De F125 of Baden-Württembergklasse bestaat uit vier fregatten en is bedoeld om te opereren in kustwateren, in samenwerking met land- en luchtmacht. De schepen volgen de oude F122 of Bremenklasse op (de Duitse S-fregatten).
De vier schepen zijn niet goedkoop (de totale klasse kost maar liefst 2,6 miljard euro) en qua bewapening en sensoren zijn de schepen zeer beperkt. De fregatten zijn de grootste ter wereld, maar kunnen niet of heel beperkt in het hoogste geweldspectrum worden ingezet.
De Baden-Württemberg in een YouTube-video van de Duitse marine. (Foto: Duitse marine)
Taken: tegen piraten en terroristen
De Baden-Württemberg klasse is het resultaat van nieuwe koers van de Duitse defensie uit de periode vóór het conflict tussen Rusland en Oekraïne, en de oplopende spanningen tussen Rusland en de NAVO. Voor die internationale ontwikkelingen, die in 2014 zichtbaar werden, werd door velen (ook in Nederland, zie de Hollandklasse) het kunnen opereren in het hoogste geweldspectrum niet voor alle grote schepen noodzakelijk geacht. De aandacht ging steeds meer uit naar internationale conflictpreventie, crisisbeheersing en bestrijding van terrorisme op zee en op land. Dat resulteerde in Duitsland in een klasse die niet bedoeld zijn om alles te kunnen, maar voornamelijk de taken laag in het geweldspectrum.
De fregatten van de Baden-Württemberg klasse zijn ontworpen om samen met land- en luchtmacht missies op land en in de kustwateren, vanaf zee te kunnen volbrengen. Daar komt bij dat de schepen lang van huis moeten kunnen blijven: tot wel 2 jaar. Ze moeten dan 5.000 uur per jaar operationeel kunnen zijn (ook in tropische wateren) zonder dat groot onderhoud noodzakelijk is.
Ontwerp en bouw
De fregatten zijn op bepaalde vlakken anders dan de gemiddelde fregatten. Om te beginnen zijn ze met een lengte van 149,5 meter de grootste fregatten ter wereld. De vraag is dan natuurlijk of het wel fregatten zijn, en geen torpedobootjagers (destroyers). Maar "fregatten" is politiek minder beladen.
Verder is aandacht besteed aan een uitgebreid digitaal netwerk (voor network centric operations) en ook aan een nieuw kanonsysteem dat landdoelen op grote afstand kan aanvallen. Daarnaast zullen de schepen ook niet-dodelijke wapens geïnstalleerd krijgen, iets dat nu vaak wordt gebruikt tegen piraten. Ook is het ingericht om meer evacuees te kunnen herbergen.
Zoals gezegd is het voortzettingsvermogen van de schepen opvallend. Op allerlei vlakken heeft dat gevolgen gehad voor het ontwerp, bijvoorbeeld op gebied van "onderhoudarme" voortstuwing (diesel-electrisch en gas).
Als een schip twee jaar weg is, heeft dat enorme gevolgen voor de bemanning. Daarom zullen deze schepen twee bemanningen krijgen. Zij zullen elkaar gedurende de reis meerdere malen afwisselen. Eén bemanning bestaat uit niet meer dan 120 personen. De schepen kennen een sterke automatisering, maar ook in het ontwerp zelf is rekening gehouden met de kleine bemanning: de opbouw bestaat uit twee "eilanden", die allebei alle essentiele systemen bevatten om met het schip te varen en vechten. Mocht een deel van het schip uitgeschakeld zijn, kan men toch overleven.
In 2007 -10 jaar nadat de Duitse marine voor het eerst begon met het plannen van een nieuwe klasse- werd het contract voor ontwerp en bouw getekend. Het consortium ARGE F125 kreeg het contract en ging aan de slag. ARGE 125 is een samenwerkingsverband van de scheepswerven ThyssenKrupp Marine Systems AG (Blohm + Voss) en Friedrich Lürssen Werft.
Na drie jaar ontwerpen, kon de bouw beginnen en op 2 november 2011 werd de kiel van het eerste schip gelegd. Iets meer dan twee jaar later, werd bekend dat de bouw van de schepen vertraging had opgelopen. Niet in 2016 maar begin 2017 zal het eerste schip worden opgeleverd. Door problemen met de nieuw ontwikkelde verf, die afbladderde, stijgen de kosten van het project met 100 miljoen euro. De kosten worden opgevangen door de scheepswerf.
