Maandagavond heeft de Amerikaanse marine in een verzoek om informatie aan de Amerikaanse industrie meer details vrijgegeven over de toekomstige fregatten. Uit deze nieuwe informatie blijkt dat de nieuwe marineschepen flink zullen afwijken van de huidige, nieuwe, korvetten ofwel de LCS'en.
USS Independence, een van de twee typen LCS van de Amerikaanse marine. (Foto: US Navy)
Een marine zonder fregatten. Het klinkt vreemd, maar de Amerikaanse marine heeft sinds kort geen fregatten meer in dienst. Doelbewust. Kruisers en torpedobootjagers moesten het echte vechtwerk gaan doen, de kleinere en (oorspronkelijk) goedkopere Littoral Combat Ship (LCS) moest dicht bij de kust een grote varieteit aan klusjes opknappen. Het fregat belandde tussen wal en schip.
Het LCS bleek een ramp van formaat: de US Navy kon geen keuze maken waardoor twee types werden geaccepteerd, de schepen werden veel duurder dan gepland, ze kampen met problemen en hebben niet de slagkracht die men bij nader inzien toch nodig acht. Ondanks alle tussentijdse pogingen om bij te sturen. Ondertussen waren de fregatten van de goede oude OH Perryklasse, een ontwerp uit de jaren zeventig, afgeschreven en rijp voor het museum. Nieuwe plannen volgden: het bijplussen van het LCS-ontwerp leek drie jaar lang de voorkeur te hebben, maar ook dat was geen succes.
OH Perryklasse fregat USS Rentz in 2013. Van deze fregatten zijn er 71 gebouwd, verreweg het grootste deel voor de Amerikaanse marine. Deze schepen zijn vervangen door het LCS dat goedkoper, sneller, flexibeler en dichter bij de kust moest kunnen opereren. De VS keert nu toch terug naar het fregat. (Foto: US Navy)
Vechten weer op 1
Maandagavond verspreidde de Amerikaanse marine een Request For Information (RFI) naar de industrie. Aan de hand van de RFI wordt gevraagd waar de industrie toe in staat is en is de eigenlijke start van het aanbestedingsproces. De RFI van de nieuwe fregatten, de FFG(X), bevatte daarom de nodige details over de eisen die de US Navy stelt aan de nieuwe schepen.
De schepen moeten de volgende taken kunnen volbrengen:
oppervlakteschepen voorbij de horizon tot zinken brengen
detecteren van onderzeeboten
beschermen van konvooien
inzetten van actieve en passieve Elektronische Oorlogvoering
verdedigen tegen swarming-aanvallen door kleine bootjes
Wat niet letterlijk gezegd wordt, maar wat wel opgemaakt kan worden uit de RFI is dat de belangrijkste taak oppervlakteoorlogvoering moet worden. Dat is iets wat niet alleen de Amerikaanse marine, maar de hele NAVO, de afgelopen decennia heeft verwaarloosd vergeleken met andere marines zoals die van Rusland, China en bondgenoot Zuid-Korea.
De fregatten zullen zelfstandig en als onderdeel van een taakgroep in het hoogste geweldsniveau overeind moeten kunnen blijven, op alle gebieden inclusief elektronische oorlogvoering. Een belangrijke eis is daarom dat belangrijke systemen zoals voortstuwing en gevechtsystemen bestand moet zijn tegen schokken (door inslagen, mijnen, etc.) zodat op z'n minst de luchtverdediging en voortstuwing inzetbaar blijven.
Een minder belangrijke eis is een maximale bemanning van 200 personen. Dat is voor Nederlandse begrippen veel en ook veel meer op het LCS vaart. De filosofie hierachter is dat er meer mensen nodig zijn voor averijbestrijding en voor onderhoud en reparatie van technische systemen.
Omdat een vliegkampschip regelmatig deel uitmaakt van een taakgroep en veel moderne schepen niet hard genoeg kunnen varen om een carrier die zeker 30 knopen haalt bij te kunnen benen, is nu bovendien in de eisen opgenomen dat de FFG(X) vliegkampschepen moet kunnen bijhouden. Dat stelt hoge eisen aan de voortstuwing en stuwt eveneens de kosten omhoog, maar die eisen zijn lager dan die van het LCS dat wel 40 knopen kan varen. Het LCS is echter niet bedoeld als escorte voor een carrier.
Zoals gebruikelijk zullen de fregatten ook ingezet moeten kunnen worden voor operaties laag in het geweldspectrum zoals kustwachttaken, reddingsacties en humanitaire hulpverlening.
