De Den Helder is een bevoorradingsschip en wordt ook wel Combat Support Ship (CSS) genoemd. Het schip moet marineschepen gaan voorzien van brandstof, reserveonderdelen en munitie. Het CSS vervangt feitelijk de in 2014 uit dienst gestelde bevoorrader Zr.Ms. Amsterdam. Het nieuwe schip moet in 2025 in dienst worden gesteld.
Het Combat Support Ship (CSS) in de Zwarte Zee tijdens de proefvaart, november 2024. (Foto: Defensie)
1. Namen: 'Den Helder' en Combat Support Ship | Naar menu
De Koninklijke Marine heeft tot nu toe drie echte bevoorradingsschepen gehad: de Poolster, Zuiderkruis en Amsterdam. Daarna volgde Joint Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman, een schip waarvan één van de drie taken het bevoorraden op zee is. Met een nieuwe pure bevoorrader was de kans aanwezig dat de naamgevingscommissie zou terugkeren naar een van de eerdere namen, Poolster of Zuiderkruis.
Er werd echter gekozen voor een stad; Den Helder, om de marinestad te eren en omdat het CSS op zee ook een soort van thuisbasis zal zijn.
De naam werd op 9 november 2018 bekendgemaakt tijdens een ceremonie bij MARIN in Wageningen. Daar werd de ingebruikname van het 10.000ste model van MARIN gevierd.
Bij een nieuw schip met een nieuwe naam hoort een nieuw wapenschild. (Beeld: Commando Zeestrijdkrachten)
Dan 'Combat Support Ship'. In de officiële stukken wordt gesproken over een Combat Support Ship, daar waar in het verleden veelal werd gesproken over een bevoorradingsschip. Er is echter geen verschil tussen de schepen. Ook de Amsterdam en de Zuiderkruis werden (voor het eerst in 2006) Fast Combat Support Ships genoemd. De toevoeging 'Fast' is nu echter verdwenen, en dat is wel op z'n plaats omdat bevoorradingsschepen doorgaans niet snel zijn.
Combat Support Ship is nu gekozen omdat het ministerie in 2016 plots budget kreeg voor combat support. Een term die bij de landmacht gebruikelijk is, maar vanzelfsprekend niet voor een schip staat. Zie verder de paragraaf Aanloop elders op deze pagina.
Filmpje dat vertoond werd tijdens de ingebruikname van het 10.000ste model van MARIN, op 9 november 2018.
2. Taken | Naar menu
Een bevoorradingsschip heeft als taak om marineschepen op zee te bevoorraden. Het gaat dan om brandstof voor schepen (F76) en helikopters/ vliegtuigen (F44), reserveonderdelen, munitie en victualiën (eten en drinken). Door bij te tanken kunnen schepen langere tijd op zee blijven, en zijn daardoor ook flexibeler inzetbaar in geval van een plotseling veranderende opdracht. Een bevoorrader kan meevaren in een verband en de schepen bevoorraden tijdens een grote reis.
Een andere mogelijkheid is dat bijvoorbeeld fregatten tijdens een zeeblokkade in een bepaald afgebakend gebied patrouilleren. De tanker kan dan pendelen tussen de havens en de fregatten met verse voeding, brandstof, etc. zonder dat de fregatten hun 'box' hoeven te verlaten.
Naast het bevoorraden kunnen combat support ships ook andere logistieke taken volbrengen. Bijvoorbeeld materieel transporteren of fungeren als drijvend hospitaal. Zij kunnen ook ingezet worden voor algemenere marinetaken, maar daar zijn ze niet voor bedoeld.
Het Combat Support Ship (CSS), in juli 2019. (Beeld: DMO)
3. Aanloop | Naar menu
Van 1975 t/m 2012 beschikte de Koninklijke Marine over twee bevoorradingsschepen (Poolster en Zuiderkruis, later Zuiderkruis en Amsterdam). Minister van Defensie Hans Hillen bepaalde in zijn bezuinigingsplan van 2011 dat Zr.Ms. Amsterdam niet vervangen zou worden.
In 2012 werd Hr.Ms. Zuiderkruis uit dienst gesteld, in 2014 Zr.Ms. Amsterdam. De bevoorradingstaken van beide schepen werden overgenomen door het Joint Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman, dat ooit bedoeld was als vervanger van alleen de Zuiderkruis.
'Eén is geen', luidt het gezegde en dat bleek wel in het geval van de Doorman die door veelvuldige inzet vaak weg was en door twee reparaties lang niet kon varen. De bevoorradingen op zee, en het oefenen daarvan, vielen in het water.
