Het nieuwe Type 26-fregat HMS Glasgow van de Britse marine ging woensdag voor de eerste keer op pad, al was dat nog op een ponton. Het schip werd vanuit de Govan Shipyard van BAE in Glasgow naar Glen Mallan in Loch Long gevaren, waar het voor het eerst het water in gaat, en vervolgens weer wordt gesleept naar een andere BAE-werf te Glasgow. Het fregat Glasgow is onderdeel van een serie van acht Type 26-fregatten die de komende jaren de Type 23-fregatten zullen gaan vervangen en hebben onderzeebootbestrijding als specialiteit.
De Glasgow vanmiddag op het ponton in Loch Long. (Foto: Britse marine)
De tewaterlating werd nauwkeurig in de gaten gehouden door experts van UK Defence Equipment & Support en bouwer BAE Systems, die de beschikking hadden over een speciale 3D-visualtie. Een digitale versie van het schip werd gemonitord tijdens de overgang naar het water om te verzekeren dat dit proces zonder problemen verliep.
Dat het schip te water gelaten is, betekent niet dat het bouwproces ervan al afgerond is. Zodra de feitelijke tewaterlating achter de rug is, wordt de Glasgow teruggesleept naar de BAE Systems facility in Scotstoun voor de volgende bouwfase en de nodige tests. De werf in Scotstoun ligt hemelsbreed drie kilometer van de werf in Govan vandaan. Beide liggen aan de rivier de Clyde, aan de westkant van Glasgow. Het uitstapje naar Glen Mallan, zo'n 50 km varen, is nodig omdat het daar diep genoeg is om het ponton te laten zakken en de Glasgow water onder de kiel te geven.
Van Govan naar Scotstoun via Glen Mallan. (Kaart: Google)
Een mijlpaal en signaal naar Rusland
De Britse minister van Defensie Ben Wallace bezocht op 25 november nog de werf van BAE Systems om over de tewaterlating van de Glasgow te spreken. Volgens Wallace was 30 november een zeer belangrijke dag.
“De eerste tewaterlating van HMS Glasgow is een gigantische mijlpaal voor het Type 26 programma, dat voor duizenden banen op hoog niveau heeft gezorgd in Schotland en de bredere bevoorradingsketen van het Verenigd Koninkrijk. We blijven investeren in de scheepsbouwindustrie, zodat de Royal Navy de capaciteit om ons land te beschermen behoudt, terwijl we de banden met onze bondgenoten versterken”, zo zei de minister in een statement voor BAE Systems.
Tijdens zijn bezoek ging Wallace, tegenover PA News Agency, ook in op de huidige ontwikkelingen in Oost-Europa: “Het is een indrukwekkende prestatie van onze werkkrachten hier, die de wereldleider op het gebied van onderzeebootbestrijding hebben gebouwd. Het laatste dat Poetin nog over zal hebben na zijn illegale invasie is zijn zee- en luchtmacht.”
“Hij gebruikt zijn onderzeeboten zeer goed ter intimidatie en het zijn ook goede onderzeeboten. We hebben gezien dat er zorgen zijn over cruciale internationale infrastructuur zoals gaspijpleidingen en internetkabels. We hebben schepen nodig die op die onderzeeboten jagen of ze afschrikken. Dat is de rol die deze schepen gaan vervullen”, aldus Wallace.
Het project
In eerste instantie zouden er achttien Type 26-fregatten gebouwd worden, maar inmiddels is dit aantal teruggeschroefd naar acht. Net als de voorgangers zullen deze schepen vooral ingezet worden op het gebied van onderzeebootbestrijding, maar ook bij luchtverdediging, oppervlakteoorlogvoering, anti-piraterij en humanitaire hulpverlening na bijvoorbeeld natuurrampen zijn deze schepen van nut.
In juli 2017 werd begonnen met de bouw van de Type-26 fregatten, nadat er in de jaren daarvoor veel wijzigingen in de plannen waren doorgevoerd. Zowel het aantal, als de specificaties van de schepen werden meerdere keren veranderd, tot men overeenkwam dat er acht Type-26 fregatten zouden komen, allemaal vernoemd naar Britse steden.
De Type-26 fregatten waren onderdeel van het project dat de Future Surface Combatant genoemd werd, waar in totaal 13 nieuwe schepen onder vallen. Zo worden er ook vijf type 31-fregatten gebouwd door Babcock.
De Type 26-fregatten werden naar verschillende Britse steden vernoemd en vanwege de benamingen kwamen deze al snel bekend te staan als de Cityklasse. BAE Systems kreeg de opdracht om de bouw van het eerste schip op zich te nemen.
Eerder deze maand werd bekend dat BAE Systems met het Britse Ministerie van Defensie overeengekomen was dat het de verantwoordelijkheid zou krijgen over nog eens vijf Type-26 fregatten, met een totale waarde van 4,2 miljard pond, nadat al met de bouw van het tweede en derde schip begonnen was. 1,8 miljard pond wordt geïnvesteerd in de toeleveranciers, waarvan 1,2 miljard naar Britse bedrijven gaat. Alle acht de Type 26-fregatten zullen dus op de Govan Shipyard in Glasgow gebouwd worden.
Het tweede en het derde schip zullen HMS Cardiff en HMS Belfast gaan heten en zullen met HMS Glasgow de eerste drie in dienst gestelde schepen van de Cityklasse vormen. Daarna staan HMS Birmingham, HMS Sheffield, HMS Newcastle en HMS Edinburgh op de rol. In 2036 zal HMS London het achtste en laatste schip van de Cityklasse zijn dat operationeel wordt.
HMS Glasgow zal in 2025 in dienst worden gesteld. De Cityklasse zal dan ook de kern van de Britse vloot vormen in de jaren ’30 van de 21e eeuw, net zoals de Type 23-fregatten dat eerder deden. De Glasgow is 149,9 meter lang en 20,8 meter breed. Het heeft een maximale waterverplaatsing van 8.000 ton en de maximale snelheid ligt boven de 26 knopen. Op het schip is plaats voor 208 personen en de voortstuwing is in handen van twee elektromotoren met vier high speed dieselgeneratoren en een Rolls-Royce gasturbine.
De Type 26 is ook door Australië en Canada gekozen voor hun nieuwe fregatten. Zij zullen respectievelijk vijftien en negen Type 26-fregatten laten bouwen.
