Marineschepen.nl
 
   
 

Barracudaklasse onderzeeboten (Frankrijk)


Door: Jaime Karremann
Laatst aangepast: 15-03-2024

De zes onderzeeboten van de Barracudaklasse zijn de nieuwste onderzeeboten van de Franse marine. De eerste, FS Suffren, is in 2020 in dienst gesteld. De Barracudaklasse bestaat uit nucleaire 'aanvalsonderzeeboten' (SSN). De Barracuda's vervangen de Rubisklasse onderzeeboten.

Ga direct naar specificaties (onderaan deze pagina).


FS Suffren in 2020 tijdens de proefvaart. (Foto: Naval Group)



Taken
De Barracudaklasse bestaat uit zes onderzeeboten met nucleaire voortstuwing. Zij hebben geen kernwapens aan boord. Net als andere SSN's zijn de Barracuda's voornamelijk bedoeld om schepen en onderzeeboten uit te schakelen, inlichtingen te verzamelen, Special Forces af te zetten/ op te pikken, doelen op land aan te vallen met kruisvluchtwapens als de MdCN.

De Barracuda's moeten 70 tot 90 dagen zelfstandig kunnen opereren.



Naamgeving
De onderzeeboten van de Barracudaklasse zijn vernoemd naar Franse marineofficieren uit de zestiende en zeventiende eeuw. De klasse zelf wordt niet aangeduid met de naam van de eerste boot, FS Suffren, maar met Barracuda, vernoemd naar de roofvis.


Een illustratie van de Barracuda. (Bron: Franse marine)

Aanloop en bouw
De Rubisklasse, met een lengte van 73,6 meter en een waterverplaatsing van 2600 ton (vergelijkbaar met de Walrusklasse), zijn de kleinste nucleaire onderzeeboten ter wereld. De eerste boot werd in 1983 in dienst gesteld.

Op 14 oktober 1998 werd het startsein gegeven voor de vervanging van de Rubisklasse, maar door budgetbeperkingen en veranderingen in de missies van de onderzeeboten, kwam het vervangingstraject pas in 2001 echt van de grond. Aanvankelijk moest de eerste onderzeeboot in 2010 in dienst worden gesteld.

In 2006 werd het contract getekend met DCN (daarna DCNS, nu Naval Group) voor de bouw van de nieuwe onderzeeboten plus simulatoren. Op 19 december 2007 werd begonnen met de bouw van de Suffren.

De zes onderzeeboten worden gebouwd in Cherbourg, op de scheepswerf van Naval Group. In het voorjaar van 2018 werd er gewerkt aan vijf onderzeeboten, in uiteenlopende stadia van het snijden en buigen van het eerste staal tot het testen van sensoren.

Hoewel de boten uiteindelijk worden gebouwd in Cherbourg, komen de onderdelen (van de kernreactoren tot torpedo's) uit heel Frankrijk en soms zelfs uit het buitenland.

De bouw van een nucleaire onderzeeboot kost volgens de Naval Group 7 miljoen manuren, dat is meer dan een fregat (5 miljoen), een groot passagiersstoestel zoals een Boeing 777 (50.000 manuren) of een gevechtstoestel (57.000 manuren).
In het voorjaar van 2018 werkten 3.000 mensen van de Naval Group aan de Barracudaklasse onderzeeboten.

In 2018 werd de Suffren te water gelaten en tests uitvoeren in de haven. FS Suffren werd op 6 november 2020 overgedragen aan de Franse marine, tien jaar later dan oorspronkelijk gehoopt.

De vertraging van de boten levert problemen op bij de Franse marine. De Rubisklasse is behoorlijk op leeftijd, en staat niet bekend als stille onderzeeboot, bovendien heeft de marine reeds middels simulatoren al een bemanning voor de eerste boot opgeleid. Daar kwam nog bij dat een van de Rubis-boten ernstig beschadigd raakte door brand.

Daarnaast is de veroudering van de computers aan boord van de Barracuda's door de vertraging groter.



Kosten
De Barracudaklasse kost 1,3 miljard Euro per stuk.


De Suffren in aanbouw in Cherbourg, op 25 juni 2013. (Foto: Franse marine)

Virtual Reality (en gewichtsbewaking)
In tegenstelling tot wat in het verleden gebruikelijk was, is er voor de Barracudaklasse geen houten mock-up gebouwd. Het ontwerp is in een 3D-omgeving gebouwd en het Virtual Reality-model (VR-model) wordt vervolgens gebruikt voor alle fases van het ontwerp, de bouw en de opleiding.

