De Directie Materiele Instandhouding (DMI) en maritiem technologiebedrijf Nevesbu tekenden enkele maanden geleden een contract voor vlootbrede engineeringsupport van de schepen van de Koninklijke Marine. De komende jaren staan er veel onderhoudsprojecten op het programma en Nevesbu is daarvoor geselecteerd als engineeringspartner. Marineschepen.nl sprak met Bart van Rijssen, directeur van Nevesbu, over het contract, de toekomst en de activiteiten van Nevesbu in het buitenland.
De Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF'en) worden voorzien van een nieuw kanon. Dat is een heel complexe operatie, omdat dit een ingrijpende verbouwing vergt van meerdere dekken diep onder het kanon. Daar heeft Nevesbu een belangrijke rol in gespeeld. (Foto: Nevesbu)
De Nederlandse marine wil haar schepen de komende jaren logischerwijs zo goed mogelijk onderhouden. Het doel is om de onderzeeboten en oppervlakteschepen in Den Helder zo lang mogelijk in stand te houden en optimale prestaties mogelijk te maken.
De marine gaat ervan uit dat Nevesbu, dat al sinds 1935 marineschepen en onderzeeboten ontwerpt, de kennis in huis heeft om met de complexe situatie van moderne schepen om te gaan. Nevesbu zal onder andere scheepsconstructies en werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties ontwerpen voor de marine.
Wat houdt de term vlootbrede engineeringssupport concreet in?
Bart van Rijssen: "Vlootbreed betekent dat het gaat om alle vaartuigen van de marine, zowel oppervlakteschepen als hulpvaartuigen en onderzeeboten. We gaan zowel instandhoudingswerk als modificatiewerk uitvoeren. Al het engineeringwerk dat DMI zelf uitvoert, daarin gaan wij DMI ondersteunen."
"Bij modificaties moet je denken aan nieuwe sensor- en wapensystemen zoals de vervanging van communicatieapparatuur en mogelijk de Goalkeeper en Harpoon-systemen. Bij onderhoud moet je denken aan vraagstukken in het kader van levensverlengend onderhoud. Hoe lang kan een bepaald onderdeel nog mee? Is een systeem nog niet vervangbaar? Zo zijn we nu bezig met modificaties aan de platformsystemen van twee bovenwaterschepen."
"Uiteindelijk is het aan DMI om ons opdrachten te geven. Het kan ook zijn dat zij voor andere opdrachten kiezen die zij ons verschaffen, maar ik verwacht gezien het aantal onderhouds- en modificatieprogramma's dat de komende tien jaar voor de deur staat bij DMI, dat een flinke hoeveelheid mooi ingenieurswerk bij ons terechtkomt."
In hoeverre bepaalt Nevesbu of DMI of een onderdeel vervangen moet worden?
"Wij onderzoeken en DMI bepaalt. Als DMI een systeem wil vervangen, wat nu ook aan de hand is, dan kijken wij eerst of die onderdelen van dat systeem ook beschikbaar zijn op de markt. Als dat niet zo is, dan onderzoeken wij welke alternatieve systemen daarvoor in de plaats kunnen komen. Als het wel beschikbaar is, dan kijken we naar de onderhoudbaarheid en de inpasbaarheid van de spullen die verkrijgbaar zijn."
"Dat werk zie je steeds meer komen, want een aantal boten en schepen gaat al zo lang mee dat lang niet alle componenten op de markt beschikbaar zijn. Soms zul je voor andere systemen moeten kiezen en de engineering die erbij hoort om die systemen te integreren in bepaalde platformen."
Klopt het daarmee dat jullie, ondanks de lengte van het contract, niet kunnen voorzien wat voor werk er over twee jaar precies uitgevoerd wordt?
"Dat klopt inderdaad. We kunnen dat zeker niet voorzien. Het contract heeft een looptijd van vier jaar met een verlengingsmogelijkheid van twee jaar, als wij goed ons best doen. Maar het is niet zo dat wij nu al opdrachten hebben voor werk volgend jaar en al helemaal niet het jaar daarna"
"Op basis van wat er op DMI afkomt de komende jaren kunnen we wel een inschatting maken. Denk bijvoorbeeld aan het Modificatieprogramma dat nu voor de LCF-fregatten draait, het grote onderhoud aan die schepen en de nieuwe kanons. Er komt veel en uitdagend werk op DMI af en op basis daarvan kan je verwachtingen uitspreken, maar daar hebben we nog geen opdracht van ontvangen."
Hoe speel je daarop in met zaken als werkgelegenheid. Je hebt meer werknemers nodig, maar het is lastig inschatten hoeveel precies?
"Ja, dat klopt. We spelen meestal livemuziek. We kunnen onze engineeringsdiensten vaak niet in de etalage zetten en die later verkopen. Wat we wel kunnen doen, is zeggen: 'We verwachten dat ongeveer tien collega's dit kwartaal DMI gaan ondersteunen'. Dan zorgen we gewoon dat we die capaciteit beschikbaar hebben. Of die dan ook inderdaad wordt ingezet, dat is ons risico."
