|
Salvatore Todaroklasse onderzeeboten (Italië)
Laatst aangepast: 14-03-2016
De Todaroklasse zal bestaan uit vier Type 212A onderzeeboten, ontworpen door HDW in Duitsland. De vier zijn conventionele onderzeeboten. De eerste twee zijn sinds 2006 en 2007 in dienst, de laatste twee vanaf 2015.
De Salvatore Todaro. (Foto: Italiaanse marine)
Het mislukte Italiaanse S-90 project
Gedurende de jaren '80 begon de Italiaanse marine met het vervangingsprogramma van de vier onderzeeboten van de Sauroklasse. De nieuwe onderzeebotenmoest een diesel-elektrische boot met AIP (luchtonafhankelijke voortstuwing) worden. Bovendien moesten de nieuwe subs veel groter worden dan de bestaande onderzeeboten van ruim 1600 ton waterverplaatsing.
Het ontwerp van de Italiaanse scheepsbouwer Finciantieri, onder de naam Progetto (project) S 90, had een waterverplaatsing onder water van 2780 ton. Fincantieri en Maritatlia werkten bovendien samen om een AIP systeem te ontwikkelen. Daar slaagde het niet in.
Het programma werd geannuleerd en Italië koos voor een andere optie: samenwerking met Duitsland. Finciantieri probeerde het ontwerp daarna tevergeefs te verkopen aan andere landen. Daarmee kwam een einde aan de zelfstandige onderzeebootbouw in Italië.
Een model van de S 90 onderzeeboot in 1984.
Samenwerking met Duitsland
In 1994 startte de samenwerking met Duitsland op het gebied van nieuwe onderzeeboten voor zowel de Duitse als de Italiaanse marine. Duitsland was destijds, met onderzeebootbouwer HDW, al bezig met eerst het Type 211 en daarna Type 212. De laatst genoemde versie was eigenlijk een verbeterde Type 209 met AIP. Maar toen de twee landen gingen samenwerken en de eisen naast elaar legden, bleken zij uiteen te liggen. De Duitse marine had behoefte aan boten voor de ondiepe Oostzee en de Italianen wilden boten voor de diepe Middellandse Zee.
De verschillen bleken niet onoverkomelijk en de eisen werden samengevoegd in één nieuw ontwerp: Type 212A. Zowel Duitsland als Italië plaatsten in 1998 hun bestelling. Italië bestelde twee boten, met een optie voor nog eens twee. Al deze Italiaanse boten zouden door Fincantieri worden gebouwd op de werf Muggiano in La Spezia. De naam van de toekomstige klasse: Todaroklasse.
De bouw van de eerste boot, Salvatore Todaro, begon op 3 juli 1999. Op 29 maart 2006 werd de Todaro in dienst gesteld.
De Salvatore Todaro in aanbouw in 2001. De ringen van de onderzeeboot moeten perfect rond zijn. Niet veel bedrijven kunnen dit. (Foto: Italiaanse marine)
Extra bestelling
Op 21 april 2008 bestelde de Italiaanse marine de tweede serie. Deze tweede serie wijkt niet veel af van de eerste in verband met onderhoudskosten. Een aantal materialen en componenten is vervangen en de software van het Combat Management System is verbeterd. Interessanter nog is dat de derde en vierde sub voorzien zijn van een optronische mast en de beschikking krijgen over nieuwe torpedo's. De twee boten worden in 2015 en 2016 in dienst gesteld.
Ontwerp
De Type 212A boten zijn gebouwd van a-magnetisch staal (de drukhuid) en composiet (het bovenste deel van de romp en de toren). De onderzeeboten hebben voor het grootste deel een enkele huid. Alleen aan de bovenzijde van de romp is boven extra ruimte geschapen met een huid van composiet. Dat biedt opslagruimte voor materieel van speciale eenheden en voor vloeibare zuurstof.
Er is aan boord van de Type 212A onderzeeboten niet voldoende ruimte voor alle 27 bemanningsleden. Het zogenaamde hot bunking is gebruikelijk bij de Duitse en Italiaanse marine. Dankzij verregaande automatisering is er wel ruimte voor 25 bedden en hoeven slechts vier bemanningsleden twee bedden delen. Zij kunnen hun bed in, zodra hun collega er uit is.