Naval Group begon met VR als marketingtool op beurzen, maar zette het enkele jaren terug in voor het ontwerpen en bouwen. De scheepsbouwer heeft door Frankrijk meerdere 3D presentatieruimtes, de belangrijkste voor de bouw is echter die in Cherbourg. Daar wordt in een kleine ruimte naast de onderzeeboothal, de 3D-versie van de Barracuda geprojecteerd. Met speciale brillen kunnen ontwerpers (en bezoekers zoals ondergetekende) door de boot heen lopen. Tot in detail is de boot te bekijken en aan te passen. Waar men in het verleden pijpleidingen ter plaatse op maat gemaakt moesten worden, staan die nu al in het 3D-model. Dagelijks komen bouwers vanuit de hal de VR-ruimte binnenlopen om te zien hoe de ontwerpers de onderzeeboot in gedachten hadden.

Hoewel het VR-model iedereen in staat stelt om de hele boot te bekijken, inclusief de verblijven en de boegbuiskamer, is het model vooralsnog vooral functioneel (eenvoudige kleuren, zonder realistische oppervlaktes) en bedoeld voor ontwerpers en bouwers. In de toekomst zal de VR-ruimte verplaatst worden naar de hal in de vorm van VR-brillen met computers.

Het 3D model speelt bovendien een belangrijke rol in de gewichtsbewaking van de onderzeeboot. De bewaking van het gewicht is een van de grootste uitdagingen bij de bouw. Zonder scherpe controle wordt het gewicht door het grote aantal onderdelen (bij de Walrusklasse 500.000 bij een SSBN 1 miljoen) snel te groot en de boot te zwaar, of uit balans.
In het 3D model staan de gewichten van ieder onderdeel. Elk onderdeeltje wordt voor plaatsing aan boord van de boot gewogen, het gewicht wordt in het programma gecontroleerd en bijgewerkt. Aan de hand van deze informatie worden continu berekeningen gemaakt.

Ondanks de geavanceerde Virtual Reality, wordt bij het buigen van het staal wel gebruik gemaakt van houten mallen.



Ontwerp
Voor het ontwerpen van de Barracudaklasse is gebruik gemaakt van de ontwerpen van de Le Triomphantklasse (nucleaire onderzeeboten met kernraketten) en de exportboten Agosta en Scorpene.

De Barracudaklasse is desondanks een nieuwe stap voor de Franse marine. De boot is groter dan de Rubisklasse en is volgens de ontwerpers veel stiller dan Franse subs. Er is ook veel meer gebruik gemaakt van automatisering, daardoor zijn er minder bemanningsleden nodig dan op de kleinere Rubisklasse.
Op de romp van de boten zijn geen tegels geplaatst, zoals op bijvoorbeeld Britse subs, die sonarsignalen moeten absorberen. Voor dit doel zijn andere middelen gebruikt.

Opvallend aan de Barracudaklasse is dat de boten zijn 99 meter lang zijn en een diameter hebben van 8,8 meter. Daarmee is de Barracuda, net als veel Amerikaanse boten verder van het volgens de traditionele leer, verwijderd van de ideale lengte-breedteverhouding van ongeveer 7. De Barracuda's hebben een L/D-ratio van 11,3. Dat is overigens voor nucleaire boten minder een probleem dan conventionele die vaak langzaam varen en wendbaarder moeten zijn.
De lengte-diameterratio was bij de ontwerpers van de Barracudaklasse wel een belangrijk discussiepunt.

Vergeleken met de voorgangers zijn de zes nieuwe boten niet alleen stiller, maar kunnen ook beter luisteren dankzij voornamelijk betere software. De geruisreductie heeft kunnen plaatsvinden mede doordat daar meer ruimte voor was. Een grotere boot (vooral een langere boot) geeft, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt, volgens experts van TNO geen grotere echo als de boot door een sonar wordt aangepingd.

Een ander voordeel ten opzichte van de Rubisklasse is de Dry Deck Shelter, die achter de toren kan worden geplaatst. Hier kunnen speciale eenheden met hun spullen naar buiten. Tot slot heeft de Barracuda meer ruimte voor wapens dan de voorganger. Toch valt de ruimte voor wapens van deze nucleaire onderzeeboot erg tegen.

De Barracudaklasse is voorzien van X-roeren en de boten zijn gemaakt van hogerekgrensstaal. Delen in de opbouw zijn echter gemaakt van glasfiber (dit zijn geen delen die de grote waterdruk moeten kunnen weerstaan).

