Marineschepen.nl
 
   
 

Nieuwe onderzeeboten: angst voor hoge kosten en reputatieschade staat voorop


Door: Jaime Karremann
Bericht geplaatst: 14-09-2021 | Laatst aangepast: 14-09-2021


Het project nieuwe onderzeeboten staat bekend als uiterst gevoelig. Deels vanwege de heimelijke aard van onderzeeboten en de aanbesteding, maar vooral om politieke redenen. Ingewijden willen of mogen er in het openbaar niets of weinig over vertellen. Maar welke expert die je er achter de schermen ook over spreekt, iedereen maakt zich grote zorgen over de grote bureaucratische opzet van het project om risico's te vermijden, terwijl de risico's daardoor alleen maar groter worden.

Zeeleeuw
Zr.Ms. Zeeleeuw, Walrusklasse. (Foto: Defensie)

Dit is deel 4 in de reeks zorgen over de vervanging Walrusklasse onderzeeboten. Marineschepen.nl sprak met meerdere experts en publiceert een reeks van vijf zorgen rond het nieuwbouwproject.

De 5 zorgen op een rij
1. Onderzeeboten van de plank

2. Gaat de Nederlandse industrie wel aan boord

3. Waarom er in 2028 geen nieuwe boten zijn

4. Toren van bureaucratie (dit artikel)

5. Volgt nog



De angst voor een gevaar dat er niet was, zorgt nu voor gedrag waardoor dit gevreesde gevaar wel ontstaat. Om de situatie rond de vervanging van de Walrusklasse onderzeeboten even kort en cryptisch samen te vatten. Hier komen we later op terug.

De laatste maanden is er weinig over dit dossier geschreven. Woensdag 15 september zou de Tweede Kamer vergaderen over Defensiematerieel, waaronder onderzeeboten, maar dat overleg is verplaatst naar eind oktber of begin november.
Het project gaat stilletjes verder en 2022 nadert rap. Eind 2022 moet het contract worden getekend, momenteel is men in de zogenaamde dialoogfase met de drie werven Naval Group, Saab Kockums en tkMS in gesprek over technische vraagstukken. In 2028 moet de eerste boot klaar zijn. Dat, zo verwacht Marineschepen.nl, gaat niet lukken.



Waar is de projectleider?
Governance. Dat woord kwam in ieder gesprek over de nieuwe onderzeeboten naar voren dat Marineschepen.nl voerde met bronnen die zich bezighouden met het project. Hoofden werden geschud. Er werd gezucht.

Uit die gesprekken blijkt, volgens hen, dat het project niet draait om de onderzeeboten zelf, de sensoren en wapensystemen, de lange termijn samenwerking met de werven, de AIP (of geen AIP). Het project bestaat voor een groot deel uit governance. Uit de politieke, ambtelijke en financiële kant van het project. Alsof de nieuwe onderzeeboten die in 2040 mogelijk torpedo's moeten lanceren in vijandelijk gebied een reorganisatie zijn, een wet of een verdrag, in plaats van een geruisloze en dodelijke machine waarvan het gewicht gelijk moet zijn aan dat van het omringende zeewater.

Natuurlijk wordt nu in de dialoogfase door specialisten van DMO gestudeerd op de antwoorden van de werven en wordt daar al jaren over de technische en operationele kant van de nieuwe onderzeeboten nagedacht. Veel kennis zit in de projectorganisatie.

De inmiddels vertrokken demissionair staatssecretaris van Defensie Barbara Visser schreef in de Basisrapportage die in mei 2021 over dit project verscheen meer over de projectstructuur: "De projectorganisatie onder leiding van de projectleider bestaat uit dertien vaste defensiemedewerkers, aangevuld met acht tijdelijk aangestelde externe (civiele) adviseurs van PwC, met expertise op het terrein van inkoop en kosten- en risicoanalyse. Daarnaast nemen (technische) vakspecialisten uit verschillende onderdelen van Defensie naar behoefte deel aan de activiteiten van de projectorganisatie. Van defensiezijde zijn tijdens de dialoog 60 tot 70 medewerkers betrokken."

Maar zij nemen het besluit niet. Waar bij andere projecten het project echt in handen is van de projectorganisatie, is juist bij dit complexe project een ambtelijke en politieke bovenlaag toegevoegd die de touwtjes in handen heeft. Typerend is dat Visser in de Basisrapportage schrijft dat de "in 2019 geïntroduceerde Topstructuur bij Defensie" in de samenstelling van de Stuurgroep "tot uiting" komt. Alsof die veel bekritiseerde Topstructuur, die vooral bestaat uit burger bestuurders, van wezenlijk belang is voor nieuwe onderzeeboten.

