In augustus wordt duidelijk of Nederland een fregat gaat sturen naar de Straat van Hormuz, waar de spanningen de afgelopen maanden flink zijn opgelopen. De vrije doorvaart van koopvaardijschepen is in gevaar en Nederland overweegt een fregat te sturen op verzoek van de VS. Hoe is de situatie ter plekke en wat zijn de middelen van Iran?
Een C-14-klasse aanvalsboot van de Iraanse Revolutionaire Garde Marine. (Foto: Mohammad Sadegh Heydari/ CC 4.0)
In mei en juni van dit jaar zijn zes koopvaardijschepen aangevallen in de uiterst smalle zeestraat waar dagelijks een groot aantal koopvaardijschepen en vooral olietankers doorheen varen. De zeestraat is een belangrijk knooppunt voor de handel, dus kan dit grote gevolgen hebben voor veel landen die afhankelijk zijn van het scheepvaartverkeer in deze regio. Iran, dat aan de zeestraat ligt, maakt daar gebruik van en dreigt al jaren de straat af te sluiten.
Ook Nederland heeft belang bij een vrije doorvaart. In de eerste plaats omdat er Nederlandse koopvaardijschepen doorheen varen, zo'n 40 per maand. Daarnaast hecht Nederland van oudsher veel waarde aan een vrije zee en zijn ook havens als Rotterdam en Amsterdam gebaat bij ononderbroken aanvoerroutes. Al is 76% van de olie die door de Straat van Hormuz wordt vervoerd bestemd voor Azië (vooral voor China en Japan) is het gelet op de grote hoeveelheid scheepvaartverkeer die door de Straat moet niet vreemd als Nederland met een fregat bijdraagt.
De vraag die nu echter vaak wordt gesteld is: wat zijn de risico's?
Dat er risico's zijn, moge duidelijk zijn. Er zijn immers al zes koopvaardijschepen aangevallen. En dat er risico's zijn, hoeft op zich geen probleem te zijn. De marine is immers van het varen in wateren waar dreiging is. Door met fregatten aanwezig te zijn kunnen de aanvallen op koopvaardijschepen stoppen.
Het lastige is echter dat de Straat van Hormuz een zeegebied is waar zeer waarschijnlijk de meest zwaarbewapende marineschepen in ernstige problemen kunnen komen of zelfs tot zinken gebracht kunnen worden, mocht het tot een conflict komen. "Iran’s forces are widely assessed as incapable of defeating the United States in a classic military confrontation, but they could potentially inflict significant damage or casualties on the U.S. military", waarschuwt ook de Amerikaanse Congressional Research Service in een rapport van mei 2019.
Dat heeft alles te maken met dat Iran perfect weet hoe het gebruik kan maken van zwakke punten van marineschepen en tegelijkertijd decennialang oefent op de voordelen die de Straat van Hormuz biedt. Iran is sinds de jaren '80 bezig met het perfectioneren de tactieken voor het voeren van een oorlog in dat zeegebied tegen een tegenstander die veel sterker is, op volle zee.
Dat Iran bij een treffen op volle zee weinig kans maakt, is in dit geval niet van belang. De marines van Iran zijn vrijwel volledig ingericht op het winnen van een oorlog in de wateren nabij de kust van Iran.
Twee marines
Het opvallende aan de situatie in Iran is dat het land twee marines heeft: de Iraanse Revolutionaire Garde Marine (in het Engels Iranian Revolutionary Guard Corps Navy, IRGCN) en de reguliere marine (IRIN). De reguliere strijdkrachten hebben een lange geschiedenis en bestonden ook voor in 1979 de revolutie een einde maakte aan de heerschappij van de Shah, in ruil voor de religieuze leiders van Iran zoals we die nu kennen.
De Iraanse Revolutionaire Garde is een direct uitvloeisel van die revolutie en is ook verantwoordelijk voor het handhaven van de ideologie. De marinetak werd in 1983 opgericht, de Iran-Irakoorlog was toen al drie jaar bezig. In 1984 ging die oorlog een nieuwe fase in met aanvallen van beide partijen op tankers en olieplatformen. Tot het einde van die Tankeroorlog in 1988 (tevens het einde van de Iran-Irakoorlog), werden maar liefst 143 tankers aangevallen.