Op 12 december 2013 werd de Baden-Württemberg gedoopt op de werf in Hamburg.
In mei 2017 bleek dat de fregatten te zwaar zijn en licht overhellen naar stuurboord. In april 2019 werd de Baden-Württemberg na aanpassingen geaccepteerd door de Duitse Defensie en in juni 2019 werd het schip in dienst gesteld. In 2020 voer het schip naar Brazilië voor de warmeerproeftocht.
Boeg van de Baden-Württemberg tijdens de doop. (Bron: ThyssenKrupp)
Sensoren en wapensystemen
De F125 hebben geen bijzonder pakket aan sensoren en wapensystemen. De belangrijkste sensor is de Cassidian (voorheen EADS) TRS-4D/NR radar. Dit is de opvolger van de in Duitsland bekende EADS TRS-3D radar, die geïnstalleerd is op de Bremenklasse fregatten (Duitse S-fregatten). De TRS-4D/NR bestaat uit vier vaste platen in de mast vlak achter de brug. Het is een heel moderne actieve phased-array met digitale bundelvorming. Met de TRS-4D/NR is de bemanning in staat om zowel zee- als luchtdoelen op te sporen en te volgen. Daarnaast is de radar in staat om doelen aan te wijzen voor de wapensystemen. Zoals andere moderne sensoren, is de radar geschikt om te functioneren in kustwateren waar radars in het verleden veel last hadden van landmassa's.
De schepen krijgen geen sonar. De NH-90 boordhelikopter heeft die wel, dus dat is gedekt mits die aan boord is en kan vliegen. De kans is groot dat er weinig aandacht is besteed aan de onderwatersignatuur, zodat de schepen moeilijker zijn op te sporen door onderzeeboten.
De Baden-Württemberg (F222) tijdens de proefvaart, zomer 2016. (Bron: Bundeswehr/Vennemann/Carsten Vennemann)
De fregatten hebben veel kanons en machinegeweren, bedoeld tegen licht bewapende doelen zoals terroristen en piraten. Het Oto Melara 127mm kanon is het belangrijkste wapen. Dit kanon is het nieuwste kanon van de Italiaanse fabrikant en moet voorzien zijn van het Vulcano systeem. Dankzij dit systeem kunnen landdoelen van grote afstand (max 120 km), met meerdere projectielen, van verschillende kanten worden bestookt. Dit is een onwaarschijnlijke sprong voorwaarts voor de mogelijkheden van dit kanon. Het Vulcano systeem is oorspronkelijk ontwikkeld voor de Italiaanse en Nederlandse marine, maar is nog niet in gebruik.
Verder zullen 27mm en 12,7mm wapens aan dek staan die worden bediend vanuit de commandocentrale.
De F125 fregatten zullen ook wapens hebben tegen andere schepen: RGM-84 Harpoons tegen oppervlakte schepen. Dit is inmiddels een gedateerd kruisvluchtwapen uit de jaren '70. Dit is binnen de NAVO het meest gebruikte wapensysteem tegen schepen. In de toekomst zullen de fregatten voorzien worden van een modern wapensysteem met land-attack capaciteit: de Zweedse RBS 15 MK4. Het wapen is nog niet in productie, maar zal wel veel geavanceerder zijn en een groter bereik hebben. De explosieve lading is echter wel de helft van de Harpoon.
Iets dat totaal ontbreekt zijn torpedo's. Ook wapens tegen luchtdoelen zijn slecht vertegenwoordigd: alleen het laatste redmiddel de RIM-116 Rolling Airframe Missile (RAM) Block II is present. Tot het doel op 9 km afstand is, hebben deze fregatten niets om inkomende raketten aan te pakken.
Er is tevens gekozen voor niet-dodelijke "wapens", vooralsnog lijkt het dan alleen te gaan om een waterkanon en schijnwerpers.
Veel kilo's en veel euro's
Met de F125 klasse heeft de Duitse marine keuzes gemaakt. Dat is ten koste gegaan van onderzeebootbestrijding, luchtverdediging en de Duitse portemonnee.
Waar die kosten van 650 miljoen euro per stuk in zitten, is van een afstand lastig te achterhalen. De sensoren en wapensystemen zijn voor het prijskaartje en de grootte bescheiden. Daarnaast zijn de schepen een stuk minder revolutionair dan de Duitse marine zegt: het Vulcano systeem voor het kanon is erg belangrijk en voegt veel toe, maar had op ieder ander fregat ook neergezet kunnen worden. De extra aandacht voor netwerk operaties, is niet meer dan normaal en voor echte kustwateroperaties laag in het geweldspectrum hebben ze de Braunschweig korvetten.
