In de partijprogramma's van de politieke partijen staan dit keer geen grote bezuinigingsplannen voor Defensie. Toch zijn de verschillen en sommige beloftes groot in de plannen. De ene partij wil Nederland uit de NAVO (Forum voor Democratie), de andere partij wil een Europese krijgsmacht (Volt) en weer een andere wil fors investeren in onder andere maritieme patrouillevliegtuigen (SGP). Maar de vraag is altijd: wat doen en zeggen partijen ná de verkiezingen? Daarom een terugblik op wat de partijen de afgelopen vier jaar deden voor Defensie, of tegen Defensie, en dan in het bijzonder de marine.
Het commissiedebat van de Vaste Kamercommissie voor Defensie over materieel (28 juni 2023) had een opkomst van slechts drie Kamerleden. Rechts zijn Peter Valstar (VVD), Alexander Hammelburg (D66) en Chris Stoffer (SGP) te zien. In het midden de voorzitter en griffier. Links plaatsvervangend directeur-generaal van het Directoraat-Generaal Beleid (DGB) luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan, toenmalig directeur DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard en staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat. (Beeld: Tweede Kamer)
Samengevat
• VVD was bij alle commissiedebatten, D66 miste er slechts één
• Naar aantal zetels namen JA21, DENK, SGP, SP en CDA vaak deel
• PvdD, GroenLinks en Forum voor Democratie hadden (naar aantal zetels) de minste interesse in Defensie
• SP, PvdD en BIJ1 stemden het vaakst in moties tegen Defensie/ marine en industrie
• Vooral SGP, gevolgd door ChristenUnie, CDA en VVD, diende moties in die de marine en industrie steunden
De beloftes
Waar er de afgelopen decennia altijd wel partijen waren die flinke bezuinigingen op Defensie voorstelden, speelt het korten op Defensie nu geen rol in de partijprogramma's. (Zie voor een goede samenvatting bijvoorbeeld dit overzicht van EW). Dat wil niet zeggen dat alle partijen ineens voorstander zijn van Defensie. De Partij voor de Dieren is bijvoorbeeld tegen elke verhoging van het defensiebudget, en tegen de uitbreiding van het "artsenaal van straaljagers en (duik)boten". Een andere partij aan die zijde van het veiligheidsspectrum is de SP, zij willen de krijgsmacht hervormen tot een organisatie die gericht is op alleen verdediging van Nederland en die ook voor VN-vredestaken ingezet kan worden. Dat kan je uitleggen als bezuinigings- of inkrimpingsplannen.
Onder andere VVD, CDA, SGP, Nieuw Sociaal Contract, ChristenUnie, JA21 en GroenLinks-PvdA zijn voorstander van extra investeringen in Defensie. Sommige partijen houden het op het voldoen aan de NAVO-norm van 2 procent, andere zien dat als een minimum. De PVV zegt voorstander te zijn van een stevige krijgsmacht, maar zwijgt over investeringen.
Wat de partijen echt menen, wat loze verkiezingsbeloften zijn en wat reeds ingebouwde onderhandelingsruimte is, weten we niet. Daarom willen we ons niet richten op wat partijen ons beloven, maar kunnen we hun toekomstige gedrag misschien beter voorspellen door naar hun gedrag uit het verleden te kijken.
Timmermans en onderzeeboten?
Als we toch gaan terugkijken is er een kwestie die extra aandacht vraagt, wat Marineschepen.nl betreft. Twintig jaar geleden was Frans Timmermans destijds namens de PvdA een van de Kamerleden die behoorlijk actief was op gebied van Defensie. Hij maakte zich in 2002 en 2003 hard voor afschaffing van onderzeeboten en pleitte bovendien tegen modernisering van de Walrusklasse, naast verkoop van de Orions. Timmermans liet het defensiedossier in de jaren daarna achter zich, de Orions werden verkocht en de onderzeeboten worden vervangen. De zaak leek gesloten.
Nu Timmermans er met GroenLinks-PvdA goed voorstaat, er zelfs gesproken wordt over het premierschap en onderzeeboten weer op de de agenda staan, was het tijd om de woordvoering van Timmermans te vragen of zijn standpunt is gewijzigd.
