De grote jaarlijkse oefening in de Oostzee, BALTOPS, is zo goed als ten einde. Voor de mijnenjager Zr.Ms. Zierikzee en de Nederlandse staf aan boord van het Belgische schip BNS Godetia was BALTOPS een spectaculair einde van inzet als onderdeel van het permanente mijnenbestrijdingsflottielje SNMCMG1.
Een formatie van mijnenbestrijdingsschepen, aangevoerd door BNS Godetia. (Foto: SJMRODOPS J. Eenling/ Koninklijke Marine)
Een kleine twee weken geleden, op 6 juni, begon in de Oostzee de jaarlijkse grote oefening BALTOPS. Het was de vijftigste editie, vandaar dat de naam dit keer werd gewijzigd in BALTOPS 50.
Zestien NAVO-landen en twee partnerlanden zonden eenheden naar de Oostzee om aan deze oefening onder Amerikaanse leiding mee te doen. De Nederlandse inbreng maakte deel uit van het permanente NAVO-mijnenbestrijdingsflottielje Standing NATO Mine Counter Measures Group 1 (SNMCMG1): mijnenjager Zr.Ms. Zierikzee en de SNMCMG1-staf aan boord van BNS Godetia.
Formeel eindigt de oefening morgen, maar gisteren was het programma voor de mijnenbestrijders al zo goed als afgerond. Vanochtend sprak Marineschepen.nl met LTZ2OC Joost Maas, de Nederlandse mijnenjachtofficier van SNMCMG1 en in die rol onderdeel van de staf, over de oefening.
Operationeel
Het NAVO-flottielje opereert al enige tijd in de Oostzee en heeft al vele explosieven uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog gevonden en geruimd. Natuurlijk gaat het hier om, weliswaar stokoude, echte explosieven. Toch is dit nog echt wat anders dan een vaarroute mijnenvrij maken in een conflictsituatie.
En dat laatste is precies wat de mijnenbestrijders hebben beoefend de afgelopen weken, waarbij de mijnenbestrijders veel meer bij de oefening betrokken waren dan in sommige andere oefeningen. "Vaak krijgen we los van de andere schepen een eigen gebied waar wij onze mijnenbestrijding gaan doen", zegt Maas. "Nu waren we organiek een van de task units onder de Amerikaanse staf die de mijnenbestrijding coördineerde van BALTOPS."
Voor het voor oefening operationeel mijnenjagen zou beginnen, startten de mijnenbestrijdingsschepen met een trainingsfase nabij het Deense Aarhus. Maas: "Daar hebben we verschillende boxen aangemaakt [zeegebieden aangewezen] en daar oefenmijnen gelegd. De mijnenbestrijdingsvaartuigen moesten deze mijnen opsporen en identificeren, en rouleerden over de boxen zodat we de werkwijzen en resultaten goed onderling konden vergelijken. Dat is belangrijk, zeker omdat er nieuwe apparatuur werd gebruikt door enkele schepen. Daar leren we van."
"Daarnaast", gaat Maas verder, "hebben we onze eigen beveiliging getoetst. Als mijnenjagers opereer je vaak toch verder van de andere schepen en kan je te maken krijgen met allerlei dreigingen. Samen met eenheden van het verband hebben we onze verdediging geoefend."
(Foto: SJMRODOPS J. Eenling/ Koninklijke Marine)
Mijnenvrij maken voor de taakgroepen
BALTOPS 50 bewoog gedurende de oefening van west naar oost en eindigde in Polen. De eerste opdracht van de schepen was vanuit de Noordzee de Oostzee binnenvaren, via de smalle zeestraten die het Kattegat en de Oostzee met elkaar verbinden.