Sinds de verkoop van Zr.Ms. Amsterdam in 2014 gingen daarom stemmen op om een tweede bevoorrader aan te schaffen. Die kans deed zich voor toen op het ministerie van Defensie in 2016 geld vrij kwam voor 'combat support'. Er werd geïnventariseerd wat de behoefte was en iedereen dacht aan klein logistiek materieel. De marine maakte van de gelegenheid gebruik door de alternatieve naam van het bevoorradingsschip, namelijk fast combat support ship, te gebruiken om de behoefte aan deze capaciteit kenbaar te maken. Dus in plaats van kleine logistieke ondersteuning, vroeg de marine om een heel schip. Dat moet eind 2016/ begin 2017 zijn gebeurd.
Begin 2017 begon DMO aan de behoeftestelling van het CSS, in het voorjaar van 2018 was het samen met de 'nadere specificaties van eisen' (stafeisen) gereed.
Op 9 juni 2017 maakte Defensie.nl -tussen neus en lippen door- voor het eerst bekend dat er een nieuw Combat Support Ship in de plannen zou staan.
Een woordvoerder meldde aan Marineschepen.nl dat het project nog in de pre-A-fase zat. De A-fase is het echte begin van het traject.
In de Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting van Defensie van 17 november 2017 werd 400 miljoen euro toegevoegd aan de begroting van Defensie, dit was het eerste deel van 1,5 miljard euro die verspreid over vier jaar naar Defensie zou gaan. Voor dat extra geld wordt o.a. nieuw materieel aangeschaft. Een van die middelen is het Combat Support Ship.
Overigens was er even onduidelijkheid of het daadwerkelijk ging om een nieuw schip omdat de Defensiekrant sprak van "extra bevoorradingscapaciteit op zee" en capaciteit kun je ook inhuren. Commandant der Strijdkrachten LADM Rob Bauer sprak in het tv-programma WNL op Zondag van 19 november 2017 echter over een schip: "Het eerste stuk van 400 miljoen is afgelopen vrijdag een besluit over genomen. (...) We gaan dat gebruiken om extra transport in te kunnen huren, om een extra schip voor de marine te kunnen kopen, wat een bevoorradingsschip genoemd wordt."
Het Logistics Support Vessel (LSV) van Damen vormde de basis van het nieuwe bevoorradingsschip, waar het bestek van de Karel Doorman is ingepast. (Foto: Damen)
4. Gebaseerd op ontwerp Damen, plus Karel Doorman | Naar menu
Het schip is niet aanbesteed, maar rechtstreeks gegund aan Damen. Er was weinig tijd. Daarom werd het ontwerp van het Logistics Support Vessel (LSV) van Damen als uitgangspunt genomen. Het LSV-ontwerp was alleen gebruikt in de aanbesteding voor een tanker voor Noorwegen. Damen verloor die aanbesteding, dus had het ontwerp nog niet verder uitgewerkt.
Nadat de behoeftestelling en de 'nadere specificaties van eisen' (stafeisen) in het voorjaar van 2018 waren afgerond, werd gewerkt aan het bestek. Het bestek dat werd gebruikt, was het bestek van de Karel Doorman, maar dat moest wel aangepast worden op de wensen van het CSS en moest het binnen het LSV-ontwerp passen.
Niet alleen het bestek van het JSS moest worden aangepast, ook het ontwerp van het LSV onderging flink wat verandering. Een van de wijzigingen was de grootte. Het LSV was ongeveer 166 tot 170 meter lang, het CSS was eind 2018 precies 179,5 meter. Dat had vooral te maken met de eis dat de hoeveelheid brandstof dat het schip moet kunnen afgeven gelijk is aan de capaciteit van de Doorman. Verder is de boeg veranderd, deze is een stuk rechter geworden om brandstof te besparen.
Hoofd Technische Dienst LTZ1 (TD) Martijn Mouthaan, vanaf het begin betrokken bij het CSS, zei in september 2024 wel dat het schip in eerste instantie nog groter was: bijna 200 meter. Dat bleek niet te passen binnen het budget en werd er 20 meter afgehaald.
