Marineschepen.nl
 
   
 

De Zeven Provinciënklasse fregatten


Laatst aangepast: 01-02-2024

De Luchtverdediging- en Commandofregatten (LCF) zijn de meest geavanceerde schepen van de Koninklijke Marine. De schepen zijn in de periode 2002 - 2005 in dienst gesteld. De vier, die in Nederland zijn ontworpen en gebouwd, zijn gespecialiseerd in luchtverdediging en verdediging tegen ballistische raketten. Gedurende de komende jaren worden deze fregatten stapsgewijs op veel vlakken gemoderniseerd.

Hoofdstukken op deze pagina
1. Eerste poging strandt
2. Vergroot M-fregat?
3. Nieuw ontwerp
4. Bedrijven
5. Geschiedenis van verdediging tegen ballistische raketten en de LCF'en
6. Sensoren
7. Wapensystemen
8. Softwarehuis
9. Technische problemen
10. Inzet
11. Export
12. Vervanging
13. Specificaties

Zr.Ms. Tromp
Zr.Ms. Tromp nabij de Schotse kust op weg naar de Atlantische Oceaan voor de oefening tegen ballistische raketten Formidable Shield 2017. Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl

Eerste poging strandt | Naar menu
Toen de voorlopers van de LCF'en -de Geleide Wapen fregatten van de Tromp klasse- een paar jaar in dienst waren, begon de marine al met het nadenken over de vervangers. Samen met zeven andere landen (Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Italië, Verenigde Staten, Canada en Spanje) werd gewerkt aan een luchtverdedigingsfregat voor de NAVO. De naam: NFR-90 (NATO Frigate Replacement for the 90s). Het schip zou veel groter worden dan de GW-fregatten, en zou een waterverplaatsing krijgen van 5.000 ton. In 1988 werd een belangrijke horde genomen toen de deelnemende landen het eens werden over het luchtverdedigingssysteem. Dit zou een "AEGIS" achtig systeem worden, gebaseerd op de Amerikaanse statische phased array radars (zie de twee witte cirkels in de masten op de schets hieronder) en bijbehorende software.



infographic NFR-90
De huidige generatie Westerse marineschepen stamt af van het NFR-90 project.

Het project mislukte en kwam in januari 1990 tot een einde door de verschillende wensen die de landen hadden en de voorkeur voor eigen toeleveranciers (uit het eigen land). Landen die deelnamen aan het project splitsten zich op en Nederland ging samen met Duitsland en Spanje verder in de Trilateral Frigate Cooperation. De drie landen zouden niet met dezelfde schepen gaan varen, maar op onderdelen zoals sensoren, wel samenwerken.

NFR-90
Een schets uit eind jaren '80 van de NFR-90, de oer-moeder van vele hedendaagse marineschepen. De Britse Type 45, Duitse Sachsen klasse, Italiaanse en Franse Horizonklasse, de Spaanse Alvaro de Bazan en de Nederlandse LCF'en zijn directe afstammelingen van dit ontwerp. Bron: Koninklijke Marine

Vergroot M-fregat? | Naar menu
In april 1992 maakte staatssecretaris van Defensie baron Van Voorst tot Voorst middels een brief aan de Tweede Kamer bekend dat de opvolgers van de GW-fregatten in Nederland zouden gebouwd. Het ging toen om twee schepen met een waterverplaatsing van 4500 ton, de schepen zouden 135 meter lang worden. Voor een luchtverdedigingssysteem werd samengewerkt met Canada en Duitsland. Maar ook op gebied van het ontwerp werd met het buitenland gewerkt. Eén van de twee ontwerpen waar uit gekozen zou worden, was een aangepast F-123 fregat (Brandenburgklasse) van de Duitse marine. Het andere ontwerp was een ontwerp De Schelde en betrof een vergroot M-fregat. Voor de twee fregatten had de marine 1,342 miljard gulden (609 miljoen euro) gereserveerd.

ontwerp LCF
Het ontwerp van 1994 verschilt op veel punten van het (bijna) definitieve ontwerp uit 1996. De opbouw bestond in 1994 bijvoorbeeld uit 3 eilandjes, de APAR (in de mast) was anders, de schoorsteen kleiner en de gangboorden aan de zijkant nog open. Ook was de boeg rechter en was er een andere indeling van de lanceerinrichting. Ook was het LCF in 1994 kleiner. Let bovendien op het dubbele Bofors 12 cm kanon (van de GW-fregatten) en de Oto Breda 127mm in het tweede ontwerp. (Bron: DMKM via Alle Hens maart 1994 en januari 1997)