Wat zei Timmermans? Nadat hij in december 2002 had gepleit voor afschaffing van de Onderzeedienst, kwam het onderwerp een klein jaar later weer terug. Op 20 oktober 2003 zei Timmermans in de Tweede Kamer: "...dan wijs ik de minister erop dat mijn fractie al veel langer voorstander is van opheffing van de onderzeedienst. (...) Als de minister zegt dat het niet meer zo veel kost om de onderzeeers door te laten gaan en dat ze aan het eind van hun leven wel uitgefaseerd zullen worden, dan wil ik de keiharde garantie dat er ook niet meer in geïnvesteerd zal worden via allerlei upgradingprogramma’s. Ik zie het lijk namelijk alweer drijven. Zodra wij hier besloten hebben dat ze blijven bestaan, komen de eerste plannen om ze te upgraden, te vergroten, uit te bouwen enz., alweer naar de Kamer. Ik ken die methodiek wel. Daarom wil ik dan de keiharde garantie dat dat niet zal gebeuren."
Toen de minister op 22 oktober antwoordde dat hij die garantie niet zou geven, reageerde Timmermans als volgt: "...het is niet het antwoord dat ik wil horen. Ik wil graag horen dat er geen levensverlengende investeringen meer in de onderzeebootdienst zouden worden gedaan. (...) Dan is dit besluit de neus van de kameel en voorspel ik u dat wij nooit van de onderzeebootdienst afkomen."
De woorden van Timmermans leken meer dan alleen het verwoorden van het standpunt van zijn fractie. Mogelijk dat Timmermans dus nog altijd geen voorstander is van onderzeeboten.
Navraag bij de fractie van GroenLinks-PvdA leverde nog geen helder beeld op. In antwoord op de vraag over het standpunt van de lijsttrekker antwoordt een woordvoerder twee dagen voor de verkiezingen: "Hoewel de vervanging van onderzeeboten een actueel onderwerp betreft, is dit binnen GroenLinks-PvdA bij het bepalen van het verkiezingsprogramma geen onderwerp van gesprek geweest. Zodra het thema na de verkiezingen voor de Tweede Kamer (weer) op de politieke agenda komt, neemt de nieuwe fractie een standpunt in."
Het commissiedebat van de Vaste Kamercommissie voor Defensie over de NAVO Defensie ministeriële op 8 juni 2023 had een opkomst van zes Kamerleden. In beeld Harm Krul (CDA), Alexander Hammelburg (D66), Frank Futselaar (SP), Derk Jan Eppink (JA21), Pepijn van Houwelingen (FvD), Kati Piri (PvdA). (Beeld: Tweede Kamer)
Keuzes maken
Om iets te kunnen zeggen over wat de partijen de komende jaren zullen doen, is gekeken naar het verleden. In de eerste plaats naar de Vaste Kamercommissie voor Defensie. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van alle partijen en komt zo nu en dan samen voor overleg. Tijdens de commissiedebatten, niet in de grote zaal, maar in de kleinere vergaderzalen, wordt het ministerie van Defensie door de volksvertegenwoordigers op tal van punten besproken, beoordeeld en ondervraagd. De debatten kenden tal van onderwerpen, van Afghaanse tolken tot de aanschaf van nieuw defensiematerieel.
De debatten van de Vaste Kamercommissie voor Defensie vormen natuurlijk slechts een klein aantal van alle commissie- of plenaire debatten, rondetafelgesprekken, technische briefings, etc. Veel fracties, waar toch al veel werk ligt, moeten voortdurend hun prioriteiten bepalen. Zeker doordat de Tweede Kamer uit een groot aantal partijen bestaat, met een vaak een klein aantal zetels, is het steeds kiezen welk debat wordt bijgewoond en welk niet. Het is een allesbehalve ideale situatie, maar politieke partijen moeten dan wel laten zien in welke zaal en welke commissie zij hun stem willen laten horen.
Tijdens de vorige kabinetsperiode (2017-2021) waren het vooral de SGP, PvdA, GroenLinks en SP die op basis van hun aantallen zetels vaker dan verwacht bij de Defensiedebatten aanwezig waren. VVD, CDA en D66 waren toen het vaakst aanwezig. De Partij voor de Dieren (destijds 4 zetels) kwam geen enkele keer opdagen. De PVV had dan wel 20 zetels, toch lieten zij het relatief vaak afweten.
Deze grafiek toont hoe vaak een partij vertegenwoordigd was tijdens die overleggen, op volgorde van de zetelverdeling. (Bron: Tweede Kamer, grafiek: Marineschepen.nl)
Debatten
Voor dit overzicht is gekeken naar de commissiedebatten (technische briefings, rondetafelgesprekken, procedurevergaderingen en schriftelijke overleggen zijn niet meegenomen). Tijdens de kabinetsperiode Rutte IV (2021-2023) hebben 45 van deze debatten plaatsgevonden.
