|
|
Friesland en Groningen ingezet na aanvaring
Bericht geplaatst: 06-12-2012
Na de aanvaring tussen twee koopvaardijschepen, op woensdagavond 5 december, zijn de splinternieuwe patrouilleschepen Friesland en Groningen ingezet om hulp te verlenen. Beide marineschepen waren in de buurt bezig met hun opwerkprogramma toen de Baltic Ace en de Corvus J op elkaar botsten.
Direct werd een grote reddingsactie opgezet waarbij vissersschepen, schepen van de KNRM en heliktopers aan deelnamen. Het Kustwachtcentrum wees de Friesland aan als "on scene commander" en het patrouilleschip nam dus de leiding ter plaatse.
Van de 24 opvarenden werden 13 opvarenden gered.
Patrouilleschip Friesland (Foto: Defensie)
De Friesland en de Groningen zijn de twee jongste schepen van de Hollandklasse. Van deze nieuwe klasse patrouilleschepen, die bestaat uit vier schepen in totaal, is alleen het eerste schip -Hr.Ms. Holland- in dienst. De andere drie schepen zullen op korte termijn volgen, en zijn daarom nu bezig met een intensief oefenprogramma. Zo ook woensdagavond 19.15 uur toen de schepen onder leiding van Commander SEATRAIN -de oefenautoriteit van de marine- zich net ten zuiden van de ongevalslocatie bevonden, zo'n 65 kilometer uit de Zeeuwse kust.
De twee OPV's waren na een half uur tot veertig minuten ter plaatse, maar de Baltic Ace was toen al enige tijd gezonken. Zelfs de vissers die nog dichterbij waren toen het gebeurde, troffen bij aankomst geen schip meer aan. Zij vonden wrakstukken, lege reddingvesten en twee reddingvlotten met overlevenden. De overlevenden werden per helikopter naar de wal vervoerd.
Infraroodbeeld vanaf één van de OPV's. Hier is te zien hoe de heli een drenkeling redt (Foto: Defensie)
Vanuit het Kustwachtcentrum in Den Helder werd de Friesland aangewezen als on scene commander. Het patrouilleschip kreeg dus de leiding over de reddings-/ zoekactie ter plaatse.
De Groningen en de Friesland zijn goed uitgerust om bij een dergelijke actie ingezet te worden. De schepen zijn 108 meter lang en hebben dus minder last van de weersomstandigheden dan de kleinere schepen die bij de actie aanwezig waren. Bovendien beschikken ze over een commandocentrale en brug met moderne middelen. Helaas is op beide schepen de bekende mast, met sensoren zoals de Gatekeeper en de Seastar die juist voor dit soort situaties zijn ontworpen, nog niet geplaatst.
De zoekactie werd bemoeilijkt door de harde wind (windkracht 6), sneeuw en hoge golven. De schepen en helikopters zochten in de duisternis met schijnwerpers (de OPV's ook met infraroodcamera's) naar overlevenden. Diezelfde nacht zijn vier lichamen geborgen, en later vanochtend nog één. Zes mensen zijn nog vermist, maar de kans op overleven is nihil. De watertemperatuur lag rond de 7 graden en het schip zonk zo snel dat de helft van de bemanning geen tijd had om overlevingspakken aan te doen of in een reddingsvlot te klimmen.
Diverse schepen hielpen bij de zoekactie. (Foto: Defensie)
Rond 3 uur werd besloten de zoekactie te staken. De andere schepen die betrokken waren bij de operatie konden gaan, de Friesland en Groningen bleven ter plaatse om het scheepvaartverkeer te waarschuwen en om toch nog verder te zoeken. Rond half negen donderdagochtend zijn de twee marineschepen afgelost door een schip van de Kustwacht.
De twee OPV's vervolgen hun programma en blijven de rest van de week op zee, zoals gepland.
Sinds 13 augustus 2001
|
