Zr.Ms. Johan de Witt is vanochtend vertrokken richting de Verenigde Staten om deel te nemen aan de internationale amfibische oefening Bold Alligator. Aan boord is een grote staf met aan het hoofd commandeur Rob Kramer, zij zullen vanaf de Johan de Witt de leiding nemen over een amfibische taakgroep met vele nationaliteiten. Bold Alligator geldt als voorbereiding voor de NATO Response Force 2016. Nederland krijgt de leiding over de amfibische component van deze NRF.
Archieffoto Zr.Ms. Johan de Witt. (Foto: EUNAVFOR)
Bold Alligator is een grote Amerikaanse amfibische oefening met eenheden van land-, lucht- en zeemachten uit verschillende landen. Waar de nadruk in eerdere edities lag op een grootschalige amfibische aanval, richt men zich nu op het inzetten van amfibische eenheden in een complexe "crisis response" situatie.
Een dag voor vertrek sprak Marineschepen.nl met commandeur Rob Kramer en commandant van Zr.Ms. Johan de Witt kapitein ter zee René Luyckx.
Joint, combined en amfibisch
Aan de oefening doen in totaal 19 schepen mee. De vloot is opgedeeld in drie taakgroepen, bestaande uit meerdere schepen met onder andere honderden mariniers met hun materieel, landingsvaartuigen en helikopters. Iedere taakgroep wordt aangevoerd door een zogenaamde one-star battle staff, ofwel een staf met aan het hoofd een commandeur. Eén van de drie taakgroepen staat onder bevel van commandeur Rob Kramer, sinds maart dit jaar commandant Netherlands Maritime Force (NLMARFOR).
Commandeur Kramer voert zijn taakgroep aan vanaf Zr.Ms. Johan de Witt, het 176 meter lange Landing Platform Dock (LPD) dat speciaal is gebouwd om aan dit soort grote operaties leiding te geven. Verder zullen USS Arlington (LPD van de San Antonioklasse), destroyer USS Farragut (Arleigh Burkeklasse) en het Deense fregat KDM Niels Juel (Iver Huitfeldtklasse) deel uitmaken van de taakgroep.
Aan boord van de Johan de Witt worden Spaanse, Britse en Canadese mariniers ingescheept. De Nederlandse mariniers zullen zich aan boord van USS Arlington bevinden.
De drie taakgroepen zullen op hun beurt ook weer aangestuurd worden door de Maritime Component Commander. Normaal bevindt deze staf zich ergens op de wal, maar nu wordt deze ingevlogen naar USS Kearsarge om vanaf dit amphibious assault ship (een klein vliegkampschip), van de Waspklasse, de hele operatie te leiden.
De oefening start vanuit Norfolk en zal gedurende een kleine twee weken voor de Amerikaanse oostkust plaatsvinden. Op land is een crisis in scene gezet en een amfibische vloot moet de helpende hand bieden en tegelijkertijd tegenstanders aanpakken. De oefening bestaat uit vele onderdelen, waaronder het verzamelen van bijvoorbeeld inlichtingen tijdens het bezoeken (boarden) van schepen, maar er is ook een grootschalige evacuatie van burgers gepland en er staat een amfibische landing op het programma.
Commandeur Rob Kramer aan boord van Zr.Ms. Johan de Witt tijdens Joint Warrior eerder dit jaar. (Foto: korporaal-1 (KL) Hille Hillinga/ Defensie)
Complex
Voor de Koninklijke Marine is de oefening bijzonder omdat het bijna vier jaar geleden is dat Nederland een grote bijdrage heeft geleverd aan een internationale amfibische oefening van deze omvang.
Kramer: "Het is ook lang geleden dat we met zo'n grote staf en met zoveel eenheden aan boord van Zr.Ms. Johan de Witt zitten en vanuit zee op land kunnen bijdragen aan het beheersen van een crisis."
