De Nederlandse en Belgische mijnenjagers worden al enige jaren onderhouden in Zeebrugge, België. Dat gebeurde door militairen en medewerkers van het Belgische onderhoudsbedrijf Clemaco. Dat bedrijf is overgenomen door het grote Britse bedrijf Serco.
Zr.Ms. Willemstad in Zeebrugge, archieffoto. (Foto: Koninklijke Marine)
Zoals bekend zijn de Belgische en Nederlandse marines op veel punten samengegaan. Een onderdeel is het onderhoud van de schepen. Voordat België in 2005 Nederlandse M-fregatten kocht, werd het onderhoud van de Belgische fregatten en mijnenjagers in Zeebrugge al gedaan door Clemaco. Na de aankoop van de M-fregatten werd een ruil afgesproken: de Belgische en Nederlandse fregatten worden in Den Helder onderhouden door de Dienst Materiële Instandhouding (DMI), de mijnenjagers van beide landen werd geconcentreerd in Zeebrugge en uitgevoerd door Clemaco. Zo konden de banen van 140 medewerkers behouden blijven.
Sindsdien werken de onderhoudsmedewerkers van het bedrijf uit Oostende aan de Nederlandse en Belgische schepen. Maar er is een nieuwe eigenaar. Clemaco stond te koop en Serco, dat in België al actief was voor de landmacht, heeft het Belgische bedrijf overgenomen, inclusief het onderhoudscontract.
Serco is geen onbekende met marineschepen. Het Britse bedrijf, bijna honderd jaar oud en met 50.000 personeelsleden, werkt al langere tijd samen met de Britse, Amerikaanse en Australische marine. Voor de Royal Navy verzorgt Serco bijvoorbeeld alle activiteiten rond sleepboten in meerdere marinehavens.
Het onderhoudscontract van Clemaco loopt tot 2023, een jaar voor de komst van de eerste nieuwe Belgische en Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuigen. "We hopen dat te kunnen vernieuwen", zo liet het bedrijf eerder weten aan De Tijd.
