Afgelopen vrijdag vertrok het Britse vliegkampschip HMS Queen Elizabeth vanuit haar thuishaven in Portsmouth voor een bijzondere oefening van de Royal Navy. Na meer dan tien jaar vliegt het Verenigd Koninkrijk weer met eigen vliegtuigen, vanaf een eigen vliegdekschip, in eigen wateren.
Een F-35B op het vliegdek van HMS Queen Elizabeth. (Foto: HMS Queen Elizabeth/ Britse marine)
Voor het eerst werden er deze week vluchten uitgevoerd met F-35B vliegtuigen vanaf HMS Queen Elizabeth in de Britse thuiswateren. De vluchten werden uitgevoerd van en naar de vliegbasis Marham van de Britse luchtmacht in Norfolk. Deze starts- en landingen werden zowel overdag als 's nachts uitgevoerd en zijn voor het Verenigd Koninkrijk belangrijk om weer ervaring op te doen met het opereren van vliegtuigen op het vliegdek onder verschillende omstandigheden. Volgens vliegdekofficier lieutenant commander (luitenant ter zee der 1e klasse) Richard Turrell is dit een fantastische kans om vliegers, grondpersoneel en vliegtuigen beter met elkaar te integreren. De oefeningen zullen een aantal weken in beslag nemen.
HMS Queen Elizabeth moet later dit jaar volledig operationeel zijn, waarna het in 2021 voor het eerst wordt ingezet. Het schip gaat dan samen met haar Carrier Group naar de Zuid-Chinese Zee voor een zogenaamde Freedom of Navigation oefening, om daar het vrije gebruik van de zee in internationale wateren uit te oefenen. Tijdens deze reis zal het schip worden vergezeld door een squadron F-35B vliegtuigen van het US Marine Corps.
Het afgelopen jaar hebben Britse vliegers al meermaals geoefend met F35's in de Verenigde Staten. Deze vrijwel volledig Britse oefening is echter enkele jaren na de uitdienststelling van HMS Illustrious een moment van trots voor de Royal Navy. Belangrijk voor het Verenigd Koninkrijk dat haar plek probeert te vinden in de wereld na het vertrek uit de Europese Unie.
Brexit-gevolgen voor de Britse marine
Hoewel het Verenigd Koninkrijk zich met de twee nieuwe vliegdekschepen haar belangen in de wereld misschien wel beter kan verdedigen, ontstaan door de Brexit juist dichter bij huis nieuwe uitdagingen voor de Royal Navy. Voormalig First Sea Lord Alan West of Spithead zei in een debat van de House of Lords dat het land niet genoeg schepen heeft om de Britse visgronden te beschermen na het vertrek uit de Europese Unie. Het was juist deze sector die de Brexit steunde vanwege de enorme en visrijke wateren binnen de Britse Exclusieve Economische Zone. Na de overgangsperiode mogen schepen uit Europese landen niet zomaar meer vissen in dit gebied. Een andere Britse Lord voegde daar aan toe dat de enorme Britse visgronden een belangrijk en waardevol onderhandelingsmiddel in internationale onderhandelingen zijn.
In oktober zei de minister voor Schotland Alister Jack nog dat de Royal Navy gebruikt zou gaan worden om de wateren te beschermen. Maar eerder in het jaar bleek al dat er slechts twaalf schepen beschikbaar zouden zijn om een gebied drie keer zo groot als het Verenigd Koninkrijk te bewaken. Hierbij gaat het niet alleen om het uitkijken naar schepen uit andere EU landen, maar ook het tegengaan van ongewilde bijvangst die overboord wordt gegooid, het dumpen van gevangen vissen vanwege quota, te kleine omvang of te weinig waarde.
Voorlopig lijkt het er echter niet op dat extra middelen vrijkomen om dit gebrek aan capaciteit op te vangen. Premier Boris Johnson heeft deze week alle Britse ministers inclusief de minister van Defensie opgedragen om ten minste 5 procent aan kostenbesparingen te vinden. Alle programma's die niet te maken hebben met het verbeteren van de gezondheid, het bestrijden van misdaad of het verminderen van regionale ongelijkheden kunnen in aanmerking komen voor de bezuinigingen.