Projectleider Paul de Leeuw zei over het CSS in een interview: "[De Commandant Zeestrijdkrachten, VADM Kramer] wil een robuust, eenvoudig, betrouwbaar en duurzaam schip. Geen gedoe. Maar de Amsterdam was een single-hit schip. Dit nieuwe schip moet kunnen incasseren én een klap kunnen uitdelen. Dat is ook zo bij de Doorman. Toen dat schip werd ontworpen zei men: we moeten een echt oorlogsschip bouwen. Dus inclusief redundantie en dubbelingen in systemen. Die filosofie zal doorgaan op het CSS."
Een eenvoudig schip werd het niet. Ook zijn er diverse innovaties, al gaat het dan vooral om vernieuwingen op gebied van software en cyberbeveiliging.
De tanker heeft een waterverplaatsing van ongeveer 20.000 ton. Er is bewust niet gekozen voor een kleine tanker (vergelijkbaar met bijvoorbeeld de kleine Duitse tankers) omdat die tankers vaak voor kleine schepen en korte operatieperiodes zijn bedoeld. De nieuwe tanker moet, ook in slecht weer, een taakgroep van zes schepen kunnen ondersteunen en dat kan alleen met een groter schip. Omdat de tanker dubbelwandig moet zijn vanwege nieuwe regelgeving, en door de moderne eisen rond munitieopslag, is het volume ook toegenomen.
5. Bedrijven | Naar menu
Een van de bedrijven die betrokken is bij het Combat Support Ship is Heinen & Hopman; op 30 maart 2020 werd het contract getekend. Het bedrijf uit Bunschoten-Spakenburg is verantwoordelijk voor de verwarming, ventilatie, airconditioning en koeling van het complete schip. Heinen & Hopman ontwierp de systemen ontwerpen, integreerde en bouwde ze in samenwerking met Damen.
6. Planning en bouw | Naar menu
Over de planning maakte Defensie relatief lang niets bekend. Wel werd in de berichtgeving rond de Nota van Wijziging gesproken van "Versneld grote aankopen voor Defensie". Daar viel dus uit op te maken dat het CSS nog voor de vervanging van de M-fregatten, onderzeeboten en mijnenjagers zal komen.
Op 21 februari 2018 zei C-ZSK VADM Rob Kramer de nieuwe bevoorrader in 2022 te verwachten. In het Materieelprojectenoverzicht van september 2018 was de planning kennelijk een jaar opgeschoven naar 2023. Al wordt in dat MPO vermeld dat er geen verschuiving van de datum is, ondanks dat Kramer 2022 noemde.
In december 2018 moest het bestek af zijn. Medio 2019 zou het contract worden getekend. Maar dat werd begin 2020. Op 19 december 2019 verscheen de D-brief en exact twee maanden later, op 19 februari 2020, werd op de brug van 'halfzuster' Zr.Ms. Karel Doorman het contract van het nieuwe bevoorradingsschip ondertekend.
In 2024 moet het schip worden opgeleverd. Indienststelling staat nu gepland in 2025.
Op 2 december 2020 werd in Roemenië het eerste staal gesneden van het CSS. Dat was tamelijk onverwachts en eerder dan gepland. Volgens Damen was de datum vervroegd vanwege de restricties die de coronamaatregelen met zich meebrengen. Daardoor heeft de werf meer tijd nodig en werd het snijden van het staal naar voren gehaald.
Een half jaar later, op 2 juni 2021, werd de kiel van de toekomstige Den Helder gelegd in Roemenië.
Op 11 april 2022 werden twee gekoppelde delen van het CSS te water gelaten. Deze delen, nummers twee en drie, worden in het droogdok gekoppeld met deel één (het achterste deel) en deel vier.
Eind 2022 werd de eerste commandant aangesteld.
In mei 2023 werd het schip naar de kade aan de Donau verhaald, waar het schip in bedrijf wordt gesteld.
Aanvankelijk zou de Den Helder vanuit een havenplaats in Roemenië de proeftochten gaan doen op de Zwarte Zee. Na iedere proeftocht zou het schip dan terugkeren naar de Roemeense haven. Door het uitbreken van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland in februari 2022, werd uiteindelijk besloten om de proefvaart en overtocht naar Nederland te combineren. Wanneer de proefvaart precies zou beginnen, wilde Defensie uit veiligheidsoverwegingen niet zeggen. Want voor de proefvaart moet de Den Helder via de Donau naar de Zwarte Zee, om via de Bosporus naar de Middellandse Zee te kunnen.
Begin 2024 zou de Den Helder gaan proefvaren. Dat werd met een half jaar uitgesteld, zo werd op 15 mei bekend.
De proefvaart begon op zaterdag 16 november 2024. In de tweede helft van december is het schip in Vlissingen.