"Door de CTG [Commander Task Group] werden we getaskt om de Danish Straits veilig te maken", zegt Maas. "Er was intel dat er [oefen]mijnen zouden liggen. Deze mijnen moesten geruimd worden zodat de fregatten en amfibische schepen de Oostzee in konden varen. Na twee dagen konden we aangeven dat het veilig genoeg was en konden de schepen door, ondertussen waren we al aan het plannen voor de volgende stap."
"Aan het einde van de oefening, we waren inmiddels met tien mijnenbestrijdingsvaartuigen, stond een amfibische landing op het programma. Dat moest gebeuren nabij het Poolse plaatsje Ustka. Ook daar hebben we het zo goed als mijnenvrij gemaakt, zodat de landing veilig kon gebeuren. Ik zeg 'zo goed als', omdat je nooit een gebied 100% mijnenvrij kan verklaren. Aan de hand van berekeningen bepalen we of het veilig genoeg is."
Overigens vonden de mijnenbestrijdingsschepen niet alleen oefenmijnen, laat Maas weten: "Omdat we tijdens BALTOPS 50 aan mijnenbestrijding doen zoals in het echt, is er een kans dat we ook explosieven uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog vinden. Zo hebben we nu een vliegtuigbom en een oefenmissile gevonden, beide uit de Sovjet-Unie. Ook vonden we twee historische mijnen die door begroeiing niet te identificeren waren."
Zr.Ms. Zierikzee samen met het Zweedse mijnenbestrijdingsvaartuig HMS Koster. (Foto: SJMRODOPS J. Eenling/ Koninklijke Marine)
Leerzaam
Dat de mijnenbestrijdingscomponent tijdens een oefening zo ingebed is in het programma is geen uitzondering, toch gebeurt het lang niet altijd. Maas heeft, met zijn collega's van de staf, ervaren hoe waardevol dat is. Er komt bij het operationele mijnenbestrijden veel meer kijken dan 'alleen' het opsporen en uitschakelen van mijnen.
Maas: "Je moet meer en beter plannen, er is meer communicatie met allerlei schepen en met de staf, je krijgt taskings [opdrachten] en daarvan moet je beoordelen of die uitvoerbaar zijn. We waren met een grote groep, en we moesten soms echt opsplitsen om snel te kunnen werken. Er komt namelijk een groep schepen aan en die moeten door, dat levert tijdsdruk en deadlines op. Tegelijkertijd oefen je ook op bescherming van de mijnenjagers door de taakgroep."
"Het was mooi om dat te kunnen oefenen en dat maakte het ook een heel interessante oefening. We hebben onze trainingsdoeleinden ruimschoots behaald," zegt Maas, die de oefening van toegevoegde waarde vond. "Het was een grote oefening met veel interactie met andere schepen. Zeker in deze tijd van COVID waarin veel oefeningen zijn afgelast met veel impact op personeel en de geoefendheid, is het belangrijk dat we dit met een grote groep landen konden doen."
De Alouette III-helikopter van de Godetia is net als het moederschip bezig met de laatste tour. (Foto: SJMRODOPS J. Eenling/ Koninklijke Marine)
Sandy Coast
Nu de oefening is afgerond wacht het mijnenbestrijdingsflottielje vandaag alleen nog een oefening in het bevoorraden op zee. Daarna volgt ter afsluiting een havenbezoek aan de Duitse havenstad Kiel.
Zr.Ms. Zierikzee en BNS Godetia keren daarna terug naar huis. Aan het Nederlandse commando over de NAVO-mijnenbestrijdingscomponent komt ook een einde. "Wij worden door de Godetia volgende week afgezet in Den Helder. De Godetia vaart dan door naar Zeebrugge en wordt dan samen met de Alouette helikopter uit dienst gesteld. Het was een mooie eindreis voor dit schip", zegt Maas.
Maas zelf kijkt terug op vijf leerzame maanden in de staf, en die ervaring neemt hij weer mee terug naar de Mijnendienst, waar de volgende oefening al wordt gepland: Sandy Coast. Die staat voor het eind van de zomer in de agenda.