Begin dit jaar nam de Johan de Witt weliswaar deel aan Joint Warrior nabij Schotland, maar dat was volgens de commandeur echt anders: "De staf was toen niet echt amfibisch bezig. Joint Warrior was wel een amfibische oefening, maar de mariniers waren los van de NLMARFOR-staf actief. Nu is het de bedoeling dat we echt de leiding krijgen over de amfibische operaties. Tijdens Joint Warrior hadden we alleen de leiding over de schepen."
"Voor de staf is Bold Alligator aanzienlijk complexer. Het uitvoeren van een amfibische operatie is de meest complexe operatie die je kunt uitvoeren. Je bent namelijk op een heleboel terreinen tegelijk bezig. Eerst met de traditionele oorlogvoering op zee: onderzeebootbestrijding, oppervlakteoorlogvoering, luchtverdediging en asymmetrische oorlogsvoering [verdediging tegen bijvoorbeeld terroristen met explosieven, JK]. Want de amfibische taakgroep moet veilig bij de landing zone komen.
Op het moment dat je daar bent moet je die taakgroep blijven beschermen, want de dreiging blijft. Tegelijkertijd moet je al die troepen verplaatsen richting vijandelijk gebied. En dit keer doen we dat niet alleen naar het strand, maar ook ver landinwaarts met helikopters.
Je zit dus in alle dimensies: in de lucht, op zee, onder water en op het land. Dat vergt heel veel capaciteit van de staf om dat te kunnen plannen. Vandaar dat de staf opgeblazen wordt naar de maximale grootte die wij kennen."
De eenheden waar Kramer de leiding over krijgt zijn er niet alleen veel, maar ook van verschillende nationaliteiten. "Dat maakt het voor ons zeer aantrekkelijk. Er doen Nederlandse, Canadese, Spaanse, Amerikaanse en Britse eenheden mee. En in de staf zitten naast Nederlanders ook Britten, Belgen, Noren en Fransen. Dat is heel goed, want daarmee zijn we echt de Europese stem op gebied van amfibische operaties in een grote Amerikaanse oefening."
"Tegelijkertijd is het een hele uitdaging. Het is al complex en je moet dat nu ook nog in een internationale setting doen. Voor ons is het bijzonder leerzaam omdat je dit soort operaties in de praktijk ook altijd met meerdere landen uitvoert. Dus we oefenen exact waar we straks in 2016 helemaal klaar voor moeten zijn," aldus CDR Kramer.
USS Anchorage, een zusterschip van USS Arlington (San Antonioklasse) waar straks 320 Nederlandse mariniers aan boord zullen zijn. De schepen zijn 208 meter lang en 32 meter breed, iets groter dus dan Zr.Ms. Karel Doorman. De Amerikanen hebben er straks echter niet slechts 1, maar 12! Het is een prachtig ontwerp, al waren de startproblemen groot. USS Arlington zit nog in de opstartfase, het schip is pas vorig jaar in dienst gesteld. Bold Alligator is dus een grote eerste test. (Foto: US Navy)
Grote hoeveelheden informatie
Wat uniek is aan Zr.Ms. Johan de Witt is de ruimte die het biedt aan een staf. 120 stafleden kunnen vanaf dit schip andere schepen, vliegtuigen, onderzeeboten en maximaal 50.000 eenheden op land aansturen. Daarvoor beschikt de Johan de Witt over een extra dek met vele kantoren en de Joint Operations Room (JOR) waar commandeur Kramer zit. Om te communiceren met alle eenheden barst het op de JWIT van de communicatiemogelijkheden.
Straks liggen de Arlington en de Johan de Witt voor de kust met daaromheen destroyers en een fregat ter bescherming. Vanaf de Arlington moet de Nederlandse 1st Marine Combat Group (voorheen: Eerste Mariniersbataljon) met hun rupsvoertuigen, mortieren, tankwagens en ziekenauto's de wal op en vanaf de Johan de Witt gaan de Canadezen het land op. Landingsvaartuigen en helikopters gaan af en aan om de spullen te vervoeren.
