Marineschepen.nl
 
   
 

Hoe de nucleaire samenwerking tussen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië tot stand kwam en wat dat betekent voor de AUKUS-alliantie


Door: Tobias Kappelle
Bericht geplaatst: 21-09-2021 | Laatst aangepast: 21-09-2021


Australië wordt na Groot-Brittannië het tweede land dat de beschikking krijgt over geheime nucleaire informatie van de Verenigde Staten. Dat is één van de gevolgen van het nieuwe pact AUKUS, dat enkele dagen geleden gepresenteerd werd door Biden, Johnson en Morrison. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië kennen een lange en ingewikkelde geschiedenis op nucleair gebied. Hoe is deze samenwerking precies tot stand gekomen?

Nautilus
USS Nautilus, de eerste operationele nucleaire onderzeeboot. De Nautilus was van 1964 tot en met 1980 in dienst, had een waterverplaatsing van 4.000 ton onder water en een lengte van 98 meter. (Foto: Amerikaanse marine)

Nucleair is de toekomst
Sinds 1900 opereert de Amerikaanse marine met onderzeeboten, meer dan vijftig jaar lang ging het om diesel-elektrische boten. In 1954 besloten de Verenigde Staten dat ze niet langer zouden inzetten op non-nucleaire voortstuwing van onderzeeboten. Dit was niet de toekomst. Enkele jaren eerder was de bouw van een nucleaire onderzeeboot al gestart en in september 1954 was het zover. USS Nautilus was de eerste operationele atoomonderzeeboot ter wereld.



Voor Groot-Brittannië was dit een duidelijk signaal. Het land had in de gaten dat het hopeloos achterliep op de Amerikanen en er werd besloten om meer te investeren in onderzoek naar nucleaire voortstuwing. Deze onderzoeken leverden echter niet het gewenste resultaat op en daadwerkelijke vooruitgang bleef uit.

Dit veranderde in 1955 toen Lord Louis Mountbatten de nieuwe First Sea Lord van Groot-Brittannië werd. Mountbatten was vastbesloten om de Royal Navy naar het nucleaire tijdperk te helpen en hij besefte dat het VK dat niet alleen kon. Mountbatten zocht hulp bij de Verenigde Staten.



'Beperkende wetgeving'
De Verenigde Staten wilden graag samenwerken met de Britten, maar er was een grote hindernis. Na de Tweede Wereldoorlog had het Amerikaanse parlement de McMahon Act aangenomen. Deze wet bepaalde dat het verboden was voor de Verenigde Staten om informatie over nucleaire energie te delen met andere landen en dus konden de Verenigde Staten weinig betekenen voor Groot-Brittannië.

Al snel besefte de Amerikaanse president Eisenhower dat deze wet belemmerend zou werken voor de internationale samenwerking. Dit besef werd vooral veroorzaakt doordat de Sovjet-Unie in 1953 een eigen nucleaire test uitvoerde. Dit baarde de Verenigde Staten zorgen en Eisenhower wilde van de McMahon Act af.

Eisenhower noemde de wet "A terrible piece of legislation" en vond dat deze de relatie tussen de VS en zijn NAVO-partners ondermijnde. Niet lang daarna zette de Amerikaanse president een proces in gang om de nucleaire samenwerking met bondgenoot Groot-Brittannië wettelijk mogelijk te maken. Dit leidde tot de US/UK Military Cooperation Agreement van 1955, waarin stond dat de Verenigde Staten informatie mochten geven aan Groot-Brittannië, die noodzakelijk was voor de ontwikkeling van de defensieplannen van de Britten.

Mountbatten en Rickover
Bevelhebber van de Britse marine admiraal Lord Louis Mountbatten (1900-1979) en admiraal Hyman Rickover (1900-1986), de man achter de nucleaire marine. (Foto's: Britse marine, Amerikaanse marine)

Moeizame samenwerking
Dit betekende echter niet de VS alle nucleaire geheimen zomaar wilde en mocht delen.
Het land wilde zijn technologische voorsprong behouden en dus werd zeker niet alle geheime informatie aan de Britten doorgespeeld. Vooral op het gebied van de Nautilus waren de Verenigde Staten zeer terughoudend.

