Duitsland wil Nederlandse Orions
Bericht geplaatst: 21-11-2003
De tien Lockheed P3-C Orion patrouillevliegtuigen, die de Koninklijke Marine moet afstoten in het kader van bezuinigingen, wil Duitsland graag kopen. Dat is officieel bekend gemaakt. Al is "kopen" niet het juiste woord, de tien vliegtuigen die voor 250 milioen Euro worden gemoderniseerd, worden voor een prikkie van de hand gedaan.
De berichten rond de verkoop aan Duitsland komen op een moment dat de beloofde onderzoeken (naar o.a. een samenwerking met Duitsland en België) nog niet zijn begonnen. Hieruit zou moeten blijken of deze vliegtuigen, die voor de Koninklijke Marine erg nuttig zijn, behouden moeten blijven. Minister Kamp zegt wel dat er geen onderzeeboot dreiging meer is (hetgeen grote onzin is), maar de Orions houden zich hier ook maar 4% van de tijd mee bezig, zoals blijkt uit deze grafiek.
Orion in de nieuwe kleuren (CAVDKM)
Staatssecretaris van Defensie Van der Knaap en zijn Duitse collega Eickenboom hebben eind vorige maand in Berlijn een intentieverklaring voor de verkoop ondertekend. Dat heeft een woordvoerder van Defensie bevestigd. Volgens de overeenkomst moeten Duitse bemanningen en grondpersoneel begin volgend jaar op marinevliegkamp Valkenburg beginnen met de training. Later moet de opleiding, inclusief Orions, verhuizen naar de Noord-Duitse vliegbasis Nordholz.
Interesse
Het is niet vreemd dat er veel interesse is in de tien vliegtuigen. De kisten zijn uitstekend onderhouden en modern dankzij de updates. De Nederlandse Orions beschikken over apparatuur waar de Amerikaanse vliegtuigen niet mee zijn uitgerust. Een tweede reden is het nut van deze vliegtuigen. Ze zijn weliswaar van de Marine en kunnen subs opsporen, maar zijn uitstekend in staat om patrouilles boven land te vliegen, bijvoorbeeld voor het Korps Mariniers in Irak. Hiervoor zijn zij reeds eerder (in o.a. Afghanistan en Kosovo) met succes ingezet. Tot slot is de prijs die voor deze belangrijke eenheden wordt gevraagd heel laag.
Bréquet Atlantique van de Duitse marine vliegt sinds 1966(Bundesmarine)
Dat Duitsland de Orions graag wil, heeft ook te maken met het feit dat de Duitse marine alleen de beschikking heeft over sterk verouderde toestellen. Sinds 1966 vliegt de Bundesmarine namelijk met patrouillevliegtuigen van het type Bréquet Atlantique. Omdat deze toestellen sinds enige tijd vervangen moeten worden, is men reeds een aantal jaren geleden een project begonnen met Frankrijk voor een nieuw Frans-Duits patrouillevliegtuig voor de marine. Dit project kende echter problemen en de patrouillevliegtuigen van Duitsland waren steeds meer aan vervanging toe.
Orions zijn nodig in Irak
Vrijdag 21 november bespreekt de ministerraad de verlenging van de Nederlandse operatie in Irak. Het hebben van goede inlichtingen zijn van groot belang voor het succes van deze missie.
Luchtverkenning boven de grens met Saoedi-Arabië draagt bij aan het voorkomen van terroristische infiltraties vanuit dat land. Deze infiltraties zijn een probleem, zo bleek tijdens een recent bezoek van leden van de Tweede Kamer.
Luchtverkenning boven het "Nederlandse" gebied maakt het mogelijk de Nederlandse patrouilles beter in te zetten.
Ten tweede dragen de Orions bij aan de veiligheid van de lokale bevolking maar in het bijzonder van de Nederlandse troepen. Orions kunnen de basis van de mariniers en de omgeving bijvoorbeeld uitstekend bewaken met video-, radar- en infrarood sensoren. Soortgelijke missies hebben de Orions uitgevoerd voor de US Special Forces in Afghanistan.
Ten derde zorgen Nederlandse Orions ervoor dat het Korps Mariniers ter plaatse een betere positie krijgt om inlichtingen van de VS te verkrijgen. In de veiligheidswereld worden inlichtingen vooral geruild: als je iets hebt en deelt, dan krijg je daar inlichtingen voor terug. Een afhankelijke positie is gevaarlijk. De insteek van het kabinet om inlichtingengaranties van Britse zijde te verkrijgen, is niet realistisch. De Britse divisiecommandant is zelf ook grotendeels afhankelijk van Amerikaanse eenheden die als enige beschikt over alle middelen: van satellieten tot spionagevliegtuigen. Als de Brit niets heeft, dan kan hij de Nederlandse troepen ook niet voorzien. Voorbeeld: recent werd een Australische Orion-verkenningsvliegtuig ingezet boven de Nederlandse sector. Echter, de zo verzamelde inlichtingen werden niet aan het Nederlandse mariniersbataljon gegeven!
De gewenste luchtverkenning moet worden geleverd door de vliegtuigen die daarvoor geschikt zijn. De minister weet wel waar die vliegtuigen staan: in Valkenburg (dat zijn Apaches dus niet!).
Kiezen voor de Orion biedt het kabinet vier voordelen:
- Betere uitvoering van de missie;
- Meer veiligheid voor mariniers;
- Een krachtiger positie in de uitwisseling van inlichtingen;
- Een relatief onkwetsbaar verkenningsplatform met grote inzetbaarheid.
(foto CAVDKM)
Bronnen: NRC-Handelsblad en Koninklijke Vereniging voor Marineofficieren (KVMO)
Sinds 13 augustus 2001