Dan is het spitsuur op het stafdek en vooral in de JOR. Daar komt een ongelooflijke hoeveelheid informatie binnen. Hoe gaan Kramer en de deputy commander, kolonel Bas Brust van het Korps Mariniers, daarmee om? "Dat is exact waarom de staf zo groot is tijdens amfibische operaties. Al die data wordt door hen behandeld, zij kijken naar de opdrachten, de omgeving en welke middelen we hebben. Zij filteren de informatie, combineren het en komen met een aantal plannen. De deputy commander en ik kijken samen naar de voorstellen en nemen een besluit. Het is dus echt teamwork."
Is er dan wel tijd voor al die plannen? Kramer: "Er is vaak een tijdsdruk. Dus moet je met de beperkte informatie die je vooraf hebt je toch zo goed mogelijk voorbereiden. Dan is er altijd een aantal onzekerheden en is het aan het commando om een goede balans te vinden tussen risico's en effecten die we op het land willen bereiken. Die continue afweging tussen risico's, effecten, middelen en mogelijkheden, dat is waar het commandoteam vooral naar kijkt."
Kapitein ter zee René Luyckx op het helidek van zijn schip, een dag voor vertrek. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Santiago de Compostella
De commandant van het schip waar de staf zijn werk gaat doen is kapitein ter zee René Luyckx. Onder zijn leiding zal de Johan de Witt koers zetten naar de oefenlocatie en daar zijn eigen taken uitvoeren.
Maar dat René Luyckx vandaag met dit schip naar zee zou gaan, had hij een half jaar geleden niet gedacht. Luyckx was er na een hectische functie als Hoofd P&O een paar maanden tussenuit om het hoofd weer leeg te maken. Wilde hij nog bij de marine blijven? En zo ja, in wat voor functie?
Hij besloot om in zijn eentje van de Kop van Noord-Holland naar Santiago de Compostella te fietsen. Met alleen het hoognodige op de bagagedrager koerste hij dik 2800 kilometer door Europa langs beekjes, ravijnen, verlaten industrieterreinen en dwars door de Pyreneeën.
Vele avonturen verder besloot hij een dag voor aankomst om voor het eerst tijdens zijn reis zijn telefoon aan te zetten. Prompt werd hij gebeld vanuit Den Helder. Of hij wilde nadenken over een commando over Zr.Ms. Johan de Witt. Dat zou hij doen. Nog volledig verrast door het telefoontje zette hij z'n tent op in Santiago de Compostella. Plots dacht hij: "Wat doe ik hier eigenlijk?" Hij pakte z'n fiets, leverde hem in bij UPS en stapte in het vliegtuig naar huis.
In augustus kreeg hij het commando over Zr.Ms. Johan de Witt.
Het voertuigendek van Zr.Ms. Johan de Witt is aardig gevuld. Hier staat het materieel van de Nederlandse 1st Marine Combat Group. De voertuigen moeten in Norfolk overgezet worden op de Arlington. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Servicegericht
Eén van de aspecten die Luyckx het meest aanspreken van commandant zijn, is het werken met mensen. Dat vond hij ook toen hij commandant was van Zr.Ms. Van Amstel. Maar een M-fregat met 150 man aan boord is niet te vergelijken met de Johan de Witt.
"Op het hoogtepunt van de oefening hebben we 630 mensen aan boord," legt Luyckx uit. "We hebben een bemanning van 152 mannen en vrouwen plus de staf van 120 personen, maar we gaan straks eerst naar Plymouth om Britse mariniers op te halen en vervolgens naar El Ferrol om Spaanse mariniers aan boord te nemen. We nemen ook een Cougar helikopter mee met een vliegploeg, hebben landingsvaartuigen met personeel aan boord en FRISC's. Daarnaast een medisch team dat voornamelijk bestaat uit reservisten die normaal in ziekenhuizen werken. En we hebben mensen die zich bezighouden met meteorologie, inlichtingen, etc."