Nieuw ontwerp | Naar menu
De Spanjaarden stapten in 1995 uit de Trilateral Frigate Cooperation en kozen het Amerikaanse AEGIS voor hun Alvaro de Bazanklasse. Het vergrootte M-fregat werd niet gekozen, mede omdat dit zou leiden tot een arbeidsintensieve bouwwijze. Een heel nieuw ontwerp kwam van de tekentafel dat goedkoper te bouwen was. Waar mogelijk werden civiele standaarden en modulaire bouw toegepast om vooral de loonkosten te drukken. De manier van bouwen en civiele normen hadden wel gevolgen voor het ontwerp. M-fregatten en zeker de S-fregatten hadden geen rechte, platte dekken maar bolle dekken met een kromming, die vanaf de midscheeps naar voren liep het dek omhoog zodat water snel van het dek kon lopen. De zeeg en dekrondte verdwenen uit het ontwerp van het LCF.

Andere aanpassingen waren hogere dekken (van 2,7 meter naar 3 meter), scheidingswanden die voldeden aan civiele standaarden, goedkoper maar zwaarder meubilair, minder bochten in kabels en pijpleidingen die bovendien vaker verticaal dan horizontaal werden gelegd. Door rechte gangen te maken werd 30% bespaard. Het schip werd groter waardoor apparatuur makkelijker werd te installeren, wel moest uitgeweken worden naar gasturbines met een groter vermogen. Deze maatregelen leverden besparingen op die hoger uitvielen dan de kosten van een groter schip. Dat ontwerp werd in 1996 afgerond.

Het contract voor de bouw van de eerste twee fregatten werd op 30 juni 1995 getekend door staatssecretaris van Defensie Gmelich Meijling in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Op 19 december 1996 werd de Kamer per brief geïnformeerd over de bestelling van nog eens twee LCF'en.

De LCF'en kostten samen 2,1 miljard euro. Dat was beduidend minder dan wat andere voormalige deelnemers van het NFR-90 betaalden voor hun fregatten.

vergelijking
Van links naar rechts: Standaard fregat (S-fregat, 1977), Multipurpose fregat (M-fregat, 1991) en Luchtverdedigings- en commandofregat (LCF, 2001). Schepen worden groter en stealthier. Bron: Alle Hens januari 1996

Bedrijven | Naar menu
De volgende bedrijven hebben meegewerkt aan het ontwerp, de bouw van dit project, of hebben producten of diensten geleverd (en hebben een bedrijfspagina):





Geïnteresseerd in een bedrijfspagina? Kijk hier voor meer informatie

Historie LCF en verdediging tegen ballistische raketten | Naar menu
De LCF'en zullen de eerste Europese marineschepen zijn die een rol gaan spelen in de verdediging tegen ballistische raketten. Dat kwam door het ambitieniveau van de marine, gebruik van Amerikaanse raketlanceerinrichting Mk 41 VLS, de kwaliteit van de SMART-L en dat toevallig de LCF'en ontworpen werden op een cruciaal moment in de geschiedenis van BMD.

In januari 1994 werd tijdens een NAVO-bijeenkomst bepaald dat BMD de hoogste prioriteit moest krijgen. De focus lag puur op Theater Ballistic Missile Defense (TBMD of TMD): de verdediging van eigen militaire eenheden tegen ballistische raketten en geen verdediging van hele gebieden of steden.

Een maand later richtte de Koninklijke Marine een werkgroep op, bestaande uit vertegenwoordigers van de Marinestaf OBS, Militaire Inlichtingendienst KM (MIDKM), TNO-FEL, marine softwarehuis CAWCS en WCS om een mogelijke BMD-capaciteit te onderzoeken voor de toekomstige Luchtverdediging- en Commandofregatten. De LCF'en waren nog in de ontwerpfase, maar men had al wel door dat de reeds gekozen configuratie van Amerikaanse lanceerinrichting en luchtverdedigingsradars mogelijkheden zou bieden aan BMD te doen.



Alleen de Amerikaanse marine was zeer actief op het BMD-terrein. De Koninklijke Marine besefte dat het met het LCF met deze intenties ver voor de Europese collega's uit liep. Waarom de KM in TBMD stapte werd verwoord door LTZ1 F. Sijtsma in het Marineblad van december 1995: "Hiermee kan de KM een bijdrage leveren aan de vermindering van de machteloosheid van het bondgenootschap tegen een aanval van deze steeds talrijker aanwezige wapens. Toch kan, zeker in deze tijd van oplopende bezuinigingen, de vraag worden gesteld of we het ons kunnen veroorloven een TMD-capaciteit aan boord van het LCF te incorporeren. Het antwoord op deze vraag wordt mijns inziens overschaduwd door het antwoord op een andere vraag: kunnen we het ons veroorloven om nu in 1995 een prachtig luchtverdedigings- en commandofregat te ontwerpen, waarin geen rekening wordt gehouden met een dreiging die nu door de NAVO als een van de belangrijkste voor na het jaar 2005 wordt gezien, terwijl een dergelijke capaciteit nu nog tegen relatief geringe meerkosten is te verwerven?" [MB december 1995, pp 344]

In september 1994 kwam de commissie met een positief advies, maar op de voorpagina van de Alle Hens van april 1994 had toen al gestaan: "Rol voor fregatten in schild tegen raketten." Uit dat artikel blijkt dat de focus van de marine in die tijd vooral lag op de Standard Missile 2 Block 4A. Deze raket was een opgevoerde versie van de SM-2 die al gepland was voor de Amerikaanse verticale lanceerinrichting van het LCF, Mk 41 VLS.