In die belangrijke periode voor Iran en dan vooral het Iraanse denken over tactieken, bewees de IRGCN van waarde te zijn. De reguliere marine was al minder geliefd bij de nieuwe leiders en toen in 1988 de VS in één dag een vernietigende slag toebracht aan de Iraanse marine door het tot zinken brengen van twee marineschepen en het ernstig beschadigen van een derde, bleek dat Iran het van deze tegenstander niet kon winnen als het volgens dezelfde spelregels vocht. Dat werd andermaal bewezen toen de VS in de Golfoorlog in korte tijd de Irakese marine wegvaagde.
Iran keek aandachtig mee, schafte nog kleinere en snellere scheepjes aan en richtte zich meer en meer op zogenaamde asymmetrische oorlogvoering, een manier van oorlogvoeren die veel wegheeft van guerillatactieken.
Overigens betekende dat niet dat de reguliere marine zich ook ging toeleggen op die tactieken, zij blijven dichter bij een conventionele oorlogvoering. Voor hen was wel minder budget en werd ook op gebied van aantallen personeelsleden voorbij gestreefd door de IRGCN. Toch wist deze marine o.a. in de jaren '90 Russische Kiloklasse onderzeeboten aan te schaffen en 14 Noord-Koreaanse mini-onderzeeboten. Daarnaast ging deze marine langere reizen maken, van de Pacific tot de West en naar de Middellandse Zee. Maar dat werd pas serieus rond 2009.
Samen met de IRGCN beschikken de marines samen over meer dan honderd schepen. Waarvan het grootste deel erg klein is.
Een schok en een pijnlijke les voor Iran: het Iraanse fregat Sahand werd door Amerikaanse eenheden aangevallen en uitgeschakeld. (Foto: Amerikaanse marine)
Verbeteringen
In de loop der jaren, sinds de jaren '80 dus, heeft Iran de manier van oorlogvoeren, die speciaal gericht is op de Straat van Hormuz en de Perzische Golf, weten te verfijnen. Deels door nieuwe technologieën en nieuwe wapens, deels door betere tactieken en ook door het beter organiseren van de krijgsmacht.
Om met dat laatste te beginnen. Tot 2007 waren de twee marines elkaars concurrenten. In dat jaar begon een reorganisatie en werden beide marines verdeeld over de aan Iran grenzende zeeën. De reguliere marine verdween uit de Perzische Golf en kreeg de Golf van Oman als operatiegebied aangewezen. Daarnaast is deze marine actief in de Kaspische Zee (het gigantische meer ten noorden van Iran) en vanaf de Golf van Oman in de driehoek Bab-el-Mandeb tot in de Indische Oceaan. Desondanks blijft de reguliere marine gericht op de kust, het beschikt ook over enkele fregatten, wat korvetten en onderzeeboten.
De IRGCN richt zich op de Perzische Golf. Dat was nieuw en wennen, maar zij richtten bases in op allerlei eilandjes waardoor zij ook daar goed uit de voeten kunnen.
Beide marines zijn verantwoordelijk voor de Straat van Hormuz.
Deze reorganisatie zorgde intern voor duidelijkheid en een betere focus.
Andere verbeteringen vonden plaats op gebied van technologie. Iran ontwikkelde nieuwe wapensystemen, waaronder antischipkruisvluchtwapens en zelfs anti-schip ballistische raketten (die door via de ruimte met gigantische snelheden op schepen af komen). Daarnaast werden de bestaande tactieken verbeterd.
Nieuwsitem uit 2017 over provocaties door de IRGCN.
Massale aanvallen
Het belangrijkste doel van de Iraanse marines is afschrikking. Bijvoorbeeld door propaganda, zie de oefeningen die meer weghebben van stunts, waarbij een schaalmodel van een Amerikaans vliegkampschip tot zinken wordt gebracht. Dit uit zich ook in de krachtige waarschuwingen aan vooral het adres van de VS.
Veel is overdreven of zelfs pure fantasie. Toch moet Iran in de thuiswateren niet onderschat worden. Dat heeft alles te maken met het simpele feit dat de IRGCN maar al te goed weet dat een massale aanval uiterst dodelijk kan zijn in de smalle zeestraat.
