Zr.Ms. Holland mag naar verwachting in maart weer naar zee, nadat de watermistinstallatie is gerepareerd. Dat meldt staatssecretaris van Defensie Barbara Visser aan de Tweede Kamer. Alle patrouilleschepen liggen sinds afgelopen najaar tegen de kant in verband met problemen met het brandblussysteem. Het vierde patrouilleschip is waarschijnlijk dit najaar gerepareerd. Reparatiekosten voor de Holland: 1 miljoen euro.
Zr.Ms. Holland bij de Dienst Materiële Instandhouding in het dok. Archieffoto. (Foto: @vadmborsboom)
Begin januari startte de reparatie van de hogedruk watermistinstallatie aan boord van Zr.Ms. Holland, zo schreef staatssecretaris Visser gisteren in antwoorden op vragen van de Vaste Kamercommissie voor Defensie. De kosten zijn volgens Visser geraamd op 1 miljoen euro. Het is nog niet zeker of de andere patrouilleschepen op dezelfde manier worden gerepareerd en of voor die reparaties dezelfde kosten in rekening worden gebracht, omdat dat afhangt van de resultaten uit de reparatie van de Holland.
"Bij de reparatie van dit schip wordt geëvalueerd of de gekozen oplossing ook als oplossing kan dienen voor de overige drie OPV's. Indien dit het geval is, brengt dit vergelijkbare kosten met zich mee voor de andere OPV's. De kosten van de reparatiewerkzaamheden, inspectie en het classificatiebureau worden vooralsnog betaald uit de Defensiebegroting", schrijft Visser.
Voorlopig is de rekening voor Defensie. Uit onderzoek moet blijken of er een verantwoordelijkheid ligt bij andere partijen. "Aan de hand van de onderzoeksresultaten zal Defensie zich buigen over het eventueel verhalen van financiële schade", aldus Visser. Dit onderzoek wordt in het tweede kwartaal van dit jaar afgerond.
Volgens Defensie kwamen er tijdens de tests na de nieuwbouw van de schepen geen problemen aan het licht en vermoed Defensie dus dat de koppelingen van de watermistinstallatie "gaandeweg defect zijn geraakt".
Uit de brief van Visser blijkt dat de installatie is "ontworpen en geleverd door de Zweedse firma UltraFog, in samenspraak met het classificatiebureau DNV-GL. Damen heeft het omliggende leidingsysteem uitgewerkt, waarna UltraFog het systeem integraal heeft gecertificeerd overeenkomstig de regelgeving van de International Maritime Organisation (IMO)."
Tegen de kant
In november 2017 werd bekend dat de vier patrouilleschepen van de Hollandklasse kampten met problemen aan de watermistinstallatie. Deze installatie is een belangrijk systeem voor de brandveiligheid aan boord. De installatie bestaat uit onder andere vele leidingen door het hele schip. Een reparatie van het systeem is daarom ingrijpend. Uit de eerste brief van staatssecretaris Visser bleek dat de reparatie van de vier schepen een jaar kan duren. Dat lijkt nu te worden bevestigd, mits er geen extra problemen aan het licht komen.
Naar verwachting is Zr.Ms. Holland in maart het eerste patrouilleschip dat weer mag varen. Dat is belangrijk want dat schip staat op de rol om M-fregat Zr.Ms. Van Speijk in de West af te lossen als stattionsschip. Daarna wordt Zr.Ms. Friesland gerepareerd, dat schip gaat naar verwachting half april weer naar zee. Ook dat is belangrijk, want dat OPV moet de Holland weer aflossen. "De reparatie van Zr.Ms. Groningen zal zoveel mogelijk tijdens het reguliere onderhoud worden uitgevoerd, zodat Zr.Ms. Groningen haar geplande opwerktraject in het najaar van 2018 kan uitvoeren" meldde Visser. Als laatste wordt de Zeeland gerepareerd. Dat schip moet in het najaar de Friesland aflossen.
Visser was wel voorzichtig in haar berichtgeving aan de Kamer: "Voorwaarde voor de verwezenlijking van deze planning is een positieve evaluatie van de reparatie van Zr.Ms. Holland."
Aanvankelijk werd gedacht dat de Holland al eerder naar zee kon door extra personeel aan boord te nemen, die in het geval van brand ingezet konden worden. Na onderzoek werd echter besloten de watermistinstallatie volledig te herstellen voor het schip naar de West zou kunnen.
Brandoefening aan boord van Zr.Ms. Friesland. In het plafond is het watermistsysteem verwerkt. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Gevolgen en andere schepen
In antwoord op de vragen zegt de staatsecretaris dat de uitval van de OPV's geen gevolgen heeft voor "reeds aangegane verplichtingen van Nederland in NAVO-verband". Dat betekent uiteraard niet dat de uitval geen gevolgen had op planning van het Commando Zeestrijdkrachten. Er zijn uiteraard veel meer verplichtingen of plannen dan alleen met de NAVO; van kleine tot grote oefeningen. Over die gevolgen heeft de staatssecretaris niets gemeld.
De OPV's zijn niet de enige schepen met een hogedruk watermistinstallatie. Ook de mijnenjagers van de Alkmaarklasse, Zr.Ms. Karel Doorman en Zr.Ms. Pelikaan maken gebruik van een vergelijkbaar systeem. De installaties op de mijnenjagers en de Pelikaan zijn inmiddels gecontroleerd. Het onderzoek op de Doorman wordt dit voorjaar afgerond. "Wel kan al worden gesteld dat bij deze inspectie vooralsnog geen probleem als op de OPV's is waargenomen", schreef Visser in haar brief.
