Vorig jaar kondigde de Duitse marine aan dat een Duitse onderzeeboot richting Somalië zou gaan om inlichtingen over piraten te verzamelen. Na maanden van onderzoek heeft Duitsland de missie afgeblazen: het water rond de Hoorn van Afrika is er te warm en de afstand is te groot voor de Duitse onderzeeboten.
De U34 in de Oostzee. (Foto: Duitse marine)
In november 2015 maakte de Duitse marine bekend dat voor het eerst een Duitse onderzeeboot zou deelnemen aan de EU-antipiraterijmissie Atalanta. De onderzeeboot zou in de periode april - juni 2016 rond de Hoorn van Afrika inlichtingen gaan verzamelen over piraten, maar ook over illegale visserij.
Opvallend
Het was een opvallend bericht, want behalve de Nederlandse onderzeeboten Zr.Ms. Zeeleeuw en Zr.Ms. Dolfijn, had in 2013 alleen een Italiaanse onderzeeboot aan een antipiraterijmissie deelgenomen. Het zou een primeur moeten worden voor de Duitse onderzeedienst. De laatste keer dat uboten in de Indische Oceaan waren, was tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Wat direct opviel in het bericht was dat de onderzeeboot niet op eigen kracht de 9.000 kilometer naar Somalische wateren zou afleggen, maar dat het vervoerd zou worden op een heavy-lift schip. In Djibouti zou de onderzeeboot weer in zee worden gelegd en vervolgens aan de operatie kunnen beginnen. Volgens de Duitse marine was gekozen voor deze manier van transporteren omdat de overtocht sneller zou zijn en bovendien zou deze manier van transport een kleinere kans op schade met zich meebrengen.
Het vervoeren van een onderzeeboot naar een operatiegebied is -op z'n zachtst gezegd- zeer opmerkelijk. De overtocht is inderdaad sneller, maar onderzeebootoperaties moeten zoveel mogelijk stil worden gehouden en dat is lastig als de onderzeeboot vervoerd wordt op een gigantisch zwareladingschip. Daarnaast zijn de kosten hoog, terwijl het varen met een dieselelktrische onderzeeboot vrij goedkoop is. Ook wordt de bemanning oefentijd ontnomen in aanloop naar de operatie. En de verklaring over de kleinere kans op schade, geeft geen blijk van groot vertrouwen in een kundige bemanning.
Eenmaal in de wateren rond de Hoorn van Afrika zou de onderzeeboot niet geheel zelfstandig opereren, maar ondersteuning krijgen van het Elbeklasse ondersteuningsschip FGS Main.
Ook dit is voor Nederlandse onderzeeboten ondenkbaar. Zr.Ms. Zeeleeuw en Zr.Ms. Dolfijn voeren niet alleen zelf (deels onder water) naar het operatiegebied nabij Somalië, maar opereerden er ook alleen. Hetzelfde gold voor Zr.Ms. Dolfijn die in 2001 voor een oefenreis naar de Perzische Golf voer, Zr.Ms. Walrus die in 2002 12.000 km aflegde om Iraanse marineschepen te bespieden en Zr.Ms. Bruinvis in 2005 voor een operatie in de Indische Oceaan was.
USS Cole raakte door de aanslag in Jemen zwaar beschadigd en moest per heavylift schip naar huis. Zo'n schip wilde de Duitse marine gebruiken om een onderzeeboot naar de Golf van Aden te transporteren. (Foto: Amerikaanse marine)
De afstand van Duitsland naar Somalië is -via het Suezkanaal- zo'n 9.000 km. (Bron: Google)
De uitdaging voor onderzeebootoperaties in deze wateren is de lange Somalische kustlijn. Hier is het niet mogelijk om ondersteuning te krijgen en verder naar het zuiden zijn geen veilige havens. Als onderzeeboten de activiteiten langs de Somalische kust in kaart willen brengen moeten zij langdurig zelfstandig kunnen opereren of een ondersteuningsschip bij zich hebben. (Bron: Google)
Toch niet
Maanden later werd bekend dat Duitsland toch geen onderzeeboot naar de Golf van Aden zal sturen. De officiële berichten spraken van "operationele redenen" waarom de missie werd geannuleerd, het zou niets te maken hebben met technische redenen.
Maar volgens het Duitse blad Kieler Nachrichten was de hoge watertemperatuur echter het struikelblok. Het blad baseert zich op een intern rapport van de marine, waar in zou staan dat de watertemperaturen, die in het operatiegebied rond de 30 graden liggen, een negatief effect hebben op de voortstuwing. Het bereik van de met brandstofcellen aangedreven boot zou dan beduidend lager zijn geweest dan in koelere wateren.
Het zou dan vooral gaan om de boten U 32, U 33 en U 34, waar de koelsystemen niet bestand zouden zijn tegen warmte. Alleen de koelsystemen van de U35 en U36 zouden geschikt zijn, maar de U35 was nog niet inzetbaar en de U 36 is nog in aanbouw. De U 35 werd pas in maart 2015 in dienst gesteld, twee jaar na de oorspronkelijk geplande datum. De boot zou, net als de laatste van de vijf Type 212A onderzeeboten U 36, echter met grote technische problemen kampen.
Om de U 34, de aangewezen onderzeeboot, toch in de Golf van Aden te kunnen laten opereren, was een aanpassing aan de koelsystemen van de boot nodig. Dat was blijkbaar te veel.
De Duitse marine heeft nu besloten de boten voorlopig in de regio te houden. Overigens zijn de nieuwe Duitse onderzeeboten een enkele keer wel ver van huis geweest voor een oefening (dat is ook eenvoudiger omdat op de plaats van bestemming ondersteuning te vinden is) in koelere wateren, zo is een Duitse onderzeeboot in 2013 in de Verenigde Staten geweest en in 2015 in de Middellandse Zee.
De Italiaanse onderzeedienst heeft met vrijwel hetzelfde type onderzeeboot wel een reis gemaakt naar dat gebied. In 2013 voer de Todaro naar de wateren rond de Hoorn van Afrika om inlichtingen over piraten te verzamelen. Waar en op welke manier de Italiaanse missie is volbracht, is onbekend. Wel heeft de Todaro in de havens steeds ondersteuning vanuit Italië ontvangen.
Piraten gezien door de periscoop van Zr.Ms. Zeeleeuw in 2010. (Bron: NATO)