De Carrier Strike Group onder leiding van het Britse vliegkampschip HMS Queen Elizabeth is dik twee weken op pad en is inmiddels ver de Middellandse Zee in. De volgende zee moet de Zwarte Zee zijn.
Dual carrier operations, een complex samenspel van twee vliegkampschepen. HMS Queen Elizabeth (onder) en FS Charles de Gaulle oefenden voor heet eerst samen. (Foto: Britse marine)
Op 22 mei verliet Zr.Ms. Evertsen een koud en winderig Den Helder en sloot zich aan bij de taakgroep onder leiding van de Britse staf aan boord van de Queen Elizabeth. De reis begon stormachtig, maar de hoge golven zijn al enige tijd verruild voor de zomerse rust van de Middellandse Zee. Die rust gaat overigens vooral op voor de sea state, want de groep schepen heeft inmiddels heel wat zeemijlen afgelegd en al meerdere oefeningen afgevinkt.
Een van de meest speciale ontmoetingen was wel die van de twee vliegkampschepen. Het Franse vliegkampschip FS Charles de Gaulle was op de terugweg naar Toulon na een inzet in onder andere het Midden-Oosten en trok even samen op met het Britse eskader. F-35B vliegtuigen van het Amerikaanse Korps Mariniers en van de Britse luchtmacht vlogen vanaf de Queen Elizabeth, samen met Rafale's vanaf de Charles de Gaulle gesimuleerde aanvalsvluchten uit.
De bevelhebbers van de Britse, Franse en Amerikaanse marines maakten van de gelegenheid gebruik om beide carriers te bezoeken. Eerder had secretaris-generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg, al een bezoekje gebracht.
Eenmaal dichter bij Italië sloot de Italiaanse torpedobootjager ITS Andrea Doria (Orrizonteklasse) zich aan bij het eskader.
Verspreid
Een klein beetje versterking kon de Carrier Strike Group wel gebruiken, want inmiddels was het eskader in delen verspreid over de Middellandse Zee. Dat begon al vrij snel. Toen de kern van het eskader nog in de Atlantische Oceaan en Golf van Biskaje voer, was de Type 45 torpedobootjager HMS Defender op 27 mei al in Gibraltar. De Defender meerde vervolgens op 4 juni af in Souda Bay, Kreta, zo'n 1450 zeemijlen (2700 km) verderop.
Aangezien de Defender een van de schepen is die de Zwarte Zee in zal gaan, kan het zijn dat de torpedobootjager het eskader vooruit is gesneld om af te buigen naar het noorden. Want afgelopen zondag passeerde de hoofdmoot van het eskader de Straat van Messina (de prachtige zeestraat tussen het zuidelijkste puntje van het Italiaanse vasteland en Sicilië), honderden mijlen achter de kopgroep. De schepen die door Italiaanse spotters zijn gezien zijn: HMS Queen Elizabeth, HMS Diamond, USS The Sullivans, RFA Tidespring en RFA Fort Victoria. Zr.Ms. Evertsen, HMS Richmond en HMS Defender waren er dus niet bij.
Ook Zr.Ms. Evertsen passeerde eind mei de Straat van Gibraltar. Het Nederlandse fregat oefende onder andere met de Wildcat-helikopter van HMS Richmond. Zoals bekend zal ook het Nederlandse fregat de Zwarte Zee in gaan en zal dus, net als de Defender, voor de groep uit zijn gevaren.
Opvallend was dat een Britse nucleaire onderzeeboot, HMS Artful (Astuteklasse), zich afgelopen zaterdag in Gibraltar meldde. Het eskader heeft weliswaar een Astuteklasse onderzeeboot, maar welke boot precies, is niet bekend gemaakt. Als de Artful inderdaad deel uitmaakt van CSG21, dan zal de sub de kernreactor flink aan het werk moeten zetten om weer bij de carrier in de buurt te komen.
Na de Zwarte Zee, gaat het eskader via het Suezkanaal richting de Oost. Japan is het keerpunt van de reis.