7. Kosten | Naar menu
Oorspronkelijk was ongeveer 325 miljoen euro begroot. Eind 2019 werd dat vastgesteld op 374 miljoen inclusief BTW. De verhoging werd veroorzaakt door de meerkosten door regelgeving en eisen, en door hogere lonen en prijzen in Roemenië, waar het schip straks wordt gebouwd.
In 2022 is het budget verhoogd in verband met de toevoeging van wapens en sensoren.
Het laadvermogen van scheepsdieselolie (F76) van de (voormalige) Nederlandse bevoorraders vergeleken.
8. Laadvermogen | Naar menu
Zr.Ms. Den Helder heeft ongeveer net zoveel laadcapaciteit als grote halfzus Zr.Ms. Karel Doorman (Den Helder heeft 100 ton minder F76). De Den Helder heeft meer F76 aan boord dan de Amsterdam, maar veel minder dan de Poolster en Zuiderkruis. Tegenwoordig hoeven schepen echter minder vaak brandstof te laden, ook met 7.600 ton kan een groot aantal marineschepen worden voorzien van diesel (ter indicatie: in december 2001 had de Amsterdam 49 keer andere schepen van een NAVO-eskader voorzien van diesel en zware lasten, toen werd 4.500 ton overgepompt.)
7.600 m3 diesel (F76) inclusief eigen gebruik
1.000 m3 helikopterbrandstof (F44) incl. eigen gebruik
226 m3 drinkwater
290 m3 ureum
434 ton overige goederen waaronder munitie
37 containers (28 op containerdek, 1 in de pre-staging area en 8 op helidek)
Ook heeft het schip twee 40-tons kranen.
Het schip heeft ook ureum aan boord. Dat is voor de nabehandeling van de Wärtsilä-dieselmotoren. Daarmee wordt de uitstoot verminderd.
Foto van een tweepersoonshut aan boord van de Den Helder. (Foto: COMMIT)
9. Accomodatie | Naar menu
De accommodatie gaat weer een stukje vooruit. De basis is de Doorman, maar waar mogelijk is er weer een verbetering worden aangebracht.
Op het nieuwste schip is meer hout gebruikt, maar minder verschillende kleuren. Maritime Montering uit Noorwegen heeft voor het meubilair gezorgd.
De slaapverblijven hebben maximaal vier bedden, de bedden zijn 2,10 meter lang. Er zullen geen '2+1' hutten meer zijn (op de Doorman zijn hutten met twee stapelbedden en een extra bedje ertussen voor opstappers, maar dat bleek te krap.)
Het personeel eet in het gezamenlijke eetverblijf. De dagverblijven Caf, Gouden Bal en Longroom zullen ook weer terugkomen. Het Korporaalsverblijf niet als gevolg van het gelijktrekken van regels rond verblijven tussen de krijgsmachtdelen. De Den Helder is het eerste grote schip waar deze verandering al sinds de ontwerpfase zichtbaar is. Wel is er weer een VIP-hut, voor belangrijke gasten.
Moderne marineschepen zijn deels varende kantoren. Veel mensen zitten ook op zee achter hun bureau. In het verleden werd nauwelijks rekening gehouden met ergonomie voor de bureau's op zee. Nu zijn er monitors die je kan aanpassen in hoogte en naar je toe halen. Er zijn grotere schermen en diepere bureau's die bovendien in hoogte kunnen worden versteld.
Verder is de WiFi beter en heeft ieder bemanningslid mogelijkheden tot het opladen van bijvoorbeeld smartphones bij zijn of haar bed. Er is ook meer ruimte voor het opbergen en afsluiten van persoonlijke spullen.
Wie wil sporten, kan aan boord van de Den Helder op betere voorzieningen rekenen. Op de Den Helder zit de fitnessruimte op een zeer comfortabele plek, waar het schip nauwelijks stampt en dat geeft weer wat veiligere omstandigheden.
De ziekenboeg kan worden ingericht als een Role 2-hospitaal.
10. Voortstuwing en energie | Naar menu
De Den Helder heeft net als de Karel Doorman dieselektrische voortstuwing. Twee dieselgeneratoren wekken stroom op en voeden het hoofdschakelbord, een deel van deze stroom wordt door transformatoren omgezet naar laagspanning voor gebruik aan boord (om te kunnen koken, telefoons op te laden, etc.). Een ander, veel groter, deel wordt gebruikt voor de voortstuwing en gaat richting de elektromotoren voor de assen en hekschroeven.
