De Nederlandse regering wil de defensie-uitgaven verder verhogen dan eerder afgesproken. Dat meldt RTL Nieuws vanavond op basis van informatie van bronnen. In het regeerakkoord was afgesproken dat het budget structureel zou stijgen met 3 miljard euro.
Minister van Defensie Kajsa Ollongren, bij het vertrek van Zr.Ms. De Zeven Provinciën als stafschip van een van de NAVO-eskaders. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Voor de Russische inval in Oekraïne werd dus al afgesproken om meer geld te investeren in Defensie. In 2024 zou het defensiebudget op 1,88 tot 1,91 procent uitkomen, zo werd afgelopen december bekend. Daarmee werd niet voldaan aan de 4 miljard die volgens de Defensietop nodig zou zijn om de krijgsmacht weer op peil te krijgen. Ook zou de 2 procents NAVO-norm niet worden gehaald. Maar daar komt dus verandering in, zo begrijpt RTL Nieuws.
RTL Nieuws heeft begrepen dat de motie-Sjoerdsma, die met een grote meerderheid was aangenomen, in de ministerraad is besproken en dat de opdracht is gegeven om een plan uit te werken om op de 2 procent van het bruto binnenlands product (BBP) te komen. Het extra bedrag zou dan zo'n drie miljard euro zijn. Volgens RTL Nieuws wil het kabinet de definitieve keuze dit voorjaar maken als gesproken wordt over de begroting. In de Defensienota die dit voorjaar moet verschijnen, zal dan staan waar het geld naar toe gaat.
Van drie naar twee procent
Als het budget van Defensie inderdaad gaat stijgen naar 2 procent van het BBP zou Nederland daardoor onverwachts toch de afspraken kunnen nakomen die in 2014 in Wales zijn gemaakt. Destijds werd door de NAVO-lidstaten afgesproken om uiterlijk in 2024 de defensie-uitgaven naar 2 procent te krijgen. Destijds een hoopvolle overeenkomst, maar in 2018 was het percentage niet veel veranderd en bleef het in de buurt van 1 procent. In 2014 gaf Nederland 1,08 procent uit, dat was het laagste in tweehonderd jaar.
De defensie-uitgaven in de periode 1981 - 2024 als percentage van het BBP. De plannen zijn in stippellijn aangegeven. Sinds 1993 zit Nederland onder de 2%-norm (zwarte lijn). De oranje lijn zijn de cijfers gebaseerd op het Centraal Plan Bureau, de blauwe lijn geeft de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek weer. (Bron: CPB en CBS)
30 jaar geleden, in 1992, zat Nederland voor het laatst boven de twee procent, maar dat was toen nog geen formele norm. Vanaf 1977 tot het einde van de Koude Oorlog was er een andere norm: de NAVO-budgetten moesten ieder jaar groeien met drie procent. Op 8 juni 1995 spraken de NAVO-ministers af dat "het mooi zou zijn" als de leden 2,68 procent van hun bruto binnenlands product zouden uitgeven. Het was wel een "zachte norm", zo meldde het Leidsch Dagblad. Voor landen uit het Oostblok die lid wilden worden van de NAVO gold een minimum van 2 procent.
Ondertussen bleven de uitgaven van de NAVO-lidstaten dalen en spraken de lidstaten in 2002 in Praag af de uitgaven "rond de 2,3 procent" te houden. Vier jaar later hadden de lidstaten zich gecommitteerd aan 2 procent, deelde de NAVO mee in een persbriefing. In 2014 besteedden van alle lidstaten alleen het Verenigd Koninkrijk, Griekenland en de VS 2 procent of meer aan hun krijgsmacht.
Inmiddels voldoen van de dertig lidstaten tien landen aan de NAVO-norm. In de toekomst kan Nederland daar dus ook bij aansluiten.