Een officier van Zr.Ms. Karel Doorman wordt verdacht van aanranding, dat meldt De Telegraaf vanochtend. De marineofficier is gisteren van boord gestapt. Zr.Ms. Karel Doorman is in het Caribisch gebied. Het schip werd naar de West gestuurd om coronahulp te verlenen. De afgelopen weken is het schip echter ingezet voor kustwachtpatrouilles.
Archieffoto vanaf de bak van Zr.Ms. Karel Doorman. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Een woordvoerder van de marine bevestigde vanochtend tegenover Marineschepen.nl dat er aangifte is gedaan. "We nemen dit soort zaken heel serieus", zei hij. "Het is goed dat er aangifte is gedaan, zodat er zorgvuldig onderzoek gedaan kan worden door de Koninklijke Marechaussee." De marine wilde niet inhoudelijk ingaan op de berichtgeving.
Bronnen zouden tegenover De Telegraaf hebben verklaard dat de bewuste officier afgelopen weekend een matroos had aangerand. Nadat de matroos aangifte had gedaan bij de marechaussee, volgden nog twee andere matrozen met aanklachten. Enkele dagen na de aanklacht besloot de officier zelf van boord te gaan. Hij wordt vervangen.
Geen coronahulp maar kustwachtpatrouilles
Zr.Ms. Karel Doorman arriveerde op 24 april in het Caribisch gebied om coronahulp te verlenen. Tot op heden is de hulpverlening beperkt gebleven tot het afzetten van mariniers met hun voertuigen en het afleveren van goederen. Sinds 28 april wordt het schip ingezet voor maritieme grensbewaking, een taak die normaliter bij het stationsschip ligt.
"De Doorman is naar het Caribisch gebied gestuurd om forward deployed te zijn in geval van escalatie", zei een woordvoerder vanochtend tegen Marineschepen.nl. "Maar de situatie in het gebied voor wat betreft het coronavirus lijkt stabiel. Er zijn op dit moment geen steunverzoeken. Komen die er wel, dan kan de Doorman ingezet worden." Meer kon de marinewoordvoerder niet over de inzet zeggen.
1,5 maand in afzondering
Deze Westreis zal voor de bemanningsleden ongetwijfeld niet tot de reizen met de mooiste herinneringen gaan behoren. De bemanning ging al op 30 maart in quarantaine en is nu 1,5 maand in afzondering. Behalve de vliegploeg en de personen die voor last minute trainingen naar de NBCD-school moesten, is het grootste deel sindsdien niet meer van boord geweest. De Doorman vertrok met het idee om coronahulp te verlenen, maar eenmaal op Sint Maarten aangekomen was er nog geen concrete hulpvraag.
Kustwachtpatrouilles bij de meest zuidelijke grens van het koninkrijk zijn belangrijk, zeker nu Zr.Ms. Pelikaan voor onderhoud in Nederland is, maar voor bemanningsleden die dachten veel te kunnen helpen in de strijd tegen corona, moet het een teleurstelling zijn.
Drie maanden van huis zijn goed door te komen als het schip regelmatig een buitenlandse haven in kan lopen voor wat ontspanning en een andere omgeving. Maar juist die voor de marineman/ -vrouw zo belangrijke buitenlandse havens zijn nu uit den boze, een probleem waar bemanningen van andere marineschepen ook mee kampen. Voor de Doorman is het echter bovenop het ontbreken van steunvragen, plus is de reis -achteraf begrijpelijk- niet aangemerkt als missie, in tegenstelling tot de noodhulpverlening na de orkaan passage Irma.
En nu is daar een (vermeend) zedenincident bij gekomen.
Fransen naar huis
De Doorman was de afgelopen tijd met twee andere schepen in het gebied die extra aandacht besteedden aan coronahulpverlening. Het Britse schip RFA Argus en het Franse marineschip Dixmude zakten onlangs af naar het Caribisch gebied. De inzet van de Argus was al gepland, vooral voor het orkaanseizoen.
Afgelopen maandag besloot Frankrijk om de inzet van de helikoptercarrier Dixmude in het Caribisch gebied te beëindigen. Het schip heeft materieel vervoerd en patiënten naar ziekenhuizen gebracht, plus voorbereidingen op het orkaanseizoen getroffen. De Dixmude zou er niet meer nodig zijn en is inmiddels op weg naar Toulon.
