De Duits-Nederlandse samenwerking om gezamenlijk tot een nieuw luchtverdedigingsfregat te komen, verloopt niet zo soepel. Dat blijkt uit de woorden van staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat. Van der Maat zei maandag in de Tweede Kamer zich nog geen zorgen te maken, maar wel "alert" te zijn. Volgens VVD-Kamerlid Peter Valstar kijkt Duitsland nadrukkelijk naar een Amerikaans ontwerp. Nederland wil juist ook Scandinavische landen betrekken.
Op de voorgrond het LCF Zr.Ms. Tromp, met links in beeld een Deens Iver Huitfeldtklasse fregat en rechts een Noors fregat van de Fridtjof Nansenklasse. Het Nederlandse en Deense fregat varen met radars uit Hengelo, het Noorse fregat is in Spanje door Navantia gebouwd en heeft een Amerikaans sensorpakket. Denemarken keek voor nieuwe fregatten ook naar Amerikaanse radars, maar zou daar op terug zijn gekomen. (Foto: Defensie)
Eind 2020 ondertekenden de Nederlandse en Duitse staatssecretarissen van Defensie een samenwerkingsovereenkomst voor onder andere de vervanging van de huidige Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF'en) en de Duitse F124-fregatten. Beide scheepsklassen zijn zo'n twintig jaar geleden in respectievelijk Nederland en Duitsland ontworpen en gebouwd, maar de landen werkten toen samen bij de totstandkoming van vooral de APAR-radar. Op de zeven schepen zijn bovendien vrijwel dezelfde wapensystemen en radars van Thales Nederland geplaatst.
Een nieuwe samenwerking ligt voor de hand, maar is een stuk lastiger doordat de regels en eisen van Nederland en Duitsland zo sterk afwijken. Zoals bekend leidden de Duitse eisen bij de F126-fregatten, die nu gebouwd worden, tot gigantische schepen van 10.500 ton. Een belangrijke factor van die groei waren de trappen die zo breed moesten zijn volgens de Duitse regels dat brancards overdwars de trap op en af konden. Nederland wilde toen voor nieuwe fregatten samenwerken, maar brak die af.
Nadat het consortium onder leiding van de Nederlandse werf Damen de aanbesteding voor de F126-fregatten won, werd in Duitsland besloten fregatten voortaan niet meer Europees aan te besteden.
Tegelijkertijd is het ook op radar-gebied niet eenvoudiger. De Duitse radarbouwer Hensoldt concurreert met de Nederlandse tak van Thales en Duitsland koos in 2021 zelf voor een nieuw te ontwikkelen BMD-radar van Hensoldt terwijl Thales een dergelijke radar al in productie had. Hierdoor is de constructie zoals bij het LCF en F124 van samenwerking op vooral radargebied niet zomaar mogelijk zonder verlies op gebied van nationale industrie.
Beide landen hebben sinds de samenwerkingsovereenkomst overigens niet stilgezeten. Marineschepen.nl heeft begrepen dat er een projectorganisatie is opgezet, er gewerkt wordt aan het gelijktrekken van de regels en eisen, ook zijn er ontwerpsessies geweest.
Maar om te zeggen dat de gezamenlijke Future Air Defender (FuAD) binnen handbereik is, gaat wat ver. De samenwerking tussen Nederland en Duitsland lijkt, zo begreep Marineschepen.nl, sinds de wisseling van diverse personen aan de top in zowel Nederland als Duitsland stroever te verlopen.
De Amerikaanse Constellationklasse is momenteel in aanbouw. (Beeld: Fincantieri)
Amerika
In het wetgevingsoverleg over personeel en materieel van Defensie dat maandag in de Tweede Kamer plaatshad, vroeg VVD-Kamerlid Peter Valstar aan de staatssecretaris om een update over de fregattenplannen. Valstar verwees naar de vijf jaar terug stukgelopen fregattensamenwerking. "En ook nu vernemen wij dat de behoeften uiteen beginnen te lopen", zegt Valstar. "Zo kijken de Duitsers nadrukkelijk naar een Amerikaans fregat dat van oorsprong niet eens bedoeld is voor luchtverdediging van vlootverbanden dus weer dient te worden aangepast."
Welk fregatontwerp Valstar precies bedoelde zei hij maandag niet, maar lichtte hij later aan Marineschepen.nl toe: de Constellationklasse. Deze schepen zijn afgeleid van het Italiaanse FREMM-fregat, maar ingrijpend gewijzigd voor de Amerikaanse marine. Ze zijn iets groter dan de huidige Duitse en Nederlandse fregatten. Van der Maat hield zich op de vlakte: "U geeft aan dat ze naar Amerika kijken, ja er zijn een aantal scenario's die ze afpellen."
Marineschepen.nl heeft de Duitse interesse in een Amerikaans ontwerp nog niet bevestigd gekregen via andere bronnen.