Achter de opbouw is een gigantisch 'onderhoudsluik' in de drukhuid geplaatst. Feitelijk is het een enorme opening in de romp aan de bovenzijde en daar is een perfect passend stuk drukhuid in gelegd. Dit deel kan er op de werf uit worden gehaald, als er grote onderdelen vervangen moeten worden. Andere onderzeeboten moeten in geval van vervanging van een diesel of elektromotor open worden gezaagd alvorens zij uit de boot gehaald kunnen worden.

De boten hebben 160 km aan kabels aan boord.

Voortstuwing
De voortstuwing is nucleair én elektrisch. Aan boord van de Barracudaklasse is de nieuwe K15 kernreactor van TechnicAtome geplaatst. De Franse kernreactoren zijn compact, die van de eerste nucleaire Franse onderzeeboot Redoutable was zelfs 1,5 meter. Ook de Le Triomphant en het vliegkampschip Charles de Gaulle hebben deze kernreactoren aan boord (de CdG pas sinds de recente modernisering).
De kernreactor bevindt zich achter in de boot en is afgesloten middels een kofferdam van de rest van de boot. Personeel wordt daardoor beschermd en kan in geen geval bij de kernreactor komen.

De K15 kernreactor levert een vermogen van 150 MegaWatt.

Voor langzame en stille vaart maakt de Barracudaklasse gebruik van elektrische vaart. De turbo-generatoren drijven dan de twee elektromotoren aan van ECA Group (nu Exail).

De Barracuda's hebben een pumpjet, deze werd al gebruikt op de Le Triomphantklasse. De pumpjet is een soort ingepakte schroef, in een duct, en werkt daardoor als een pomp. Bij kleinere scheepjes wordt ook wel een duct gebruikt, en in zo'n geval wordt dat gedaan om meer stuwkracht te krijgen. Bij onderzeeboten is het juist een afremmende buis, maar die (vooral in de lage frequenties) veel stiller is. Een pumpjet is echter zwaar en kost vermogen. Daarom zijn conventionele onderzeeboten nog niet uitgerust met een pumpjet.


Een aantal masten op de Barracuda. Van links naar rechts de Safran 30 Attack Optronic Mast, de Safran 30 Search Optronic Mast en de Safran 10 CSR radar. (Foto: Safran)

Sensoren
De Barracudaklasse is de eerste Franse onderzeeboot zonder periscopen. De boten hebben twee optronische masten van het Franse bedrijf Safran, zowel een dunne aanvals- optronische mast als een grotere navigatieversie. De data van de optronische masten worden middels glasvezelkabels doorgestuurd naar de centrale. Deze centrale bevindt zich verder naar achteren dan gebruikelijk is op onderzeeboten met een periscoop, omdat de periscoop een rechte buis is, waardoor de centrale precies onder de toren geplaatst moest worden.

De boten beschikken over meerdere sonars: de nieuwe Franse Thales UMS-3000 is een geïntegreerde sonarsuite bestaande uit een planar flanksonar aan beide zijden van de boot en een cylindrische sonar in de boeg. Met de flanksonar kan de onderzeeboot contacten op grote afstanden opsporen. Daarnaast zullen de systemen kunnen bepalen om wat voor contact het gaat en bepalen waar het contact zich bevindt. De lengte van de boot biedt de ruimte voor een lange sonar en dat helpt bij het luisteren naar lage frequenties waarmee dus grotere bereiken worden gehaald. De cylindrische sonar is ook in staat om contacten op te sporen, maar vooral voor het volgen en analyseren van doelen.

Een sonar die de boot op nog grotere afstanden informatie verschaft is de gesleepte sonar.

Volgens de Franse marine zijn de eerste ervaringen goed en zijn de sonars goed in het systeem geïntegreerd.

Verder hebben de boten een mine-avoidance sonar om mijnen of andere obstakels te kunnen ontwijken. Dit is een actieve sonar (deze pingt, de andere luisteren alleen), maar voor heel korte afstand zodat deze de boot niet verraadt. En dat geldt ook voor de Thales NUSS-2F Mk2 navigatieradar.


De Suffren. (Foto: Franse marine)

Wapensystemen
De Barracudaklasse is weliswaar groot, maar heeft slechts vier torpedobuizen. Ook de boegbuiskamer is niet opvallend ruim. Er is plaats voor twintig wapens in de rekken.

Dat kunnen verschillende wapens zijn: de nieuwe elektrische F21 torpedo van de Naval Group, de Exocet SM39 Block 2 Mod 2 tegen schepen, het MdCN kruisvluchtwapen tegen landdoelen op 1.000 km afstand en FG29 zeemijnen.