Marineschepen zijn namelijk niet ingericht op het voeren van een dergelijke oorlog. Natuurlijk, fregatten en destroyers kunnen met radars en visuele sensoren bootjes in de nabijheid snel ontdekken. En met een kanon, machinegeweren, Goalkeeper (of soortgelijk) of zelfs met een raket, kunnen bootjes en vliegende doelen worden uitgeschakeld.
Daar zit echter een grens aan. Door een goed gecoodineerde aanval met vrij simpele wapens als kleine snelle aanvalsbootjes met explosieven of raketwerpers, te combineren met grotere boten die beschikken over antischipraketten en onderzeeboten, plus raketten afgevuurd vanaf land, raken de sensoren en de commandocentrale van het marineschip overbelast, de munitie raakt op. En na verloop van tijd glipt het ene na het andere wapen door de verdediging.
Deze verzadigingstactiek is niet nieuw, de Sovjets oefenden dit al halverwege de Koude Oorlog en daaruit ontstonden in de jaren '80 de eerste ideeën voor wat later de Luchtverdedigings- en Commandofregatten werden.
Op open zee is het bundelen van die wapens op een klein aantal schepen echter lastig, want je moet met voldoende eenheden je doel kunnen vinden en het voldoende kunnen naderen. De Iraanse marines hoeven niet op zoek, integendeel.
De procedures bij aanvallen door snelle bootjes wordt geoefend tijdens bijvoorbeeld de grote oefening Joint Warrior. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Zr.Ms. Van Speijk is het schip dat steeds wordt genoemd als kanshebber om naar de Golfregio te gaan. Ondanks de capaciteiten van Iran, is de Van Speijk niet bepaald een 'sitting duck'. Mede dankzij de update die het schip heeft gehad. De nieuwe sensoren zoals Seastar zijn bijvoorbeeld juist bedoeld om snelle bootjes tijdig te detecteren. Het 76mm kanon heeft een maximale vuursnelheid van 120 schoten per minuut, de Goalkeeper (4200 schoten per minuut) kan snel meerdere doelen aanpakken en het fregat heeft 16 Sea Sparrow-raketten. Deze zijn verouderd en niet geschikt om de snelste en meest wendbare antischipraketten van China en Rusland aan te pakken, maar zijn prima inzetbaar tegen andere doelen. (Foto: Defensie)
Risico's
Dan komen we weer op de risico's. Tegenover het ANP heeft minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok bijvoorbeeld gezegd dat de komende maand gekeken wordt naar "de risico's voor de mannen en vrouwen die je inzet".
Op zich is dat opmerkelijk, want hij heeft het hier over de veiligheid van marinepersoneel in relatie tot het sturen van een fregat. Hij heeft het niet over de koopvaardijschepen die nu al dagelijks door het gebied moeten. Zij lopen al langere tijd risico, alleen zij zijn niet door de regering gestuurd.
Die voorzichtige benadering is niet nieuw (en ook niet uniek voor Nederland) en Iran is daar goed van op de hoogte. Teheran weet namelijk dat een gesneuvelde militair in het Westen al vragen oproept over de wenselijkheid van een militaire missie ver van huis. Het effect op het draagvlak dat het zinken van een schip met tweehonderd mensen aan boord heeft, is vele malen groter.
In geval van een conflict zal Iran dus overwegen om al vroeg een hevige klap uit te delen, in de hoop dat landen eieren voor hun geld kiezen.
Natuurlijk zijn ook daar grote risico's aan verbonden voor Iran zelf. Want dan volgt een scenario van oorlog en zal het daarmee de nodige ellende op de hals halen op allerlei niveaus, niet in de laatste plaats loopt het land dan het risico dat de steun bij bevriende landen verdwijnt.
Opnieuw gaat het hier om niet alleen wat de capaciteiten zijn, maar ook wat een land daadwerkelijk gaat doen. En dat laatste is het lastigst in te schatten. Al kan wel voorzichtig gezegd worden dat een serieus conflict niet uit te sluiten valt, maar ook niet het meest waarschijnlijke scenario is. Als er fregatten worden gestuurd is kans op escalatie bovendien niet per se groter, van fregatten zoals de Van Speijk gaat (in tegenstelling tot Amerikaanse kruisers en destroyers met hun Tomahawks) geen directe dreiging uit voor Iraanse doelen op land. Mocht Iran toch besluiten tot een verrassingsaanval, dan is de Straat van Hormuz echter niet veilig.