De beantwoording van de vragen door staatssecretaris Van der Maat. (Links in beeld vice-admiraal Arie Jan de Waard, directeur DMO). Voor de eerste vraag en verwijzing naar het Amerikaanse ontwerp door VVD-Kamerlid Valstar, zie hier.
Stroef en spannend
Van der Maat bevestigde impliciet dat de samenwerking niet helemaal goed verloopt en sprak over twee spannende maanden. "Ik heb binnenkort weer een gesprek met mijn counterpart staatssecretaris Zimmer. Het gaat precies hier over. Het gaat niet alleen over de vervanging van de fregatten, het gaat eigenlijk ook op dit punt in den brede. Over hoe je kijkt naar maritieme samenwerking en wat je daar op kunt doen. En het klopt ook wat u zegt, dat daar industriële belangen spelen."
"Nederland is natuurlijk niet het enige land dat een stevig parlement heeft dat opkomt voor z'n nationale industriebelangen", vervolgde Van der Maat. "Dus die anderen moeten daar ook mee uit de voeten kunnen. Dus dat betekent dat er ook op dat moment iets van een koek moet ontstaan waar je samen benefits hebt om voorwaarts te gaan."
Valstar was vervolgens benieuwd of de staatssecretaris rekening houdt met het verbreken van de samenwerkingsovereenkomst omdat beide landen hun industrie willen betrekken. "Ik zal die overeenkomst niet verbreken", antwoordde Van der Maat. "Daarom ook de gesprekken die we voeren. Ons is er veel aan gelegen om dat voor elkaar te krijgen. Sterker nog, de gesprekken met de Duitsers gaan niet alleen hier over, die gaan ook over allerlei andere zaken. (...) Op het punt van zorg dat u uitspreekt, daar ben ik nog niet. Wel alert, maar ik ben niet op het punt dat het allemaal niet van de grond gaat komen, ik ga voor het tegenovergestelde. Aan ons zal het niet liggen."
Vice-admiraal Tas gisterochtend tijdens zijn keynote speech in Delft. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Noordelijke route
Interessant is dat Nederland bovendien verder kijkt dan alleen een Nederlands-Duitse fregattensamenwerking. Van der Maat zei dat Nederland in de eerste plaats met Duitsland kijkt om tot standaardisatie en een gezamenlijk programma te komen. "Mijn ambitie gaat eigenlijk verder om vervolgens te kijken [of na] Nederland en Duitsland er ook andere landen mee willen doen, want we weten dat er meer landen zijn - ook in de Scandinavische landen- die met gelijksoortige vragen zitten. Dat is waar ik op koers, maar dan moeten we eerst met Duitsland aan boord zijn. En als Duitsland in het scenario wat u aangeeft daar niet toe genegen zou zijn en andere plannen trekt, dan moeten we nog steeds zelf tot de vervanging overgaan en dan gaan we vervolgens kijken hoe we dat gaan doen. En daar hebben we ook heel goede ervaringen mee, met Nederlandse oppervlakteschepenbouw."
De volgende ochtend werd de 'noordelijke route' door commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal René Tas herhaald in zijn toespraak, ter opening van de International Naval Engineering Conference and Exhibition (INEC) en de international Ship Control Systems Symposium (iSCSS) die deze week op de TU Delft worden georganiseerd. VADM Tas koppelde de onlangs getekende intentieverklaring van Noord-Europese landen met een marine-industrie aan de toekomstige luchtverdedigingscapaciteit (vertaald door Marineschepen.nl vanuit het Engels): "Een goed voorbeeld van hoe we kijken naar meer Europese samenwerking en integratie is de Northern Naval Shipbuilding Cooperation. Nederland heeft een intentieverklaring getekend met Denemarken, Noorwegen, Finland, Duitsland en Zweden voor de samenwerking op het gebied van marinescheepsbouw om effectieve wapensystemen te leveren. Met deze landen gaan we de mogelijkheden onderzoeken om samen te werken aan het ontwerp van toekomstige capaciteiten, zoals de toekomstige luchtverdedigingscapaciteit. Dit kan een complete capaciteit zijn, zoals een fregat, maar ook een aantal subsystemen."
Tas gaf daarna als voorbeeld van subsystemen de SMART-L radar en afgeleiden die aan boord van Nederlandse, Duitse, Deense, Britse, Franse en Italiaanse schepen staan. Maar of een van origine Nederlandse volumezoekradar weer op zoveel Europese schepen zal komen te staan, is dus nog de vraag.
Over de samenwerking met Duitsland wordt binnenkort meer duidelijk. Staatssecretaris Van der Maat zei maandag in de Tweede Kamer dat hij begin 2023 de A-brief voor de vervanging van de LCF'en zal sturen: "Dan moet ik u ook duidelijkheid kunnen bieden op de vragen die u stelt."