Met deze raket was het mogelijk om ballistische raketten met een medium bereik op lage hoogte uit te schakelen. De nadruk lag in die tijd, naar buiten in ieder geval, veel minder op de sensor-capaciteit. De hoofdrol van de SMART-L radar kwam later, de eisen waren in het begin lager. De APAR kreeg meer aandacht, vooral omdat de SM-2 Block 4A veel ondersteuning nodig had van dit systeem.

De marine verwachtte in 1994 dat het in de periode 1998 - 2003 over BMD-capaciteit zou beschikken.
Dat bleek toch langer te duren. APAR en SMART-L behoefden slechts een beperkt aantal aanpassingen, maar daar moest wel een raket voor gereed zijn. De ontwikkeling van de SM-2 Block 4A werd door de Verenigde Staten na 2000 echter stopgezet, waardoor een streep ging door het eenvoudig inpassen van BMD-capaciteit bij de KM.

Vanaf 1998 voerden Nederland en Duitsland onderzoek uit naar de theater ballistic missile defense capaciteit van het LCF en de overeenkomstige Duitse F-124 fregatten. Toen de VS stopten met de ontwikkeling van de SM-2 Block 4A en de SM-3 zich aandiende, moest de studie worden verlengd. De SM-3 zou ook ballistische raketten met een heel groot bereik en op veel grotere hoogten kunnen onderscheppen. Er werden andere eisen gesteld aan APAR en SMART-L. Van de laatste moest het bereik worden vergroot en in 2006 werd daarom een cruciale test uitgevoerd door Zr.Ms. Tromp met een aangepaste SMART-L nabij Hawaï.

Tijdens die test stonden vriend en vijand versteld van de prestaties van de SMART-L.

Daarmee was de weg naar een BMD-sensor aan boord van de LCF'en definitief ingeslagen. In 2017 zal de volledig op BMD aangepaste SMART-L EWC gereed zijn.

Nederland heeft sinds de stopzetting van de ontwikkeling van de SM-2 Block 4A raketten, niet meer de intentie gehad om een raket tegen ballistische raketten te bestellen. De Koninklijke Marine dringt wel aan op bestelling van de SM-3.

ballistische raketten
Illustratie uit 1998: het LCF detecteert met de SMART-L een (short range) ballistische raket, dichterbij wordt deze in track genomen door de APAR. Tot slot lanceert het schip een SM-2 block 4 raket. Door annulering van de SM-2 block 4 is dit niet doorgegaan, maar de SMART-L bleek wel tot veel meer in staat dan eerder werd gedacht. AAWS is de combinatie van APAR, SMART-L en raket van het LCF. (Bron: Alle Hens juni 1998)

SMART-L
De SMART-L van Zr.Ms. De Ruyter. Deze radar wordt op alle schepen vervangen door een geheel nieuwe sensor: SMART-L MM/N, de marine noemt de radar SMART-L ELR (Extended Long Range). (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Sensoren | Naar menu
De kracht van de schepen ligt bij de sensoren. De meest opvallende sensor is tegenwoordig de SMART-L Multi Mission/ Naval (MM/N) radar (grote zwarte radar achterop het schip) die de oude SMART-L heeft vervangen. De oude radar had een bereik van 450 km, de nieuwe 2.000 km.

Tijdens tests nabij Hawaï in 2006 bleek dat de Nederlandse radar vele jaren voorloopt op radars van bijvoorbeeld de Amerikaanse marine, zo tekende de Alle Hens op uit de mond van ‘Technical Group Superviser’ Lex Hughes. De wetenschapper zei: "Ik ben verbaasd over wat ik zie. Jullie zijn op dit gebied zeker zes jaar voor op ons."

Zr.Ms. Tromp had namelijk bewezen ballistische raketten te kunnen opsporen en volgen in de ruimte. Bijzonder was dat de SMART-L 360 graden rondom het schip de raketten met succes kon opsporen, in tegenstelling tot andere radars. Het Amerikaanse AEGIS-systeem moet namelijk eerst van bijvoorbeeld een satelliet horen in welke richting de vijandelijke raket zich bevindt, zodat de radar een krachtige maar smalle bundel in die richting kan schijnen.

