“Nederland en Defensie moeten zich voorbereiden op het ergste”, staat in de Defensienota 2024 die vanmiddag werd gepresenteerd in Amersfoort. Om Defensie te versterken worden miljarden extra uitgetrokken, ten gunste van materieel en personeel, maar wordt ook een beroep gedaan op industrie en de maatschappij. Niet alles blijkt snel op te lossen, zo worden de komende jaren nog veel Nederlandse marineschepen aan de grens van het NAVO-verdraggebied gebouwd.
Een model van het ASWF in Amersfoort. Op de achtergrond heeft een groepje journalisten van de schrijvende pers zich verzameld rond staatssecretaris Tuinman. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Grijs gebied
Niets dan zonneschijn op de Bernhardkazerne in Amersfoort vanmiddag, maar de woorden die klonken beschreven donkere wolken. “Er is geen oorlog, maar ook geen vrede”, zei minister van Defensie Ruben Brekelmans ten overstaan van de pers en genodigden. “We worden dagelijks aangevallen. Onze digitale systemen, onze universiteiten, onze bedrijven, onze havens, onze elektriciteitsnetwerken, we worden continu bespioneerd en de aanvallen nemen alsmaar toe.”
“Het geweld komt steeds dichterbij”, zei Brekelmans, waarmee hij op Rusland doelde dat dicht bij de grens van het NAVO-verdraggebied oorlog voert. De dreiging komt echter niet alleen uit Rusland, zei Brekelmans die ook China, Iran en terroristen noemde.
De Defensienota zelf beschrijft verschillende uiteenlopende scenario's waar Nederland mee te maken kan krijgen. Van aanvallen op een NAVO-land tot een oorlog tussen China en de VS. Een combinatie is ook mogelijk en een voorbereiding op het ergste is dan volgens Defensie het beste.
De krijgsmacht krijgt er daarom 2,4 miljard euro structureel bij. De landmacht krijgt tanks, de luchtmacht extra vliegtuigen en op zee kan men rekenen op extra ASW-fregatten en extra NH90-helikopters.
Voor personeel wordt 260 miljoen euro extra uitgetrokken. Zo wordt het dienjaar uitgebreid, wordt meer geld gestoken in werving en vooral in behoud.
Ook de industrie wordt niet vergeten. Tegenover verslaggevers zei staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman dat Defensie in het verleden dan zei: “de industrie moet sneller produceren”. Dat zegt hij niet, doelend op de discussie waarin de industrie zegt juist op contracten te wachten om te kunnen produceren. “Wij moeten de eerste stappen zetten”, erkende Tuinman.
Dat alles wordt gedaan om af te schrikken en een oorlog te voorkomen, zo legde Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim, uit. “Onze eenheden moeten in tegenstelling tot het verleden binnen 10 tot 30 dagen inzetbaar zijn. En we moeten dat ook lang kunnen volhouden.”, zei Eichelsheim.
“Dat is niet zomaar een kleine verandering, het is een keerpunt in de geschiedenis van de Nederlandse krijgsmacht. Het vergt een fundamenteel andere manier van denken. In plaats van iedere missie afzonderlijk nauwkeurig voor te bereiden en te plannen, moeten onze militairen en onze burgers in de nabije toekomst elke dag klaar staan. Permanent gereedstaan voor een grootschalig conflict. Want afschrikking werkt alleen als wij geloofwaardig zijn.”
“De nieuwe dreiging vergt van ons niet alleen snelle inzetbaarheid, maar voornamelijk ook uithoudingsvermogen”, zei Eichelsheim. “Dat vraagt dus meer van alles: voorraden, ondersteuning en personeel.” Verwijzend naar de oorlog in Oekraïne: “Uiteindelijk wint wel degene met de grootste voorraden en de juiste aanvoer en die dat lange tijd kan volhouden.”
“We vragen ondertussen ook meer van de samenleving, want als het echt tot oorlog komt -en daar gaan we niet nu van uit, maar we moeten er wel op voorbereid zijn- dan houdt de krijgsmacht het alleen vol als die hele samenleving betrokken en weerbaar is. De maatschappij moet uiteindelijk zelfstandig kunnen functioneren, ook als Defensie aan de oostgrens bezig is het gevecht te winnen.”
Staatssecretaris Gijs Tuinman beantwoordt vragen van de pers. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Bouw van marineschepen
De marine kan dus rekenen op twee extra ASW-fregatten, zoals Marineschepen.nl dinsdag al schreef. Voor de marine betekent de aanvullende bestelling ook een keerpunt: over ongeveer tien jaar zal de fregattenvloot voor het eerst sinds 1994 groeien.
Een extra bestelling betekent ook dat er nog meer Nederlandse marineschepen in Roemenië worden gebouwd. Twintig jaar geleden werd, uit financiële noodzaak, door Damen begonnen met het bouwen van Nederlandse marineschepen in Roemenië. Op een werf die 9 kilometer van de Oekraïense grens ligt.
Daar wordt momenteel het bevoorradingsschip Den Helder afgebouwd en zullen ook de zes ASW-fregatten worden gebouwd (waarvan twee voor België). Het Franse Naval Group bouwt casco's van de toekomstige mijnenbestrijdingsvaartuigen eveneens in Roemenië, zij het verder naar het zuiden.
Al langer wordt gesproken over het terughalen van marinebouw naar Nederland, zo stond in de B-brief van de ASW-fregatten dat bouw in Nederland zou worden onderzocht. Dat was in 2020. Ondanks het historische keerpunt, lukt het Defensie nog niet om de keuzes uit een veiliger verleden terug te draaien. “Ik heb er met Damen over gesproken”, zei staatssecretaris Tuinman vanmiddag in een reactie tegenover Marineschepen.nl. “Op dit moment hebben we niet de capaciteit om de schepen in Nederland te bouwen.”
“We hebben wel een project, dat zit niet in deze Defensienota, maar dat bestaat al en dat is de werf van de toekomst. We willen op een heel efficiënte manier, veel sneller en hoogwaardiger, schepen of delen van schepen in Nederland gaan bouwen.”
De dreiging wordt echter groter en is een versnelling dan niet noodzakelijk? “Ik maak me er wel zorgen over. Dat ben ik met je eens”, zei Tuinman. “Maar ik zie ook wat de opgave is voor de maritieme maakindustrie. Die moeten ook opschalen en hebben tijd nodig.” Tuinman ziet door het risico op latere oplevering het versneld naar Nederland halen van de bouw niet direct als oplossing. “Niet als dat betekent dat de casco's van onze oppervlakteschepen daardoor naar achteren toe gaan. Het is een lastige afweging.”
Auteur: Jaime Karremann Jaime is oprichter van Marineschepen.nl en heeft meer dan 1.500 artikelen geschreven over uiteenlopende marine-onderwerpen. In 2017 gaf hij zijn non-fictieboek In het diepste geheim uit en later onderzeebootthriller Orka. Voor Jaime fulltime met deze site aan de slag ging, werkte hij ruim 12 jaar bij de marine, waarvan het grootste deel in een burgerfunctie. Jaime studeerde Communicatie in Groningen.