Een dwarsdoorsnede van de Salvatore Todaroklasse onderzeeboot. De twee grote blauwe buizen achter de toren, aan de bovenzijde van de onderzeeboot zijn de tanks voor vloeibare zuurstof. Deze tanks zijn buiten de drukhuid geplaatst. Daaronder is de machinekamer met de AIP installatie te zien. Verder naar voren, de donkerblauwe consoles, is de commandocentrale. De grone vlakjes weer verder naar voren is het slaapverblijf. Dit is ver weg van de machinekamer geplaatst. In de boeg zijn de torpedobuizen te zien.
Baanbrekende voortstuwing
De Type 212A onderzeeboten behoren tot de eerste luchtonafhankelijke onderzeeboten die in serieproductie zijn gebouwd (eerder zijn andere onderzeeboten met soortgelijke technologie als testplatformen gebouwd). De 212A's hebben een MTU 16V 396 dieselgenerator (op een "zwevend dek" tegen trillingen) aan boord voor het opwekken van elektriciteit voor de voortstuwing. Daarnaast kunnen de onderzeeboten op diesels en batterijen varen, net als andere conventionele onderzeeboten.
Een belangrijk verschil met veel andere onderzeeboten is echter de luchtonafhankelijke voortstuwing of Air Independent Propulsion (AIP) van Siemens op basis van brandstofcellen.
AIP stelt de onderzeeboot in staat om veel langer onder water te blijven, en lang zeer stil te varen. De onderzeeboten van het Type 212A gebruiken hun diesels en batterijen voor verplaatsing van de haven naar het operatiegebied. Ter plaatse kunnen zij op AIP overschakelen, zij kunnen dan 18 dagen onder water opereren op AIP. Zij hoeven in die periode dus niet hun diesels bij te zetten om de batterijen op te laden. Dat is een groot voordeel, want op die momenten is de kans veel groter dat een onderzeeboot ontdekt wordt.
Het AIP-systeem van Siemens is gebaseerd op vloeibare water- en zuurstof in brandstofcellen. Door deze stoffen samen te voegen ontstaat water en elektriciteit. Hierbij is geen buitenlucht nodig en zijn er geen giftige uitlaatgassen (zoals bij de dieselmotor). Die elektriciteit wordt gebruikt voor in de boot en voor de voortstuwing. Het opwekken van energie gaat geruisloos, maar er zijn wel diverse hulpsystemen zoals pompen die geluid maken.
Buiten de drukvaste huid, maar binnen de buitenste wand van de onderzeeboot, worden vloeibare zuurstof en waterstof in drie tanks meegevoerd. De cellen worden bijgevuld vanuit de tanks.
Met de brandstofcellen kunnen de Klasse 212A onderzeeboten 18 dagen onder water varen. In april 2006 voer de U 31 maar liefst 1.500 zeemijlen onder water vanuit de Oostzee naar Spanje. Met AIP zouden de boten een maximale vaart kunnen halen van 8 knopen.
AIP kent echter ook een aantal nadelen. Een belangrijk nadeel is dat de hoeveelheid brandstof die meegenomen kan worden beperkt is. De grote tanks voor waterstof zijn noodzakelijk omdat slechts 4 tot 5% van de tank gevuld kan worden. In een relatief kleine onderzeeboot neemt dit dus veel ruimte in beslag.
Na 18 dagen opereren op AIP is de brandstof op, maar de onderzeeboten kunnen niet zomaar voorzien worden van nieuwe waterstof. Dus is een onderzeeboot met het Duitse AIP-systeem afhankelijk van een klein aantal havens voor vervanging. Voor operaties ver van huis zijn de mogelijkheden van gebruik van AIP daardoor beperkt.
Filmpje over de mogelijke inzet van een Italiaanse onderzeeboot.
