Het Ministerie van Defensie heeft vanmiddag bekend gemaakt welk consortium de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen voor België en Nederland gaat bouwen. Naval Group en ECA, onder het consortiumnaam Belgium Naval & Robotics, gaan de twaalf schepen en hun toolboxen leveren. De schepen vervangen de huidige Tripartite mijnenjagers van beide landen.
Drones van ECA. (Foto: ECA)
"De beide kabinetten zijn vandaag akkoord gegaan met het voorstel van Naval Group, dat na een door de Belgen geleide Europese aanbesteding als beste uit de bus kwam. Het besluit is een nieuwe mijlpaal in de 70-jarige maritieme samenwerking tussen de buurlanden," schrijft het ministerie vanmiddag in een persbericht.
Met de vervanging van de mijnenbestrijders is in totaal ruim 2 miljard euro gemoeid. De eerste van de twaalf schepen, zes voor ieder land, moet eind 2023 worden geleverd aan België. Nederland verwacht het eerste schip in 2025.
Behalve schepen en toolboxen, is een simulatiecentrum dat deel zal uitmaken van een Belgisch opleidingscentrum aangeschaft. Ook maakt een container van waaruit een beperkt aantal onbemande systemen vanaf de wal of vanaf een ander schip kan worden aangestuurd, deel uit van het contract.
"Naval Group stond in score duidelijk bovenaan"
Het consortium van Naval Group kwam als beste uit de bus, dat schrijft staatssecretaris van Defensie Barbara Visser in de D-brief naar de Tweede Kamer. Vier partijen waren na de selectiefase overgebleven en startten eind juni 2018 de onderhandelingsfase. Eén partij, Saab, trok zich terug. België had met Nederland ruim 2.200 eisen bepaald voor de mijnenbestrijdingsvaartuigen en toolboxen. Alle partijen mochten twee varianten indienen en dat deden de drie ook.
De inschrijvingen werden op drie aspecten beoordeeld en alle aspecten telden voor een bepaald percentage mee: de technische, operationele en logistieke aspecten (50%), de financiële aspecten (40%) en de industriële aspecten (10%).
Visser in haar brief: "De beoordeling van deze aspecten is uitgevoerd door een groep van enkele tientallen Belgische en Nederlandse deskundigen. De financiële aspecten zijn door de Belgische Defensie verwerkt en beoordeeld, en de EVB-aspecten zijn beoordeeld door de Belgische ministeries van Defensie en van Economische Zaken. De inschrijvers konden extra punten verdienen als hun aanbieding substantieel boven de gestelde eis uitging, volgens vooraf vastgestelde normen."
"De winnende inschrijving van Naval Group heeft op alle drie de aspecten de meeste punten behaald, en eindigde daarmee in de totale score duidelijk bovenaan."
Risico's
België en Nederland zijn de eerste landen die een nieuwe vloot mijnenjagers aanschaffen die met een dergelijke toolbox van drones (voor in de lucht, op het water en onder het water) gaan opereren en zelf niet het mijnengebied in gaan. Daar zijn risico's aan verbonden, erkent ook Visser, omdat de ervaringen met deze systemen beperkt zijn en zij zich nog moeten bewijzen in de praktijk.
Toch zijn de risico's voor de beide marines te overzien, verwacht de staatssecretaris: "De winnende aanbieder is contractueel verplicht om de vaartuigen en drones tegen een vastgestelde prijs te leveren. De daarmee gemoeide risico's zijn voor de industrie." Wel kan het zijn dat de gebruikskosten van de middelen hoger is dan verwacht, schrijft Visser.
April
Nu er een keus is gemaakt voor een aanbieder, staat nog niet helemaal vast dat zij de vervangers van de mijnenjagers ook echt gaan bouwen. Het contract is immers nog niet getekend. Dat wil België in april 2019 doen, maar eerst hebben de verliezende partijen nog de kans om bezwaar in te dienen en wordt gewacht tot de Tweede Kamer de D-brief heeft behandeld.
Nederland reserveert 978,3 miljoen euro voor dit project.