"De technici zijn buitenspel gezet", zei een bron. Waar de Topstructuur in de spotlights wordt gezet, is in de Basisrapportage nota bene de projectleider, een officier Technische Dienst van de Onderzeedienst, niet eens in het organigram opgenomen. Is men de projectleider vergeten of is hij niet van belang?

Gea van Craaikamp
Mr. Gea van Craaikamp is secretaris-generaal bij het ministerie van Defensie en heeft de ambtelijke leiding over Defensie, de Commandant der Strijdkrachten is een van haar adviseurs. Van Craaikamp is sinds juni 2019 secretaris-generaal. Van 2016 t/m 2019 had zij dezelfde functie bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In de jaren daarvoor was zij provinciesecretaris van Noord-Holland. In haar tijd in het Caribisch gebied tijdens haar eerdere werkzaamheden, werkte ze samen met Ank Bijleveld. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Toren van bureaucratie
Er is veel meer aandacht voor de lagen erboven, lagen die menigeen zal doen duizelen. Eerder is op Marineschepen.nl al iets geschreven over de commissies, maar het blijken er nu meer te zijn.

Hoog boven de projectorganisatie torenen de volgende commissies uit:

1. Ministeriële commissie
Voorzitter: minister-president Rutte
leden: bewindspersonen van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken en Klimaat, en Financiën, ministers van Binnenlandse Zaken en Onderwijs Cultuur en Wetenschap. In de MCOV zijn alle regeringspartijen vertegenwoordigd. De samenstelling kan wijzigen na de formatie van een nieuw kabinet.

2. Hoog-ambtelijke commissie

3. Interdepartementale groep/ bewindspersonen

4. Stuurgroep
Voorzitter: secretaris-generaal Gea van Craaikamp
leden: directeur-generaal beleid Joep Wijnands, commandant der strijdkrachten generaal (luchtmacht) Onno Eichelsheim, hoofddirecteur financiën en control Sylvia Bijl, directeur-DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard en commandant Zeestrijdkrachten Rob Kramer en een "externe dwarsdenker"

5. Program board
Voorzitter: programmanager Michel Leenaarts
leden: directeur algemeen beleid en plannen, directeur materieel vastgoed en duurzaamheid, directeur plannen generaal-majoor (luchtmacht) André Steur, hoofddirecteur financiën en control Sylvia Bijl, agendaleden: directeur juridische zaken Friso Versluijs, directeur communicatie Wim van der Weegen, hoofddirecteur personeel Wim Hoogendoorn)

6. Projectteam

7. Werkgroepen

Vreemd genoeg is er weinig openheid over de commissies, groepen en boards.
Er is, zo schreef Visser in 2020, nog de onderzeebootraad voorgezet door Rob de Jong. We hebben De Jong ook gezien in de Tweede Kamer tijdens bijeenkomsten als voorzitter, maar er lijkt wel een overlap te zijn met de in het organigram genoemde stuurgroep. De onderzeebootraad ontbreekt nu in het organigram.

Over de Ministeriële Commissie (MCOV) zijn recent zelfs Kamervragen gesteld; wie zit daar in? Het antwoord op 13 september 2021 was even vaag als de reeds beschikbare informatie. Ook is over de Hoog-ambtelijke Commissie (HCOV) vrijwel niets bekend. Net als over de derde laag, de bewindvoerders, is niets gedeeld.
En wie is de "externe dwarsdenker" die als "adviserend lid is toegevoegd aan de stuurgroep voor een onafhankelijke kritische blik"?

Zeker is wel dat in de eerste drie lagen geen militair zitting heeft, in de eerste vijf lagen is niemand die op een onderzeeboot heeft gevaren, en is de kennis over de marine gelijk aan kennis over de luchtmacht. Leden van de Algemene Bestuursdienst (soort rijksuitzendbureau van top-managers) zijn wel vertegenwoordigd in de top.



De marinekennis komt van slechts twee personen: C-ZSK VADM Kramer en van D-DMO De Waard. In mindere mate is die kennis er ook bij de programmamanager die in het verleden werkte aan patrouillevliegtuigen en helikopters van de Marine Luchtvaart Dienst. Tot enkele maanden terug was er nog een marineman, toenmalig CDS LADM Rob Bauer, maar daar is nu een luchtmachtofficier voor in de plaats gekomen.

Het is daarom niet verrassend dat nadat de commissies van start gingen, vorig jaar, volgens een bron om een introductie werd gevraagd over hoe onderzeeboten werken.