De Firescout is inmiddels een bekende drone op de helidekken van Amerikaanse marineschepen. (Foto: US Navy)
Veel wapens en belangrijke rol onbemande systemen
De middelen die de nieuwe fregatten moeten krijgen zijn uiteraard nog niet helemaal vastomlijnd, maar de belangrijkste zijn:
geleide wapens voor aanvallen op schepen voorbij de horizon, ruimte voor acht canisters
SeaRAM tegen inkomende luchtdoelen op korte afstand
lanceerinrichting voor zelfverdediging
een combat management systeem dat is afgeleid van AEGIS, het systeem waar de US Navy nu ook mee werkt
Enterprise Air Surveillance Radar (EASR), een vaste phased array radar van Raytheon met 3 platen
een MH-60R Seahawk helikopter moet kunnen opereren vanaf de fregatten
onbemande helikopter met de grootte van een MQ-8C Firescout
Andere eisen, maar minder belangrijke zijn o.a.: een Variable Depth Sonar (VDS), Nixie voor torpedomisleiding, gesleepte sonar, 57mm kanon en de Longbow Hellfire bedoeld tegen schepen op korte afstand.
Voor deze fregatten is het volgens de US Navy belangrijk dat zij, net als het LCS, geschikt zijn voor (toekomstige) onbemande systemen die een vijandelijke en risicovolle omgeving moet kunnen binnendringen en daar moet kunnen opereren om op het gebied van sensoren en wapens overwicht op de vijand te krijgen.
De sensoren van de fregatten moeten kunnen samenwerken met die van andere schepen in een netwerk, zodat de sensoren van de verschillende schepen elkaar versterken en het totaalbeeld van de omgeving beter wordt.
Een belangrijk punt van kritiek op het LCS en op de eerdere fregatten-plannen van de US Navy is dat er een verticale lanceerinrichting ontbreekt. Een dergelijk VLS biedt de mogelijkheid om veel verschillende defensieve en offensieve raketten mee te nemen. Gelet op de RFI is een VLS voor de FFG(X) nog geen gelopen race. In het document wordt aan de industrie om input gevraagd voor hoe een lanceerinrichting voor de luchtverdedigingsraketten ESSM Block 2 en Standard Missile-2 Active in het ontwerp opgenomen kunnen worden, wat voor type lanceerinrichting zij zouden voorstellen, hoeveel lanceercellen het ontwerp kan herbergen en of een "strike lenght"-variant van het VLS zou passen (strike length is benodigd voor o.a. Tomahawk).
Dat de marine er niet uit is, maar wel meer slagkracht zou willen, blijkt wel uit de opmerking in de RFI dat de US Navy ook innovatieve benaderingen van ontwerpers in overweging wil nemen als een lanceerinrichting of een grotere capaciteit gevolgen heeft voor andere eisen van de FFG(X).
Opvallend is bovendien de vermelding van de SM-2 Active, een toekomstige raket voor luchtverdediging uit de Standard Missile-familie.
Concrete eisen op gebied van andere toekomstige wapens zoals lasers en railguns zijn niet vermeld, maar wel als minder belangrijke eis de voorziening van voldoende reseve in het elektriciteitsnetwerk voor toekomstige 'Directed Energy'-wapens: een laserkanon, en voor elektronische oorlogvoering. De ruimte die gereserveerd moet worden is aanzienlijk: 600 kilowatt. Het enige laserkanon dat voor zover bekend werkt is dat van de USS Ponce en heeft een vermogen van 30 kilowatt.
ITS Carlo Bergamini, een Italiaanse FREMM. De VS zou ook buitenlandse ontwerpen overwegen. (Foto: Italiaanse marine)
Twintig stuks
De US Navy heeft haast. In 2020 moet er al een contract worden getekend voor het gedetailleerde ontwerp en moet het eerste fregat worden besteld. De marine heeft de industrie daarom gevraagd om naar bestaande ontwerpen te kijken, die kunnen worden aangepast aan de wensen van de US Navy.
De deur lijkt open te staan voor buitenlandse ontwerpen. Die verhalen deden eerder dit jaar al de ronde en de RFI lijkt die optie niet uit te sluiten. Toch is de kans erg klein, de Amerikaanse defensiemarkt is namelijk afgeschermd. De US Navy mag alleen materiaal aanschaffen van Amerikaanse bedrijven. Bouwen in licentie is wel mogelijk, dan is een samenwerking met een Amerikaans bedrijf een vereiste maar druist in tegen de Amerikaanse trots. Een buitenlands ontwerp is voor velen in de Amerikaanse politiek en marine ondenkbaar.
Toch zouden Amerikaanse werven al het zekere voor het onzekere hebben genomen en worden 'geamerikaniseerde' varianten van de Frans-Italiaanse FREMM genoemd, evenals een aangepaste F100 (Alvaro de Bazan) van het Spaanse Navantia, het Britse Type 26 fregat en het Deense Iver Huitfeldtklasse fregat. Ook een aangepaste cutter van de US Coast Guard zou een optie zijn. Dit is uiteraard naast aangepaste versies van de LCS-ontwerpen. Buiten kijf staat dat alle schepen in de VS worden gebouwd.
Tot 24 augustus heeft de industrie de tijd om te reageren. Wat het ook gaat worden, duidelijk is wel dat de VS voor het eerst sinds de jaren tachtig weer fregatten gaat bouwen.