De SMART-L is gemaakt in Hengelo bij Thales Naval Nederland, en tijdens de tests bleek dat de radar vanuit Hengelo een voorwerp ter grootte van een tennisbal op de Veluwe kon zien.

Op 26 september 2011 kondigde Minister van Defensie Hans Hillen een software-aanpassing voor de vier SMART-L radars aan, waardoor het bereik toeneemt tot 2.000 km en het onderdeel kan worden van een schild tegen ballistische raketten. De kosten werden geraamd op 116 miljoen euro.

Later bleek dat de SMART-L niet wordt aangepast, maar dat er gaandeweg is besloten om een geheel nieuwe radar te bouwen, de SMART-L MM/N. De eerste nieuwe radar was al sinds eind 2017 gereed, maar werd geplaatst tijdens het instandhoudingsprogramma van de LCF'en. Zr.Ms. De Zeven Provinciën was op 21 maart 2019 het eerste LCF dat deze nieuwe radar ontving.

Een andere belangrijke radar is de APAR. APAR staat voor Active Phased Array. Met de APAR kan een LCF 16 luchtdoelen tegelijk aanvallen, waar binnen andere marines een maximum van 2 gebruikelijk is. Al behoort dit wel bij steeds meer nieuwe schepen tot de mogelijkheden. De APAR is meerdere keren gemoderniseerd.

commando centrale
Concentratie in de commandocentrale van Zr.Ms. De Zeven Provinciën. Hier zit ook de commandant, naast de commandocentraleofficier. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Om onderzeeboten op te kunnen sporen hebben de LCF'en de Duitse Atlas Elektronik DSQS-24C sonar, die opereert in de medium frequenties. Deze specifieke variant is, zo lijkt het, niet bij veel marines in gebruik. In 1998 werd het contract voor de levering van deze sonars gesloten, sonars gebaseerd op de DSQS-24B, die aan boord van de Sachsenklasse zouden komen. De DSQS-24-serie is weer afkomstig van de eerdere DSQS 21/23-families, de 24-serie had meer computervermogen.

VLS
MK 41 VLS Strike-length op de bak van een LCF. Links is nog ruimte voor de zesde module. Deze uitbreidingsoptie is er voor het geval dat er naast de SM-2 en ESSM nog een derde wapen aan het schip wordt toegevoegd. Zoals een SM-3 (tegen ballistische raketten) of een Tomahawk kruisvluchtwapen. In het geval van een derde of vierde wapen is het volgens de ontwerpers beter om geen 40 maar 48 cellen te hebben. (Foto: MCD)


RTL nieuws over de tests met SMART-L nabij Hawaii.

Wapensystemen | Naar menu
De LCF'en hebben een verticale lanceerinrichting (VLS) voor de lancering van raketten. De VLS van de LCF'en is een Lockheed Martin Mk 41 Strike-length en bestaat uit vijf modules. De zesde module is niet geplaatst, maar de ruimte is er wel. Deze ruimte was gereserveerd voor het geval dat er een derde rakettype aan het arsenaal zou worden toegevoegd, zoals SM-3 (tegen ballistische raketten) of Tomahawk kruisvluchtwapens. In dat geval zou het schip met 40 cellen te krap komen te zitten in de normale luchtverdedigingsraketten.

Overigens, toen het LCF ontworpen werd, bestond de SM-3 nog niet. Maar de SM-2 Block IV A (wat de BMD-raket moest worden) wel en die was op de tekentafel even lang als de latere SM-3 die wel echt is geproduceerd. Mocht de marine alsnog de beschikking krijgen over de SM-3, kan die weliswaar in de VLS worden geplaatst, maar zijn daar wel updates voor nodig.

De MK 41 biedt plaats aan een groot aantal verschillende wapens. Momenteel zijn dat de Standard-Missile 2 Block IIIA en de Evolved Sea Sparrow Missile (ESSM), maar er kunnen veel meer type wapens in. Mede doordat de grootste variant is gekozen, is het dus ook mogelijk om uit te breiden naar SM-3, Tomahawk en andere toekomstige grotere wapens. Zowel de SM-2 als de ESSM gebruiken niet de volledige lengte van de VLS.

Per cel is er ruimte voor 4 ESSM's en 1 SM-2 (zelfde geldt voor SM-3 en Tomahawk). Met de huidige 40 cellen heeft een LCF ruimte voor maximaal 160 ESSM's of 40 SM-2's, maar een mix is gebruikelijk.

De SM-2 heeft een bereik van 70 km en een snelheid van Mach 3,5. Dit wapen is het meest capabele wapen tegenluchtdoelen binnen de marine. Zr.Ms. De Zeven Provinciën was eind 2003 het eerste schip dat de ESSM lanceerde. Lees ook het nieuwsbericht over deze lancering.