De oorlog in Oekraïne heeft geen grote invloed gehad op het aantal Kamerleden dat aanwezig was tijdens de debatten. Het gemiddelde is ongeveer gelijk gebleven. Tijdens één debat, op 17 augustus 2021 over Afghaanse tolken, kwamen maar liefst zestien Kamerleden opdagen. Het dieptepunt staat op 8 november 2022 toen gesproken werd over de 'Raad Buitenlandse Zaken Defensie'; behalve inval-voorzitter Tielen (VVD), waren alleen de Kamerleden Alexander Hammelburg (D66) en Peter Valstar (VVD) aanwezig.
Als het gaat om de cijfers, staat de VVD aan kop: tijdens alle commissiedebatten was de VVD aanwezig. Dat is geen verrassing, de VVD is met 34 zetels de grootste in de Tweede Kamer. D66 heeft tien zetels minder en miste slechts één debat. Ook het CDA (14 zetels) was ook vaak aanwezig.
Met veel zetels is het makkelijker om vaak aanwezig te zijn. Daarom valt de relatief lage presentie van de PVV op. Deze partij met 17 zetels was beduidend minder vaak aanwezig dan het CDA en zelfs minder vaak dan de SP (9 zetels). Wel moet gezegd worden dat de PVV iets meer interesse toonde in Defensie, dan in de vorige kabinetsperiode (ondanks verlies van drie zetels).
Wat rond de PVV ook opviel is dat zij na 10 januari 2022 de vaste voorzitter bij de debatten leverden (daar voor was dat Aukje de Vries van de VVD). De voorzitter, Raymond de Roon, gaf de voorzittershamer geen enkele keer over aan een ander Kamerlid om namens de PVV zelf iets in te brengen als er geen ander PVV-kamerlid aanwezig was.
JA21 was twaalf keer aanwezig. Bijna alle keren was dat Derk Jan Eppink. Die presentie is een prestatie voor een partij met 3 zetels. Geen partij was, naar het aantal zetels, vaker aanwezig. Ook DENK en SGP (beide 3 zetels) kwamen relatief vaak opdagen (tien keer).
Fractie Den Haan (1 zetel) was de enige fractie die in twee jaar tijd geen enkel commissiedebat bijwoonde. Meerdere partijen kwamen één keer: Omtzigt, BBB en BIJ1 (allemaal 1 zetel). Daar moet bij opgemerkt worden dat omdat de eenmansfractie van Omtzigt een afsplitsing was, minder geld krijgt dan andere eenmansfracties. De Partij voor de Dieren kwam ook slechts één keer opdagen, die partij heeft wel 6 zetels, het dubbele van JA21.
Eenmaal kwam een Kamerlid van de Partij voor de Dieren naar een commissiedebat van de Vaste Kamercommissie voor Defensie, dat was op Christine Teunissen op 17 augustus 2021. Het debat ging over Afghaanse tolken (ivm de situatie in Afghanistan), zestien Kamerleden waren destijds aanwezig. (Foto: Defensie)
Vergelijking met vorige kabinetsperiode
Minder zetels resulteert logischerwijs ook in minder deelname aan debatten. Dat gaat op voor het CDA, SP en GroenLinks die bij de vorige verkiezingen zetels verloren en daardoor minder vaak deelnamen. Een uitzondering is de PVV, die al weinig aanwezig was, maar dus nu iets betere cijfers kan overleggen.
Andere partijen hebben wel vaker voor een defensiedebat gekozen. ChristenUnie en DENK hebben net zoveel zetels als in de vorige periode, maar waren vaker bij een debat. SGP en PvdA behielden ook hun zetels, maar waren juist minder vaak aanwezig dan voorheen.
Iedereen herinnert zich nog hoe Thierry Baudet (Forum voor Democratie) de Tweede Kamer in kwam in 2017 en in een groen 'ops-vest' een lans brak voor Defensie. Tijdens die kabinetsperiode wist zijn fractie (3 zetels) slechts één keer naar een defensiedebat te komen. Nu (5 zetels) was de FvD vier keer aanwezig.
De vervanging van onderzeeboten waren een regelmatig terugkerend thema. (Foto: Defensie)
(E)moties
De afgelopen jaren zijn er vele moties ingediend door de Kamerleden. Zo'n tien moties hadden direct betrekking op de marine en de maritieme industrie. Vooral de SGP was actief met moties, gevolgd door de ChristenUnie, CDA en VVD.
De SP diende twee moties in die een maritiem aspect kenden. Met de eerste motie (van 24 november 2021) wilde de SP bereiken dat er geen militaire systemen meer aan de Egyptische marine geleverd mogen worden, in verband met mensenrechtenschendigen aldaar. Deze motie werd verworpen met 41 stemmen voor en 109 tegen. Vooral de kleinere partijen stemden voor.