Toen Louis Mountbatten op bezoek was in de Verenigde Staten, leek het een aantal mensen een mooi idee om hem het binnenste van de nucleaire onderzeeboot te laten zien. De Amerikaanse admiraal Hyman Rickover, bijgenaamd 'The Father of the nuclear Navy', stak hier echter een stokje voor. Het zou het begin zijn van een jarenlange gespannen relatie tussen Mountbatten en Rickover. Onwil tot echte samenwerking en beperkende wetgeving zorgden voor een uiterst traag verlopende Anglo-Amerikaanse samenwerking.

Na dit bezoek wilde Mountbatten aan de Verenigde Staten laten zien dat het hem menens was. Hij versnelde het Britse onderzoeksproces en gaf duidelijk te kennen dat de Britten per se een nucleaire onderzeeboot wilden ontwikkelen, met of zonder hulp van de Amerikanen. Vanuit de Amerikaanse politiek bleef echter weerstand bestaan tegen het delen van te veel geheimen.

November
In 1952 begon in de Sovjet-Unie het werk aan een nieuwe onderzeeboot met kernvoortstuwing, wat later de Novemberklasse zou worden. De eerste werd in 1959 in dienst gesteld.

Dreiging vanuit de Sovjet-Unie
Daar kwam verandering in toen Nikita Chroesjtsjov in 1953 de nieuwe partijleider werd van de Communistische partij van de Sovjet-Unie. Chroestsjov was van mening dat de vloot verouderd was en begon met een moderniseringsproces. Chroesjtsjov vond dat er kansen lagen op het gebied van onderzeeboten en al snel moest de vloot van de Sovjets een stuk serieuzer genomen worden. Er ging een grote dreiging uit vanuit het oosten en dat baarde de Verenigde Staten zorgen.

Eisenhower, die inmiddels in zijn tweede en laatste termijn zat, koos ervoor om zich te ontdoen van de beperkende wetgeving wat betreft de samenwerking. Hij hoefde zich geen zorgen meer te maken over herverkiezing en had dus weinig te verliezen. Verruiming van de mogelijkheden leidden er in 1957 toe dat Groot-Brittannië op de rand van het nucleaire tijdperk stond.

Eindelijk was het grootste deel van de wetgevende beperkingen verdwenen en had Groot-Brittannië toegang tot het nucleaire voortstuwingsprogramma van de Verenigde Staten. Toch verliep de samenwerking tussen de twee landen nog altijd stroef. Admiraal Rickover was nauw betrokken bij de ontwikkeling van de Britse onderzeeboten. Hij bleef echter zeer terughoudend in de hulp die hij bood en was zeer kritisch op het Britse productieproces. Dit bleek niet geheel onterecht, want de Britse vloot kampte met grote problemen. Veel onderzeeboten waren onbetrouwbaar en onveilig, waardoor ongelukken niet van de lucht waren.

Bij NAVO-oefening Strikeback in 1957 werd duidelijk hoe krachtig de Amerikaanse Nautilus daadwerkelijk was. De onderzeeër was wendbaarder, sneller en breder inzetbaar dan de andere onderzeeboten. Voor Groot-Brittannië was het nu niet langer de vraag of ze zich een nucleaire onderzeeboot konden veroorloven, maar of ze het zich konden veroorloven om hier niet over te beschikken.

Opnieuw was er een ontwikkeling vanuit de Sovjet-Unie voor nodig om de volgende stap te zetten. Terwijl USS Nautilus in Groot-Brittannië was voor de oefeningen, lanceerden de Sovjets de Spoetnik. Het was de eerste keer dat een satelliet in een baan om de aarde werd gebracht en het Westen was in shock.



