De Amerikaanse marine krijgt nieuwe fregatten en is bereid er 800 tot 950 miljoen euro per stuk voor te betalen. Het aanbestedingsproces ging afgelopen zomer van start. De US Navy heeft nu vijf ontwerpen gekozen die door mogen naar de volgende ronde.
Een animatie van de Hobartklasse voor de Australische marine. Een van de vijf gekozen ontwerpen is net als dit schip gebaseerd op de F100 van de Spaanse marine. (Foto: Australische marine)
De US Navy wil in 2020 het eerste nieuwe fregat, van een klasse bestaande uit in totaal twintig schepen, bestellen. Hierdoor is ontzettend weinig tijd en is een van de eisen die gesteld is dat de ontwerpen gebaseerd moeten zijn op bestaande schepen.
Op 10 juli 2017 werden de nieuwe plannen aangekondigd, tot eind augustus was er tijd voor de diverse scheepsbouwers om hun interesse kenbaar te maken. Uit alle gegadigden koos de US Navy vijf ontwerpen die in de komende 16 maanden uitgewerkt mogen worden in een concreet voorstel. Die voorstellen moeten in 2019 gereed zijn.
Afgelopen vrijdag maakte de Amerikaanse marine bekend welke scheepswerven een contract (ter waarde van 15 miljoen dollar) hebben gekregen voor het verder uitwerken van de ontwerpen. Austal USA, Lockheed Martin, General Dynamics Bath Iron Works, Fincantieri Marine en Huntington Ingalls Industries vielen in de prijzen.
Austal USA en Lockheed Martin hebben een fregat-variant van hun LCS'en voorgesteld, General Dynamics Bath Iron Works is in de race met een variant op het Spaanse F100 ontwerp dat ook de basis was voor de Australische Hobartklasse. Fincantieri Marine biedt een van origine Italiaans ontwerp aan in de vorm van een aangepaste Bergaminiklasse (FREMM). Van Huntington Ingalls Industries is het ontwerp niet zeker, zij hebben vermoedelijk het Legendklasse ontwerp van de US Coast Guard aangepast op de marine-eisen.
Van alle ontwerpen is het oorspronkelijk Spaanse F100 ontwerp het voorstel dat het minst hoeft worden aangepast. Immers, deze schepen werken allemaal al met AEGIS en andere Amerikaanse systemen. Een ander voordeel is dat Australië over drie van deze varianten beschikt.
ITS Carlo Bergamini, is de basis van het ontwerp van Fincantieri Marine. (Foto: Italiaanse Marine)
Austal heeft van het LCS een opgewaardeerde versie gemaakt met VLS-cellen op de bak en net achter het helidek. (Foto: Austal)
Ook Lockheed Martin heeft hun LCS-ontwerp verstevigd tot fregat. Dit ontwerp heeft een VLS op de bak gekregen, zoals te zien is. Bovendien heeft het schip een hogere opbouw gekregen om de radarplaten te huisvesten. (Foto: Lockheed Martin)
Veel wapens
Bij de nieuwe fregatten moet vechten weer op één staan. Zij moeten oppervlakteschepen voorbij de horizon tot zinken kunnen brengen, zichzelf en het verband kunnen verdedigen tegen luchtaanvallen, onderzeeboten moeten kunnen detecteren, konvooien beschermen, beschikken over middelen voor actieve en passieve Elektronische Oorlogvoering en zich kunnen verdedigen tegen aanvallen met zwermen van kleine bootjes.
Belangrijke eisen zijn dat de fregatten gebaseerd zijn op AEGIS en bijvoorbeeld de bijbehorende radars. Daarnaast is duidelijk dat veel nadruk wordt gelegd op zware bewapening van de schepen.
Bijna een miljard per stuk
De kosten van de schepen liegen er niet om: de Amerikaanse marine wil er 800 tot 950 miljoen dollar (645 - 765 miljoen euro) per stuk voor uittrekken. Gelet op de dramatische budgetoverschrijdingen van de laatste decennia bij Amerikaans militair materieel, bestaat de kans dat de kosten per schip hoger kunnen uitvallen. Die bedragen zijn niet extreem, maar wel fors voor een klasse van twintig schepen. De Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF), de nieuwste Nederlandse fregatten, kostten 525 miljoen euro per stuk (prijspeil 2002). De Franse FREMM fregatten kostten 670 miljoen euro per stuk, de Italiaanse 70 miljoen minder.
Halverwege de jaren '20 moeten de eerste nieuwe fregatten gaan varen. Dat is vijftig jaar na de indienststelling van USS OH Perry, het eerste schip van de laatste klasse fregatten die de US Navy had.