De kabinetsformatie en het daaropvolgdende regeerakkoord zal nog spannend worden voor Defensie. Het is nog vroeg, maar het is de vraag of de nieuwe samenstelling in Den Haag gunstiger is dan de voorgaande voor de toekomst van de marine.
Archiefbeeld van politici aan boord van Zr.Ms. De Zeven Provinciën in de Indische Oceaan. (Foto: Defensie)
De voorlopige verkiezingsuitslag laat een wisselend beeld zien voor de toekomst van de Koninklijke Marine, die voor een belangrijk deel afhangt van de komende regeerperiode. Gedurende de komende vier jaar moeten ten minste twee fregatten, zes mijnenjagers en vier onderzeeboten worden besteld.
In dat opzicht is de winst van het CDA en het verlies van de SP gunstig te noemen, al zijn beide resultaten niet doorslaggevend. De VVD heeft ingeleverd, maar blijft de grootste. Gelet op de vele mooie woorden van de VVD is dat op het eerste gezicht ook gunstig, maar op financieel vlak heeft de VVD Defensie de afgelopen jaren én in het verkiezingsprogramma financieel behoorlijk tekort gedaan.
Twee partijen die vooral op het binnenland zijn gericht, PVV en het Forum voor Democratie (FvD), hebben gewonnen. Daar schiet de marine niet erg veel mee op. De PVV heeft weliswaar de anti-piraterijmissies gesteund en was wisselend in haar oordeel over nieuwe onderzeeboten, maar schenkt verder vooral veel aandacht aan Defensie binnen de landsgrenzen. Terwijl Defensie is ingericht op het verdedigen van de Nederlandse belangen verder van huis. De PVV heeft weliswaar 2 miljard voor Defensie en politie toegezegd (verspreid over 4 jaar), maar aangezien Defensie alleen al 1 miljard nodig heeft om te overleven en nationale taken mogelijk de voorkeur zouden krijgen, lijkt dit gunstiger voor vooral de Marechaussee en anti-terreureenheden van het Korps Mariniers dan voor fregatten en onderzeeboten.
Het veel kleinere FvD wil volgens het verkiezingsprogramma naar de 2% NAVO-norm, maar wil dat Defensie zich vooral richt op nationale taken. VNL had duidelijke plannen met 5 miljard voor Defensie, waaronder een vliegkampschip voor Nederland. Maar VNL kreeg slechts zo'n 51.000 stemmen, terwijl er ongeveer 100.000 nodig zijn voor een zetel. Hoewel VNL net als FvD en PVV een nationalistische inslag hebben, was Louis Bontes (als afgesplitste Bontes/ Van Klaveren) de afgelopen periode in de Vaste Kamercommissie voor Defensie warm pleitbezorger voor zes nieuwe onderzeeboten. Bontes, nummer 3 op de lijst van VNL, zal niet terugkeren in de Kamer.
Als het aan de gemeente Den Helder had gelegen, was VNL overigens wel in de Kamer gekomen. Daar stemde 1% voor deze nieuwe partij, tegenover 0,4% landelijk. Het vooruitzicht van een vliegkampschip als mobiel onderdeel van de skyline heeft daar mogelijk een rol in gespeeld.
Het verlies van de PvdA is paradoxaal genoeg ook niet per se gunstig voor de Koninklijke Marine. De partij die zich vaak tegen Defensie keerde, was op gebied van nieuwe onderzeeboten beduidend positiever dan bijvoorbeeld D66. Een grote overwinning van de PvdA had nieuwe onderzeeboten allerminst zekerder gemaakt, maar dit grote verlies geeft ruimte aan op dit vlak minder gematigde partijen. De vraag is bovendien wat de reactie van de PvdA zal zijn. Een mogelijke reflex is dat de partij in een wanhoopspoging een ruk naar links maakt en de onderzeeboten weer tot overbodig bestempelt. Daar komt bovenop dat onderzeebootervaring de partij verlaten heeft, Angelien Eijsink, die een aantal jaar terug een week aan boord van Zr.Ms. Dolfijn voer en zich jarenlang met o.a. nieuwbouw van marineschepen heeft beziggehouden, heeft de PvdA verlaten.
Waar de PvdA verliest, zijn aan de linkerzijde Denk en GroenLinks de grote winnaars. GroenLinks, dat voortkomt uit de pacifistische PSP, is niet bepaald voorstander van Defensie. De partij wil volgens het verkiezingsprogramma geen cent investeren in de krijgsmacht, laat staan dat er geld beschikbaar is om de vloot te vervangen. Denk is in dat opzicht nog extremer. Terwijl het bijvoorbeeld Turkije een warm hart toedraagt, dat momenteel vliegkampschepen bouwt en de grootste krijgsmacht heeft van de Europese NAVO-lidstaten, wil Denk het Ministerie van Defensie opheffen en er het Ministerie van Vrede en Wederopbouw van maken. Denk is verder tegen de JSF en tegen nieuwe onderzeeboten.
Net als GroenLinks heeft D66 een heilig geloof in een Europese krijgsmacht. D66, samen met het CDA de derde partij, had weliswaar 500 miljoen extra voor de komende vier jaar gereserveerd, maar was begin 2016 nog niet echt overtuigd van het nut van nieuwe onderzeeboten.
Tot slot blijven twee partijen die wel geld wilden vrijmaken voor Defensie, SGP en ChristenUnie met respectievelijk 3 en 5 zetels erg klein. De Partij voor de Dieren heeft straks net zoveel zetels als de ChristenUnie, maar is beduidend negatiever over Defensie.
Voor en tegen
Het nieuwe kabinet zal een mix zijn van vier partijen of misschien meer. Als partijen die enigszins positief staan tegenover Defensie zich weten te verenigen in de formatie, blijft er een behoorlijk blok van partijen met een negatieve houding ten opzichte van Defensie (SP, GL, Denk, Partij voor de Dieren) in de oppositie.
Overigens is de zetelverdeling tussen partijen die traditioneel anti-Defensie en pro-Defensie (CDA, CU, SGP) zijn, sowieso in het voordeel van de meer pacifistisch ingestelde groep: 36 versus 27. In de twee middengroepen heeft de VVD verreweg het grootste aandeel in de 'positiefste middengroep', de wat negatievere middengroep is echter met 52 zetels veel groter (PVV, D66, PvdA, 50+).
Bij de vorige zetelverdeling was het geheel meer in balans.
Het (verder) doorschuiven van de nieuwbouwprogramma's van mijnenbestrijdingsvaartuigen, fregatten en onderzeeboten, betekent dat deze cruciale fase onder een minder gunstig gesternte moet plaatsvinden. Het besluit om bijvoorbeeld een klankbordgroep bij het proces van onderzeeboten te betrekken, heeft geleid tot enorme vertraging die de komende jaren slecht kan uitpakken.