Het eerste staal van de toekomstige Belgische en Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuigen is gisteren gesneden. Dat gebeurde in op de scheepswerf Crist in Polen en is bedoeld voor het eerste Belgische schip, dat in 2024 in dienst moet komen. Dat eerste schip wordt gebouwd in Frankrijk door scheepswerf Piriou.
Het was gisteren een belangrijke dag voor het Belgisch-Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuigenproject. Nadat in 2018 het consortium bestaande uit Naval Group en ECA Group de strijd hadden gewonnen om de bouw van twaalf mijnenbestrijdingsvaartuigen, is veel voortgang geboekt en is nu een belangrijke mijlpaal behaald.
Die mijlpaal stond dus in Polen, zo blijkt nu voor het eerst uit een tweet van directeur projecten van DMO Dick Kreiter. Eerder was al bekend geworden dat de schepen niet volledig in Frankrijk worden gebouwd, en dat er werk naar "andere Europese werven" zou gaan. Zeven van de twaalf schepen worden namelijk deels buiten Frankrijk gebouwd, maar de afbouw heeft wel steeds in Lorient of Concarneau plaats.
(Foto: @Dgkreiter/ DMO)
De werf Crist S.A. in Gdynia, Polen, heeft vaker met Piriou samengewerkt. Dat ging dan voor zover bekend alleen om visserschepen en een ferry, maar niet om een marineschip. Vooralsnog levert Crist alleen het gesneden staal, welke werf of werven (anders dan de Franse werven Piriou en Kership) de schepen mogen bouwen is nog niet bekend.
Waarom in Polen en niet in Nederland en België?
Het project mijnenbestrijdingsvaartuigen is heel anders dan we in Nederland gewend zijn. In dit project heeft België, in samenwerking met Nederland, functionele eisen gesteld. Dus er zijn bijvoorbeeld eisen gesteld aan wat de schepen moeten kunnen. Niet waar ze gebouwd gaan worden. Ook was er bijvoorbeeld een eis voor een bepaald kaliber kanon, maar niet welk kanon of welke bouwer.
De Franse werf Kership (van Piriou en Naval Group) leidt de aanbestedingen. Zij hebben een budget, tijdspad en kwaliteitseisen als opdracht gekregen voor de bouw van de twaalf schepen. Hoe zij dat voor elkaar krijgen is aan Kership. Zij hebben tal van aanbestedingen uitgeschreven voor bouwwerven tot bedrijven die de airconditioning leveren. Kership kiest de winnende aanbieders waarmee zij een product kunnen leveren dat aan de eisen kan voldoen. Bekend is dat Naval Group en ECA de opdracht voor schepen en drones wonnen met een lage prijs, zij zullen in hun aanbestedingen ongetwijfeld scherp op de prijs willen letten.
Waarschijnlijk hebben ook Nederlandse of Belgische werven meegedaan met de aanbesteding om het staal te mogen snijden. Crist uit Polen heeft gewonnen en zolang de winnaar binnen budget en tijd de juiste kwaliteit kan leveren, voldoet Kership aan de opdracht. Overigens staat niet vast dat alles in Polen wordt gebouwd, dus er is nog een (kleine) kans op een Nederlands of Belgisch aandeel.
De nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen voor België en Nederland zullen gaan opereren met onbemande systemen om op grote afstand van de moederschepen zelf mijnen te kunnen opsporen en vernietigen. De mijnenbestrijdingsdrones worden met een onbemand scheepje naar het mijnenveld gebracht. De moederschepen zelf zullen ruim 80 meter lang worden en een waterverplaatsing hebben van 2800 ton. Ze zijn bewapend met een Bofors 40mm kanon en twee .50 FN Herstal Sea deFNder. Overigens is laatstgenoemde wapen van FN Herstal een nieuwe, digitale versie, van die we tot nu toe gezien hadden. Dit levert een beter beeld en betere besturing op dan de huidige variant. Maar dat systeem is, net als de moederschepen, nog in aanbouw.
Voor het eerst in lange tijd zijn nu twee verschillende klassen marineschepen, het Combat Support Ship en de mijnenbestrijdingsvaartuigen, tegelijk in aanbouw voor de Nederlandse marine.