Wapensystemen en sensoren
De Type 212A's hebben 6 torpedobuizen. De Italiaanse marine beschikt over de Italiaanse Whitehead Alenia Sistemi Subacquei A184 mod. 3 ofwel Black Shark torpedo. Dit is een elektrische torpedo met een topsnelheid van meer dan 50 knopen en een bereik van 50 kilometer. Deze torpedo wordt gebruikt aan boord van de Sauroklasse onderzeeboten en de eerste twee van de Todaroklasse.
De tweede serie onderzeeboten krijgt als eerste de Black Shark Advanced torpedo.
Op die tweede serie heeft ook één periscoop ruimte gemaakt voor een Carl Zeiss OMS 100 optronische mast; een mast met camera's in plaats van met de spiegels van een periscoop. Eén van de voordelen is dat niet alleen de persoon die door de periscoop kijkt het beeld ziet, maar dat de beelden van de optronische mast voor iedereen in de centrale beschikbaar zijn. Ook zijn opnames eenvoudiger te maken.
Om de mast te bedienen is ook een nieuw Combat Management System geïnstalleerd: Kongsberg MSI-90U Mk 2.
De Atlas Elektronik DBQS 40 electro-acoustic suite heeft bovendien een update ondergaan naar de volledig digitale CSU 90-138 versie.
Tot slot hebben de nieuwe boten een ECDIS elektronische kaart, verbeterde satellietcommunicatie, Link-16 en een nieuw Indra MRBR 800 ESM systeem voor elektronische oorlogsvoering.
Inzet
Er is niet veel openbaar over de inzet van de Todaroklasse. De boten opereren voornamelijk in de Middellandse Zee. Gedurende verschillende missies hebben Italiaanse onderzeeboten inlichtingen verzameld voor de kust van landen aan de zuidkant van de Middellandse Zee.
In 2008 voer de Salvatore Todaro als eerste Italiaanse onderzeeboot naar New York.
In 2013 maakte de Salvatore Todaro een lange reis richting de Golf van Aden, Arabische Zee en Indische Oceaan. Daar verzamelde de Italiaanse onderzeeboot inlichtingen over piraterij. Was 122 dagen op zee en lag 40 dagen in havens, waar het ondersteuning kreeg van de onderzeedienst vanuit Italië.
S527 Scire arriveert in de onderzeebootbasis New London, VS op 27 augustus 2009. (Foto US Navy)
De tewaterlating in La Spezia van de eerste onderzeeboot op 6 november 2003 ging gepaard met het gebruikelijke (uitgebreide) ceremonieel.
Het Noorse bedrijf Kongsberg heeft de commandocentrale voor zijn rekening genomen. De consoles zijn van het type B.C.W.C.S. MSI90U.
Zeiss Eltro Optronik uit Duitsland droeg zorg voor de persicopen. Het is gebruikelijk dat een onderzeeboot 2 periscopen tot zijn beschikking heeft: een aanvalsperiscoop (linker foto) die zo klein mogelijk wordt gehouden, zodat deze bij een aanval moeilijk gezien kan worden door de uitkijken en radars. De andere periscoop is de navigatieperiscoop, deze is veel groter.
Nummer |
Naam |
In dienst |
S526 |
Salvatore Todaro |
2006 |
S527 |
Scire |
2007 |
S528 |
Pietro Venuti |
2015 |
S529 |
Romeo Romei |
2016 |
|
Afmetingen |
55,9 x 7 x 6 |
Max. waterverplaatsing |
1830 ton (onder water) |
Max. snelheid |
12 knopen (boven water)
20 knopen (onder water)
8 knopen (AIP onder water)
|
Max. diepte |
700 meter |
Bemanning |
27 |
Voortstuwing |
Siemens PERMASYN electromotor
MTU 16 V- 396 diesel
|
Wapensystemen
|
6 torpedobuizen
Whitehead A184 mod.3 torpedo
(12 torpedo's in totaal)
24 mijnen |
Sensoren
|
Carl Zeiss SERO 14 navigatieperiscoop
Carl Zeiss SERO 15 aanvalsperiscoop
Elna Hughes zeebeeld-/ navigatieradar
STN Atlas Elektronik DBQS-40
TAS-3 low-frequency towed array sonar
FAS-3 flank array sonar for low/medium-frequency detection
STN Atlas Elektronik MOA 3070
|
Sinds 13 augustus 2001
|