Anglo-Amerikaanse samenwerking zet door
Nog geen drie weken later besloten de Britse Premier Macmillan en de Amerikaanse president Eisenhower een nieuwe samenwerking op papier te zetten. 'The Declaration of Common Purpose' werd ondertekend en in zijn 'State of the Union' speech zei Eisenhower dat het een verspilling zou zijn als vrienden en bondgenoten hun talent en geld in problemen stopten die reeds door hun vrienden zijn opgelost.

Desondanks verliep ook hierna de samenwerking niet volledig naar wens. De Britten hadden inmiddels zelf stappen gezet op basis van de informatie die ze vanuit de Verenigde Staten gekregen hadden. Zij weigerden op hun buurt bepaalde innovatiegeheimen te delen, uit angst dat deze gedeeld zouden worden met Amerikaanse commerciële bedrijven. Dit riep bij veel Amerikaanse politici een gevoel van een gebrek aan wederkerigheid op.

Hieraan kwam een einde toen in 1958 eindelijk amendementen werden aangenomen die definitief een einde maakte aan de beperkingen van de McMahon Act van 1946 en de Atomic Energy Act van 1954. Een dag nadat deze amendementen werden aangenomen werd het bilaterale verdrag voor 'Cooperation on the Uses of Atomic Energy from Mutual Defense Purposes' ondertekend. De ongekende hoeveelheid aan nucleaire geheimen die vanaf dit moment uitgewisseld werden, vormden de basis van de Anglo-Amerikaanse samenwerking die tot op de dag van vandaag voortduurt.

In 1959 begon men met het de bouw van HMS Dreadnought. Een jaar later werd de onderzeeboot te water gelaten en door de Britse koningin gedoopt op Trafalgar Day. In 1963 werd HMS Dreadnought in dienst genomen en beschikte Groot-Brittanië eindelijk ook over een zo gewenste nucleaire onderzeeboot.



Gelijkenissen met het heden
Wat zegt de geschiedenis van de Anglo-Amerikaanse nucleaire samenwerking over de hedendaagse ontwikkelingen? De Verenigde Staten zijn decennialang zeer terughoudend geweest met het delen van nucleaire geheimen en geven Australië nu redelijk abrubt wel toeganga tot deze informatie.

Een veelbesproken theorie is dat AUKUS een reactie is op China. De Chinese marine is samen met de Verenigde Staten de grootste zeemacht ter wereld en het bedrijft een agressieve politiek in de nabijgelegen wateren. Australië is de Amerikaanse bondgenoot die zich geografisch gezien dicht bij China bevindt en dus kan een sterke Australische vloot tegenwicht bieden aan een steeds machteiger wordend China.

Deze strategie toont parallellen met de hierboven genoemde ontwikkelingen in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw. Telkens als er een ontwikkeling vanuit de Sovjet-Unie kwam, besloten de Verenigde Staten tot nauwere samenwerking met de Britten. Of dit nu een nucleaire test, een uitbreiding van de vloot of een satellietlancering was.

Of de samenwerking tussen de Verenigde Staten en Australië soepeler zal verlopen dan die tussen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de vorige eeuw is moeilijk te voorspellen. De communicatiemiddelen van de 21ste eeuw maken informatieuitwisseling uiteraard oneindigd veel gemakkelijker en efficiënter, maar nationale belangen spelen ook vandaag de dag nog een zeer grote rol in internationale samenwerking. Wellicht is de eigengereidheid van de Verenigde Staten nog net zo alom vertegenwoordigd als 70 jaar geleden het geval was.

Bronnen
Hill, VADM Sir Robert, Admiral Hyman G Rickover USN and the UK Nuclear Submarine Propulsion Programme, The Thomas Lowe Gray Memorial Lechture (2005)
Hennessy, P. en Jinks, J., The Silent Deep: The Royal Navy Submarine Service Since 1945, Penguin Books (2016)


comments powered by Disqus


Marineschepen.nl
Contact

Over deze site

Privacy

Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram
Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nieuwsoverzicht

Gerelateerde artikelen

Australië, VS en VK: samen nucleaire onderzeeboten

Naval Group wint megacontract Australische onderzeeboten