Meer Russische mariniers naar het front - kans op landingen kleiner
Door: Frederik van Lokeren
Bericht geplaatst: 05-04-2022 | Laatst aangepast: 05-04-2022
De afgelopen dagen bereiken ons via sociale media meer en meer berichten over gesneuvelde Russische militairen en de eenheden waarin ze vechten. Op basis van deze gegevens zien we dat elementen van alle eenheden van de Russische Marine Infanterie meer en meer actief worden ingezet aan het front. Een rechtstreeks gevolg hiervan is dat er minder formaties intact en inzetbaar blijven voor amfibische operaties in de regio van Odessa.
Foto van een Russische oefening in 2015, met op de achtergrond een landingsschip. De oorlog in Oekraïne ziet er voor de Russische Marine Infanterie heel anders uit. (Foto: Russische marine)
Opvallend in deze berichten was de dood van een militair die dienst deed in de 336ste Marine Infanterie Brigade van de Kaliningrad-enclave. Het is geweten dat de 336ste Brigade een klein bataljon aan gevechtstroepen naar de Zwarte Zee heeft gestuurd aan boord van de Ropuchaklasse landingsschepen Korolev, Kaliningrad en Minsk. Verder onderzoek toont aan dat de 336ste Brigade vermoedelijk al sinds 7 maart actief aan het front meevecht. Onder de verliezen die de brigade tot nu toe heeft geleden zou ook een majoor uit de artillerie zijn.
Ook bij de andere brigades van de Marine Infanterie vallen slachtoffers. De 810de opereert in de sector bij Marioepol en leidt daar ernstige verliezen. Zo werden de commandant van de brigade, kolonel Aleksey Sharov, reeds op 22 maart gedood. Zijn opvolger, kolonel Vladimir Kryvolapov, sneuvelde eveneens nabij Marioepol rond 27 maart. Initieel werd aangenomen dat de Marine Infanterie nabij Marioepol afkomstig was van het 382ste Bataljon, gestationeerd in Temryuk nabij Novorossiysk. Verder onderzoek toont aan dat ook de eenheden gestationeerd in Sebastopol, het 557ste Bataljon en het 542ste luchtlandings/verkenningsbataljon, eveneens ingezet zijn aan het front en verliezen doorheen de rangen aan het nemen zijn. Afgaande op de berichtgevingen van gesneuvelde mariniers lijkt de 810de Brigade het meest actieve te zijn.
De eenheden van de 61ste Brigade zijn eveneens begin maart actief ingezet geweest aan het front, echter hun verliezen zijn momenteel onbekend. Het is enkel geweten dat kolonel Dmitry Sofronov op 6 maart sneuvelde. De positie van kolonel Sofronov wordt echter betwist met bepaalde bronnen die hem als commandant van een bataljon omschrijven terwijl anderen als de tweede commandant van de Brigade omschrijven. Sofronov werd echter gedood nabij Kharkov wat doet vermoeden dat het 61ste een tweede gevechtsbataljon heeft gestuurd naast het bataljon dat aan boord van de landingsschepen Pyotr Morgunov, Olenegorsky Gornyak en Georgy Pobedonosets naar de Zwarte Zee werd gezonden.
2 april 2022. Een Russisch infanteriegevechtsvoertuig van de Marine Infanterie, in Oekraïense handen. (Foto: Oekraïense Defensie)
De 155ste Brigade uit Vladivostok was voor de inval ontplooid in Wit-Rusland en zat bijgevolg mee in de aanval ten noordwesten van Kiev. Uitgerust met BMP-3s en T-80 gevechtstanks was deze brigade één van de betere in deze sector en zal vermoedelijk vanaf de eerste dag al in de voorhoede hebben gevochten. Verliezen zijn moeilijk vast te stellen maar bepaalde bronnen spreken van 50 doden, 110 gewonden en 220 militairen die weigerden te vechten. Verliezen tussen de 155ste en 126ste Brigade kusttroepen worden gezamenlijk op een 600 troepen geschat. Beide brigades werden op 28 maart beloond met de eretitel van Garde-eenheid.
Ondertussen blijken dat eind maart eenheden van de 40ste Brigade, afkomstig uit Kamchatka, ook aan het front actief zijn met tweede gesneuvelde soldaten die op 29 maart werden gerapporteerd. De sector waar de 40ste Brigade actief is werd niet gerapporteerd.
De laatste eenheid, het 177ste Regiment Marine Infanterie duikt ook op rond dit tijdstip met de dood van majoor Alexey Sukhanov nabij Marioepol. Een tweede slachtoffer van het 177ste werd op 1 april gemeld. Hij was afkomstig van het 414de Bataljon van het regiment.
Amfibische landing onwaarschijnlijker
Op het 40ste en 177ste na, zijn alle eenheden van de Marine Infanterie al sinds begin maart actief aan de frontlinie. Vooral de 810de en 155ste Brigade spelen een zeer actieve rol nabij respectievelijk Marioepol en Kiev. De inzet van de 810de gaat gepaard met ernstige verliezen doorheen de rangen. Ook de 155ste leed verliezen maar werd beloond met de eretitel van een Garde-eenheid. Het kader van hogere officieren van het 155ste heeft nog geen verliezen geleden in tegenstelling de andere eenheden.
De 40ste Brigade en 177ste Regiment lijken recentelijk aangekomen te zijn en beginnen nu pas verliezen te lijden. Gezien de zware gevechten nabij Marioepol lijkt het niet onmogelijk dat ook het 177ste zware verliezen zal lijden in de nabij toekomst.
Met alle eenheden van de Marine Infanterie in gevecht lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat een amfibische landing nabij Odessa er ooit nog van zal komen. Met alle eenheden in gevecht en verliezen leidend is de kans onrealistisch dat er op korte termijn een grote eenheid Marine Infanterie met voldoende cohesie kan worden samen gesteld voor deze aanval.
Gezien de inzet van het 61ste, 336ste en 810de Brigade aan het front sinds de eerste week maart is het twijfelachtig of de amfibische landing realistisch overwogen is. Naar alle waarschijnlijkheid werd het plan om te landen nabij Odessa reeds eind februari opgegeven toen bleek dat de aanvallen over land vast begonnen te lopen. De Marine Infanterie lijkt nu haar positie als tweede echelon opgenomen te hebben na de initiële aanval in de eerste week van de oorlog.