Vanaf 2030 wordt de SM-2 Block IIIA vervangen door de SM-2 Block IIIC. De IIIA wordt vanaf de jaren '20 niet meer gemaakt. De IIIC wordt voorzien van het geleidingssysteem van de SM-6 en krijgt dus een actieve radar. Het wapen is daardoor ook inzetbaar tegen zeedoelen. Het wordt het eerste serieuze supersone antischipraket van de Nederlandse marine.

Vanaf begin jaren '30 worden twee van de LCF'en voorzien van APAR Block 2 en ESSM Block 2, zo werd in april 2022 bekend. De twee andere fregatten blijven in de huidige configuratie doorvaren tot zij begin jaren '30 uit dienst worden gesteld.

Als wapen tegen andere schepen beschikken de LCF'en over de Boeing Harpoon. De Harpoons zijn kruisvluchtwapens. Deze worden niet gelanceerd vanuit de VLS maar vanuit duidelijk herkenbare, schuin opgestelde canisters in de midscheeps. Hier heeft een LCF er acht van aan boord. In november 2008 lanceerde Zr.Ms. De Zeven Provinciën twee Harpoons.
Behalve raketten en kruisvluchtwapens hebben de vier fregatten ook kanons: Otobreda 127mm kanon tegen doelen op land en zee. Deze kanons stammen uit de jaren '60 en stonden decennia op de Canadese Iroquoisklasse fregatten. In eerste instantie was het plan om de oude 12cm kanons van de GW-fregatten (weer afkomstig van de onderzeebootjagers) te gebruiken. Dat kon niet omdat er vier LCF'en kwamen en slechts twee kanons in Nederland beschikbaar waren. Vanwege het beperkte budget is gekozen voor tweedehands Oto Breda. Deze hebben niet altijd goed gefunctioneerd en in 2016 werd besloten ze te vervangen.
In april 2020 werd een contract getekend met Leonardo voor de levering van vier 127/64 LW kanons van Leonardo. De enige concurrent had zich al in de zomer van 2019 teruggetrokken.

In november 2021 werd door Zr.Ms. Evertsen het laatste schot met het Oto Breda 127mm kanon geschoten. De Evertsen zal het eerste LCF worden met het nieuwe kanon.

Alle LCF'en beschikken over tenminste één Goalkeeper van Thales Nederland. Alleen Zr.Ms. Evertsen heeft er twee. Bij de andere fregatten zijn wel voorzieningen aangebracht om de tweede Goalkeeper te plaatsen. Dat was eerder uit kosten oogpunt niet gedaan; zowel voor het gereed maken van het schip voor plaatsing (het is geen plug and play systeem) als de aankoop van nieuwe systemen is onvoldoende budget.
De achterste goalkeeper van de Evertsen werd in 2016 als eerste gemoderniseerde systeem weer geplaatst.

Zr.Ms. De Zeven Provinciën SM-2
Een uniek beeld van de lancering. De Standard Missile 2 is met een sluitertijd van een vijfduizendste van een seconde bevroren terwijl het voor de brug langs scheert tijdens de lancering. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Softwarehuis | Naar menu
Om ervoor te zorgen dat de sensoren-, wapen- en commandosystemen één goed samenwerkend geheel vormen, heeft het (voormalige marine-) softwarehuis CAMS Force Vision de datahandling software (nu: Combat Management System, CMS) ontwikkeld. De afdeling, tegenwoordig Maritieme IT geheten vallend onder DMO, doet dit al vele decennia en heeft veel succesvolle softwaresystemen op haar naam staan. Het ontwikkelen van de software in eigen beheer heeft vele voordelen op gebied van het stellen van eisen, service, updates, etc. In andere landen is dit niet gebruikelijk.

Het CMS dat nu in gebruik is op de LCF'en en de meeste andere schepen heet Guardion.

Technische problemen | Naar menu
Door bezuinigingen en vele regels rond modificaties en reserveonderdelen waren de LCF'en in ieder geval in 2017 (maar waarschijnlijk al veel langer) in slechte staat. Zij konden nauwelijks vechten door de continue problemen op gebied van voortstuwing, wapens en sensoren.

De schepen kampen vanaf het begin met schroefas-problemen. Er zijn modificaties uitgevoerd om deze problemen op te lossen.

Inzet | Naar menu
Alle schepen van deze klasse zijn ingezet in de strijd tegen piraterij. Zo wist Zr.Ms. Evertsen in 2009 piraten te onderscheppen en kwam Zr.Ms. Tromp in 2010 in actie tegen de Somalische zeerovers.

