Frankrijk kwam in oktober van 2022 met Nederland en België overeen dat de landen samen zouden werken op het gebied van de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen. Het ontwerp van Franse schepen zou gebaseerd worden op hetzelfde moederschip als de Nederlandse en Belgische schepen, die op dat moment al op de Franse werf van Naval Group gebouwd werden. Nu blijkt dat de Fransen een ander kanon overwegen.
Model van het mijnenbestrijdingsvaartuig voor Nederland en België, bij bouwer Piriou in Frankrijk. Op de bak is de Bofors 40 MK4 te zien, hoog op de mast staat de NS50-radar van Thales. Het model is van de Oostende, dat schip is inmiddels te water gelaten. Het Nederlandse schip, de Vlissingen, is in aanbouw bij Kership in Lorient. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
De overeenkomst werd gesloten tijdens een ontmoeting van de drie directeuren van de defensie-materieelorganisaties op de internationale marinebeurs Euronaval in Parijs. De onderhandelingen hiervoor liepen al langer. Vice-admiraal Arie Jan de Waard, de directeur van DMO, zei destijds dat de samenwerking vooral gericht was op het verhogen van de "synergie en doeltreffendheid" van de mijnenbestrijdingssystemen.
Nederland en België waren destijds blij met de overeenkomst omdat dit ook voor hen economische schaalvoordelen op zou leveren. Daarnaast is een verbond gunstig voor de interoperabiliteit en kan het op het gebied van trainingen voordelig zijn. De mijnenbestrijdingsvaartuigen van het rMCM-programma moeten de Tripartites (in Nederland de Alkmaarklasse) vervangen. Deze mijnenjagers werden in het verleden door de drie landen samen ontwikkeld.
De vervangende schepen worden door Nederland en België MCM moederschepen genoemd en zijn ontwerpen door Naval Group. Het idee was vervolgens dat het Franse mijnenbestrijdingsprogramma identieke schepen af zou leveren, zo bevestigde VADM De Waard in november nog aan Navalnews.com: "Frankrijk heeft gezegd dat het exact hetzelfde moederschip als België en Nederland gaat kopen."
Thales/ Nexter RAPIDfire. Een 40mm kanon met een bereik van ongeveer 4 km tegen lucht- en zeedoelen. Het eerste kanon zal binnenkort geplaatst worden op de nieuwe Franse bevoorrader Jacques Chevallier en toekomstige patrouilleschepen. (Foto: Thales)
Verschil in wapensystemen
Nu blijkt dat er ook op het gebied van de systemen toch verschillen kunnen ontstaan. Zo is Frankrijk er nog niet uit welk kanon het aan boord wil, bericht Navalnews.com. Op dit moment zijn er twee opties voor de artillerie. Dit zijn de 40 Mk4 Bofors van BAE Systems en de RapidFire van Nexter en Thales.
RapidFire is een Frans systeem en is mogelijk makkelijker op de Franse schepen te plaatsen, maar het nadeel is dat de burst munitie nog niet gefinancierd is. De 40 Mk4 is een van origine Zweeds model dat al geïntegreerd is in het ontwerp. Een mogelijk bezwaar in Frankrijk is dat de Bofors, net als in Nederland en België, nog niet in gebruik is bij de Franse marine, waardoor er een nieuw type munitie geïntroduceerd moet worden binnen de marine.
Eerder was al bekend dat Frankrijk met andere drones zal gaan opereren dan België en Nederland. En dus zijn er specifieke aanpassingen nodig aan de systemen aan boord.
Weer mogelijk goed nieuws voor Thales
Wat betreft de radar zijn de Fransen wel van plan om Nederland en België te volgen en heeft de NS50-radar van Thales de voorkeur, meldt Navalnews.com. Weliswaar is ook Thales Frans, maar de radar is wel in Nederland ontwikkeld en gebouwd. In Hengelo wordt al gewerkt aan twaalf radars voor de Nederlandse en Belgische schepen.
Auteur: Tobias Kappelle Tobias werkt sinds augustus 2020 als freelance journalist voor Marineschepen.nl. Daarnaast is hij vooral actief in de sportjournalistiek bij onder andere AD Sportwereld, Eurosport en Hockey.nl. Tobias studeerde Geschiedenis en Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht en deed een master Media & Journalistiek aan de Erasmus University Rotterdam.