Italië heeft deze week een helikoptercarrier besteld, Zweden bestelde twee A26 onderzeeboten. Beide bestellingen hadden een lange aanloop en waren beide bijna geannuleerd, maar kwamen de afgelopen jaren in een stroomversnelling. Zowel de Italiaanse als de Zweedse marine hopen hun nieuwe aanwinsten in 2022 in ontvangst te kunnen nemen.
Impressie van het nieuwe nieuwe schip voor de Italiaanse marine. (Bron: Fincantieri)
LHD, onderdeel van grote modernisering
De Italiaanse scheepsbouwer Fincantieri heeft eergisteren de opdracht ontvangen voor de bouw van een Landing Helicopter Dock (LHD); een schip voor amfibische operaties met een doorlopend vliegdek en een dok voor landingsvaartuigen. Het schip is ook geschikt voor hulpmissies en als stafschip. Italië betaalt 1,1 miljard euro voor het LHD, dat in 2022 gebouwd moet zijn.
De Italiaanse aanwinst is tussen de 190 en 200 meter lang en heeft een waterverplaatsing van 20.000 ton. Naar verwachting zal de bemanning bestaan uit 200 tot 300 personen en is er ruimte voor 700 opstappers, dat kunnen evacueés zijn of amfibische eenheden (bijv. mariniers). Er is ruimte voor 6 helikopters. Natuurlijk hebben de Italiaanse ontwerpers ruimte gemaakt voor het Italiaanse bedrijf Oto Melara; zij mogen twee 76mm kanons leveren.
Het LHD vervangt één of meerdere van de drie LPD's van de San Giorgioklasse. Het eerste schip van deze klasse Landing Platform Docks stamt uit 1987. Behalve op leeftijd zijn de schepen met 133 meter ook klein voor amfibische operaties.
De aanloop naar de bestelling van het LHD was lang. Toen in 2000 bleek dat de geplande Cavour een echt vliegkampschip zou worden, werd besloten drie LHD's te bouwen. Maar bezuinigingen gooiden roet in het eten en het project verdween een aantal jaar terug in de ijskast. Toen het hoogtepunt van de crisis achter de rug was en internationaal meer draagvlak ontstond voor investeringen in defensie, werd ook in Italië nieuwbouwprojecten weer nieuw leven ingeblazen.
Het LHD maakt nu deel uit van een nieuw moderniseringsprogramma voor de Italiaanse marine, naast de 10 nieuwe FREMM fregatten en de tweede serie nieuwe onderzeeboten. Behalve het LHD gaat Italië een bevoorradingsschip en 6 (mogelijk 10) patroulleschepen bouwen. Totale kosten 5,4 miljard euro. Alle schepen worden in Italië gebouwd en zoveel mogelijk voorzien van Italiaanse apparatuur.
Nieuwe beelden van de A26.
Twee nieuwe Zweedse onderzeeboten
Ooit was het de bedoeling dat Zweden, Denemarken en Noorwegen gezamenlijk onderzeeboten zouden bouwen. Het Vikingproject hield in 2004 echter op te bestaan toen Denemarken besloot de onderzeedienst op te heffen en Zweden en Noorwegen ieder hun eigen weg kozen. Het Zweedse Kockums begon toen aan het ontwerp van de A26, een nieuwe onderzeeboot voor de Zweedse marine. Na een lange omweg en zelfs een annulering van het project heeft Zweden afgelopen dinsdag de langverwachte handtekening gezet onder het contract voor de bouw van twee A26 onderzeeboten door Saab Kockums. Ook worden de twee bestaande Gotlandklasse onderzeeboten gemoderniseerd.
De eerste A26 zal naar verwachting in 2022 worden opgeleverd, de tweede in 2024. De modernisering van de twee Gotlandklasse subs is dan al afgerond; deze zullen vanaf 2018 en 2019 weer beschikbaar zijn.
De kosten voor de twee A26 onderzeeboten zijn in totaal 7,6 miljard kronen (ongeveer 810 miljoen euro).
Zweden zal in ieder geval drie, maar waarschijnlijk vijf nieuwe onderzeeboten bestellen.
De A26 onderzeeboten zullen de eerste boten zijn die in Zweden gebouwd worden, sinds in 1996 de laatste van de Gotlandklasse in dienst werd gesteld. Daarna bouwden de Zweden tot en met 2003 onderzeeboten in Australië (Collinsklasse). Na 2003 werkte Kockums alleen aan modernisering en verlenging van bestaande onderzeeboten.