In 2010 werd aan boord van Zr.Ms. Tromp de marine documentaire "Midden in de Marine" opgenomen. Deze documentaire is te zien op YouTube. Lees hier op marineschepen.nl meer over de documentaire.
Tijdens SAIL Amsterdam 2010 was het schip één van de hoofdrolspelers van de marine.


Trailer van documentaire "Midden in de Marine", opgenomen aan boord van Zr.Ms. Tromp.


Zr.Ms. De Ruyter was in 2010 en 2011 het vlaggenschip van de NAVO-operatie Ocean Shield tegen piraten in de Somalische wateren. Het schip moest langer blijven toen Zr.Ms. Tromp -de aflosser- naar Libië moest. Zr.Ms. Tromp vertrok in februari 2011 naar de Somalische wateren. In de Rode Zee moest het echter omkeren om terug te varen richting Libië om te kunnen assisteren bij het evacueren van Nederlanders in het uiterst onrustige Noord-Afrikaanse land.

Van januari 2012 tot begin mei 2012 stond Zr.Ms. De Ruyter opnieuw aan het hoofd van een NAVO-vlootverband: SNMG1. Op die dag werd het commando overgedragen aan commandeur Ben Bekkering.
Begin mei 2012 verhuisde de staf verhuizen naar Zr.Ms. Evertsen. Op 10 mei vertrok de Evertsen richting Somalië voor de anti-piraterijmissie. Tot het einde van het jaar zal de Evertsen het vlaggenschip zijn van SNMG1.

Van mei tot begin augustus was Zr.Ms. Evertsen het vlaggenschip van antipiraterij-operatie Ocean Shield. Opnieuw stond commandeur Ben Bekkering aan het hoofd van het internationale eskader. Gedurende de missie redde de Evertsen diverse mensen op zee, ondervroeg het 26 verdachte schepen, en werden 454 koopvaardijschepen gecontroleerd en geïnformeerd over zelfbeschermingsmaatregelen. Hoogtepunt was de bevrijding op 29 juni van een gekaapt vissersschip en de aanhouding van 7 piraten.




Lancering (en uitleg) van ESSM door Zr.Ms. Tromp in november 2011.


Van juni tot half oktober 2012 was Zr.Ms. Tromp stationsschip in de West. Het voerde daar onder andere kustwachttaken uit, waaronder het onderscheppen van drugs. Dit zal voorlopig de laatste keer zijn dat een LCF stationsschip is, want OPV's zullen deze taak in de toekomst vaak op zich nemen.

Van februari tot eind mei 2013 neemt Zr.Ms. De Ruyter deel aan Operatie Atalanta, de antipiraterijmissie van de Europese Unie. Op 19 februari wist het LCF het eerste succes te boeken door samen met het Spaanse fregat SNS Mendez Nunez 9 vermoedelijke piraten te vangen op dik 200 kilometer van het Somalische piratenbolwerk Eyl.

Op 30 april 2013 nam Zr.Ms. Evertsen deel aan het ceremoniële deel van de inhuldiging op het IJ in Amsterdam. Om 0900 uur 's ochtends vuurde het LCF 101 saluutschoten. Het fregat meerde af aan de Veemkade in Amsterdam. Om 1030 uur vond aan boord van de Evertsen de officiële predicaatswisseling plaats van Hr.Ms. naar Zr.Ms. en tijdens de Koningsvaart stond de bemanning (urenlang in de kou) aangetreden om het Koninklijk paar te begroeten met het eerbewijs "joelen". Na afloop van de Koningsvaart gaf Zr.Ms. Evertsen het sein voor het drie keer blazen van de scheepshoorns door alle schepen.

Zr.Ms. Evertsen vertrok op 26 januari 2014 richting de Golf van Aden, waar het aan anti-piraterijbestrijding ging doen onder de NAVO-vlag van de operatie Ocean Shield. Half april leek het er even op dat de Evertsen samen met het NAVO-eskader SNMG2 richting de Middellandse Zee zou worden gedirigeerd als versterking van de oostgrens tijdens de crisis in de Oekraïne. Het LCF keerde echter terug zoals gepland en meerde op zaterdag 31 mei af in Den Helder.

Op 24 en 25 maart 2014 verzorgde Zr.Ms. De Zeven Provinciën de luchtverdediging van de Nuclear Security Summit in Den Haag. Met de SMART-L radar hield het fregat het luchtruim boven land en zee zorgvuldig in de gaten. Op 4 mei vertrok het schip richting de wateren rond de Hoorn van Afrika in de strijd tegen piraterij.