Pas in de zesde laag is er echt kennis over onderzeeboten. Mensen die weten hoe de huidige Walrusklasse is ontworpen, welke sensoren het best passen bij het operatieprofiel van Nederlandse onderzeeboten, wat de zwakke punten zijn in het Walrusontwerp, hoe het is om zes weken lang ver weg inlichtingen te verzamelen, wat de voor- en nadelen zijn van brandstofcellen of een Stirlingmotor, wat de nadelen zijn van een grote duikdiepte, die weten hoe goed Franse, Duitse en Zweedse onderzeeboten echt zijn en hebben berekend wat de gevolgen van de eisen op ontwerpen zijn. Mensen die niet alleen iets weten over onderzeeboten van horen zeggen, maar het zelf hebben onderzocht, ervaren, geproefd en gevoeld. Mensen die een buitenlandse werf kunnen uitleggen wat platformautomatisering echt is.

Ank Bijleveld
Sinds het plotselinge vertrek van demissionair staatssecretaris Barbara Visser staat de minister, Ank Bijleveld, er alleen voor. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Hoog in de boom wordt over algemene zaken gesproken
"De eisen voor de toekomstige onderzeeboten zijn afgeleid van het Concept of Operations (CONOPS). Dit document is opgesteld door de operationele gebruiker, het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK). Ook bij het opstellen van de eisen wordt de gebruiker intensief betrokken. Dit zijn in de praktijk vaak ervaren voormalig onderzeeboot-bemanningsleden of bemanningsleden die (tijdelijk) een niet-varende functie hebben," schreef Bijleveld op 13 september in antwoord op vragen over de basisrapportage.

Wat gebeurt er met die onderzeebootkennis? Die wordt benut in de dialoogfase en in de gesprekken met de werven. Maar reikt die kennis ook helemaal tot aan de MCOV? Dat lijkt niet zo te zijn.

"Naarmate de informatie hoger de commissies in gaat, wordt er steeds meer inhoudelijke informatie uit gefilterd", zei een anonieme bron onlangs tegen Marineschepen.nl. "Wat er overblijft zijn vooral algemene zaken en dingen die bestuurders begrijpen, zoals projectrisico's, kosten, internationale samenwerkingen, de reputatie van het project of van Nederland in de internationale politiek."

Daarmee wordt niet gezegd dat er helemaal geen technische informatie naar boven komt of beschikbaar is, maar als een groep politici of bestuurders bijeenkomt, is het logisch dat zij vanuit hun expertises naar het project kijken. "Vrijwel alle vergaderingen die ik bijwoon over onderzeeboten hebben betrekking op governance en niet op onderzeeboten", zegt een andere bron dan ook.

Is governance voor de bemanning van de toekomstige Hr.Ms. onderzeeboot in 2045 belangrijk als zij in een nu niet voorstelbaar conflict het moeten opnemen tegen een vijandelijke onderzeeboot?

Nieuwe Haven
De Nieuwe Haven ligt vol met materieel dat middels het DMP is aangekocht. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Waarom voldoet het combat proven DMP niet meer?
Er is dus iets geks aan de hand. Hoewel de vervanging van de vier huidige onderzeeboten een opvallend project is omdat 'we' lang geen onderzeeboten hadden besteld, was veel al ingericht om het tot een succes te maken dankzij het Defensie Materieel Proces (DMP).

Het DMP is een set van procedures die Defensie moet volgen bij de aanschaf van materieel. Het is gebruikt voor de aanschaf van de Rotterdam, de vier Luchtverdedigings- en Commandofregatten, de Johan de Witt, de vier patrouilleschepen, de Karel Doorman, het nieuwe bevoorradingsschip en talloze andere grote en kleine aanbestedingen voor Defensie.

Het DMP is bedacht na de aanschaf van de huidige Walrusklasse en heeft sindsdien goed gewerkt, bleek ook tijdens de vrij recente herziening. Toch is vanaf een behoorlijk vroeg moment van het Walrusvervangingsprogramma allerlei extra's opgetuigd bovenop het DMP. Van de klankbordgroep onder leiding van een voormalig Shell-topman tot de kilometers hoge bovenlaag.

Waarom werkte het DMP altijd naar wens en nu voldoet het ineens niet meer?

Het officiële antwoord is, zo valt te destilleren uit de brieven van Defensie aan de Kamer, ongeveer als volgt: dit project is zo complex, er zijn zoveel kosten mee gemoeid, het heeft een internationaal karakter en er zijn veel risico's.

Natuurlijk is het project complex, in de eerste plaats is het technisch complex omdat er een buitenlandse werf gekozen moet worden die voor het eerst met Nederland moet samenwerken. Maar het is vele malen complexer gemaakt door bureaucratische besluiten.