"Het schip zelf is eigenlijk een varend dorp met een vliegveld, ziekenhuis en hotel. Het mooie van dit schip is dat we faciliteren. Iedereen die meegaat en die ofwel op het schip wordt ingezet ofwel op het land aan de slag gaat, moet goed zijn werk moet kunnen doen. En dat betekent dat servicegerichtheid hoog in het vaandel moet staan. We zijn niet op aarde om met de 152 man van de Johan de Witt van A naar B te varen. We zijn op aarde om al die andere mensen en middelen mee te nemen naar het operatiegebied en daar in te zetten."
De Joint Operations Room (JOR) was gisteren nog leeg. Tijdens de oefening zal het hier spitsuur zijn. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Twee kapiteins op één schip
Doordat de staf met commandeur Rob Kramer aan boord is, is er feitelijk sprake van twee "kapiteins" op één schip. Is dat niet lastig? René Luyckx vindt van niet: "Het zou niet anders mogen zijn dan dat de commander NLMARFOR zijn commando op een ander schip of op de wal vanuit een bunker heeft. Maar hij is 'toevallig' hier aan boord."
"Als Kramer het schip een opdracht geeft, doet hij dat zoals hij ook de Arlington opdrachten geeft. Hij moet communiceren met ons alsof wij fysiek niet bij elkaar zijn. Dus hij zal die opdracht communiceren vanaf de JOR waar hij het commando voert naar de commando centrale waar ik het commando voer. Dat gebeurt dan over de verbinding terwijl de mensen fysiek misschien maar 5 meter van elkaar vandaan zitten."
Dat klinkt erg bureaucratisch en omslachtig. Luyckx: "Het grootste gevaar tijdens dit soort grote operaties is miscommunicatie. En dat ontstaat als iemand vanuit de staf even naar de commando centrale loopt en onderhands een opdracht geeft om ergens heen te gaan. De andere schepen en vliegtuigen krijgen dat niet mee en vragen zich af wat de Johan de Witt ineens aan het doen is. Dus om het voor iedereen helder te houden moet je net doen alsof staf en schip fysiek gescheiden eenheden zijn."
Vooruitzicht
Vanochtend om iets over elf verliet Zr.Ms. Johan de Witt de haven van Den Helder.
Gisteren had René Luyckx erg veel zin in het moment van vertrek: "Ik kijk erg uit naar het losgooien van de trossen. Als je eenmaal weg bent functioneert een schip het best. Selfsupporting en zonder invloeden van buitenaf aan het werk."
Eind november zal het LPD weer terug zijn. De mannen en vrouwen aan boord van de Johan de Witt hebben dan een bijzondere oefening achter de rug, maar ook een bijzonder havenbezoek. KTZ Luyckx: "Oorspronkelijk zouden we twee keer Norfolk aandoen, maar de Nederlandse marine heeft toen gezegd dat we in het kader van motivatie van de bemanning beginnen in Norfolk en eindigen in New York.
Het is natuurlijk fantastisch om straks met een schip als dit af te meren in hartje New York. Voor iedereen aan boord is dat prachtig, want je komt niet alleen bij de marine om te werken maar ook om wat van de wereld te zien. Daarom is New York een heel bewuste keuze."
"Toch kijkt de bemanning sowieso wel uit naar deze reis. Iedereen aan boord vindt het mooi dat de Johan de Witt als vlaggenschip van de marine met zoveel eenheden en zoveel spullen naar Amerika gaat voor zo'n grote oefening. Men is echt trots."
Social Media
Volg CDR Rob Kramer via Twitter: @COM_NLMARFOR
Volg KTZ René Luyckx via Twitter: @CDT_JohanDeWitt
Volg één van de stafleden van NLMARFOR LTZ1 Jasper Bol via Twitter: @JasperBol
Volg Zr.Ms. Johan de Witt via Facebook.