Noorwegen en Duitsland zijn na 2,5 jaar onderhandelen over het contract voor de gezamenlijke aanschaf van Type 212CD onderzeeboten tot een akkoord gekomen. In Australië wordt de druk op Naval Group hoog en is een commissie opgericht om scherper de projecten voor nieuwe onderzeeboten en fregatten in de gaten te houden. Zowel het Duitse tkMS als het Franse Naval Group zijn in Nederland in de race voor de vervanger van de Walrusklasse.
De Type 212CD die voor Duitsland en Noorwegen wordt gebouwd. Deze boot heeft een waterverplaatsing van 2400 ton. (Foto: TKMS)
In 2017 maakten Noorwegen en Duitsland bekend dat beide landen samen de Type 212CD willen aanschaffen, ook met Nederland waren gesprekken gevoerd maar die leidden niet tot deelname. Het eerste contractvoorstel werd in 2018 door de Duitse scheepsbouwer tkMS aan Noorwegen en Duitsland gedaan, maar dat werd afgekeurd. Daarna volgden er een andere voorstellen. Uiteindelijk kwamen beide partijen eerder deze week met tkMS tot een akkoord.
In totaal gaat het om zes onderzeeboten: twee voor Duitsland en vier voor Noorwegen. Met de bestelling van de vier Noorse onderzeeboten is in totaal 45 miljard Noorse kronen gemoeid (4,4 miljard euro).
De vier 212CD's moeten in Noorwegen de zes Ulaklasse onderzeeboten vervangen, deze zes zijn ook van Duitse makelij. Deze boten werden in de periode 1989-1992 in dienst gesteld, maar zij zullen nog even door moeten. De 212CD wordt pas in 2029 verwacht, drie jaar later dan gepland.
Behalve een overeenkomst over de Duitse onderzeeboten voor (o.a.) Noorwegen, werd ook een overeenkomst bereikt over de ontwikkeling van de Future Naval Strike Missile. Dit kruisvluchtwapen moet de opvolger worden van het onlangs geïntroduceerde Naval Strike Missile door het Noorse Kongsberg. Het is onbekend wat de invloed van deze overeenkomst heeft gehad op de prijs van de 212CD.
Zoals bekend vormt de 212CD de basis voor het voorstel dat tkMS aan Nederland heeft gedaan. De 212CD voldoet niet aan de Nederlandse eisen, de afgeleide 212CD E, is onder andere groter en heeft een groter bereik.
Hoewel Noorwegen en Duitsland tot een overeenkomst zijn gekomen, betekent dat niet dat alle handtekeningen zijn gezet. Het Noorse contract is inmiddels getekend, voor Duitsland is het wachten tot de zomer als het Duitse parlement goedkeuring heeft verleend voor de aanschaf van de boten voor de Duitse marine.
Frankrijk en Australië
De contractonderhandelingen tussen Frankrijk en Australië zijn al langer achter de rug. Nadat Naval Group in 2016 was gekozen, werd in 2019 het contract getekend voor twaalf dieselektrische onderzeeboten gebaseerd op de Franse nucleaire Barracudaklasse. De Shortfin Barracuda, inmiddels omgedoopt tot Attackklasse, wordt momenteel ontworpen. De eerste boot zal begin jaren '30 in dienst moeten komen.
Hoewel Naval Group herhaaldelijk heeft benadrukt dat het programma op schema ligt, verschijnen er haast wekelijks berichten in de Australische pers over problemen rond de totstandkoming van de nieuwe Australische onderzeeboten: van cultuurclashes tot vertragingen en kostenoverschrijdingen. Nu hebben Australische media vaker overdreven als het gaat om onderzeeboten, zie bijvoorbeeld de Collinsklasse die door het Zweedse Kockums werd geleverd en waar wel problemen waren, maar niet zo ernstig als de kranten in die tijd beweerden. De Australische minister van Defensie Linda Reynolds zei in januari nog dat het project niet vertraagd of over budget is. Toch heeft de Australische minister-president Scott Morrison besloten om de National Shipbuilding Advisory Board op te heffen en een nieuwe commissie (Naval Shipbuilding Enterprise Governance Committee) op te richten, omdat hij bezorgd zou zijn over de nieuwbouwprojecten.
Deze commissie richt zich op zowel de nieuwe onderzeeboten als de nieuwe Britse Type 26 fregatten die Australië heeft besteld, en moet zekerstellen dat de afspraken rond het tijdspad en bouw in Australië worden nagekomen.
Naval Group is met een andere afgeleide van de Barracuda in de race in Nederland om de vervanging van de Walrusklasse onderzeeboten. De Franse aanbieder heeft geen details bekend gemaakt over het aanbod.