Met de kosten valt het ook mee. Ja 3,5 miljard euro is veel geld voor de gemiddelde mens, maar de Staat betaalt. De Staat geeft dit jaar 337 miljard euro uit en kan die onderzeebootkosten uitsmeren over tien jaar. Maar is dit dan het duurste project ooit? Zeker niet. De kosten van de Hogesnelheidslijn Schiphol-Antwerpen waren bijvoorbeeld: 5,3 miljard euro. De Betuweroute (ook een spoorlijn) is twee keer zo duur geworden als gepland: 4,71 miljard euro. Is onze minister-president ook voorzitter van een MCOV bij deze projecten (geweest)?

Als de kosten bescheiden zijn voor een land dat 3,5 biljoen euro uitgeeft in tien jaar tijd, moeten de financiële risico's ook bescheiden zijn.

Vrije Volk
In augustus 1984 werd duidelijk dat de Walrusklasse onderzeeboten een stuk duurder werden dan gedacht. In september werden de berichten steeds feller toen bleek dat de Tweede Kamer vond dat zij onvoldoende geïnformeerd was, met als resultaat dit soort stukken van het sociaaldemocratische dagblad het Vrije Volk, over wat later de 'Walrusaffaire' zou heten. (Bron: Delpher.nl)

Walrusaffaire
Alle kranten schreven uitgebreid over de kosten van de Walrusklasse. De Leeuwarder Courant besteedde een lang stuk (blauw kader door Marineschepen.nl) op de voorpagina aan een 'NIEUW SCHANDAAL'. Volgens de krant was het een "regelrecht schandaal". "De marine heeft kans gezien (...) de als Zwaardvissen bedoelde duikboten om te toveren tot hypermoderne Walrussen." De krant werd er "onpasselijk" van hoe de schatkist "langs slinkse wegen een half miljard gulden lichter is gemaakt". De politieke leiding had "schandelijk gefaald" en volgens de krant zou in een "normale partlementaire democratie de betrokken bewindslieden na zo'n debacle moeten aftreden." (Bron: Delpher.nl)

De echte angsten
Is er ook een Betuweroute-affaire? Of een Oosterscheldekeringaffaire? Nee. Die laatste is overigens een generatiegenoot van de Walrusklasse en bleek in 1986 3,6 miljard gulden duurder dan gepland. Er waren scherpe analyses in de pers, maar geen golf aan negatieve berichten, de stormvloedkering was vooral iets om trots op te zijn. Toen de Walrusklasse in september 1984 0,5 miljard gulden duurder bleek, ontplofte de pers. Professor Agema, verantwoordelijk ingenieur van de Oosterscheldekering, werd een week later in het AD gevraagd over kostenoverschrijdingen van zijn stormvloedproject. Hij antwoordde laconiek dat je het "in z'n proporties moet zien" en dat politici naar hun eigen dure projecten moeten kijken.

Het ene imago is het andere niet. Er is dus wel een Walrusaffaire. De onderzeeboten waren duurder en later dan gepland. Maar het belangrijkste probleem was dat de politiek hier te laat over werd geïnformeerd.

De boten waren wel goedkoper dan generatiegenoten in aanschaf en onderhoud, en functioneren beter.

Toch waart het spook van de Walrusaffaire nog door Den Haag. Dat is het gekke, want na die Walrusaffaire werd het DMP bedacht als oplossing, vanaf dat moment werd Defensie verplicht om tijdens alle stappen de Kamer te informeren.

Maar insiders die Marineschepen.nl sprak zeggen verbijsterd te hebben geconstateerd dat de angst voor een nieuwe Walrusaffaire wel echt leeft bij een deel van de bestuurders in de onderzeebootcommissies. Het gaat eigenlijk niet eens om de vrees voor een 'te laat geïnformeerde politiek'. De Walrusaffaire lijkt vooral gezien te worden als een affaire die draaide om de ophef in de media. Ophef die vooral ging om kostenoverschrijdingen.

Wat kan de oorzaak zijn van een kostenoverschrijding? Hobbyende technici bijvoorbeeld, of een monopolist die te veel geld vraagt of ontwikkeling van nieuwe technieken. Waar men bang is dat technici zich te veel laten gaan, krijgen financieel controllers een grotere stem. Er wordt gekeken waar de risico's zijn en die moeten afgedekt worden.

Een ander belangrijke angst is de reputatie van Nederland in het buitenland of de diplomatieke gevolgen voor Nederland. Er is vanuit Frankrijk en Duitsland politieke druk uitgevoerd op Rutte, zo wordt al jaren door verschillende insiders gezegd.