Van 17 t/m 27 oktober 2015 speelde Zr.Ms. De Zeven Provinciën een sleutelrol in de Ballistic Missile Defense (BMD) test genaamd At Sea Demonstration 2015. De test was een unicum, want De Zeven spoorde met een aangepaste SMART-L radar een ballistische raket op in de ruimte en stuurde data door naar de Amerikaanse torpedobootjager USS Ross. Heel bijzonder was bovendien dat het fregat tegelijkertijd een aanval met kruisvluchtwapens af wist te slaan.
Lees hier meer over de At Sea Demonstration 2015 in een interview vooraf en hier over het succes van De Zeven achteraf.

Eind januari 2015 arriveerde Zr.Ms. De Zeven Provinciën te Curacao, waar het begon aan de eerste term in de West als stationsschip. Het fregat wist in drie maanden vier drugstransporten te onderscheppen; een evenaring van het record van Zr.Ms. Friesland (eind 2015).

In oktober 2015 bewees Zr.Ms. De Zeven Provinciën wat het kon op gebied van BMD tijdens de At Sea Demonstration 2015 en in 2017 was het Zr.Ms. De Ruyter die opnieuw een ballistische raket (dit keer een snellere en hoger vliegende) detecteerde en volgde. Dat gebeurde tijdens Formidable Shield 2017.

Vanaf zomer 2018 is Zr.Ms. De Ruyter gedurende een half jaar het vlaggenschip van het permanente NAVO-eskader in de Middellandse Zee. Onder leiding van de De Ruyter voer het eskader ook richting de Zwarte Zee waar het oefende met verschillende marines waaronder die van Oekraïne.

In januari 2019 nam Zr.Ms. Evertsen het stokje over van RUYT en is EVTN het vlaggenschip geworden. Vlaggenschip Zr.Ms. Evertsen verzamelde in april 2019 inlichtingen over de Russische marine in de Zwarte Zee. Marineschepen.nl was aan boord.

Van januari t/m juni 2020 nam Zr.Ms. De Ruyter deel aan de missie European-Led mission Awareness Strait of Hormuz (EMASOH), onder leiding van Frankrijk. Deze richt zich op het in kaart brengen van maritieme activiteiten in het westelijk deel van de Golf van Oman, het oostelijke deel van de Arabische Golf en de Straat van Hormuz.

Van 22 van mei t/m 5 december 2021 was Zr.Ms. Evertsen onderdeel van het eskader onder Britse leiding dat richting de Zuid-Chinese Zee en Japan voer. In juni maakte de Evertsen zich los van de taakgroep en voer met HMS Defender de Zwarte Zee in. Terwijl de Defender langs de Krim voer en werd lastiggevallen door Russische schepen en vliegtuigen, werd ook de Evertsen lastiggevallen door vliegtuigen. Een dag later gebeurde dat bij de Evertsen opnieuw. De Evertsen legde later die reis unieke bezoeken af in onder andere Japan en Guam. Door de coronamaatregelen waren veel havenbezoeken beperkt.

Op 28 mei 2021 was Zr.Ms. De Zeven Provinciën met de nieuwe SMART-L MM/N succesvol tijdens de oefening Formidable Shield. Voor het eerst detecteerde een LCF een ballistische raket in de ruimte met de standaard apparatuur. Eerder werd voor deze oefeningen testopstellingen gemaakt om de oude SMART-L tijdelijk geschikt te maken voor deze prestatie, maar nu deed de De Zeven Provinciën dat zelf met de (nieuwe) apparatuur aan boord.

Op 6 maart 2022 vertrok Zr.Ms. De Zeven Provinciën naar zee om het stafschip van NAVO-eskader Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1) te worden. De Zeven had dat in januari al moeten worden, maar kampte met technische problemen waardoor het maanden in een droogdok van Damen in Schiedam lag. De Zeven Provinciën werd afgelost door Zr.Ms. Karel Doorman en dat schip vervolgens in september door Zr.Ms. Tromp.

In de periode dat de Tromp vlaggenschip was van het NAVO-eskader, werd het op 17 november lastiggevallen door laag vliegende Russische vliegtuigen in de Oostzee.

In februari 2023 nam Zr.Ms. De Zeven Provinciën deel aan de grote Franse oefening Orion 23.

Zr.Ms. De Ruyter speelde op Koningsdag 2023 een ceremoniële rol tijdens de rondvaart van de koninklijke familie in Rotterdam.

In juni en juli 2023 was het Russische spionageschip Admiral Vladimirsky twaalf dagen in de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (EEZ). Het schip werd gedurende die tijd geëscorteerd door Zr.Ms. De Ruyter en later Zr.Ms. Tromp.

Van september tot en met december maakte Zr.Ms. Tromp deel uit van het permanente NAVO-eskader SNMG1. De schepen voeren vooral in de Oostzee.

Op 9 december 2023 begeleidde Zr.Ms. De Ruyter drie Russische schepen door de Noordzee. De drie, een fregat, onderzeeboot en een sleper, voeren vermoedelijk richting de Middellandse Zee.

