Niet Zeebrugge, maar Oostende krijgt de drone-fabriek die de drones voor de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen gaat bouwen. Voor de twaalf nieuwe Belgische en Nederlandse schepen moeten zo'n honderd onder- en bovenwaterdrones worden gemaakt. In 2022 moet de fabriek operationeel zijn.
De complete toolbox voor onder water voor de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Tijdens de aanbesteding en in het contract werd Zeebrugge genoemd als de plaats waar de drone-fabriek zou verrijzen, de marinehaven van Zeebrugge is immers de thuishaven van de Nederlandse en Belgische mijnenjagers. Maar deze week werd bekend dat het 20 kilometer zuidwestelijker gelegen Oostende met deze prijs aan de haal gaat. Daar zal in de haven op een braakliggend terrein een fabriek worden gebouwd met een oppervlakte van 5.000 m2.
Volgens de CEO van ECA Robotics Belgium, in De Tijd, genoot Oostende de voorkeur omdat zij daar een stuk grond aan het water konden krijgen, er een cluster van bedrijven die met dronetechnologie al in Oostende zit en de 70 benodigde werknemers zouden er makkelijker te vinden zijn.
De locatie (bij benadering) van de nieuwe fabriek in Oostende. (Beeld: Google, bewerking: Jaime Karremann)
Niet alles gaat naar Oostende. In Zeebrugge zal Flanders Ship Repair, dat vanaf het begin al deel uitmaakt van het consortium dat door Naval Group en ECA werd gevormd, onderdelen voor de nieuwe schepen bouwen. Zij zullen ook het onderhoud gaan doen, daarom had het bedrijf in september het Fleet Support Centre van Smit Harbor Towage Belgium in Antwerpen overgenomen. De schepen zelf worden vooralsnog in Frankrijk gebouwd. Natuurlijk wordt ook Wallonië niet vergeten. Daar, in Henegouwen, wordt het ontwerpbureau en het hoofdkantoor van ECA Robotics Belgium gevestigd.
De investering voor de bouw van de fabriek en de opstart van de
productie bedraagt ongeveer 10 miljoen euro, zo meldde ECA gisteren in een persbericht.
De nieuwe drone-fabriek van ECA zal de nieuwe generatie maritieme drones produceren voor Nederland en België, maar ook voor export. Eerder was al bekend dat er vanuit het buitenland veel interesse is in het nieuwe concept van Nederland en België.
De drones die straks in ieder geval zullen worden gebouwd zijn:
De oppervlaktedrone (Unmanned Surface Vehicle, USV) INSPECTOR 125, plus het launch & recovery systeem waarmee de USV drones te water kan laten. Dit onbemande scheepje van 12 meter kan diverse drones meenemen en zelfstandig te water laten en weer aan boord nemen. Van deze versie zullen twintig exemplaren voor Nederland en België worden gebouwd. (Beeld: ECA Group)
De autonome onderwaterdrone (Autonomous Underwater Vehicle, AUV) A 18-M kan zelfstandig op zoek naar uiteenlopende dreigingen zoals mijnen, geïmproviseerde explosieven of vervuiling. Maar deze robot kan ook de zeebodem in kaart brengen. (Beeld: ECA Group)
De T-18M is een sonar die gesleept wordt achter bijvoorbeeld de USV. (Beeld: ECA Group)
De identificatiedrone Seascan is in Nederland en België eigenlijk de vervanger van de Seafox I (van Atlas Elektronik) en moet een verdacht object naderen zodat dit object aan boord van het schip kan worden geïdentificeerd. (Beeld: ECA Group)
De mijnneutralisatiedrone K-STER C is de vervanger van de Seafox C. Zodra het verdachte object een explosief blijkt, kan deze drone het explosief vernietigen. De drone zelf zal daarbij ook verloren gaan. (Beeld: ECA Group)
Behalve de drones voor onder water, zullen de schepen ook vliegende drones krijgen. Het is nog niet bekend welke drone dat zal worden. Waarschijnlijk gaat de strijd tussen de Zweedse Skeldar V-200 van UMS Skeldar (Sweden) de Oostenrijkse Camcopter van Schiebel.
Het totale contract voor de nieuwe schepen en drones bedraagt 2,2 miljard euro. In mei 2024 moet het eerste schip, voor de Belgische marine, worden opgeleverd.