"Er is angst voor reputatieschade", zegt een bron samenvattend.

Help je Marineschepen.nl?
Met jouw donatie kan Marineschepen.nl -onafhankelijk- nieuws- en achtergronden blijven publiceren.




Of scan deze QR-code met je telefoon.
QR

Meer info over donaties aan Marineschepen.nl lees je op de donatiepagina.


Grotere problemen dan de Walrusaffaire
De angst voor een gevaar dat er niet was, zorgt nu voor gedrag waardoor dit gevreesde gevaar wel ontstaat. De angst voor een tweede Walrusaffaire was ongegrond door het DMP, maar nu de functionele eisen en prestaties op de tweede plaats komen, ontstaan er alsnog projectrisico's. En die zijn ernstiger dan tijd en geld, ernstiger dan het 'niet informeren' zoals bij de Walrusaffaire. Wat zijn de gevolgen van de huidige opzet?

Te weinig ruimte voor onderzeebootkennis
Bij de Spaanse, Australische en Canadese onderzeeboten was gebrek aan kennis een van de belangrijke oorzaken van de ernstige problemen bij de aanschaf van de boten. DMO is de verloren kennis nu aan het inhalen, maar de toren van bureaucratie lijkt het effect van de technische en operationele kennis niet te helpen. Wat zal voor de Ministeriële Commissie het zwaarst wegen, A) de kwaliteit van de aangeboden sonarsuite of B) de relatie met het bijbehorende land? Voor antwoord A is de commissie niet nodig.

De operationele en technische kennis staat ook vanaf een andere kant onder druk. Door de trage besluitvorming en enorme bureaucratie is er weinig tijd over voor de winnende werf om met DMO tot een goed ontwerp te komen. Dit is risicoverhogend voor het uiteindelijke product.

Hogere kosten door risico's te mijden
De risico's wil Defensie verlagen door zoveel mogelijk risico's bij de werf neer te leggen. Een voorbeeld zou kunnen zijn de sonar of het Combat Management System te laten kiezen door de werf en te integreren. Als er dan een probleem is, zal de werf voor de kosten moeten opdraaien. Maar de werf verrekent die kans op extra kosten vooraf al, zo zien we in Duitsland en in de VS. Terwijl de kosten stijgen, krijgt de werf meer zeggenschap en de opdrachtgever minder invloed. Als het dan toch mis gaat, zie het LCS, dan heeft de marine evengoed geen werkend schip.

Stroperigheid
Het onderzeebootproject en de bijbehorende complexiteit heeft verlammend gewerkt op het keuzeproces, waar daadkracht nodig was. Steeds wordt het oordeel van de eigen experts in twijfel getrokken. Toenmalig staatssecretaris Jeanine Hennis begon bijvoorbeeld met een klankbordgroep onder leiding van een Shell-topman. Het gevolg is keer op keer het uitstellen van keuzes. Het verder praten met drie werven is een ander voorbeeld. Alsof het dan nog niet te veel is, is er ook nog een "externe dwarsdenker" in de Stuurgroep opgenomen die onafhankelijk en kritisch naar de zaak moet kijken. De andere leden kunnen niet onafhankelijk en kritisch kijken? Ze hebben ook geen inhoudelijke kennis, waarom maken ze deel uit van die toren van bureaucratie?
De keuzeverlamming in de top wordt verergerd door de talrijke zaken die ook de aandacht vragen van politici zoals Afghanistan en vooral de formatie. Het resultaat is dat kostbare tijd verloren gaat ten koste van nog een bestuurslaag met checks & balances.

Te veel aandacht voor minder belangrijke zaken
De systemen maken de onderzeeboot. Het gaat om welke apparatuur aan boord komt, welke wapensystemen en sensoren, hoe deze apparaten samenwerken, de voortstuwing en de accommodatie. Maar in het publieke domein wordt veel gesproken over de werf en de romp, en zelfs waar die wordt gebouwd. Binnen de toren van bureaucratie wordt door een deel naar het onderzeebootdossier gekeken met de vraag: aan welke internationale partner gunnen wij dit project? En zijn de onderzeeboten een middel in de Nederlandse diplomatie.

Het project stevent door de immense bureaucratie af op een groter probleem dan de Walrusaffaire, maar dan niet een waarvan we over decennia kunnen zeggen: het was niet goed, maar het heeft ons goedkopere en veel betere onderzeeboten opgeleverd.

comments powered by Disqus


Marineschepen.nl

Contact

Over deze site

Privacy

Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nieuwsoverzicht

Gerelateerde artikelen
Zorg 1: van de plank

Industrie: bang alleen kruimels te krijgen

Nieuwe onderzeeboten