUS kwam vaak niet opdagen bij vergaderingen, stemde regelmatig bij moties wel pro-Defensie, maar stemde op andere momenten ook met SP of GroenLinks. Deze groep krijgt er 1 zetel bij.
Marineschepen.nl heeft de marine-moties (voor en tegen onderzeeboten, tegen radar fregatten en tegen inzet van fregat bij Hormuz) uit het verleden opnieuw bekeken op basis van deze verkiezingsuitslag, maar de uitslag van de moties zou ook met deze uitslag niet zijn veranderd.
De 8 zetels van de nieuwe partijen zullen geen verschuiving veroorzaken als het gaat om moties. De grote vraag is natuurlijk wel wat de nieuwkomers (Volt, Bij1, BBB, JA21) zullen doen. Het is afwachten of zij zich zullen melden op de Defensievergaderingen. BBB en Bij1 zullen die waarschijnlijk laten schieten. JA21 heeft twee keuzes: FvD achterna en niet komen, of VNL (bekend van het Nederlandse vliegkampschip) achterna en het woord nemen tijdens de vergaderingen. De onverschilligheid rond Defensie zou dus kunnen groeien.
Hoewel de pro-Defensiepartijen nauwelijks sterker zijn geworden, zijn er wel meer partijen die in hun verkiezingsprogramma Defensie steunen. Zeker is wel dat de traditionele weerstand in de Tweede Kamer tegen investeringen in Defensie zal afnemen. Er is dus kans op een hogere Defensiebudget.
Als je hetzelfde doet, krijg je hetzelfde resultaat
Met alleen meer geld is Defensie er echer niet. Want aan de andere kant is het ook de VVD, en twee keer het CDA, dat er de afgelopen drie kabinetten (sinds 2010) niet de bereidheid had om op het dossier van vervanging van onderzeeboten (sinds 2013) snelheid te behouden. De regering werd in dat opzicht niet gehinderd door de oppositie. Ook de huidige problematiek rond het gezamenlijk vervangen van de M-fregatten en mijnenbestrijdingsvaartuigen, is een verantwoordelijkheid van regeringen waarin de VVD de grootste was.
Zonder grote politieke druk is een verbetering op gebied van vervanging onderzeeboten niet te verwachten en hetzelfde zal gelden voor personeel.
Meer Europa
Anti heeft verloren, maar dat betekent niet dat pro het eenvoudig zal krijgen. Er zijn nieuwe krachten, namelijk die van Volt en D66 (samen 26 zetels (+7)). Door deze winst is er op de as Nederlandse industrie - Europese industrie een verschuiving naar Europese industrie. D66 en Volt zij vallen immers op door een meer Europa. D66 heeft dat bij monde van Salima Belhaj al vaak laten weten in vergaderingen van de Defensiecommissie. Volt kiest in het partijprogramma voor een stevige Europese defensiekoers:
• Europese krijgsmacht op de lange termijn
• De Europese Commissie gaat
standaarden en normen opstellen
voor de ontwikkeling en het gebruik
van militair materieel
• EU gaat gezamenlijk materieel inkopen
• Raad voor Europese Defensieministers
• naar 2% NAVO-norm (maar mogelijk norm aanpassen)
Lang niet alle punten zijn voor de Nederlandse Defensie en marine in het bijzonder gunstig. Nederland heeft de afgelopen decennia laten zien dat Defensie met de eigen industrie en kennisinstituten marineschepen kan bouwen die goedkoper en beter zijn dan vergelijkbare marineschepen in Duitsland, Frankrijk, Italië en voormalig EU-land Groot-Brittannië. Toch wil Volt gezamenlijk materieel inkopen om kosten te besparen, met alle risico's voor de succesvolle formule op marinegebied. En dat laatste geldt uiteraard ook voor een EU-commissie die standaarden en normen moet gaan opstellen.
Volt sluit met deze punten aan op het gedachtegoed van D66. Beide zeggen ook meer te willen investeren in de krijgsmacht. D66 wil naar het Europese gemiddelde, Volt wil Nederland houden aan de afspraak. Ietwat zorgelijk is wel de passage in het verkiezingsprogramma van Volt: "Volt wil dat Nederland aan
haar internationale verplichtingen
voldoet en dat betekent dat
onze bijdrage aan de NAVO tot de
afgesproken 2% van het bbp moet
worden opgevoerd. Tegelijk is het ook
tijd om goed te analyseren hoeveel
geld de NAVO nu eigenlijk voor onze
gezamenlijke veiligheid in Europa
nodig heeft." (Cursivering door Marineschepen.nl)
Immers, kennelijk is bij Volt niet bekend dat de 2% geen bijdrage aan de NAVO is. Nederland betaalt die 2% niet aan de NAVO, maar de afspraak is dat ieder land 2% van het BBP uitgeeft aan de eigen Defensie. Dus een onderzoek naar hoeveel geld de NAVO nodig heeft, schreeuwt vooral dat de opstellers van het programma even wat uitleg moeten krijgen.
Hoe dan ook is de kans groot dat het anti-Defensiegeluid in de vergaderingen vervangen wordt door een mild pro-Defensiegeluid, maar dan wel sterk Europees. En dat is voor de landmacht wellicht niet zo'n zorg, dat immers niet veel materieel ontwikkelt. De luchtmacht, dat eveneens veel spullen van de plank koopt (weliswaar vaak in de VS), zal er misschien ook niet zoveel hinder van ondervinden. Zorgelijker is het voor de marine, dat afhankelijk is van het Nederlandse marinebouwcluster en natuurlijk het marinebouwcluster zelf, en nu vaak relatief goedkoop uit is. Zeker omdat Volt wel spreekt over gezamenlijk inkopen. Opmerkelijk is ook dat Volt niets zegt over hoe Nederlandse bedrijven kunnen concurreren met EU-staatsbedrijven.
Concreter: D66 en ook Volt zullen best voorstander zijn van vervanging van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten. Dat gaat mogelijk samen met Duitsland gebeuren, de Nederlandse en Duitse eisen en ontwerpfilosofie wijken echter enorm van elkaar af. De vraag is dus of genoemde partijen zullen pleiten voor alleen samenwerking op die punten waar winst kan worden behaald, of dat zij blijven staan voor een zo uitgebreid mogelijke samenwerking alleen omdat het een Europese samenwerking is.
Vragen
Zodra de nieuwe regering zitting heeft genomen gaan we antwoord krijgen op de vraag wat de verkiezingen voor Defensie betekenen. Dan zal ook meer duidelijk worden hoe hard de partijen die 2% NAVO-norm hebben opgenomen in het programma, die beloftes ook gaan waarmaken. Meer duidelijkheid zullen we krijgen over de standpunten van D66, Volt en PvdA als het gaat om bijvoorbeeld nieuwe onderzeeboten (inmiddels een bij uitstek Europees vraagstuk) en vervanging LCF'en. Gaan de partijen in de uiterste delen van het spectrum net zo veel (SP, GroenLinks) deelnemen aan de defensievergaderingen? Of komen ze (JA21, FvD, PVV, PvdD en DENK) straks ineens wel?
Het wachten is eerst op de formatie en de afspraken die daar uit komen.