Een van de Walrusklasse-onderzeeboten in het dok bij de DMI in Den Helder. (Foto: Koninklijke Marine)
Is die arbeid ook beschikbaar, ondanks het arbeidstekort op gespecialiseerde beroepen?
"Dat is ook mijn beeld, maar wij hebben nu voldoende capaciteit beschikbaar. Dat komt doordat wij een paar jaar geleden al zagen dat de markt voor marine-opdrachten en offshore energieprojecten aan het groeien was. De budgetten voor marinewerk en instandhoudingswerk namen toe. Daar hebben we op ingespeeld door extra mensen op te leiden en aan te nemen."
"Eigenlijk komt die behoefte pas wat later op gang dan we verwacht hadden. We zijn de laatste tijd gegroeid met jaarlijks ongeveer 10 procent. Eigenlijk komt het werkelijke werk daaruit wat later dan we hadden geanticipeerd, dus we hebben nu voldoende capaciteit voor deze klussen beschikbaar."
Is er één contract voor vlootbrede engineering of is er bijvoorbeeld een apart onderzeeboten-contract?
"Het is één contract dat is opgedeeld in percelen. Een perceel is bijvoorbeeld het perceel scheepsbouw, het perceel elektrotechniek en het perceel werktuigbouw. We hebben een apart contract voor de instandhouding van onderzeeboten, maar dat is een ander en ouder contract. Vlootbrede engineering is bedoeld voor boven- en onderwatereenheden."
Hoe wordt onderscheid gemaakt tussen wat onder het nieuwe en oude contract valt?
"Het is aan DMI om daar een keuze in te maken. Het betekent dat zij ruimte en budget hebben om ons in te zetten voor het werk. Hoe ze dat indelen, dat is aan DMI. Maar het is voor ons prettig, want daarmee kunnen wij de capaciteit werven, opleiden en beschikbaar houden, omdat we weten dat het werk een keer komt."
Zr.Ms. De Ruyter in het dok. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Wat zijn voorbeelden van technisch complexe engineerwerkzaamheden en werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties?
"Een mooi voorbeeld is de vervanging van het kanon op de Evertsen. Daar komt een nieuw 127mm boordkanon op en dat kanon wordt ingebouwd door DMI in Den Helder. Maar om dat te kunnen doen, zijn er heel veel ingenieursdiensten nodig. Is het schip bijvoorbeeld sterk genoeg om het kanon te kunnen dragen? Is er voldoende elektrische energie beschikbaar om het kanon te kunnen inzetten? Hoe kan de munitie worden geladen? Is er voldoende schokdemping om het vuren van het kanon op te vangen?"
"Dat is een heel ingrijpende modificatie. Als je van buitenaf kijkt, dan denk je dat je gewoon een kanon op een dek ziet staan. Als je in het schip zelf kijkt, is het eigenlijk een complete verbouwing van het voorschip. Dat kanon systeem gaat dwars door alle dekken heen. Er zit een munitie transportsysteem aan vast. Er zit een munitielift bij, een opslagplaats en allerlei voorzieningen om het wapen te kunnen gebruiken. Dat is een compleet project waar alle engineeringsdisciplines samenkomen."
Zou het kunnen dat jullie bij een ander schip iets soortgelijks gaan doen en gaat het dan vlotter?
"Ja, zeker, dat zou goed passen. Het zal in de toekomst dan ook zeker vlotter gaan."
Hoe belangrijk en groot is dit contract voor de groei van Nevesbu en het bedrijf?
"Dit contract, afhankelijk van hoeveel er werkelijk wordt uitgenut en hoeveel opdrachten er werkelijk komen, vertegenwoordigt ongeveer 15 procent van de omzet. Dat is echt belangrijk."
De Isaac Peral, de eerste van de S-80-onderzeeboten, werd in december in dienst gesteld bij de Spaanse marine. De boten worden gebouwd door Navantia in Zuid-Spanje. (Foto: Navantia)
Is Nevesbu naast dit contract ook nog actief in het buitenland?
"Zeker. De belangrijkste twee huidige buitenlandse projecten zijn in Indonesië en Maleisië. In Indonesië werken we aan een moderniseringsprogramma voor korvetten. Dan moet je denken aan het integreren van nieuwe radar- en wapensystemen, verticale lanceerinrichtingen et cetera. Wij zorgen ervoor dat de nieuwe systemen werkend aan boord worden geïntegreerd."
"Daarnaast leveren we ingenieursdiensten ten behoeve van de onderzeediensten van twee marines in Zuidoost-Azië. Dat is mooi en complex onderzeebootwerk. We hebben in Maleisië nu een groot project waarbij we de bouwbegeleiding voor nieuwe patrouilleschepen voor de kustwacht uitvoeren en we zijn in Spanje actief op het S-80 onderzeebootprogramma voor Navantia."
Auteur: Tobias Kappelle Tobias werkt sinds augustus 2020 als freelance journalist voor Marineschepen.nl. Daarnaast is hij vooral actief in de sportjournalistiek bij onder andere AD Sportwereld, Eurosport en Hockey.nl. Tobias studeerde Geschiedenis en Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht en deed een master Media & Journalistiek aan de Erasmus University Rotterdam.