Het CSS heeft twee assen en vier dieselgeneratorsets van het type Wärtsilä 31. Daarmee is de Den Helder het eerste marineschip dat deze nieuwe generatie motoren ontvangt en voldoet deze voortstuwing aan IMO Tier III-eisen. "De motor biedt een optimaal brandstofverbruik en wordt door het Guinness World Book of Records erkend als ‘s werelds meest efficiënte viertakt dieselmotor. Gecombineerd met de scheepsrompvorm en het schroefontwerp zal de Wärtsilä 31 het brandstofverbruik van de CSS met ongeveer 6% verminderen, in vergelijking met een vergelijkbaar schip met motoren van een ander merk en type", schreef Damen na gunning aan Wärtsilä op haar website.
De motoren hebben een verminderde stikstofoxide-uitstoot (NOx) dankzij de nabehandeling met ureum (vergelijkbaar met Adblue), een concept dat bekend is onder de noemer van selective catalytic reduction (SCR).
Wärtsilä heeft de motoren op verzoek van Defensie uitgerust met extra verbrandingsdruksensoren, schrijft Damen. "In combinatie met een Wärtsilä Data Collection Unit biedt dit de mogelijkheid om gegevens te verzamelen die slim onderhoud (smart maintenance) vergemakkelijken."
Net als op de Karel Doorman heeft GE Power Conversion (voorheen Converteam) uit Frankrijk onder andere de hoofdschakelborden en elektromotoren geleverd.
Aan boord van het CSS is ongeveer 585 kilometer kabel gelegd.
Een eerdere versie van het Combat Support Ship (2018). Er zijn talloze vormen van masten geprobeerd, maar de grootste afwijking is wel het Leonardo 76mm kanon op de bak, de Thales NS100-radar op de mast en de Goalkeeper achter de schoorsteen. (Beeld: DMO)
Het CSS in 2020 zonder wapens en sensoren. (Beeld: DMO)
Het CSS in 2023 mét wapens en sensoren, en met de RAM op de bak. Maar de eerste jaren zal de Den Helder varen als de afbeelding hierboven. (Beeld: COMMIT)
11. Wapensystemen en sensoren | Naar menu
Behalve navigatieradars krijgt het CSS een luchtwaarschuwingsradar, een vuurleidingsradar, een kanon en kleine raketten. Daarmee is het schip zwaarder bewapend dan alle voorgaande tankers van de marine (en vergelijkbaar met de Doorman, maar dat is geen pure bevoorrader). Een deel van deze wapens en sensoren zullen echter pas tijdens het eerste onderhoud worden geplaatst.
Vanaf ongeveer het begin van het project in 2017 tot zomer 2019 zou het CSS een kanon, Goalkeeper en Thales NS100 radar krijgen. Deze werden in de zomer van 2019 echter geschrapt om binnen budget te blijven. Het schip zou daarom in eerste instantie voorzien worden van alleen navigatieradars en waarschijnlijk machinegeweren. Wel zouden alle voorzieningen aanwezig zijn om later alsnog een kanon en radar te plaatsen.
Bij de ophoging van het budget in 2022 is besloten om het schip alsnog te voorzien van radars en wapensystemen. Het gaat dan om hetzelfde close-in weapon system (CIWS) als op de ASW-fregatten, Johan de Witt, Rotterdam en Karel Doorman, bestaande uit een RAM raketsysteem, 76mm Sovraponte kanon van Leonardo, een Thales Pharosradar en vuurleidingssoftware gebaseerd op AWWS. De Pharos zal waarschijnlijk vanaf 2028 kunnen worden geplaatst, het kanon en RAM eerder.
In maart 2022 werd bekend dat de Den Helder ook voorzien zal worden van 12,7mm Lionfish Top-machinegeweren.
Ondanks de budgetophoging van najaar 2022, werd een jaar later tijdens Prinsjesdag 2023 bekend dat een deel van de sensoren en wapensystemen pas tijdens het eerste onderhoud zal worden geplaatst. De Den Helder zal dus de eerste jaren zonder die systemen varen.
De specificaties zijn in oktober 2023 aangepast op basis van het artikel 'Robuust en nu beter bewapend; het Combat Support Ship komt eraan', door KLTZ (TD) Ivo Marx, LTZ1 (TD) Martijn Mouthaan en KLTZ (TD) Richard Gans in Marineblad nr. 6, jaargang 133, pagina 4 -11