Begin maart 2024 vertrekt Zr.Ms. Tromp voor een reis, genaamd Pacific Archer 24 van zes maanden rond de wereld. Het schip zal via de Middellandse Zee en het Suezkanaal naar de Rode Zee varen, waar het waarschijnlijk enige tijd zal deelnemen aan een missie ter bescherming van koopvaardij tegen Houthi-rebellen. Vervolgens zal het zijdelings bijdragen aan EMASoH en de anti-piraterijoperatie Atalanta rond de Straat van Hormuz en Somalië. Daarna zal het via de Indische Oceaan richting de Zuid-Chinese Zee gaan. Waarschijnlijk gaat de Tromp een bezoek brengen aan Filipijnen. Daarna staat associate support voor het monitoren van VN-sancties tegen Noord-Korea op het programma (PSMX/ECC). Vervolgens vaart het schip verder naar het oosten om bij Hawaï aan de grootste marineoefening ter wereld mee te doen, genaamd Rimpac. Na de oversteek richting het oosten, gaat de Tromp via het Panamakanaal en het Caribisch gebied terug naar Den Helder. De Tromp wordt in september in Den Helder terugverwacht.



Export | Naar menu
In november 2017 stuurde een consortium onder leiding van Alion Canada het ontwerp van het LCF in als voorstel voor de nieuwe Canadese fregatten in het Canadian Surface Combatant project. Het ontwerp was in de basis gelijk aan het oorspronkelijke, maar had wel andere sensoren en wapensystemen. De Goalkeeper was vervangen door een ander CIWS, de APAR was vernieuwd en de SMART-L ontbrak. Het voorstel van Alion werd niet gekozen, Canada koos voor het Type 26 fregat.

Vervanging | Naar menu
De LCF'en zijn eind jaren '20 aan de einde van hun levensduur. Het vervangingstraject zou oorspronkelijk worden gestart in 2021, maar in 2019 werd besloten dat dit wordt opgeschoven naar 2026. Oorzaak: financiële tegenvallers van het nieuwe luchtmachtvliegtuig F-35. Het eerste fregat kan dan rond 2033 worden verwacht.


3D animatie van Zr.Ms. De Ruyter, gemaakt door Virtual 1 Studio.



Rondleiding aan boord van een LCF op zee.

Specificaties | Naar menu
Naamsein Naam In dienst
F802 De Zeven Provinciën 2002
F803 Tromp 2003
F804 De Ruyter 2004
F805 Evertsen 2005
Afmetingen 144 x 18,8 x 5,1 m
Max. waterverplaatsing 6044 ton
Max. snelheid 28 knopen
Bemanning 202
Voortstuwing CODOG: 2x Rolls-Royce SM-1C 'Spey' gas turbines
2x Wärtsila 16V 26 ST diesels
Wapensystemen VL Standard Missile 2 Block IIIA tegen luchtdoelen
Vanaf 2030: SM-2 Block IIIC tegen lucht- en zeedoelen
VL Evolved Sea Sparrow Missile
8x Boeing RGM-84 HARPOON
MK 46 Mod 5 torpedo's
1x Otobreda 127mm/54 COMPACT Gun Mount
Vanaf 2025: Leonardo 127/64 LW
2x Thales Nederland SGE-1 Goalkeeper 30mm
2x .50 machinegeweer
2x FN MAG mitrailleur
Sensoren Thales APAR
Thales SMART-L volumezoekradar (voor IP)
Thales SMART-L MM/N luchtbeeld en BMD-radar (na IP)
Thales Scout zeebeeld
DECCA navigatie (voor IP)
Hensoldt Mk5 SharpEye (na IP)
2x Hensoldt Mk11 SharpEye (na IP)
Thales Sirius (IR)
Thales Mirador (Optical)
Atlas Elektronik DSQS-24C boegsonar
ESM, ECM, softkill Thales Sabre ESM en ECM
Helikopters NHI NH90(M)




Marineschepen.nl

Contact

Over deze site

Adverteren

Doneren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

LinkedIn

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nederlandse marineschepen
Belgische marineschepen
Marineschepen wereldwijd

Bedrijven

Damen

Heinen & Hopman

Gerelateerde artikelen

Oorsprong LCF

SMART-L


Vervanger LCF later door F-35

Technische problemen LCF'en

Formidable Shield 2017

Raketschildoefening succes

Hoofdrol NL in raketschildoefening

Evertsen tijdens inhuldiging

Evertsen baas SNMG1

De Ruyter vlaggenschip SNMG1

Ticonderoga en LCF

Nederlands raketschild

Tromp tijdens Sail

Documentaire anti-piraterij

Tromp begint anti-piraterij

Evertsen onderschept piraten