Aan de andere kant, als de exploitatiekosten lager liggen is de aanschafprijs zo weer terug verdiend. Maar dat moet nog blijken. Vooralsnog zijn deze fregatten vooral veel staal en veel geld.
Erger nog voor de Duitsers is dat de wereld er heel anders uit is komen te zien sinds het contract van de schepen in 2007 werd getekend. De piratenmissies worden afgebouwd en door de opgelopen spanning met Rusland is het belang van onderzeebootbestrijding en luchtverdediging ook voor de buitenwacht weer toegenomen. Deze fregatten moeten in het geval van een onderzeeboot- of luchtdreiging beschermd worden.
Met de F125 klasse stevent Duitsland af op een zeldzame miskoop. Marineschepen moeten minstens 25 jaar meegaan en de toekomst is ook voor de ontwerpers onduidelijk. De oplossing is een schip te bouwen dat haast alles kan (zoals vrijwel alle bestaande fregatten), maar de Duitsers kozen een schip dat heel beperkt inzetbaar is en in aanschaf ook nog erg duur is.
Video van proefvaart Baden-Württemberg.
Eerdere beelden van het begin van de proefvaart.
Vergelijking met Nederlandse patrouilleschepen
De vergelijking met de Nederlandse OPV's van de Hollandklasse gaat maar ten dele op. Met de OPV's is ook in Nederland de keuze gemaakt om schepen te bouwen specifiek voor taken laag in het geweldspectrum, ter vervanging van fregatten die bedoeld waren voor een veelvoud aan taken inclusief conventionele oorlogvoering. Hierdoor heeft de Nederlandse vloot flexibiliteit en slagkracht ingeleverd. Voor zowel Duitsland als Nederland is de keuze -achteraf- niet gelukkig.
Het verschil is echter dat de Duitsers kozen voor een fregat en niet zomaar een fregat, maar het grootste ter wereld. Vrijwel alle fregatten kunnen uit de voeten in alle dreigingsscenario's. De F125 duidelijk niet en heeft wat sensoren en bewapening veel weg van een OPV. Op de prijs na.
En het prijsverschil is groot. De vier OPV's van de Hollandklasse kostten 529,6 miljoen euro in totaal, de F125 (ten minste) 650 miljoen per stuk. Voor die 2,6 miljard had Duitsland dus ook 20 (!) OPV's van de Hollandklasse kunnen kopen.
Mogelijk voordeel voor de Duitsers is dat er waarschijnlijk wel wapens tegen lucht- en oppervlaktedoelen kunnen worden toegevoegd en gewijzigd. Die ruimte bieden de Nederlandse patrouilleschepen slechts zeer beperkt. Daarnaast hebben de fregaten een hogere maximale snelheid.
Nadeel is wel dat de prijs dan nog verder omhoog gaat.
Inzet
De Baden-Württemberg werd in oktober 2023 als eerste F125-fregat ingezet. Dat gebeurde voor operatie UNIFIL voor de kust van Libanon. Tijdens deze missie vond, in januari 2024, een volledige bemanningswissel plaats.
Het fregat zal in mei 2024 vertrekken voor een wereldreis, samen Berlinklasse-tanker Frankfurt am Main.
Nummer
Naam
In dienst
F222
Baden-Württemberg
2019
F223
Nordrhein-Westfalen
2020
F224
Sachsen-Anhalt
2021
F225
Thüringen
2021
Afmetingen
149,5 x 18,8 x 5
Max. waterverplaatsing
7.000 ton
Max. snelheid
28 knopen
Bemanning
120 (plus ruimte voor 70 extra personen)
Voortstuwing
combined diesel electric and gas (CODLAG)
1x 20MW General Electric LM 2500 gas turbine
4x MTU 20V 4000 M53B diesel
2x Siemens electric motors
Wapensystemen
8x RGM-84 Harpoon (tijdelijk)
RBS 15 MK4 (toekomst)
2x RIM-116 Rolling Airframe Missile (RAM) Block II
1x 127mm Oto Melara
2x 27mm Rheinmetall Marineleichtgeschütz (MLG 27) (bediend vanaf commandocentrale)
5x 12,7mm Oto Melara „Hitrole NT“ (bediend vanaf commandocentrale)
2x 12,7mm machinegeweer
2x schijnwerper
1x waterkanon