Een andere SP-motie betrof onderzeeboten. Op 11 november 2021 diende Jasper van Dijk een motie in om de vervanging van de Walrusklasse onderzeeboten uit te stellen. Als argumenten haalde de SP aan dat de vervanging reeds was vertraagd en dat er een debat "over de taken van de krijgsmacht noodzakelijk is" omdat er op financieel en operationeel vlak keuzes moeten worden gemaakt. SP, GroenLinks, Partij voor de Dieren, DENK, Volt en BIJ1 stemden voor, maar de motie haalde te niet.
Het zou niet de enige keer zijn dat de SP in hetzelfde rijtje stond als Bij1 en Partij voor de Dieren. Deze drie stemden het vaakst tegen Defensie en marine. De Partij voor de Dieren nam de afgelopen kabinetsperiode dus ondanks 6 zetels nauwelijks de moeite om naar een debat te komen (één keer), maar bleek dus ook in stemming geen voorstander van Defensie.
Andere moties die niet op steun van SP, Partij voor de Dieren en BIJ1 konden rekenen waren bijvoorbeeld het inzichtelijk maken van de transitie van de marine (motie Valstar c.s. december 2022) en een motie van SGP, CU, VVD, CDA, JA21 en PVV die moest leiden tot meer Nederlandse betrokkenheid bij de nieuwe onderzeeboten (ICA conditioneel maken voor de gunning) in november 2022. Al met al leverde het tegenstemmen door de genoemde partijen niets op: de moties werden aangenomen.
Zeven van de tien 'marine-getinte' moties hadden betrekking op nieuwbouw. Viermaal werd in een motie om een groter aandeel gevraagd voor de Nederlandse industrie bij de aanschaf van onderzeeboten. Bij die stemmingen valt op dat D66 en Volt (beide één keer) tegen stemden, waarschijnlijk omdat zij voorstander zijn van juist een Europese industrie.
Een van die moties kwam van een minder gebruikelijke combinatie: JA21 en BBB. Zij wilden in juli 2022 dat Defensie "bij de aanschaf van de onderzeeboten oog [heeft] voor het strategische belang en de noodzaak van de Nederlandse maritieme maakindustrie". Deze motie werd, ondanks de gebruikelijke tegenstemmen van SP, Partij voor de Dieren en BIJ1, aangenomen.
Ook andere moties, van buiten de Vaste Kamercommissie voor Defensie, raakten de marinebouw-industrie. Vooral Dion Graus (PVV) diende moties in om de "vaderlandse industrie" meer te gunnen. In een motie van 17 oktober 2023 verzocht hij samen met Wybren van Haga (Groep Van Haga), Joost Eerdmans (JA21), Chris Stoffer (SGP) en Pim van Strien (VVD) de regering "om overheidsaanbestedingen strategisch te benutten voor onze eigen Nationale trots, de Nederlandse maritieme maakindustrie". D66, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, Volt en BIJ1 stemden tegen, maar dat was niet voldoende om de motie tegen te houden.
Komende jaren
Los van wat de verkiezingsprogramma's beloven, gelet op het gedrag van de politieke fracties van de afgelopen jaren, valt te concluderen dat de volgende partijen relatief veel aandacht hebben voor Defensie: VVD, D66, CDA, SP, PVV, JA21, DENK en SGP. Vooral de SP gaat het dan niet om bepaald warme aandacht. Bij DENK is de vorm van die aandacht wisselend gebleken. Andere partijen hadden beduidend minder tijd over voor Defensie.
Omtzigt, BBB en Forum voor Democratie waren niet vaak bij de defensiedebatten, maar stemden bij defensie-moties vaak wel hetzelfde als partijen zoals VVD en CDA. D66 en vooral Volt vallen op door hun plannen voor een Europese krijgsmacht en Europese defensie-industrie.
Voor partijen als Nieuw Sociaal Contract en GroenLinks-PvdA, die beide waarschijnlijk op een groot aantal zetels kunnen rekenen, is het lastig om het verleden te gebruiken om een inschatting te maken voor de toekomst.
Zodra de verkiezingen zijn geweest, gaat de Tweede Kamer aan de slag in de nieuwe samenstelling en dus zullen we al op relatief korte termijn zien wat de koers van de partijen wordt. Maar die wijkt vaak niet enorm af van de vorige kabinetsperiode.
Auteur: Jaime Karremann Jaime is oprichter van Marineschepen.nl en heeft meer dan 1.500 artikelen geschreven over uiteenlopende marine-onderwerpen. In 2017 gaf hij zijn non-fictieboek In het diepste geheim uit en later onderzeebootthriller Orka. Voor Jaime fulltime met deze site aan de slag ging, werkte hij ruim 12 jaar bij de marine, waarvan het grootste deel in een burgerfunctie. Jaime studeerde Communicatie in Groningen.