De Barracuda's zouden ook de A3SM (Mica of Mistral) raket krijgen waarmee helikopters kunnen worden neergehaald. Dit wapen, dat gelanceerd kan worden vanuit een container in een mast of vanuit een torpedobuis, lijkt echter vooralsnog niet inzetbaar.

Special Forces
Voor operaties met speciale eenheden, kunnen de Barracuda's voorzien worden van een Dry Deck Shelter (DDS). Dit is een grote cilinder, van 15 meter en 43 ton, die achter de toren kan worden geplaatst. Er zijn twee DDS's gemaakt. De onderzeeboten varen dus alleen met de DDS als dat nodig is.

Een DDS biedt ruimte aan spullen van de speciale eenheden zoals onderwatervoertuigen en de eenheden zullen de onderzeeboot ook via de DDS verlaten.

Op de Rubisklasse moesten de speciale eenheden via de torpedobuizen naar buiten.

Commandocentrale en Combat Management System
De commandocentrale van de Barracuda kent twintig multifunctionele consoles voor de voortstuwing, het duiken en rijzen en veiligheid aan bakboordzijde, plus voor de mannen en vrouwen aan stuurboordzijde die de sensoren en wapensystemen bedienen. Aan de bakboord-voorzijde bevindt zich de positie van de roerganger. In het midden is een grote 'tactische tafel' geplaatst waar, bijvoorbeeld, de commandant de informatie krijgt gepresenteerd.

Het Combat Management System (CMS) is de software op de consoles in de commandocentrale aan stuurboordzijde. Deze software is vooral bedoeld voor de sensoren en het vechten met de boot. De Barracuda's maken gebruik van Sycobs (SYstème de Combat cOmmun Barracuda SNG4). Deze software is op de Le Terrible, de laatste van de Le Triomphantklasse onderzeeboten, geïntroduceerd. Deze boot stamt uit 2010. Daarna volgden ook andere boten van de Le Triomphantklasse.

Sycobs wordt ook weer gebruikt voor de volgende SSBN-onderzeeboten die Naval Group binnenkort gaat bouwen. De kern van Sycobs blijft steeds hetzelfde.

Het CMS combineert alle informatie uit de sensoren, zo zegt Naval Group.

Export
Frankrijk exporteert geen nucleaire onderzeeboten. Het ontwerp van de Barracuda staat wel aan de basis van ontwerpen voor dieselektrische onderzeeboten. De bekendste is de Shortfin Barracuda, dat ontwerp werd in 2016 gekozen door Australië als vervanger van de Collinsklasse (en in 2021 geannuleerd). Een variant op de Barracuda werd eveneens voorgesteld aan Canada.

Tot slot staat de Barracuda model voor het ontwerp dat Nederland wordt aangeboden.

Specificaties

Nummer Naam In dienst Uit dienst
S635 Suffren 2020
S636 Duguay-Trouin 2024
S637 Tourville 2025
S638 De Grasse 2027
S639 Rubis 2029
S640 Casablanca 2030
Afmetingen 99,4 x 8,8 x 7,3
Max. waterverplaatsing 4650 ton boven water
5300 onder water
Max. snelheid 14 knopen (boven water)
25 knopen (onder water)
Bemanning 60
Voortstuwing 1x TechnicAtome K15 kernreactor
2x Thermodyn-Jeumont turbo-generatoren voor 2 ECA Group elektromotoren
2x MAN nooddiesels
Wapensystemen 4 torpedobuizen en 20 wapens in de rekken
F21 torpedo
Exocet SM39 Block 2 Mod 2 tegen schepen
MdCN kruisvluchtwapens tegen landdoelen
FG29 zeemijnen
A3SM SAM (mogelijk)
Sensoren 1x Safran Series 30 Attack Optronic Mast
1x Safran Series 30 Search Optronic Mast
Thales MOAS Mine & Obstacle Avoidance Sonar
Thales UMS 3000 integrated sonar system
Safran/ Kelvin Hughes 10 CSR navigatieradar
Thales VELOX-M8 sonar interceptor
Maximale duikdiepte Meer dan 350 meter




comments powered by Disqus







Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nederlandse marineschepen
Belgische marineschepen
Marineschepen wereldwijd

Gerelateerde artikelen
Nieuwe Franse onderzeeboot Suffren (Barracudaklasse) overhandigd

Suffren gepresenteerd

Variant Barracuda aan NL voorgesteld

DCNS wint megacontract Australië